De Afrikaanse bibliotheek
"Het gaat om echte
Afrikaanse literatuur"
Het probleem van de
zwarte identiteit
Redacteur Jan Kees van de Werk:
"De perverse riten
der Mau Mau
en dat in 1980".
WOENSDAG 8 OKTOBER 1980
PAGINA 21
Afrikaanse literatuur? Kunnen die mensen dan lezen en
schrijven? Een dergelijke reactie is niet onwaarschijnlijk
als je hier iemand vraagt of hij ooit wel eens een Afrikaan
se roman heeft gelezen. Want terwijl literatuur uit een
ander Derde-Wereldcontinent, Zuid-Amerika, druk in het
Nederlands vertaald wordt en namen als Marquez, Neru-
da, Asturias, Cortazar en Borges beslist geen puur exoti
sche klanken meer zijn, is het met de bekendheid van de
Afrikaanse literatuur maar povertjes gesteld. Wie heeft er
ooit gehoord van Chinua Achebe, Ngugi wa Thiong'o,
Makombo Baboté of Mongo Béti?
Stuk voor stuk veelgelezen schrij
vers toch, die bovendien in Euro
pese talen (Engels of Frans)
schrijven en niet in de één of an
dere Afrikaanse stamtaal. Ver
taalproblemen vormen dus geen
afdoende verklaring voor de wei
gerachtigheid van Nederlandse
uitgevers om het eens te probe
ren met de Afrikaanse roman die
zeer zeker de moeite waard is en,
wat niet minder belangrijk is, een
eigen gezicht heeft.
Vier titels
De Afrikaanse Bibliotheek is een
project dat vorig jaar startte, ter
wijl er inmiddels vier titels in de
ze reeks verschenen zijn: Een we
reld valt uiteen, van Chinua
Achebe, Slechts een korrel graan,
van Ngugi wa Thiong'o, De blik
van de koning, van Camara Laye
en Tussen de keerkringen, van
Alioum Fantouré. De redacteur
van de reeks, Jan Kees van de
Werk heeft gelukkig ingezien dat
de Afrikaanse roman nadere in
troductie behoeft en de afzon
derlijke romans voorzien van uit
stekende nawoorden, waarin niet
alleen informatie wordt verstrekt
over de auteurs, maar ook inge
gaan wordt op het functioneren
van de Afrikaanse roman in Afri
ka zelf, de traditie waarin deze
staat, taalproblematiek, etc.
Meer dan bij de Europese roman
het geval is, heeft de Afrikaanse
altijd een duidelijke binding met
de maatschappelijke realiteit,
een omstandigheid waar Van de
Werk eveneens niet aan voorbij
gaat. Het verschil tussen litera
tuur en geschiedschrijving is in
Afrika minder groot dan bij ons.
Chinua Achebe
Overigens is deze grensvervaging
ook voor de Afrikaanse auteurs
verre van onproblematisch. Ter
wijl zij de roman eerst zagen als
een geschikt middel om de Afri
kanen bewust te maken van de
waarde van hun eigen tradities,
dreigen ze in sommige landep
voor een ideologisch karretje ge
spannen te worden.
Identiteit
De eerste roman die in de Afrikaan
se Bibliotheek is verschenen,
Een wereld valt uiteen, van de
Nigeriaan Chinua Achebe (oor
spronkelijke titel Things fall
apart, 1958) wordt wel als het ar
chetype van de Afrikaanse roman
beschouwd. Dit vanwege de voor
de Afrikaanse literatuur inmid
dels klassiek geworden thema
tiek: de desintegratie van de
Afrikaanse cultuur en samenle
ving onder de druk van de kolo
niale overheersing. Het verhaal
beschrijft de tijd vlak vóór en tij
dens de komst van de eerste mis
sionarissen.
De veranderingen die deze komst
teweegbrengt in het hechte
stamverband van de lbo wordt
geïllustreerd aan de hand van de
lotgevallen van de tragische
hoofdpersoon Okonkwo. Deze is
in zijn dorp een geëerd man, on
der andere vanwege zijn in ver
schillende stamoorlogen be
toonde moed en zijn rijkdom.
