"Ik moet altijd de opperleeuw blijven^
Perfectie bij
volksdansen
steeds groter
Dompteur René Strickler in Circus Krone:
a\
ZATERDAG 16 AUGUSTUS 1980
LEIDEN - De sierlijke zwarte pan
ter blijft hoog en machtig op haar
stalen stoel zitten, wanneer alle
andere roofdieren alweer als gro
te, lieve poezen op hun vaste plek
zijn teruggekeerd na afloop van
het piramidenummer. De jeugdi
ge dompteur loopt naar de grote,
donkere kat en trekt speels aan
haar staart. Dan gaat hij 3 meter
voor haar staan en strekt zijn ar
men uit. Het eigenwijze dier blijft
een poosje zitten. Dan neemt het
een dreigende aanvalshouding
aan en springt met een boog op de
trainer af. Een seconde later
vangt de dompteur haar op en ligt
zij genoeglijk in zijn armen.
„Die pantersprong is eigenlijk het
gevaarlijkste onderdeel van het
programma", zegt de 30-jarige
Zwitserse dompteur René
Strickler. „Het dier moet mij vol
komen vertrouwen om het aan te
durven. Zij moet dan ook bij mij
geen gevoel van onzekerheid be
speuren".
Onlangs gebeurde dat wel.
Strickler verloor even zijn even
wicht tijdens het opvangen. Uit
angst maakte de panter instinc
tief gebruik van de scherpe le
vensgevaarlijke klauwen. Niet
met boze bedoelingen, voegt
Strickler er snel aan toe, maar
vanwege een begrijpelijke angst
voor het vellen. Geen kwaadaar
dige reactie dus, maar wel een die
de dompteur enkele lange, bloe
dige krassen opleverde.
Dat die pantersprong het moeilijk
ste onderdeel is van het ongeveer
10 minuten durende nummer dat
Strickler bij Circus Krone pre
senteert, moet wel worden be
schouwd binnen het kader van
zijn hele voorstelling. Want in de
kooi brengt hij twee poema's,
twee zwarte panters, twee zwarte
beren, een ijsbeer, enkele leeu
wen en tijgers en twee Sint Bern-
hardhonden samen.
Een gemengd dierennummer dus -
de moeilijkste, meest tijdroven
de, ingewikkeldste en gevaarlijk
ste prestatie van allemaal omdat,
zo'n nauw en vredig contact tus
sen verschillende soorten in de
dierenwereld niet voorkomt. Si
berische 'tijgers en huisdieren
trots, optredend op 2 meter af
stand van elkaar!
Onconventioneel
Maar René Strickler is dan ook een
buitenbeentje in het kleine,
exclusieve dompteurswereldje,
qua afkomst, opleiding, loopbaan
en optreden. Strickler stamt uit
een familie van zakenlui en als
alles was gelopen zoals familie en
vrienden het voor hem hadden
uitgestippeld, dan zou hij nu geld
tellen in een Zwitserse bank in
plaats van levensgevaarlijke die
ren in een kooi dresseren.
Strickler voltooide verschillende
opleidingen voor het Zwitserse
bankwezen* Hij was 21 jaar oud
toen hij zijn verzekerde (gouden)
toekomst inwisselde voor een
kennismaking met enkele, naar
dompteursbegrippen erg oude
leeuwen en tijgers. „Ja, toen ik de
eerste keer in de kooi bij die
leeuwen en tijgers stapte, was ik
wel een beetje onzekér. Het was
echt even wennen", zegt de suc
cesvolle dompteur nu.
„Eerst moet je natuurlijk met el
kaar kennismaken, aan elkaar
wennen. Dat doe ik onder meer
'door ze zelf eten te geven. Dan
moet je hun naam leren en waar
hun vaste plek is. Heel, heel lang
zaam bouw je dan het vertrouwen
op". De jonge dompteur praat
zelfverzekerd, maar ietwat te
rughoudend. Vaak maakt hij de
indruk dat hij zich toch aanzien
lijk minder thuisvoelt bij mensen
dan bij dieren.'"
Dat hij zich thuisvoelt bij zijn die
ren wordt overduidelijk wanneer
men hem aan het werk ziet. Hij is
niet de stoere Tarzan, parmantig
rondstappend in een tijgervel,
maar ook weer niet de deftige
heer in pinguinpak, die onbewo
gen dirigeert met .zweep en
stok.
Knuffelen
Stricklers nummer heeft iets in
formeels, iets ongewoon speels.
Ook al weet men dat er jaren van
oefenen en trainen achter zitten,
het komt toch over als een impul
sieve improvisatie. Strickler
knuffelt ze, ligt bovenop een poe
zige kluwen, laat zich door een
enorme leeuwenpoot steeds om
gooien. Het is soms alsof men het
speeluurlje meemaakt van een
man en zijn stoeipoezen.
Veel dingen in het programma zijn
vanzelf tot stand gekomen. Als ik
met ze speelde, haalden ze zulke
trucjes uit en die heb ik er dan
gewoon ingebouwd. Wanneer die
leeuwin steeds weer mijn been
vastgrijpt, zodat ik omval... dat is
op die manier gebeurd".
