Voor Carmiggelt nog geen pensioen Lekker logeren bij opa boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken Henk Romijn Meyer afstandelijk Het "gescharrel" van een mus Laat ze maar praten zwanger zonder zorgen Yrjo en de Nevel ridder Nieuwe jeugd boeken WOENSDAG 15 OKTOBER 1980 Er zijn schrijvers die elk jaar, weer of geen weer, erin slagen tenminste één roman of verhalenbundel te publiceren. Marten Toonder, Jan Wolkers, W.F. Hermans, Maarten 't Hart, Simon Carmiggelt e.a. produceren met de verbetenheid van doorgroefde kostwinners vooral in het herfsttij hun literaire pro za; de vaste klantenkring mag niet teleurgesteld worden en ook de overwintering op een warm ei land moet nog betaald worden. Die jaarlijkse regelmaat mag onder geen beding doorbro ken worden, zodat nogal eens - bij gebrek aan frisse inspira tie - ouder werk in herdruk verschijnt. Ook wil de kwali teit van de "nieuwe (pakweg) 't Hart" nog wel eens lijden onder de druk der seizoenar beid. De bomen dorren in 't laat seizoen, zegt de dichter al, maar desondanks laat de ge dachte dat 't vooijaar prachti ger literair fruit biedt, zich niet bewijzen. om dan vroeger. En wat Wil lem Elsschot eens mijn 'stoet van dwergen' noemde, begint een beetje op een stoet van grijsaards te lijken. Ik hoop dat de lezer ze met een zekere tolerantie zal laten passeren. Een geriatrisch Complex? Een aalmoes, alstublieft, god ze- gene u? Welnee, nep! Bedot- terij om ons een boek te laten kopen dat we blindelings al aangeschaft hadden en dat bovendien niet onderdoet voor jeugdiger Carmiggelts. Inderdaad nemen de herinne ringen aan vroeger in de laatste boeken steeds meer plaats in, vooral die aan zijn ouders en de Oorlog; een nostalgischer toon ligt voor de hand, maar onze Vader Cats blijkt kwiek genoeg. Het kwinkelend taal gebruik is onverwoestbaar inventief, de geschetste situa ties zijn nog steeds schrijnend 'leuk' en er is genoeg zout om veel klein leed te relativeren. Ook Simon Carmiggelt behoort tot de groep "herdrukkers", zij het als randfiguur, want zijn tot bundel gevoegde stukjes zijn van recente her komst en enkel verschenen in "Het Parool", een krant die bij mijn weten niemand leest. Maakt niet uit. Carmiggelt is volstrekt uniek, altijd her leesbaar, en bovendien de enige "humoristische" schrijver van niveau die ons anno 1980 nog rest. Strikte zuinigheid is vereist, want opvolgers van deze zwaar moedige humorist liggen hooguit nog in de luiers van onze letterkunde. Carmiggelt wordt oud, zoals hijzelf verduidelijkt op de achterflap van zijn "nieuw ste" bundel, toepasselijk "De avond valt" getiteld. Met in gang van januari 1980, schrijft hij smartelijk en tóch nog ij- del, voortaan nog maar drie stukjes per week. "Waarom? Omdat het mij niet gehéél ontbreekt aan zelfkennis. Ik besef dat "De avond valt". Met alle, wat schemerige bij verschijnselen van dien. In deze bundel kijk ik nog vaker Simon Carmiggelt: humor en tragiek cafétypes, Carmiggelts's oor spronkelijke handelsmerk, over oudere echtparen en kinderen. Maar het is duide lijk - de schrijver wijst verle gen op dat aspect - dat Car miggelt zich steeds meer ver diept in het verleden: dat hij van Haagse origine is ("De Haagse volksbuurt waarin ik als kind op mijn Vliegende Hollander heb rondgere den overschaduwt soms de Amsterdamse toonaarden. Maar de beste stukjes zijn uiter aard niet plaatsgebonden. Gevoeligheid is Carmiggelt's kracht, op ironisering daar van berust zijn populariteit. Maar op zijn best is hij wanneer humor en tragiek verweven raken; dan komt de realiteit over als een subtiele, maar ra ke stoot onder de gordel, zoals o.m. in de 2e aflevering van het drieluik "Zonnig Zo merweer", een beschrijving van twee verslaafden in de Kalverstraat. Een bedelpaar. Zaterdagmiddag zag ik ze weer, de man en de vrouw. Ze liepen zowat een meter voor me uit in de Kalverstraat, hand in hand. En ze droegen hun altijd eendere grauwe lompen. Even bleven ze staan voor een man die, genieterig langzaam, bezig was een si gaar op te steken. Ze vroegen iets en hij schudde het hoofd. Toen liepen ze door." Dan volgt een anecdotisch in termezzo, waarna een herin nering aan het tweetal: "Het vrouwtje