Toch wordt hij op een gegeven
moment voor een periode van ze
ven jaar uit zijn dorp verbannen
omdat hij (per ongeluk) een jon
gen van de eigen stam heeft ge
it Ngugi Wa Thiong'O
dood. Als hij weer terugkeert
hebben de eerste missionarissen
al hun intrede gedaan. Dicht bij
het dorp hebben ze een kerkje
gebouwd en Okonkwo merkt tot
zijn grote woede dat zelfs zijn
zoon zich bij de nieuwe gods
dienst heeft aangesloten.
Wat deze roman in het bijzonder de
moeite waard maakt is de ge
nuanceerdheid waarmee Achebe
het thema verwerkt heeft. Bij
hem geen verheerlijking van een
geïdealiseerd verleden. En ook in
zijn beschrijving van de voorko
loniale Ibo-samenleving laat hij
zien, dat deze niet statisch is (zo
als wij westerlingen geneigd zijn
ons „primitieve" samenlevingen
voor te stellen), maar zelf ook de
kiemen van verandering in zich
draagt. Okonkwo is een tragische
held, niet in staat de onontkoom
baarheid van de zich voltrekken
de veranderingen in te zien.
Als hij ten slotte zijn stamgenoten
oproept de indringers met ge
weld te verdrijven, staat hij al
leen. Intussen laat Achebe ook
geen twijfels bestaan over zijn
minachting voor het streven de
Afrikanen blanke waarden op te
dringen. Zijn roman kan gelezen
worden als een pleidooi voor het
behoud van de eigen identiteit,
zonder in een star traditionalisme
te vervallen.
Kenia
In sommige opzichten met deze
roman vergelijkbaar, maar toch
ook weer heel anders, is Slechts
een korrel graan, van de Keniaan
Ngugi wa Thiong'o (oorspronke
lijke titel A grain of wheat, 1967).
Vergelijkbaar omdat ook Ngugi
een belangrijk historisch gebeu-
Camara Laye
ren behandelt en eveneens laat
zien welke repercussies dit heeft
op het leven in een dorpsge
meenschap. Dit keer speelt het
verhaal zich echter af op de voor
avond van Uhuru, de onafhanke
lijkheid. Via flash-backs worden
-*we echter ook teruggevoerd naar
de roerige tijd ervóór: de periode
van de Mau Mau, de Keniaanse
strijd om de onafhankelijkheid
Eén van de dorpelingen, Kihika,
is in die strijd gevallen. Sindsdien
leeft het vrijheidsideaal eigenlijk
niet zo sterk meer, al wordt de
nagedachtenis van Kihika ijverig
in ere gehouden.
Ngugi gaat uitgebreid op de ach
tergronden van zijn personages
in, waardoor duidelijk wordt hoe
de verwachtingen die elk van hen
ten aanzien van Uhuru koestert,
bepaald zijn door wat ze meege
maakt hebben, Politiek wordt bij
Ngugi door mensen gemaakt.
Psychologisch is deze roman dan
ook meer uitgewerkt dan die van
Achebe. terwijl Ngugi's analyse
van de problemen die zich voor
doen in een samenleving op weg
naar de onafhankelijkheid er ze
ker niet minder op is
Ronduit een verrassing was De blik
van de koning, van de Guineese
auteur Camara Laye (oorspron
kelijke titel Le regard du roi,
1954). Deze roman wijkt sterk af
van de beide vorige, doordat
Laye geen herkenbare histori
sche werkelijkheid beschrijft,
maar een mysterieuze, fantasti
sche wereld, waarin juist al het
herkenbare verwijderd lijkt.
Hoofdpersoon is geen Afrikaan,
maar een Europeaan, Clarence,
die door de blanke gemeenschap
is verstoten vanwege zijn vele
speelschulden. Hij begeeft zich
onder de Afrikanen, in de hoop in
dienst te kunnen treden van hun
koning, een mythisch aandoende
vorst, die de absolute onbereik
baarheid en verhevenheid lijkt te
symboliseren. Bij zijn pogingen
deze koning te bereiken ontmoet
Clarence een zwarte bedelaar en
een zwarte tweeling, met wie hij
gezamenlijk een tocht naar „het
Zuiden" onderneemt, teneinde
de koning daar te kunnen tref
fen.