,Ik heb dan ook een heel nauw con
tact met die leeuwin, heb haai
verschillende keren geholpen bij
de, geboorte van een jong. Dat
bindt enorm", legt de Zwitser uit.
„Ik heb nooit les van een meester
gehad. Goed, toen ik voor het
eerst dat aanbod kreeg om met
enkele dieren te werken, had ik er
wel wat boeken over gelezen en
ik had al jaren naar dompteurs
gekeken".
„Maar uit een boek leer je weinig;
ja, het omgaan met een zweep,
dat kan iedereen tot in de perfec
tie leren. Echter, als je eenmaal in
de kooi bent, helpt die zweep
niets. Die kun je niet, en mag je
ook niet, als wapen gebruiken.
Dat zou trouwens niet eens luk
ken. Een zweep dient alleen voor
het geven van aanwijzingen, net
zoals de stok van een dirigent.
Het is eigenlijk allemaal een
kwestie van gevoel".
Strickler aarzelt even. „Kijk, het is
heel moeilijk uit te leggen wat
voor gevoel men nodig heeft. Dat
zijn dingen die heel moeilijk in
woorden zijn uit te leggen. Je
moet de dieren aanvoelen, weten
wat er in ze omgaat, hoe ze reage
ren. Jé moet hun vertrouwen
160 Kilo vlees per dag
Het is ideaal om met de dressuur te
beginnen als de dieren een jaar of
anderhalf oud zijn, vindt Strie
ker. Zij zijn dan al met hem en de
andere beesten vertrouwd ge
raakt. Strickler heeft zijn ge
mengd programma tot stand ge
bracht door de verschillende
diersoorten naast elkaar te laten
opgroeien.
De dieren die hij thans gebruikt,
hebben een gemiddelde leeftijd
van zeven jaar. Het gezelschap
eet 160 kilogram vlees per dag.
Wanneer zij niet optreden, liggen
de dieren genoeglijk naast elkaar
uit te rusten of te slapen, wat ze 23
uur per dag doen!
„Op de dagen dat we optreden,
dresseer ik. Die twee voorstellin
gen geven ze meer dan genoeg oe
fening voor een dag. Meer heb
ben ze echt niet nodig. Op zonda
gen werk ik wel met ze, ik werk
dan langzaam aan nieuwe num-
„Maar wanneer ze optreden... dat
vinden ze geweldig", zegt
Strickler enthousiast. „Ze weten
dan ook echt of het publiek ze
waardeert en of de mensen hun
trucjes mooi vinden. Dan zitten
ze daar vol trots het applaus in
ontvangst te nemen".
„Of als ik met iemand over een van
hen sta te praten - dat heeft hij
dan direct door. Ze houden van
die aandacht. Ik persoonlijk
houd meer van het oefenen dan
van het optreden. Wat we dan
doen, is veel leuker. We spelen
met elkaar en proberen iets
nieuws. Maar ja, dat is weer onin
teressant voor het publiek".
Vriendschap
Volkomen duidelijk is dat Strickler
zielsveel van de dieren houdt. In
de kooi, of over ze pratend, straalt
hij een speciale genegenheid en
liefde voor ze uit. Hij omschrijft
zijn relatie met ze als een vriend
schap. Een vaak exclusieve
vriendschap, want vele van zijn
vierpotige stoet, zoals bijvoor
beeld de mensenschuwe en wan
trouwende poema's, dulden al
leen Strickler. Voor anderen, al
zijn het vaste helpers, die dage
lijks met ze omgaan, zijn die die
ren levensgevaarlijk. „Men heeft
veel liefde en geduld nódig. Ik
beschouw ze als heel goede
vrienden en dat is wederzijds. We
hebben een zeer nauw contact en
zij vertrouwen mij volkomen.
Voor mij echter zou het levens
gevaarlijk zijn als ik hen volko
men vertrouwde".
„Ik moet mijn hoge positie, laten
we zeggen mijn positie als Ober-
lowe (opperleeuw) handhaven. In
de kooi hebben we een hiërar
chie. Vooral in de bovenste lagen
daarvan is het nu een van de
mannelijke Siberische tijgers die
koning is, ofschoon hij soms
wordt uitgedaagd door zijn broer
of door de oudste leeuwin".
„Maar ik moet de hoogste positie
behouden. Ik mag ze nooit, ook al
wil ik dat soms wel, volledig ver
trouwen. Hun klauwen zyn voor
m(j levensgevaarlijk. Ik moet er
constant voor zorgen dat ze geen
agressie opbouwen, want dan
kan het wél misgaan".
René Strickler was 12 jaar oud toen
hij voor het eerst een circus en
een roofdierennummer zag. Hij
werd op slag verliefd op de sier
lijkheid en kracht van de grote
katten. Hij noemt ze een van de
wonderen van de wereld. Hy
heeft alles op het spel gezet om
een jeugddroom in vervulling te
zien gaan en heeft het in bijna on
gelooflijk korte tijd bereikt. En
wat nu? „Of ik altijd bij een circus
blijf, weet ik niet, maar wel wil ik
altijd met dieren blijven werken
Bestimmt!"
