„Alleenstaand ouderschap is
nog niet echt geaccepteerd"
Emancipatie en
ontspanning
FIOM-DIRECTEUR VAN KORDELAAR:
GEZICHT'81
Plattelandsvrouwenbond
bestaat vijftig jaar
AND AG 27 OKTOBER 1980
(Door Jan van Lenteren)
^arom zou een blind mens niet
unnen tuinieren? Er is geen en-
ele reden om te beweren dat hij
s schop maar in de schuur moet
iten staan. Negentig procent van
lie klussen die een tuinman kan
edenken kunnen door een blin-
e gedaan worden. Bovendien
eeft een visueel gehandicapte
pg een groot voordeel: hij kan in
et donker gewoon doorwer-
en".
te met een roerende humor
oorspekte bewering komt uit de
lond van de Zwolse telefonist
an Halfwerk. Voor hem is het de
ewoonste zaak van de wereld
at hij, ondanks dat hij blind is,
agelijks een uurtje in zijn tuin te
inden is om te spitten, te snoeien
f te wieden. Hij is een van de
aar honderd visueel of lichame-
jk gehandicapten in Nederland
ie tuinieren als hobby hebben
f, zelfs meer dan dat, als weibe
lede tijdvulling voor iemand die
por zijn lichamelijke tekortko
mingen buiten de maatschappij
is geplaatst. Toch zijn er nog maar
weinig valide en invalide Neder
landers die de amper beperkte
mogelijkheden van het fenomeen
"aangepast tuinieren" kennen en
daarom organiseerde een werk
groep die die naam draagt recent
een congres in Zwolle.
De piepjonge organisatie verricht
pionierswerk. Samengesteld uit
de Nederlandse Vereniging voor
Revalidatie, de Stichting Aan
passingen voor gehandicapten,
het Rijksconsulentschap voor
Tuinaanleg en Onderhoud, de
Koninklijke Maatschappij voor
Tuinbouw en Plantkunde en de
stichting Bouwcentrum pioniert
de werkgroep, echter op weten
schappelijke basis. Want tijdens
het congres poneerde de revali
datiearts prof. dr. B.D. Bangma
de stelling dat tuinieren voor ge
handicapten een heel goede the
rapeutische uitwerking kan heb
ben op zowel de geest als het li
chaam van de tuinier.
Wat dat betreft is het licht dus op
groen gezet, zij het dat de profes
sor er streng aan toevoegde dat
artsen en hulpverlener, therapeu
ten en hoveniers dan wel weten
waar ze mee bezig zijn. Een van
de conclusies van het congres
was dan ook dat medische be
trokkenen een groene paragraaf
in hun leerboeken zouden moe
ten kunnen aantreffen en het zo
goed als in de hoveniersopleiding
een hoofdstuk over werken met
gehandicapten zou moeten staan.
Als dat probleem is opgelost zullen
er ook hele tastbare veranderin
gen moeten worden doorge
voerd. Want al is het zo dat tuinie
ren in principe voor elke gehan
dicapte mogelijk is. er zal voor
gezorgd moeten worden dat het
groen dikwijls letterlijk binnen
handbereik komt. Aanpassingen
dus, tuingereedschap moet. er
komen, tuinen moeten op hoogte i
worden gebracht, tuinpaden
moeten geëffend worden of op de
juiste breedte gebracht, of dat nu
particuliere tuinen betreft of
openbaar groen. Daar is geld voor
nodig.
De werkgroep gaat, nu er tijdens
het congres in Zwolle een start
sein is gegeven, een soort speer
puntenbeleid ontwikkelen waar
bij het invullen van de financiële
vraag centraal staat. De initia
tiefnemers zijn niet bij voorbaat
pessimistisch want ze zien mo
gelijkheden in bestaande sociale-
en bijstandsregelingen.
Bovendien zit het er dik in dat
"aangepast tuinieren" een flinke
hap mag meeëten uit het Tele-
bingoruif. Verder leidt het
groeiend besef dat tuinieren heel
goed is voor gehandicapten tot
initiatieven zoals dat van de ge
meente Zwolle die 25 mille heeft
uitgetrokken om twee voorbeeld
tuinen in te richten, één voor
blinden en één voor mensen die
in een rolstoel zitten.