Sterke satire
Deze tocht heeft veel van een
nachtmerrie: Clarence beleeft
een permanente cultuurshock,
binnen de kortste keren verliest
hij al zijn zekerheden, elk vermo
gen tot orièntatie. Sommige scè
nes roepen sterke herinneringen
op aan Het proces van Kafka. Het
verhaal bereikt een ironisch
hoogtepunt als Clarence, zonder
dat hij het beseft, door de bede
laar aan een dorpshoofd wordt
overgedaan, in ruil voor een
vrouw en een ezel. Het dorps
hoofd ziet in Clarence een prima
fokstier voor zijn uitgebreide ha
rem: het bekende cliche van de
potente neger op cliché blanke
geprojecteerd! Dit soort spel
letjes met verwachtingspatronen
maakt De blik van de koning tot
een sterk geschreven satire op
het blanke superioriteitsbesef,
waarin de lezer, net als de hoofd
persoon Clarence, lang niet altijd
weet waar hij aan toe is.
De minst gelukkige keuze in de
reeks is Tussen de keerkringen,
van de Guineese schrijver
Alioum Fantouré (oorspronkelij
ke titel Le cercle des tropiques,
1972), een zeer kritische roman
over de problemen die zich kun
nen voordoen in een land dat pas
de status van onafhankelijkheid
heeft verworven en waar blanke
dictators enkel hebben plaats
gemaakt voor zwarte. De compo
sitie van deze roman doet hier en
daar onbeholpen aan, terwijl ook
de karakters wat schematisch
uitgewerkt zijn: er lijken alleen
maar schurken en helden te be
staan. Het boek wekt de indruk
een sleutelroman te zijn op het
postkoloniale Guinee. Alleen al
daarom is het te betreuren dat
Van de Werk zijn nawoord in dit
geval heel summier heeft gehou
den.
EVERHARD HUIZING
Alioum Fantouré
Jan Kees van de Werk verzorgt de redactie van de Afrikaan
se Bibliotheek. Verder schrijft hij over Afrikaanse litera
tuur in De Volkskrant, de Nieuwe Linie, De Haagse Post,
Onze Wereld (Novib) en Bzzletin. Hij toont zich verheugd
over de belangstelling, die er nu toch eindelijk voor Afri
kaanse literatuur lijkt te ontstaan. Al een paar jaar terug
rijpte bij hem het plan voor een soort Afrikaanse reeks. De
meeste uitgevers zagen er echter weinig in, voornamelijk
om commerciële redenen. „Toch ben ik via-via met Corrie
Zelen in aanraking gekomen, die er wél wat voor voelde.
Maar ik denk, dat als ik nu weer bij diezelfde uitgevers
langs zou komen, ze heel anders zouden reageren".
Jan Kees van de Werk
- Wat zijn je uitgangspunten voor
de selectie van de romans?
;,Het uitgangspunt was, dat de ver
schillende titels bij elkaar een
beeld moesten geven van de ver
anderende Afrikaanse maat
schappij. Met de eerste romans
heb ik dan ook een bepaalde
chronologische lijn proberen te
volgen, in die zin dat ze een soort
geschiedenis van Afrika geven.
Maar 't gaat niet alleen om de in
houd, ook de vorm moet literair
verantwoord zijn. Geen pamflet
achtige toestanden. Ook moet 't
voor de Europeaan zinnig zijn. Ik
ken zeer veel Afrikaanse romans,
die heel mooi zijn, maar in een
Europese leescontext niet tot
hun volste recht komen. Maar de
nadruk ligt op - naast dat ze ge
woon boeiend moeten zijn - dat je
er iets van kunt „leren", al klinkt
dat wel weer meteen afschuwe
lijk didactisch".
- Wat dan?
„Nou, vooral datje dooreen zwarte
bril de Europese aanwezigheid in
Afrika kunt bekijken, of dat nu de
aanwezigheid is van een blanke
missionaris vroeger of een blanke
zakenman nu. Dat kan een ver
ruimende botsing met jezelf zijn:
met jezelf geconfronteerd te
worden via de beschrijving van
iemand uit een andere cultuur.
Daarmee kunnen bepaalde vast
geroeste denkbeelden op losse
schroeven gezet worden. Ik zal je
een klein voorbeeld geven. Je
hebt bijvoorbeeld Robert Ruark
hé, zo'n Amerikaanse bestseller
auteur, die schreef een roman
over de Mau Mau, Uhuru (leest de
flaptekst voor): „Een aangrijpen
de roman over de wrede vrij
heidsstrijd in Afrika. Uhuru is
een Afrikaans woord voor vrij
heid, maar deze vrijheid heeft
voor velen een andere betekenis.
