De tuinder en Nieuwe produkten lucratieve zaak Omzet van bloementeelt vertienvoudigd "Als we dan toch moeten hangen dan maar aan de hoogste boom" Witte paprika's, gele tomaten, koolrabi, ijs bergsla, broccoli, knolvenkel en niet te vergeten de vleestomaat. Het is slechts een greep uit het vernieuwde repertoire van de Nederlandse tuinder. En nog maar kort geleden werd deze reeks noviteiten op de consument afgevuurd, of er staat alweer een nieuw assortiment te dringen om een plaatsje op de markt. Binnenkort op uw bord te verwachten: naast het traditionele witlof nu ook rood- lof en groenlof, voorts Japanse bos-uien, Amerikaanse suikermais en in een wat la ter stadium rode sla, mosterdspinazie, ro de wortelen en reusachtige watermeloe nen zoals men die zich slechts van zon vakanties herinnert. Voor de Nederlandse tuinder lijkt niets te gek. Als energie- en arbeidskosten maar tot een aanvaardbaar minimum beperkt blijven, dan teelt hij wat van hem wordt gevraagd. Hij is daartoe uitgerust met de modernste apparatuur - chip en computer zijn in deze bedrijfstak al jaren gemeen goed - en zijn teeldrift wordt bovendien wetenschappelijk begeleid door een bont palet van voorlichters, consulenten, over heidsinstellingen, proefstations en proef tuinen. Mocht het slecht gaan met de Nederlandse economie - zoals deze week weer eens in alle toonaarden te horen was - dan geldt dat zeker niet voor de tuinbouwsector. Vorig jaar werd maar liefst voor een be drag van vijf miljard gulden aan groente, fruit en bloemen geëxporteerd. Een niet geringe bijdrage aan 's lands getergde be talingsbalans. Een kijkje achter de schermen van een inventieve bedrijfstak. DEN HAAG - Met een koffer vol zaad keerde nog niet zo lang geleden een delegatie van het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen in Nederland terug na een trip door Zuid- Oost-Azië. Het gezelschap stond onder leiding van de energieke ingenieur Arnold Sweep, hoofd afdeling marktonderzoek en produktiebeleid van genoemd instituut en als zodanig onder meer belast met de assortimentsverbreding van de Nederlandse tuinder. Verbreding van het assortiment was dan ook het doel van de reis geweest. Na enkele jaren succesvol experimenteren met tal van nieuwe groentesoorten bleek de Westeuropese markt alweer een beetje verzadigd te raken. Bij de ongeveer achtduizend Nederlandse groente- en fruittelers dreigde overcapaciteit te ontstaanwaardoor sommigen van hen al aanstalten maken om bloemen te gaan kweken. Niets daarvan zei Sweep, die in deze tendens een wezenlijke ver zwakking van zijn bedrijfstak naderbij zag sluipen. Er was im mers in de afgelopen jaren voor kapitalen aan voorzieningen geïnvesteerd en als je daarvan het draagvlak versmalt, dan stijgen de kosten, zo leert een simpel re kensommetje. En het ging zo goed. Alleen al met nieuwe kasprodukten als rettich, koolrabi, rammenas, courgettes en hoe al die smaakmakers ook mogen heten, was tot nu toe een extra jaaromzet van 200 miljoen gulden bereikt. Was de bodem van de kist nu al in zicht? Sweep wilde er niet van weten. "Om nu al zo'n periode van ver nieuwing en assortimentsver- breding af te sluiten", zegt hij, "daarvoor was deze klus zowel financieel als economisch te inte ressant geweest. Alleen: de West europese markt was nu als ideeënbron opgedroogd, we moesten dus elders in de wereld gaan kijken". Kansen Om kort te gaan: in het koffertje waarmee Sweep en de zijnen op Schiphol terugkeerden, bevon den zich maar liefst vierhonderd nieuwe groentesoorten in zaad- vorm, keurig in zakjes met eti ketjes verpakt en bijeengeraapt in landen als India, Singapore, Hongkong, Japan en Taiwan. Af hankelijk van de vraag of ze ook daadwerkelijk in Nederland zou den kunnen worden geteeld, werd uiteindelijk een lijst van dertig nieuwe produkten opge steld, die - zo hebben bliksem snel uitgevoerde marktonder zoeken inmiddels al aangetoond - in de komende jaren bepaald niet kansloos zullen zijn bij de Europese consument. Wat keukenprinsen en -prinsessen zoal te wachten staat is een groot aantal nieuwe bladkoolsoorten, veelal van Chinese en Japanse herkomst en in vorm variërend van raapstelen tot broccoli. Voorts de reeds genoemde rode wortelen en rode sla, maar ook bleke krulsla, snij biet, een kleur rijke variatie aubergines (zelfs witte uit Thailand), pompoenen en watermeloenen in elke ge wenste grootte en een puntvor mige doosvrucht die - had hij oren - naar de naam okra luistert, ook wel "ladyfinger" genoemd (Sweep: "Zo'n naam is toch bij voorbaat al een garantie voor succes"). Niet alleen werden nieuwe tuin- bouwprodukten gevonden, ook