De werkgroep Aangepast Tuinie
ren beperkt zich in haar activitei
ten niet alleen tot het tuinieren
door gehandicapten als zinvol
tijdverdrijf. Wanneer de kansen
zich voordoen zullen de werk
groepleden elke kans grijpen die
een gehandicapte aan een heuse
baan in de groene sector zou
kunnen helpen. De uitspraak van
de visueel gehandicapte hobby
hovenier Halfwerk, dat hij in feite
90 procent van alle klussen kan
uitvoeren maken overwegingen
als plaatsing in het vrije bedrijf
voor de hand liggend. Ook licha
melijk gehandicapten zouden na
een gedegen opleiding en enige
aanpassingen best tuinman of
kweker kunnen worden.
Dat idee spreekt opleidingsfunc
tionaris H.H. Berteler bijzonder
aan. "Vooral ook als je weet dat
het juist in de tuinbouw erg
moeilijk is vakbekwame mede
werkers te krijgen", zei hij tijdens
het congres.
Berteler sprak daar omdat hij deel
neemt aan een experiment bin
nen de stichting Werkenrode in
Groesbeek waar jonge mensen
van 16 tot 25 jaar een aan hun
handicap aangepaste vakoplei
ding krijgen die hen binnen het
bereik van een volwaardige
werkkring moeten helpen. De
jongeren kunnen kiezen uit op
leidingen voor de bloementeelt,
voor tuinaanleg en -onderhoud
en de boomkwekerijen. De proef
duurt drie jaar maar Berteler is
ervan overtuigd dat er zonder
meer een toekomst is voor deze
opleiding.
DEN BOSCH - „Er is een omwenteling van
de maatschappij nodig, willen een-ouder
gezinnen optimaal kunnen functioneren.
Wij zeggen niet dat alleenstaand ouder
schap goed of slecht is; het is een maat
schappelijke realiteit, en dus is het een taak
van de maatschappij alleenstaande ouders
niet alleen in staat te stellen hun kinderen
op te voeden, maar ook nog eens aan zich
zelf toe te laten komen".
Dit zegt E. J. H. Van Kordelaar,
directeur van het landelijk
bureau Fiom, in Den Bosch.
De Fiom is de Nederlandse
vereniging van organisaties
I voor hulpverlening bij zwan
gerschap en alleenstaand ou
derschap, en heeft door het
hele land bureaus. De Fiom is
vijftig jaar geleden opgericht
als de Federatie van Instellin
gen voor Ongehuwde Moe
derzorg.
,Sinds de jaren'zestig is het werk
van de Fiom sterk veranderd.
Onder invloed van de veran
derde seksuele moraal en het
toenemende aantal echt
scheidingen, is de hulp naar
alleenstaande ouders uitge
breid. Ook doet de Fiom veel
aan begeleiding van onge
wenst zwangere vrouwen dij
hun beslissing: „wel of geen
abortus". Het uitgangspunt
Een op de elf
Hoeveel een-oudergezinnen er
op dit moment in Nederland
precies zijn, is niet bekend.
Volgens de volkstelling van
1971 waren het er 219.186, dat
is een op de elf gezinnen. Bij
ongeveer vier van de vijf een
oudergezinnen stond een
vrouw aan het hoofd. Aange
zien het jaarlijks aan echt
scheidingen sinds 1971 meer
dan is verdubbeld, is het aan
tal een-oudergezinnen sinds
dien ongetwijfeld toegeno
men. Bovendien kiezen
steeds meer mensen er be
wust voor om buiten een hu
welijkeen kind te krijgen.
