BB terug (op tv) van weggeweest ZATERDAG 16 AUGUSTUS 1980 door Rob v.d. Dobbelsteen bene ook een. En dan zou ik hem niet aan iemand mogen geven, die zo'n ding niet heeft. Je zal mij heus niet ho ren zeggen, dat de Berend Boudewijn Quiz het beste programma is, dat ik ooit heb gemaakt, hoor. Maar ik sta nog wel steeds achter datge ne, wat ik toen deed". - Achter alles? Berend Boudewijn: ,,Ja. Ik heb nooit iets gedaan waarvan ik dacht. Berend, dat kan eigen lijk niet. Wat weer niet wil zeggen dat ik alle program ma's, die ik heb gemaakt, even leuk vond. Maar dan stelde ik er een eer in om die toch op zo'n goed mogelijke manier te brengen. Dat is toch ook een kunst? Als ik een res taurant heb en ik hou niet van karnemelk, dan moet ik het - als iemand daarom vraagt - toch op tafel kunnen zetten. En dan niet met een gezicht van „gatverdarrie-man-hoe- krijg-je-het-in-hemelsnaam- door-je-keel' - Zuiver zakelijk gezien wel, ia. BB nu: directeur van de Berend Boudewijn: „En wat is er tegen zakelijk zijn? De Nachtwacht is toch ook ge schilderd om geld mee te ver dienen? En wordt Kees Brus- se ineens een mindere acteur omdat-ie op de televisie toe vallig reclame maakt voor Shell? Ik zal je eens wat ver tellen. Ik ben verschillende keren gevraagd om op te tre den in een reclamespot. Maar ik heb nee gezegd. Zuiver en alleen omdat ik bang was voor de kritiek die zich over mij heen zou storten. Als ik er nu aan terugdenk, kan ik me wel voor m'n kop slaan. In twee dagen kon ik een salaris verdienen waarvoor ik anders drie maanden moest werken. En ik zei nee. Uit angst". De pijlsnelle carrière van Be rend Boudewijn (43). Zoon van een letterkundige (de schrijver Johan van der Wou- de. die ook wel publiceerde onder het pseudoniem Jan Kempe. Martijn Cort en J. C. Falke) en een violiste, die niet lang na zijn geboorte uit el kaar gingen. Hij werd opge voed door zijn moeder, die hem vlak na de oorlog reeds op vakantie meenam naar Londen. Berend bezocht in die stad ook enige tijd de lage re school, wat hem goed van pas kwam toen hij later van de Stadsschouwburg Amsterdamse toneelschool werd gestuurd „wegens wat zij noemden „gebrek aan ta lent" denk ik". Taalproble men bestonden er immers nauwelijks toen hij vervol gens zijn studie aan de Royal Academy of Dramatic Arts in Londen wel met succes kon afsluiten. Bij terugkeer in Nederland be paalde Berend, die zich toen al de naam Berend Boude wijn had aangemeten (Bou dewijn is zijn tweede voor naam en met Van der Woude hadden ze in Engeland nogal moeite), zich aanvankelijk tot het regisseren van studen tengezelschappen. Ook was hij gids in een rondvaartboot te Amsterdam. Grote be kendheid bij het publiek kreeg hij toen hij in 1960 bij de VARA-teleyisie samen met Ellen Blazer de programma's „Uit" en „Europa In" ging presenteren. Populair Bekendheid, die uiteindelijk uitgroeide tot een enorme populariteit toen hij na „Im provisaties" (samen met Syl via de Leur. Elsje de Wijn, Je roen Krabbé en Henk Molen berg) en een korte periode als direeteur van het toneelgezel schap -Arena", overstapte AMSTERDAM (GPD) - Een aarzelend afscheid voor de ingang van de Amsterdamse Stads schouwburg. „Oh, jij gaat die kant op. Nou eh... Het was wel ver schrikkelijk veel gelul hè Ha, ik bedoel, eh... er is, denk ik, moeilijk een bepaalde lijn te vinden in wat ik zeg... Maar ik had je van tevoren ge waarschuwd hoor. Ik ben erg dualis tisch". Berend Boudewijn terug op de televisie. Althans zijn gezicht. Als regisseur namelijk, is de man die ooit Neerlands meest bewierookte „quiz-master" was, nimmer uit Hilversum weggeweest. Reden waarom hij zich tijdens het eerste tele fonische gesprek met hape rende stem afvraagt wat de noodzaak is van „zo'n eh... zo'n verhaal in de krant". Laten „Nee, dat speel ik niet hoor. Goh nee, dacht je dat echt? Dat lichte gestotter heb ik altijd gehad. Als 'kind al. Daarom wilde ik acteur wor den. Acteurs zijn allemaal mensen die zich tegen iets willen afzetten. Bij mij is dat m'n verlegenheid. Hoewel eh... Dat geloof ik dus. Als je zeker wilt weten watje drijft, wat je opstuwt, dan moet je een paar weken op de divan gaan liggen bij de psychiater. En daar heb ik geen behoefte aan". Hij ziet er moe uit. Fletse ogen boven „balkonnetjes" van rood opgezwollen vlees. Die anders toch zo joyeuze BB- kuif valt dof en enigszins pie kend over een deel van zijn jongensachtige gezicht. Slechts zelden schiet zijn blik naar het in de hoek van de di rectiekamer geplaatste tele visietoestel, dat ons een beeld verschaft van de verrassend frivole gebeurtenis, die zich momenteel afspeelt op het toneel van de grote zaal van de Amsterdamse Stads schouwburg: „De Csardas- furstin". Berend Boudewijn, sinds april 1978 directeur van die Stadsschouwburg met enige ironie: „Wees maar niet bang. Pas als dat doek plotse ling naar beneden dondert, behoor ik in actie te komen. Maar verder heb ik er niks mee te maken. We kunnen