Voor de inboorling betekent het
eigenlijk geld en tijd om te luie-
,Nou, dat is dan anno 1980. Wordt
in miljoenen exemplaren over de
hele wereld gedrukt. Dit is de
Nederlandse vertaling, twaalfde
druk. Ook daarom is zo'n Afri
kaanse bibliotheek zinnig: in zo'n
boek als 'Slechts een korrel
graan' wordt heel duidelijk dat de
Mau Mau een weloverwogen
'vrijheidsstrijd was met een
ideologie en niet een stelletje
wilde beesten, dat als gedrogeerd
door de bush rende en blanke
vrouwen „verkrachtte".
„Hier, nog een ander boek van
Ruark, nog erger (leest weer flap
tekst voor): „Iets van waarde. Een
adembenemend verhaal over
mensen in Kenia, die met alle
vormen van haat en liefde leven.
Gruwelijkheden van de negerop
stand gaan gepaard met de meest
perverse riten der Mau Mau".
„Ik bedoel maar. 1980 hoor-! En je
hoopt dan maar, dat mensen die
zo'n Uhuru kopen, ook eens zo'n
boek als 'Slechts een korrel
graan' lezen. Maar het gaat om de
hele beeldvorming die je hier
krijgt van Afrika, vanaf Necker-
mann-achtige informatie van
probleemloze palmstranden tot
watje dan in de krant leest, waar
het om nieuwswaarde gaat. En
nieuwswaarde heeft pas iets, als
er duizenden ,doden vallen. In de
krant lees je over Afrika enkel in
de context van honger en geweld.
Maar ik vind tevens, dat je Afri
kaanse romans niet uitsluitend in
de actiehoek, de Derde Wereld-
hoek, moet gooien. Afgezien van
hun opiniërende functie kunnen
ze ook literair heel interessant en
boeiend zijn".
- Mij viel op, dat verschillende ro
mans, ondanks hun exotische
inhoud, toch vrij westers aande
den.
,Ja, je moet niet vergeten, dat de
geschreven Afrikaanse literatuur
nog erg jong is, pas stamt uit de
tijd van de koloniale confronta
tie. Dat wil niet zeggen, dat ze er
daarvóór geen literatuur kenden:
ze hebben een hele rijke orale li
teratuur. Als wij het over ongelet-
terden hebben, hebben we het
wél over mensen, die een zeer rij
ke traditie tot hun beschikking
hebben. Maar het mag op een ge
geven moment geen verwonde
ring wekken dat de geschreven
literatuur, vormtechnisch geënt
is op Europese voorbeelden. Al
probeert iemand als Achebe te
genwoordig wat meer aan te slui
ten bij de eigen, orale tradi
ties.
- Bestaat er dan wel zoiets als „de"
Afrikaanse literatuur?
„Ja, het lijkt natuurlijk generalise
rend en vervlakkend om te spre
ken over „de" Afrikaanse litera
tuur, daar waar er zoveel ver
schillende landen zijn. Maar er
zijn toch heel duidelijk histori
sche parallellen in de ontwikke
ling, ze hebben dezelfde kolo
niale ervaringen meegemaakt,
terwijl er ook wel een bepaalde
mentale verwantschap te onder
kennen valt. Het grappige is ook,
dat er in de literatuur van een
vergelijkbare thematiek sprake
is, in het begin sterk bepaald door
de opgedrongen aanwezigheid
van de blanken. Men schreef het
opgedrongen inferioriteitsgevoel
van zich af. Het is duidelijk, datje
dan teruggrijpt naar de eigen tra
dities, dat je in gaat zien, dat je
ook een verleden hebt en dat
jouw cultuur niet begon met de
komst van de blanken".
,Toen echter in de jaren zestig de
meeste landen onafhankelijk wa
ren, bleek dat belangrijke kolo
niale infrastructuren ongewij
zigd bleven en mensen op be
langrijke sleutelposten alleen
maar van kleur veranderden. De
blanke elite was alleen maar ver
vangen door een zwarte. De ro
man-literatuur reageerde hierop
met de hand in eigen boezem te
steken, wel met het besef natuur
lijk dat deze hele situatie het ge
volg was van de historische ont
wikkeling, maar niet meer zo in
de trant van: het komt allemaal
door die blanken".