werden bestaande vervangen. Een voorbeeld: de vraag "lust je nog peultjes" mag dan nog altijd opgeld doen, de realiteit is dat de ze lekkernij in Nederland bijna niet meer verkrijgbaar is. De ar- beidsproduktiviteit tijdens de oogst is zo gering, dat het peultje bijna onbetaalbaar is geworden. Maar geen nood: Sweep nam uit het verre oosten een aantal grote peultypen mee die gemakkelij ker te telen zijn en toch lekker smaken. Zelfs rauw in salades, zo verzekert hij. Wakker maken Waarmee een probleem zich aan dient hoe maak je de Europese kooplust wakker voor al deze on getwijfeld overheerlijke doch uitheemse produkten? Sweep is daar nog niet helemaal uit. Door Willem Schrama "Dat is inderdaad niet zo gemakke lijk", zegt hij. "We zullen het de consument moeten aanpraten. Tot nu toe introduceerden we produkten die in Europese lan den al min of meer bekend waren. Maar nu moet je de markt gaan benaderen met een volkomen onbekend produkt. Een extra probleem, is daarbij dat men het in Azië vaak in combinaties van groenten zoekt. Een Japanner bijvoorbeeld dient tijdens één en dezelfde maaltijd wel vijf of zes verschillende groenten op. Van ouds wordt daar weinig vlees ge geten, zodat men op deze manier toch aan een evenwichtig pakket vitaminen en mineralen tracht te komen. In India zie je eenzelfde beeld. In principe is iedereen daar vegetariër, vanuit de filoso fie dat het dier een ziel herbergt. Dat maakt groente dus extra be langrijk". "Men kent ook andere bereidings wijzen. Vaak beperkt men zich tot het blancheren van de groente - even de kook erover dus - waar door smaak- en voedingsstoffen zo veel mogelijk in tact blijven. En wij hebben juist de neiging om groente dood te koken. Kort om: als je die produkten hier in troduceert, kun je ze moeilijk uit hun samenhang halen. Boven dien zijn ze het aantrekkelijkst in hun oorspronkelijke berei dingswijze. Dat zal niet gemak kelijk worden, maar vergeet niet dat het klimaat is veranderd. Tien jaar geleden zouden we kansloos zijn geweest. Nu hebben we ge leerd hoe je moet introduceren" Genenbank Zoals gezegd, daartoe staat de tuin der een machtig apparaat ter be schikking. Dat begint al bij het Wageningse Instituut voor de Ve redeling van Tuingewassen (I VT) dat over een genenbank beschikt waar de erfelijke eigenschappen van de meest uiteenlopende za- Tuinder en computer: geen windeieren. den worden bestudeerd. De vol gende fase is het proefstation, waar het produkt wordt uitgetest. Men vist er uit in welke periode de beste kwaliteit wordt verkre gen en geeft daarbij tevens een eerste indicatie van de kostprijs, waarna een aantal telers ermee aan het werk gaat. Dan is er nog het Instituut voor Me chanisatie, Arbeid en Gebouwen (IMAG) - eveneens een over heidsinstelling - dat voortdurend bezig is met het uitdokteren van al dan niet computergestuurde nieuwe en energiebesparende kweekmethoden. Vooral dat laatste is belangrijk, want ener giebesparing is vooralsnog het beste wapen om de concurrentie uit het Middellandse zeegebied van de markt te houden. Het nieuwste snufje op dit terrein is het telen van gewassen op steen wol, dat-gebed in folie-water en lucht uitstekend blijkt vast te houden, geen bestrijdingsmid delen behoeft en een optimaal rendement geeft. Met behulp van de computer uiteraard. Een vitale rol is ook weggelegd voor het Sprenger-instituut, dat zich bezighoudt met de verpak king en houdbaarheid van het Nederlandse produkt. Om maar eens wat te noemen: er zyn tech nieken uitgedacht waarmee gi gantische hoeveelheden sla on der kwikdruk in een mum van tijd tot twee graden Celcius wor den gekoeld teneinde ze nog de volgende dag knappend vers op een bordje in Hannover te laten flaneren. Op de veiling Westland- zuid in 's-Gravezande staat een "radijslijn" waarop de befaamde rode knolletjes mechanisch wor den geoogst, van hun blad ont daan, gewassen, gesorteerd, ge koeld en vervolgens gelijk tover-( ballen in puntzakjes worden ver pakt. Waarmee een florerende markt in Engeland en Scandina vië is aangeboord. Actie Tomaat Alsof dit alles nog niet voldoende is, houden de telers er sinds jaar en dae ook noe studieclubs op na. Zo'n studieclub is geen alibi voor een saai huwelijk, integendeel. Niemand in het Westland zal la chen als er over de werkgroep Komkommer wordt gerept. En zo had de Actie Tomaat er enkele ja ren geleden een allesbehalve cul turele betekenis. Door vakantie- ervaringen verwend, begon de Duitser een voorkeur te krijgen voor vleestomaten. Met name België en Marokko stonden klaar om in dat gat te springen, en daar ging de beroemde kogelronde Nederlandse