Toch is het alleenstaande ou
derschap volgens Van Kor
delaar nog niet echt geaccep
teerd: ,|Het lijkt alsof discri
minatie hier niet meer speelt,
maar daar moet je je niet op
verkijken. Als het bijvoor
beeld een eigen dochter be
treft, vinden mensen het nog
steeds niet leuk"
Fiom-directeur Van Kordelaar: "Veel alleenstaande moeders zit
ten in een uitzichtloze positie"
Het laten opgroeien van je kind,
is volgens Van Kordelaar,
voor alleenstande ouders nog
steeds heel moeilijk waar te
maken. „Veel alleenstaande
moeders leven van de bij
stand; dat betekent dat ze fi
nancieel in een uitzichtloze
positie zitten; studeren mo
gen ze - althans officieel -
niet. En als het al oogluikend
wordt toegestaan, kan ze het
vaak nog niet, omdat ze het
niet kunnen betalen. De
klacht van bijstandsmoeders
luidt dan ook vaak: 'Je komt
er nooit meer uit'. En dat is
ook zo. Je wilt op zijn minst je
kinderen normaal mee laten
doen op school, en dat kan al
niet. Verder kan er helemaal
niks".
„Alleenstaande moeders met
een baan zitten ook vaak
moeilijk: een oppas is voor de
meesten niet te betalen, er is
te weinig kinderopvang, en
als je kind ziek wordt zit je
klem. Het is dan bijna onmo
gelijk om ook nog eens so
ciale relaties te onderhouden,
en een beetje van het leven te
genieten".
„Daar komt dan nog eens bij dat
alleenstaande ouders zich ex
tra belast voelen door het ge
voel dat ze geen fouten mogen
maken. Dat ze moeten bewij
zen dat het kan".
Bezuinigingen
De bezuinigingen komen vol
gens Van Kordelaar bij al
leenstaande ouders hard aan.
Dat is bijvoorbeeld te merken
aan de hulpverlening waar
op ingeleverd moet worden,
maar vooral ook aan de bij
stand: die gaat sluipend naar
beneden. Volgens een
Brandpunt-uit zending van
twee maanden geleden heeft
CRM in de afgelopen vier jaar
325 miljoen op de bijstand be
zuinigd, waardoor de gemid
delde bijstandtrekker er in
die periode 1100 gulden per
jaar op achteruit is gegaan. De
gemiddelde bijstandsuitke
ring bedraagt nu f 1238,35
netto per maand voor een-ou
dergezinnen.
Een anders steeds schrijnender
probleem is de huisvesting:
door het instorten van de
bouwmarkt kijkt de hele be
volking uit naar een wat
goedkopere categorie huizen
dan voorheen. Van Korde
laar „Mensen die al op de
goedkoopste huizen waren
aangewezen, komen nu niet
meer aan bod. We merken de
laatste maanden aan onze
vragen om hulp dat huisves
ting probleem nummer één
aan het worden is".
Ook de werkgelegenheid wordt
nu voor alleenstaande ouders
nog slechter dan ze al was,
terwijl de kinderopvang vol
strekt ontoereikend blijft, en
er verhogingen van de ouder
bijdragen voor kinderdag
verblijven te verwachten
zijn.
Van Kordelaar: „Natuurlijk
weet ik ook wel dat iedereen
bezuinigen moet, maar men is
zich te weinig bewust van de
afstand tussen de situatie van
deze mensen, en van anderen.
Als je alleenstaande ouder
bent, komen alle problemen
tegelijkertij d op je af: huis
vesting, kinderopvang, in
komen, enzovoort. En er mag
niks fout gaan"
Geen uitzondering
Volgens Van Kordelaar kan de
situatie alleen verbeteren als
het idee dat alleenstaand ou
derschap een kwestie van uit
zonderingen is, afwijkingen
op de norm, wordt losgelaten.
Vervolgens moet er volgens
hem een groot aantal prakti
sche zaken aangepakt wor
den. Zoals wetswijzigingen,
kinderopvang, bijstands
problemen (alle drie aan de
orde op de manifestatie) en
mogelijkheden voor part-ti
me werk.
Hij meent dat er, bijvoorbeeld
wat kinderopvang betreft, be
ter op verschillende situaties
ingesprongen moet worden:
niet alleen meer kinderdag
verblijven, maar ook over-
blijfmogelijkhed en. Verder
zou men van het vooropge
stelde idee dat kinderopvang
„de minst slechte van twee
slechte" is, afmoeten.
Wetswijzigingen zouden, onder
meer door het verschil tussen
'wettige' en 'onwettige' kin
deren op te heffen, ook de
mentaliteit moeten beinvloe-
den.
