Bericht over topless Duitse die in doorn struik viel haalde vele voorpagina's... ""©(UW®" ©SjklnMKfa yptf fetf©g|[?<3]ff®(r®[n) "Ik heb veel trieste dingen geziemaar die ramp bij Harmeien vergeet ik nooit....." H®®fife(n)<g) "©tyKatetf®" vim fetf H®y§elhi ©®iffetedl WOENSDAG 24 SEPTEMBER 1980 50.000 PAGINA 37 NOORDWIJK - Ge streeld is de ij delheid van Cees Leeflang wel eens. Zeker die ene keer toen 'ie met een plaatselijk poli tiebericht de interna tionale pers haalde. Een simpele zaak. Het is al weer jaren gele den dat die Duitse vrouw zonder bo- venstukje in de dui nen lag te zonnen. Sporadisch kwam dit nog maar voor. Een wandelaar die haar begluurde, raakte zo opgewonden, dat hij het mulle zand in stapte en nog wel wat meer van de zonaan bidster wilde zien. De Duitse was echter niet van zijn avances gediend. Er ontstond een worste ling waarbij de vrouw met haar achterwerk in een plant met stekelige door nen belandde. Omdat ze zelf de scherpe stekels er niet uit kon ha len, moest er een arts aan te pas komen. "Ga maar op uw buik liggen", of zoiets moet de dokter tegen haar hebben gezegd. Met een pincet trok hij vervolgens één voor één de scherpe puntjes uit de billen van de Niet alleen prijkte dit bericht op vele voorpagina's van Nederlandse dagbladen. Ook een miljoenkrant in Duitsland verhaalde in geuren en kleuren over het prikkelige voorval in de Noordwijkse duinen. 'Doornroosje' Dagblad, weet het zich nog goed te herinneren. "In het politiebureau spraken we over 'Doornroosje' als we het over die zaak had den Die ochtend staat de schrijfmachine al op tafel in de gezellige woning aan de Voorstraat. Het huis wordt aan drie kanten om zoomd door een fleurige tuin. Op tafel staat een as bak met een brandende si- garenpeuk. Want wie Leeflang ziet, ziet ook zijn sigaar. Of die nu brandt of uit is. Leeflang en zijn ro kertje zijn onafscheidelijk. Nog herinnert hij zich die ochtend waarop twee LD- journalisten bij hem voor de deur stonden. Of 'ie een beetje kon schrijven, want dan kon hij wel corres pondent worden. Schrij ven ging de oud-politie man best af. Want elke dag opnieuw moest hij heldere rapporten afleveren. "Ik denk", lacht hij nu, "dat die twee mannen geen al te hoge pet van de politie op hadden." Nieuwsneus Leeflang voelde precies aan waarop de kranten zaten te wachten: een leuk verhaal, want dat ging er best bij de lezers in. Was er politie nieuws, dan mocht hij dit nooit alleen aan z'n 'eigen' kranten doorseinen. Ook de andere bladen moest hij van dat bericht voorzien. Het allereerste stukje tekst dat hij voor het Leidsch Dagblad produceerde wasde opening van het politiebureau aan de Oude Zeeweg. De politie heeft er nooit schade van ondervonden als Leeflang met nieuws 'strooide'. "Ik geloof eer der voordeel", merkt hij op. "Omdat er in die tijd zo weinig nieuws uit de poli- tiehoek kwam, hoorde je vaak zeggen die mannen in Noordwijk, dat zijn pas niet bij een uitvoering kon zijn, dan 'regelde' hij wel iets met de secretaris van de club. Het werken voor een krant van nu en een kwart eeuw geleden, is even groot als het verschil tussen dag en nacht. "Toen had je veel routineklusjes, nu moet je er echt voor gaan zitten als er een verhaal op papier moet worden gezet. Vroe ger, ik weet dat nog goed, nam de krant alle berich ten. Tja, dat is nu wel even iets anders geworden. Nieuwtjes van clubs halen nauwelijks de kolommen meer." Herschrijven Vaak gebeurt het dat de stukjes van de correspon dent door een journalist worden herschreven. In die vorm gegoten waarvan hij denkt dat het voor de lezers aantrekkelijk is. Frustreert zoiets nooit? Ronduit reageert Leeflang: "Daar heb ik nou totaal geen moeite mee. Ik ben maar een amateur, de vakman, de redacteur dus, kan dit veel beter bepalen. Natuurlijk, soms vind ik het ook wel eens jammer als er een stukje, waarop je je best hebt gedaan, door de machine gaat. Want dan worden juist de aardige dingen, de krenten in de pap, weggelaten. Tegen m'n vrouw zeg ik wel eens: die journalisten zijn net 'artiesten', ze zien kans om van een 'rechts' verhaal een 'links' stukkie te ma ken 'Als correspondent", ver volgt Leeflang, "moet je een ronde rug hebben en een olifantenvel. Je moet je niet zo gauw druk ma ken. Dan kun je beter