ADVERTENTIE
UITNODIGING RECEPTIE BURGEMEESTER
Maandag 18 augustus a.s., wordt mr. C.H. Goe-
koop in een openbare vergadering van de ge
meenteraad geïnstalleerd als burgemeester van
Leiden. Na afloop van de installatie begint om
21.15 uur in de Burgerzaal van het stadhuis
een receptie, waar inwoner^ van Leiden en
vertegenwoordigers van verenigingen, instel
lingen en bedrijven van harte welkom zijn om
kennis te maken met het echtpaar
Goekoop. Belangstellen
den wordt verzocht de
ingang aan de Breestraat
te gebruiken.
LEIDEN - Het Internationaal
Volksdansfestival barstte gis
termiddag op het Stadhuisplein
al in volle hevigheid los. Wat was
bedoeld als een kleine demon
stratie moest soms door de orga
nisatoren worden afgebroken
met de verontschuldiging: "Sor
ry, maar als we onze gasten uit
Portugal moeten laten doorgaan
loopt het schema helemaal in de
Het publiek, dat zich al ver voor tijd
- soms onwetend wat er nu ei
genlijk precies stond te gebeuren
- had verzameld op het terras en
het balkon, vond dat uitlopen van
het programma helemaal niet zo
erg. "Hè dat moesten ze nou meer
doen" en "had ik nu mijn fototoe
stel maar meegenomen", waren
veelgehoorde opmerkingen.
Het Stadhuisplein-spektakel is dus
voor herhaling vatbaar. Een bete
re reclame voor het festival, dat
dit weekeinde in de Groenoord-
hallen wordt gehouden is er ge
woonweg niet.
Na het informele gedeelte natuur
lijk de heel officiële ontvangst in
de Burgerzaal en de uitwisseling
van de cadeaus. Als blijk van
waardering voor de goede sa
menwerking kreeg loco-burge
meester Waal, die waarderende
woorden had gesproken over al
die vrijwilligers die het festival
tot een succes moeten maken,
van NEVO voorzitter Schenk een
zeefdruk aangeboden. "Toge
therness" was de toepasselijke ti
tel (misschien iets voor de raad
zaal?).
Maar dit alles was* nog maar een
voorproefje van wat er gister
avond in de Groenoordhallen
werd gepresenteerd. Waren de
Oosteuropese groepen vroeger
de "smaakmakers" van het festi
val, nu zorgen de Franse steltlo
pers "Lous Las Ayues" (uit het
gebied Les Landes) voor het
meest spektaculaire onderdeel
van het programma. Op zeker
1.50 m hoge stelten voerden de
jeugdige dansers en danseressen
De Hongarenperfect gedanst ma
de vrolijke bruiloftsdans Cordon
Bleu uit; een antieke dans uit Les
Landes Marie Congo volgde
daarop en de groep besloot dit
spannend optreden met een Gi-
gue. De Franse "schaapherders"
kregen voor hun optreden een
donderend applaus. Heel anders
van stijl maar plezierig ontspan
nen was het optreden van de
Amerikaanse "Apple Chili dog
gers". Hun manier van dansen
heeft iets weg van het "tappen"
maar komt veel enthousiaster en
natuurlijker over. Er blijft ruimte
voor echte vrolijkheid.
Gracieus, uitdagend maar uiterst
stylvol zo kan het best de groep
van in Spanje studerende Zuid
amerikanen, die optreden onder
ir wel heel levendig
de naam Tequendama, worden
genoemd. Vooral de Barlovento,
dans van de negermijnwerkers in
Venezuela straalde een bruisen
de vitaliteit uit terwijl uit de Ga
lopa en de Cumbia vooral gratie
en gedistingeerde wulpsheid
spreken.
De Hongaren, dit jaar leden van de
groep Medosz voerden een per
fect programma uit; waaraan een
keiharde dansdiscipline niet
vreemd zal zijn.
Dat gold eigenlijk ook voor de Joe-
go-slavische groep van Ivan Ko-
vaciv uit Zagreb. Perfect ge
danst; maar zonder echte hoog
tepunten. Een groep die vooral
door enthousiasme bij kenners
opviel was Mar Alto. bewoners
van het Portugees visserdorp Na-
zaré.
En tenslotte de Nederlandse groe
pen Baluta uit Den Haag met
dansen uit Noord-Holland en van
Terschelling liet het al zien aan
het begin en de Amsterdamse
groep Hupsake bevestigde dat
nog eens: ook Nederlandse
volksdansen zijn leuk. Er is dui
delijk de laatste jaren aan de cho
reografieën van die dansen ge
sleuteld zodat het geen saaie
klompenstampers zijn, maar
dansen met een pittig aantal
pasjes en een hoog tempo. Net zo
leuk als de dansen van de Balkan
of uit Israël als je het maar wilt
HENRIETTE VAN DER HOEVEN
Een wervelende demonstratie van de Portugez