Verder heeft de Fiom een 'Kin-
derziektedagenplan': een
plan dat zou moeten regelen
dat buitenshuis werkende
ouders enkele dagen per jaar
vrij moeten kunnen krijgen
wegens ziekte van hun kind.
Een regeling die in Zweden al
bestaat, en waar de ABVA
zich afgelopen winter heeft
achtergesteld.
Vooral over kinderopvang,
wordt vaak gezegd dat men
sen niet alles van de overheid
kunnen verwachten, en dat ze
met elkaar hun eigen oplos
singen zouden moeten
scheppen. Van Kordelaar:
„Natuurlijk is het prima dat
mensen voor een deel zelf
verantwoordelijk worden ge
steld voor de voorzieningen
die ze gebruiken. Maar men
sen aan de onderkant van de
maatschappij kun je niet be
lasten met bijvoorbeeld kin
deropvang. Die moet je juist
ondersteunen. Wij scheppen
nu vaak situaties voor ze,
vanwaaruit ze de eerste stap
naar verbetering niet kunnen
Voor de wintersport-
\kaiitie maar niet voor de-
nen die echt sport bedrij-
n ontwierp Pierre Car din
ze felgekleurde anorak
„Het Gezicht '81is een IK-gezicht.
De bril voor het IK-gezicht kan
bescheiden zijn. Doublé (geel), of
weinigwegend kunststof in zach
te kleuren en niet al te grote mo
dellen. De vormen zijn te her
kennen uit de zeventiger jaren,
maar ze zijn kleiner, dunner en
vloeiender geworden. De kleuren
zijn zacht als rose, geel, pastel
groen en blauw. Verder lichte
bruintinten, combinaties met
transparant of parelmoer.
De vlinderbril, vorig jaar al terug
van weggeweest, is nu vloeiender
en kleiner van lijn, fraai verwerkt
materiaal.
Ook de herenbrillen zijn beschei
den. Veel doublé en lichtbruine
tinten. Verder is de randloze bril,
(zie foto) heel belangrijk, ook
voor dames.
De bril voor het IK-gezicht kan ook
brutaal zijn. Punk en New Wave
laten hun invloed gelden op bij
voorbeeld de strakke "plankjes"
om doorheen te kijken, op de
strenge kleuren als paars met
geel, zwart met wit.
Een stukje Nederlandse vrouwen-
historie: tegen het einde van de
jaren '20 nemen plattelands
vrouwen het initiatief om, via het
oprichten van een eigen vrou
wenorganisatie. iets te gaan doen
aan bepaalde achterstanden in de
plattelandsgemee nten. Met
steun van, onder anderen, het
huishoudonderwijs en agrari
sche organisaties, wordt in okto
ber 1930 een vereniging opge
richt onder de naam „Bond van
boerinnen en andere platte
landsvrouwen". De groei van de
ze vereniging in de eerste tien jaar
van haar bestaan wordt „storm
achtig" genoemd.
Mevrouw De Groot-Keijser
Na de Tweede Wereldoorlog (de
naam is inmiddels gewijzigd in
Nederlandse Bond van Platte
landsvrouwen) begint de organi
satie opnieuw fors te groeien. Nu
zijn het niet meer uitsluitend
boerinnen en tuindersvrouwen
die op het lidmaatschap afko
men. maar ook (en steeds meer)
vTouwen die van de stad naar het
platteland zijn getrokken en hun
belangen en verwachtingen by
deze vrouwenbond willen on
derbrengen. Op het ogenblik be
draagt het aantal „agrarische" le
den van de bond nog ongeveer 22
procent.
Maar het is helemaal niet vies om
af en toe ook eens aan bloem
schikken te doen als je met
emancipatie bezig bent", zegt een
bestuurslid. En presidente L. C.
de Groot-Keijser wijst erop dat
emancipatie een van de drie grote
programmapunten van het
bondswerk is. naast educatie en
recreatie. Ir> 1974 is gekozen voor
een bondsbeleid dat op emanci
patie van de vrouw is gericht. In
dit verband verwijst ze ook naar
de nieuwe doelstelling die sinds
vorig jaar door de bond wordt ge
hanteerd, en die 'meer vrouw ge
richt' is dan de oude.