niet aan dit werk beginnen. En je moet zeker nooit denken dat jouw verslag het beste is. Want dan kom je er zo bekaaid af. goeien, daar lees je veel over in de krant. Maar an dere korpsen losten ook zaken op. Alleen ze hiel den het binnenskamers en wij brachten het naar bui ten." Niet gemakkelijk "In het begin". weet Leeflang nog, "had ik het beslist niet gemakkelijk. Je kende niemand. Dus moest je zelf naar je on derwerpen zoeken." Het leggen van contacten ging hem goed af. Zeker met de plaatselijke verenigingen, in die tijd een belangrijke bron van nieuws voor de krant. Als Leeflang eens Plakboeken Plakboeken van zesentwin tigjaar lang heeft Leeflang keurig bijgehouden. Aan de ene kant was dit nood zakelijk voor de honore ring, aan de andere kant bewezen de boeken van hun nut als naslagwerk. "Het is een prachtig ar chief. Eigenlijk vind ik het wel een beetje jammer dat die boeken nu zijn afge schaft. Ja, ik heb wel eens geprobeerd om de berich ten uit te blijven knippen. Maar daar komt niks van terecht als je ze niet écht nodig hebt. Als ik die boe ken ooit nog eens wegdoe, geef ik ze aan de gemeente. Dat heb ik beloofd. Er zit gewoon een stuk geschie denis van Noordwijk in. Maar voorlopig wil ik ze niet kwijt. Niet alleen veel knip- en zoekwerk zit erin, maar ook potten glu- ton Hoewel hij Noordwijk een 'fantastische' gemeente vindt, kan hij het nog altijd niet uitstaan, dat de com missievergaderingen al lemaal achter gesloten deuren plaatsvinden. "Zelfs in een boerendorp als Hazerswoude kan ie dereen bij die vergaderin gen komen ziten. En bij ons, een internationale badplaats, moet alles in het geheim gebeuren. Daar kan ik nou echt zie dend om worden." Perskaart 'Iedereen' kent Leeflang na die zesentwintig jaar. Als 'ie ergens een verslag komt maken, kruipt hij stilletjes achterin de zaal weg. Nooit is hij vooraan te vinden. En nooit is hij ergens» gewei gerd. Tóch kon hij zich in al die jaren niet legitime ren dat hij voor de krant kwam. Want een perskaart is er altijd bij ingeschoten. Nu, na al die jaren, is dit eindelijk rechtgetrok ken Tekst: Jan Westeriaken Nu nóg kan hij de beelden van het verwrongen staal en het leed van de mensen voor de geest toveren. Staart voor zich uit, maar ziet niks. Als z'n vrouw de keukendeur opendoet fluistert hij: "Echt, vrese lijk was het. Zoiets vergeet je je hele leven niet meer. En ik heb toch veel trieste dingen gezien, maar dit ovenrof alles." Dijkman was zo onder de in druk van het treinongeluk (nachten lag hij wakker en baadde in het zweet), dat de hoofdredactie van de krant hem er een weekje uit stuurde om weer wat op verhaal te komen. Vijftig jaar Meer dan een halve eeuw werkt Will Dijkman nu voor het Leidsch Dagblad: eerst als sportmedewerker (voor elk verslag kreeg hjj, of het nu een uit- of thuis wedstrijd was, een rijks daalder), toen als corres pondent en in de vijftiger jaren ging hij erbij fotogra feren, z'n hobby tot dan. Dijkman ging ook eens in de maand naar alle corres pondenten. Zo maar een praatje maken. "Soms kwamen er voor de krant wel eens aardige dingen uit. Daar dachten die men sen dan helemaal niet Over de honorering van toen, een schijntje verge leken bij nu. herinnert de vitale fotograaf zich: "Er waren berichten waarvoor je een kwartje kreeg. Dat kon best aardig oplopen, hoor. Je moest ze zelf uit de krant knippen en in een boek plakken. Eén keer in de drie maanden moest je de hele handel naar de krant brengen. Een paar weken later kreeg je dan je geld." Dijkman, zelf géén roker en géén drinker, weet nog dat hij samen met een sport verslaggever naar Parijs ging. Om er beelden te kieken van het Nederlands elftal, samengesteld uit spelers die uitkwamen in de zaterdag-competitie. Iedereen rekende erop, dat er ook nu weer een goede prestatie uit de bus zou komen. In vorige drie kampen waren Belgie en Frankrijk duidelijk aan de kant gezet. Nachtleven Het nachtleven in de Franse hoofdstad had zo'n aan trekkingskracht op de spelers, dat een bezoekje aan de Moulin Rouge niet kón uitblijven. Tot diep in de nacht feestten de oran jeklanten er. Maar de an dere dag moesten ze wél de "Het was me een wanverto ning zoals ze liepen de schutteren", herinnert de fotograaf zich lachend. "Ik kan me dat wel