„En momenteel kunnen we al de
aanzet zien voor een derde sta
dium in de romanontwikkeling,
dat gekenmerkt wordt door de
vraag, hoe er een compromis te
vindenis tussen een niet meer te
rug te draaien verwestelijking en
de eigen identiteit en deze laatste
dan niet opgevat in de zin van: In
welk rieten rokje dans ik nu wel
ke dans? Er wordt in groeiende
mate geschreven vanuit het besef
dat alles in beweging is. Dat je
Afrika niet in een soort literaire
tijdmachine terug kunt gooien
naar een periode van vóór de ko
loniale tijd, datje van Afrika niet
een soort museum kunt ma
ken"..
- Voor wie schrijven Afrikaanse au
teurs nu eigenlijk?
Hele rissen leven al jaren in balling
schap. terwijl hun schrijftaal
voor het merendeel het Engels
of het Frans is.
„Dat is zeker een interessante
vraag, maar ik geloof niet dat je
per definitie kunt zeggen, dat
omdat ze in het Engels of Frans
schrijven, ze zich meer op de Eu
ropeaan richten dan op de Afri
kaan. In Nigeria wordt het Engels
bijvoorbeeld als een nationale
taal beschouwd en niet meer als
een koloniale taal".
IWaar hoe groot is nou het percen
tage van de bevolking dat inder
daad Engels spreekt en leest?
,Dat verschilt heel erg. Maar je
moet niet vergeten, de tijd gaat
heel erg hard, ook in Afrika, en de
alfabetisering gaat in erg stijgen
de lijn. De boeken van Achebe
worden in tienduizenden exem
plaren verkocht en op scholen
gelezen, in het Engels. Blijft na
tuurlijk het feit, dat het meren
deel nog steeds „ongeletterd" is.
Maar als bijvoorbeeld Achebe in
het lbo zou schrijven, wat hij ove
rigens ook wel doet, dan bereikt
hij een veel kleiner publiek, enkel
de Ibo's, en niet meer het Nige-
riaanse publiek. Het Engels over
schrijdt allerlei stamgrenzen.
Alleen al in Nigeria worden tien
tallen en tientallen verschillende
talen gesproken. Dat wil niet zeg
gen, dat er bij weer anderen niet
een tendens is om weer terug te
gaan naar de eigen talen".-
,Zo'n man als Ngugi bijvoorbeeld,
die heeft dat wel gedaan en is er
vanaf dat moment achter geko
men dat hij zich toch beter kan
uitdrukken in de eigen taal. Maar
dan voornamelijk in de vorm van
toneel, want voor het overgrote
deel van de mensen die het Ki-
kuyu beheersen - dat is dan de
taal van Ngugi - geldt, dat ze het
niet kunnen lezen. Die mensen
hebben niks aan romans in het
Kikuyu en dan is theater natuur
lijk een hele goeie vorm Maar
Achebe daarentegen voelt zich in
het Engels volslagen thuis, zegt
het Engels volledig aan te kun
nen passen aan zijn toch in Afrika
gewortelde denkbeelden Wat in
teressant is omdat een taal in
principe natuurlijk sterk gebon
den is aan de cultuur waarin zij
gegroeid is".
- Is het niet zo. dat in sommige lan
den bepaalde auteurs, juist om
dat ze in het Engels of Frans
schrijven, als ongevaarlijk wor
den beschouwd?
„Ja, dat is wel waar. Of: dat kan
waar zijn, laten we het zo zeggen.
Ngugi kun je daarvoor wel weer
als voorbeeld nemen. Zijn laatste
roman. Petals of Blood is een erg
gevaarlijke roman voor het es
tablishment. Maar desalniette
min werd hem geen haar ge
krenkt tot op het moment dat hij
een toneelstukje schreef, in de ei
gen taal, waarin hij mm of meer
dezelfde denkbeelden ventileer
de. Toen werd hij gevangen gezet.
Maar dat wil ook weer niet zeg
gen. dat je per definitie onge
vaarlijk bent als je in het Engels
schrijft. Achebe heeft een enor
me invloed en Camara Lay* is op
grond van zijn in het Frans ge
schreven boeken verban-
Als hu me uitgeleide doet. vraagt
Van de Werk me of hij niet al te
beschermend over de Afrikaanse
roman heeft gesproken: „Ook dat
zou natuurlijk eer vor n van pa
ternalisme zijn: kritiek opschor-
prachtig vinden, omdat je het zo
goed met ze meent en een paar
fouten best door de vingers wilt
EVERHARD HUIZING