was, uitgeput, neer gezakt op haar knieén. Met haar beide handen omklemde ze, vlak boven haar hoofd met het vette, piekende haar, de pols van de man. Ze bewoog zich niet. Ze lag geknield als iemand die bidt in een toe stand van volstrekte wan hoop." En de man: "Hij stond rechtop in de zinderende zon en staarde voor zich uit. Hij had een Christus-baardje, maar zou toch voor de passiespelen niet in aanmerking komen. Zijn wit, uitgeteerd gelaat had iets leeftijdsloos. Het was somber, maar op een lege manier, zoals een hond somber kan zijn." En verder, helaas te lang om hier weer te geven. Zolang Carmiggelt nog zoveel compassie op schrift kan stellen, heeft hij de 'pen sioengerechtigde' leeftijd niet bereikt. Simon Carmiggelt, De avond valt. Uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam 1980. Henk Romijn Meijer's Stampende Mussen is zijn ze vende verhalenbundel. Daarnaast schreef hij drie romans, twee bundels kritieken, hij is dus een rou tinier. Deze bundel bestaat uit twee novellen en vier korte verhalen. Het eerste verhaal gaat over Annie, die bij kennissen komt en na een tijdje weer opkrast. Het tweede verhaal gaat over een gezelschap in de trein, dat een stad bezoekt. In het derde verhaal bezoekt een man de vader van een studente, die zelfmoord pleegde. Het vier de beschrijft een paar bejaar den, het vijfde een paar Ne derlanders in New York en het slotverhaal een groep mu zikanten. Je kunt zeggen wat je wilt van Henk Romijn Meijer, maar hij probeert het niet met goed kope sensaties of liederlijke sex. Wat hij dan wel probeert: Joost mag het weten. "Alles komt en gaat in een slome en ontegenzeggelijke rondgang" staat op pag. 195 en dat geldt niet alleen voor de schimmige Michèle, maar ook voor het boek. Geen van de verhalen heeft een plot. Ze hebben geen begin en geen einde. Dat kan een artis tiek doel dienen, maar mis schien mag je erbij denken, dat. het de schrijver tevens een hoop kopzorg bespaart. Je hoeft niet te piekeren over de zinvolheid van de gebeur tenissen, je zet gewoon een paar mistige sfeerschetsjes op met een paar typetjes en daar geef je op een gegeven mo ment de brui aan. Hopelijk haalt de lezer daar dan een flauwekulfilosofietje uit: het leven is zinneloos, de ene mens begrijpt de ander niet, of dat soort wijsheden. De personen zitten in de verha len bij elkaar en praten in abrupte dialogen, die droog komiek bedoeld zijn, maar kinderachtig zijn. "Hu!" deed Juan bij Dieters oor. Dieter schrok. "Jullie hebben een kwaad geweten", zei Juan. Het verhaal Denkend aan hoge ramen is het beste geworden. Dat is afgerond en het gladde proza begint kortstondig te leven. Het is niet toevallig, dat dit gebeurt bij de beschrij ving van een man die welwil lend, bescheiden en emotie- arm is. Jan Jacob klapt op de kamer van het dode meisje een schrift dicht: "Hij had niet gevraagd om vrije inzage in haar leven. Bij een wande ling overweegt Jan Jacob haar voor te stellen elkaar te tutoyeren. "Ik noem jou toch geen u, waarom zegt u dan je tegen mij?" Zoiets wonder baarlijks uit zijn mond vond ze wel leuk, maar was het ver standig, dacht hij met enig gewicht. U was van vroeger, net als hijzelf, en het kon mis schien beter zo blijven". Zoiets wonderbaarlijks? Als het meisje zegt: "Zegt u eens eerlijk, dit is toch geen leven?" staat er. hij had niets weten te zeggen, want als het geen leven was, wat was het dan wel? Die Jan Jacob Peur- sen, nuffig en gereserveerd in een dorre vriendelijkheid is de enige figuur die goed uit de verf komt. Wie het boek niet las, zou mis schien veronderstellen, dat Jan Jacob ironisch beschre ven wordt, maar daar is helaas geen sprake van. De humor van Henk Romijn Meijer ligt op een ander niveau. Over de honden van een oud vrouwtje heet het: "Uit eerbied had ze de dikste Juliana genoemd, de magere gladde was Bern- hard. Oranje ging haar boven alles, behalve God-in-de-he- mel". In het slotverhaaltje heet de tenorsax bijzonder geestig Wiegel, de bassist Huub Oosterhurk, de trom bonist Willem den Duister en de drummer Vladimir Ko- dovsky, die Ahu Lui Rashoen Mashitt vervangt In iedere vierde klas havo vindt men wel een leerling, die dit soort grapjes uit zijn mouw