voorstellen hoor. Die kerels waren al lemaal nog met hun ge dachten bij die mooie meiden.... Maar in de rust kregen ze verschrikkelijk op hun donder, ik hoorde dat toevallig. En warem- achterstand, die partij plus de beker. Ja", mijmert Dijkman, "heb ik zo wel het één en ander meege maakt Slechts één keer in zijn hele krantenloopbaan dreigde de fotograaf moeilijkhe den te krijgen. Dat was bij een brandje in een school. De brandweerman wilde niet dat Dijkman met z'n neus op het vuur zou staan. De fotograaf was 'oostin- disch' doof en ging toch naar binnen. Net toen hij wilde afdrukken, snauwde de man hem toe: 'eruit'. Wat hij ook deed, het hielp niks. De blusser pakte Dijkman bij de arm en zet te hem buiten de deur. Twee minuten later stond de gealarmeerde politie voor dc deur. Niet voor dit inci dent. maar voor de brand. "Ik zei", vertelt Dijkman, "ik kan zeker wel even met jullie mee naar binnen. Geen punt hoor. Die brandweerman had niks meer in te brengen en ik had m'n foto's Vertrouwen Als burgemeesters onder scheidingen uitreiken, houden ze al rekening met de fotograaf. "Weet je", laat Dijkman een beetje trots horen, "ze komen vaak vantevoren al naar me toe en vragen hoe ze straks moeten gaan staan. Nee. aan anderen vragen ze dat niet, alleen maar aan mij. Dat is toch wel leuk, hè? Ze kennen je. Daarom ook vertellen ze je wel eens wat in vertrouwen. Omdat ze weten dat je er geen misbruik van maakt." Plotseling schiet hem de komst van de Baronie naar Alphen in gedachten Ik heb de tip gegeven dat die fabriek veel te krap was behuisd. De burgemeester is er direct op ingespron gen. De overeenkomst was erg snel beklonken." Wat Dijkman hem nog altijd kwalijk neemt, ook nog na al die jaren, is het feit dat de burgervader alle eer voor zichzelf opeiste. "Bij de opening van het nieuwe bedrijf, die handeling ver richtte hij, heeft die man zelfs m'n naam niet ge noemd", klinkt het ver ontwaardigd. "Een wet houder heeft hem dat later wel eventjes onder de neus gedrukt. Maar ja, het hielp niet veel Afscheid Acht jaar geleden heeft hij officieel afscheid geno men van de krant. Een dag erna stond hij toch weer met z'n toestel op de buik te fotograferen. Hoelang denkt hij nog door te gaan? "Ik ben voorlopig niet van plan ermee te kappen. Je kunt niet van de ene op de andere dag zeggen, zo, dat hebben we gehad. Daar ga je aan kapot, lichamelijk en geestelijk. Ik zou dit werk voor geen oud vil len missen. Sjonge, ik zie me al thuis zitten, aardap pelen schillen en groente schoonmaken voor m'n vrouw. Nee, mij niet ge- Z'n vrouw kijkt schuin naar hem op. Mompelt: "Hu heeft nog nooit wat in het huishouden gedaan." Even later lachend: "Ik hoor burgemeester Gallas bij Will z'n afscheid nog zeggen "Nou Dijkman, het ga je goed. Ik zie je morgen wel weer. Dan wordt er een lintje uitge reikt De tweede ziekenauto draaide net van de spoor baan af toen Dijkman op de plek des onheils aan kwam. Van verre hoorde de fotograaf het kreunen en kermen van zwaarge wonde mensen. Maar veel zag hij niet. Pas toen hij dichtbij was, werd het hem duidelijk: twee treinen waren in volle vaart fron taal op elkaar geklapt. La ter op de dag hoorde de ontdane fotograaf dat er bij dit ongeluk bijna hon derd mensen om het leven waren gekomen. Dijkman had op die mistige ochtend juist z'n auto uit de garage gehaald: de olie was ververst en vitale pun ten waren gesmeerd. Nog geen minuut was hij in huis toen de telefoon rin kelde: de redactie. Of hij maar even als een 'haze wind' naar Harmeien wil de rijden want daar was het één en ander aan de hand. Arie van Vliet "Ik zie Arie van Vliet (oud-profwielrenner) nog lopen", vertelt Dijkman hoofdschuddend. "Hij had een stapel dekens in het ziekenhuis gehaald. Daar was om gevraagd. Die man was helemaal van de kaart. Van hot naar her liep 'ie ermee. Uiteindelijk heb ik hem de weg gewezen waar die dekens nodig waren. Ja, het was daar afschu welijk." ALPHEN AAN DEN RIJN - Het meest dramatische mo ment in zijn kran tenleven beleefde 'ouwe' Dijkman (73) in Harmeien. De eer ste beelden die de fo tograaf op die misti ge ochtend in het polderlandschap zag opdoemen, was een totaal ontwricht treinstel waaruit vier dode mensen hingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 37