exporttomaat. De oplossing bleek een peuleschil. Er werd vergaderd, gekruisd, ge teeld en zie: in een wip was daar de echte Hollandse vleestomaat, blozender dan al zijn concurren ten. Vijfjaar na zijn verwekking is dit produkt goed vooreen extra omzet van vijftig miljoen gulden per jaar. Lekker eten, heet dat in het Westland. En de Belgen en de Marokkanen zijn inmiddels zo goed als geheel van de Duitse markt verdreven. Wat maakt die tuinder tot zo'n suc cesvol ondernemer? Is het de overheid die deze bedrijfstak op een dergelijk hoog peil heeft ge bracht door geld te steken in on derwijs, voorlichting en onder zoek in plaats van het geven van eenmalige kapitaalssubsidies, zoals in het buitenland? Of is het unieke coöperatieve veilingsys teem in Nederland - schaalver groting zonder wezenlijke con currentie - bepalend voor de gang van zaken? Sweep meent dat beide zaken juist zijn, maar voegt er nog iets aan toe. "Het verschil met een groot industrieel bedrijf', zo zegt hij, "is dat men in deze sector werke lijk bereid is om de broekriemen aan te halen. In moeilijke tijden zet men desnoods zijn eigen ge noegens opzij om de zaak te red den. Dat is mijns inziens ken merkend. Toen het slecht ging de tuinder, als we dan toch mi ten hangen, dan maar aan de hoogste boom". "Die instelling maakt hem creatief. Hij is bereid geweest om bijvoor beeld op het gebied van de elek- tronika nieuwe dingen te enta meren waarvan het effect nog onbekend was. En ik moet zeg gen: dat heeft hem geen windeie ren gelegd. Toen de energiecrisis zich aandiende, aarzelde ieder een met investeren. Maar de Ne derlandse tuinder ging door en heeft daarmee nu een voorsprong van minstens vijf jaar opge bouwd ten opzichte van zyn tra ditionele Westeuropese concur renten. Dat heeft hem 250 miljoen consumenten in Europa opgele verd". Die binnenkort dus rode sla met gele tomaten eten. Gipskruid: razend populair DEN HAAG - Ook in de bloe menteelt heeft men de afgelo penjaren niet stilgezeten. Di recteur G. Hogewontng van de Vereniging van Bloemen veilingen in Nederland VBN maakt niet zonder trots mel ding van het feit dat de omzet in deze branche in twaalf jaar tijd maar liefst vertienvou digd is. Om het cijfermatig uit te drukken: er gaat jaarlijks voor drie miljard om. De grootste bijdrage daaraan wordt geleverd door de bloe menexportveiling Aalsmeer met 757 miljoen gulden, daarna volgt het Westland (582 miljoen) en vervolgens op een derde plaats veiling Flora in Rijnsburg met 104 miljoen gulden. Ook hier blijkt assortiments verbreding de succesformule. Grootscheepse verkennings reizen ais die van Arnold Sweep zijn in deze sector niet zo gebruikelijk, zegt Hogewo ntng. maar dat neemt niet weg dat een aantal onderzoe kers ran het proefstation Aalsmeer enkele jaren gele den een aantrekkelijke vondst deden in het Andesgebied in Zuid-AmerikaZe vonden er nieuwe mogelijkheden voor het kruisen van gerbera's en zogeheten Inca-lelies, die nu stormenderhand de markt veroveren. Andere succesvolle nieuwkomers zijn de micro sant (een kleine chrysant), de cymbydium (een nieuw type orchidee), de trosanjer en na tuurlijk hel razendpopulaire gipskruid. Ook de VBN pleegt voortdu rend marktonderzoek in bin nen- en buitenland en heeft daaruit de les getrokken dat een grotere variatie de vraag stimuleert. "De groei richt zich dan ook vooral op wat wij de nnpulsmarkt noemen zegt Hogewoning. "Dat zijn mensen die voor hun plezier een bloemetje kopen, gewoon omdat ze dat fijn vinden". De Nederlandse bloementeelt heeft een kwart van de Euro pese markt in handen. West- Duiisland is nog altijd afne mer nummer één hoewel de afzet de laatste jaren iets is teruggelopen. "Geeft met". meent Hogewoning. "Dat la ten we opzettelijk zo. We rich ten ons nu juist op andere markten. Frankrijk en En geland, dat zijn momenteel onze speerpunten. Maar ook in de Verenigde Staten is een tendens naar een hogere con sumptie merkbaar. Wat dacht uzo gauw dat verantwoord is springen we erin". In de bloemisterij is de compu ter de laatste jaren al even zeer een veel gehanteerd stuk speelgoed geworden. In me nige kas wordt de beluchting, wind en lichtsterkte geheel computergestuurd. Hetgeen Hogewoning overigens niet belet te zeggen dat de bloe- menteler "nog altijd hard moet knokken voor een rede lijke boterham". De sector mag dan een immense groei doormaken, diploma tiek voegt hij eraan toe, dat aaaraan een mentale kwestie ten grondslag ligt. "Het ts kei hard werken, meer uren ma ken dan normaal en met al tijd naar je investeringen toe rekenen. Daarom groeien

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 29