schudt, en, erger nog, dit soort verhalen zonder kop of staart moeiteloos produceert. De zinsbouw van Henk Ro mijn Meijer is soepeler, zijrt woordkeus ruimer, maar de innerlijke belevingswereld verschilt niet. Ook in Stam pende Mussen zijn de auteurs herkenbaar, waarvan de ge breken werden overgeno- Wie zou niet liever iets goeds, iets prijzenswaardigs willen zeggen over een auteur die aan zijn zilveren jubileum als schrijver toe is en in Amster damse literatureluurse bla den publiceerde? Maar dat is een zware klus. Toch zitten er theoretisch leuke onderdelen in de verhalen, het gaat over muziek, academici, Brussel, New York, Belgen, homo's, negers, er zitten modieuse ci taatjes en titels bij. Maar het blijft altijd uiterlijk, een vernisje. De weergave ge schiedt in goede zinnen, maar zonder kennis, zonder be trokkenheid, zonder poging tot begrip. Dat is geen creë ren, dat is noteren. Op de achterflap zien we de au teur vrij ver weg in een glan zende auto van achterhaald model. Het gezicht is ondui delijk, het is een foto die door de muze zelf genomen kon zijn. De teksten delen mede: - vol humor tegelijk en be schreven met de lichte distan tie, waarom Romijn Meijer bekend is. En nogmaals: Karakteristiek is in alle gevallen de lichte dis tantie, waarmee hij personen en gebeuren beschrijft. Ja, zo kun je het ook noemen na tuurlijk. Maar als een schrij ver zo prat moet gaan op zijn distantie, valt te vrezen, dat iets als "stampend" aange kondigd wordt, in werkelijk heid het gescharrel van een mus blijkt. 111. Reint de Jonge Yrjo en de Nevelridder speelt zich af in de vroege Midde leeuwen: de tijd met de zo sterk tot de verbeelding spre kende ridders, jonkvrouwen en kastelen. In werkelijkheid een keiharde samenleving met ridders die elkaar nog niet het licht in de ogen gunden, terwijl het overgrote deel van de bevol king in grote armoede leefde, tegen een achtergrond van smerige, stinkende straten en grote, kille, donkere huizen en kastelen. De vaak geromantiseerde rid dertijd was bepaald geen ge makkelijke, gezellige sa menleving. Drie jonge mensen, de bede lende Borja en de wezen Yrjo en Erlyn, proberen zich in de ze wereld staande te houden. Yrjo en zijn zuster hebben ge luk: na de moord op hun ou ders vinden zij onderdak bij hun vaders neef, de ridder Gunnar. Maar het gaat mis, wanneer Siart, de zoon van Gunnar, gedood wordt. Een moord die eigenlijk voor Yrjo bedoeld was en de jongen nu in de schoenen wordt geschoven. Broer en zus worden ge dwongen gescheiden te vluchten. Dan ontmoet Yrjo, net als de verschoppeling Borja, de Ne velridder. Een spannend verhaal, vol intriges en geheimzinnigheid dat best boeit, hoewel de stijl niet altijd even gewei dig is. Het verhaal gaat een beetje als een nachtkaars uit door de onthulling dat de Nevelridder in werkelijkheid de vader van Yrjo en Erlyn is. De loop van het verhaal maakt dat niet bepaald geloofwaardig. Yrjo moet als kind zijn vader toch goed gekend hebben, trekt een groot deel van het verhaal met de ridder op, maar geeft geen enkel blijk van herken ning. Ook na de bekendmaking van de identiteit van de Nevelrid der blijft de relatie tussen va der en kinderen erg vaag. Door de vader om een ondui delijke reden weg te laten gaan, heeft de schrijfster zich de moeite bespaard om hun relatie nader uit te werken. Jammer, want de opbouw van het verhaal is zeker niet slecht en steekt verder redelijk in elkaar. Alleen aan de uitwer king van de karakters is nog te weinig aandacht besteed. Het blijft bij wat oppervlak kige en fragmentarische be schrijvingen van gedachten die de hoofdpersonen in si tuaties te binnen schieten Het gevoelsleven van he meisje Erlyn blijft groter deels een gesloten boek. Uitg. Westfriesland, gesch door José van Dijk. 111. Reu t de Jonge, prijs 18,90. MARGOT KLOMPMAKER Voor kinderen vanaf 7 jaar: "Wol Ie wasbeer". "Wolle Wasbeer en de slinkse otters". "Wolle Wasbeer en het nieuwe nest". Uitg. Van Goor. geschr. door A D. Hildebrand. ill. Babs van Welv. prns 9,90 per deel. "Schimmels voor de koets". Nienke van Hichtum. Een oorspronkelijk in 1936 ver schenen verhaal van de le gendarische schrijfster van o.a. "Afkc-'s tiental". Dat boe ken van