Bij het aU-jarig bestaan heelt het
hoofdbestuur de volgende balans
opgemaakt: het ledental groeit
nog steeds, er zijn nu ongeveer
82.000 leden, en ze zijn te vinden
in meer dan 700 afdelingen, ver
spreid over het hele land met uit
zondering van Limburg) Dat 50-
jarig bestaan wordt op 14 en 15
oktober gevierd op de Flevohof.
„Met veel gezelligheid, want dat
is en was de basis waar alles op
rust", zo vermeldt het program
ma voor deze tweedaagse jubi
leumviering.
Emancipatie-educatie
Die gezelligheid is, al jaren, voor
veel mensen een soort handels
merk van <ie jubilerende bond
Maar het is niet uitsluitend re
creatie wat de klok slaat binnen
de bondsactiviteiten. Daar wil
men. vanuit het hoofdbestuur,
wel even de nadruk op leggen.
„Van huis uit is en blijft onze
bond een emancipatiebeweging
Die oude doelstelling was gericht
op de bevordering van de belan
gen van de bevolking van het
platteland. Tegenwoordig wordt
het streven van de plattelands
vrouwen als volgt omschreven:
„Door vorming en ontwikkeling
van vrouwen, hun besef van ver
antwoordelijkheid voor en deel
name aan de samenleving te be
vorderen, in het bijzonder in plat
telandsgebieden. De vereniging
staat open voor vrouwen van alle
gezindten en onthoudt zich van
elke partijpolitiek".
In die tweede zin liggen uiteraard
beperkingen opgesloten voor het
uitdragen van bepaalde emanci-
patie-ideeen. Achter het indruk
wekkende ledental van meer dan
80.000 vrouwen gaan teveel uit
eenlopende politieke en levens
beschouwelijke standpunten
schuil om te kunnen komen tot
een eendrachtige visie op een
aantal belangrijke vrouwen
vraagstukken van deze tyd. „Het
is voor de bond inderdaad maar
zelden mogelijk om met een al
gemene standpuntbepaling voor
de dag te komen", zegt mevrouw
De Groot. Ze karakteriseert de
bond als een ontmoetingspunt
waar vrouwen kunnen leren hun
eigen standpunt te bepalen en
hun eigen belangenorganisaties
uit te dragen. „De vraag 'wat ben
ik als vrouw, waar sta ik als
vrouw' is tegenwoordig het
steeds terugkerende uitgangs
punt' zegt ze.
„Alles is mogelijk"
In het boekje „De bond in cijfers en
letters" (een van de jubileumuit
gaven ter gelegenheid van het 50-
jarig bestaan) staat onder meer te
lezen dat, wat betreft het organi
seren van activiteiten, binnen de
bond „in principe alles mogelyk
is" en dat ideeen en initiatieven
vanuit het ledenbestand alle
ruimte krijgen. Dat verklaart het
grote aantal landelijke en provin
ciale commissies binnen de
bond, die doende zijn met allerlei
deeltaken op nogal uiteenlopend
gebied.
Naast een Commissie Vorming
(voor het vormings- en ontwik
kelingswerk) en een Commissie
Vrouw (die de leden op weg wil
helpen naar meer inzicht in de ei
gen rol en positie in de samenle
ving en diverse emancipatie-ac
tiviteiten op gang probeert te
brengen) zijn er een handwerk-
commissie, een zangcommissie,
een Commissie Vrouwenstreken
(die leden bij elkaar wil brengen
„om hun creatieve uitingen te
toetsen en te verbeteren"). In een
programma voor cursussen staan
onderwerpen als maatschappe
lijke ontwikkeling, vrouwene
mancipatie en talen zusterlijk
naast bezigheden als sport, spel
en handvaardigheid.
Gespreksgroepenliteratuurkrin
gen en studiedagen worden in
een adem genoemd met zang- en
dansgroepen. Er zyn cursussen
OVOT burgerschapvtirming. p«.||.
tieke scholing, "bijspykercur-
sussen" (ter opvijzeling van de
lagere-schoolkennis). naast cur
sussen in muzu k. volksdans en
cabaret. De boodschap lijkt dui
delijk emancipatie en ontspan
ning bijten elkaar niet bij de ju
bilerende plattelandsvrouwen-