rustig praten". Moeizaam Het gesprek komt maar moei zaam op gang. Veel geschuif over de stoel. Linkerbeen over de rechterknie - rechter been over de linkerknie. Over zijn nieuwe tv-programma (première eind oktober op de KRO) wil hij weinig meer kwijt dan dat het zal bestaan uit „vrij diepgravende inter views gelardeerd met spel letjes". En dat Jos van der Valk hem heeft gevraagd dat geheel te presenteren. „Meer weet ik er ook niet van", be weert hij met lome stem. naar de KRO om daar de Be rend Boudewijn Quiz te gaan presenteren. Na die quiz hadden program ma's als „In de keuken bij Be rend" (tijdens het bereiden van een of ander exquis ge recht interviewde Berend sterren als Peter Sellers, Ju liette Greco en Marty Feld- man) niet het verwachtte suc ces. En de beroemde tv-pre- sentator verdween helemaal uit beeld toen de door hem voorbereide en door Johnny („All in the Family") Speight geschreven serie „Met goed fatsoen" door de KRO werd afgekeurd omdat deze katho lieke omroep meende, dat de tekst wat „discriminerende en fascistische" trekjes bevat te. Wel regisseerde Berend nog enige televisiestukken en was er enige publiciteit rondom zijn benoeming tot directeur van de Amsterdam Stads- sbouwburg in 1978, maar de tijd dat de man die zich „altijd bleef gedragen als die vrolij ke. vlotte hbs'er uit 3A, de lie veling van zijn moeder en de gymnastiekleraar" (Ischa Meijer), de tijd dat het gezicht van die man elke week werd afgedrukt in bladen als „Mix", „Story" en „privé", leek voorbij. - Je hebt je toen nogal afgezet van de televisie. Berend Boudewijn: „Niet tegen het medium op zich', maar te gen de mensen die de pro gramma's ervoor maken. Te levisie blijfVeen fascinerend iets. Het mooiste speelgoed treintje, dat je je maar kunt indenken. Maar als je de macht niet kunt doorbreken van mensen, die je alleen maar als quizmaster op het scherm willen hebben en niets anders, dan krijg je er de pest in. Met welk nieuw ideetje ik ook kwam. ze keur den alles af. Ze wilden dat ik kleuren-tv's bleef uitdelen. En ijskasten. En elektrische tandenborstels. Maar daar had ik toen al lang geen zin - Omda tjeje schaa m de voor da t soort amusement „Welnee. Ook dat soort amuse ment moet er zijn. En het is nog knap lastig om het te ma ken ook. Maar ik had het ge voel van een goochelaar, die meer kon dan alleen maar dat konijn uit die hoed te tove ren". - Je wilde je kritikasfers laten zien, dat je niet voor niets uit een artistiek-intellectueel mi lieu kwam. Berend Boudewijn: „Ja, mis schien. Maar dat mag je niet vertalen als het zich afzetten tegen wat ik wel het „zater dagavond amusement" noem In geen geval. Ik be grijp wel waar je naar toe wil. Je wilt dat ik zeg dat ik graag bij iedereen in een goed blaadje wil staan. Nou, dat is misschien wel zo. Maar dat is toch met erg? Of mag dat soms ook al niet?". Doodeng Berend Boudewijn, als de man zijn boodschap gaat verkon digen in de Leidsestraat en onverstaanbaar wordt: „Of ik mezelf daar ook toe reken? Ja, goh... Laat ik dit zeggen: ik vond het echt niet vervelend als ik hoge kijkcijfers haalde. Maar het begint onderhand wel doodeng te worden, dat er tegenwoordig in Hilversum naar niets anders meer wordt gekeken. Als je vraagt hoe het programma was, dan wordt er niet gezegd, dat het „prach tig" was of „mooi", nee. dan zeggen ze: „Achtenvijftig achtenzeventig". Een ander criterium is er niet. Een tele visiemaker, die echt achter zijn programma staat, die dus alleen maar doet wat hij mooi vindt, die heb je niet - Stond hij achter het uitgeven van ijskasten, kleurentelevi sietoestellen en Berend Bou- dewijnstoelen? Berend Boudewijn: „Die vraag is meer gesteld en ik vind 'm eh... een beetje insinuerend, moet ik zeggen. Ageeth Scherphuis heeft me wel eens verweten, dat ik stofzuigers uitdeelde. Maar dat is toch onzin? Zelf heeft ze er nota Als hij zich eenklaps omdraait (een groepje jongens en meisjes, dat hem bekketrek- kend achtervolgt, stuift ver schrikt uiteen) en een gebalde vuist de lucht in steekt, begint hij warempel te brullen. „Maar waaaaar o waaaaar zit ten we elke avond met z'n al len te koekeloeren? Nou? Nee-nee-nee-nee-nee. niet naar dat aardige, kleine bal lonnetje boven de blonde krullen van uw dochtertje. We kijken met z'n allen naar die verdomde televisie. Naar die verdomde „kijkcijfervedet ten'' van koning-Hilver- Voor de zoveelste maal van-" avond valt er na deze woor den een stilte. Maar ditmaal komt dat niet slecht uit. Bui ten, op het met harde neonkleuren beschenen Leidseplein, schettert een soort Jasper Grootveld, dat het een „ongehoord schan daal" is, dat er in de Amster damse straten niet eens meer ballonnenverkopers lopen. „Zo'n ballonnetje in de kin derhand", schreeuwt de man stevig doorstappend en met wijd uitgespreide armen, „zo'n vrolijk, dansend bal lonnetje, dat is toch veel mooier dan die pokke televi sie".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 27