Nienke van Hichtum na zoveel jaren nog steeds herdrukt en gekozen worden, is wel het beste bewijs van de onverminderde aantrek kingskracht en de blijvende waarden van haar verhalen. Uitg. Van Goor. ill. Tjeerd Bottema, prijs 19,50. Voor oudere kinderen: "Morgen is de toekomst". An Rutgers van der Loeff. Drie verhalen rond een centraal thema: wat je ook overkomt en hoe je ook leeft, er is altijd een toekomst. Een uitgave in de opnieuw uit gebrachte jongeren-serie van Ploegsma: een serie nieuwe en herdrukte verhalen spe ciaal voor middelbare scho lieren (ong. 12-17 jaar). Uitg. Ploegsma, prijs 15,90 per deel. Kate is 17 jaar, van school af, en weet nog niet precies wat ze wil gaan doen. Ze heeft een baantje in een snackbar en scharrelt met een getrouwde ontwerper. Dan wordt ze zwanger. Haar moeder, een actrice, heeft het te druk met zichzelf en haar werk om haar dochter steun te geven. Kate wil het zelf wel uitzoeken, maar weet ook niet goed hoe. Een ding is zeker geen abortus. Maar opeens is er tante Beth als redder in de nood: Kate mag best een tijdje bij tante op de boerderij komen wonen. Het meisj^ breekt haar verhou ding met de vader van het kind af, en raakt bevriend met Alec, de zoon van een buur- Wanneer tante Beth de boerde rij wil verkopen en Kate weer op straat zou komen te staan, vraagt Alex haar ten huwe lijk. Een verhaal uit de Bouquet- reeks? Nee. laat ze maar praten is een serieus bedoeld boek, ge schreven door de Engelse Alison Price, waarin (helaas) gebruik wordt gemaakt van een aantal afgesleten clichés. Meisje uit "artistiek milieu" (moeder is actrice) heeft ver houding met (uiteraard ge trouwde) ontwerper Ze wil tegen de wil van haar omge ving haar kind houden. Dat levert natuurlijk allerlei problemen op, maar op cru ciale momenten is redding nabij: de eerste keer door een tante (op een boerderij, leuk en alternatief) en aan het eind dooreen lieve,en begrijpende vrijgezel, die zonder morren, zelfs blij, het kind van een an dere man accepteert. Als je zoiets leest, houdt je je hart vast. Gelukkig heeft het schrijftalent van Alison Price ervoor ge zorgd dat dit verhaal uitstijgt boven de grauwe middel maat. De door haar beschreven per sonen zijn zo levensecht weergegeven, dat wat hun gedachten, gevoelens, en reacties betreft geen sprake is van clichés, op enkele gedeel- Het slot van het verhaal gaat een beetje de mist in door de voorspelbare afloop (het eni ge cliché d.at echt storend werkt). Kate, het hele verhaal door een zelfstandige meid met eigenzinnige ideeen, be sluit uiteindelijk te trouwen, geen logisch gevolg van de weg die ze tot op dat moment steeds heeft gevolgd. Het boek zelf geeft natuurlijk ook een tamelyk optimistisch beeld: niet iedere ongehuwde moeder heeft zoveel steun en mogelijkheden als Kate in dit verhaal. Misschien was een verhaal over een zwanger meisje, dat het helemaal al leen moet opknappen wel in teressanter geweest. De prak tijk is immers niet zo rooskleurig. Ondanks deze kritiek toch een boek dat door de (groten deels) geloofwaardige karak tertekening en het heldere taalgebruik. dankzij de voortreffelijke vertaling, na tuurlijk en levendig aandoet Uitg. Querido, vert. A. Vreug- denhil, prijs f 17,50. MARGOT KLOMPMAKER "Ik ga lekker bij opa logeren" is een fijn prentenboek voor jonge kinderen. Grote kleurige tekeningen met korte kleine zinnetjes vertel len over de 5-jarige Nina, haar moeder, maar vooral over de goede verstandhouding tus sen Nina en opa. Bovendien is Nina dol op zelf lekkere <lmget|e> koken en dat merk je: er wordt in dit verhaal heel wat afgebakken (en afgelachen). Plezier staat voorop bij het le zen en bekijken van dit boek met zo nu en dan een serieuze ondertoon (Moeder Heieen is alleenstaand en opa kan na de dood van oma moeilijk zijn draai vinden in huis) Terloops wordt ook de prulleri ge kwaliteit van veel speel goed aangestipt Nina krijgt van opa een speelgoed for nuisje, maar al gauw blijkt dat er niets mee te doen is. Een aanrader, dit stevig uitge voerde kijk-leesbock Uitg. Meulenhofl'. tekst en ill Gu- nilla Hansson. vert. Heieen Swilders, prijs f 8,90. MARGOT KLOMPMAKER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 23