Borssele maakt
zich ook
om twee
kerncentrales niet druk
PAGINA 6
EXTRA
MAANDAG 4 AUGUSTUS 1980
Door Henk Dam
De grote witte koepel, die scherp afsteekt tegen de donkere hemel boezemt de Borsselaar - zo op het eerste ge-' -t
- maar weinig angst in.
Luchtfoto van het PZEM-complex.
Een buitensporig luie hond rea
geert maar nauwelijks op het
claxongeluid, krabt zich en
wandelt op zijn gemak naar het
trottoir. Even verderop kijkt
een boerin in klederdracht om,
richting herriemaker. Zal wel
van buiten komen, hoor je haar
denken. Dan loopt ze weer ver
der. Een klein verzetje in het
even warme als saaie dorp Bors
sele.
Borssele, zo'n dorp dat je al weer
uit bent als je nog naar het cen
trum aan het zoeken bent. De
laatste boerderij heet „Eben
Haezer 1848". Dan velden met
gewas daarop. De geur van dro
gende uien maakt de zomerlucht
Je zou bijna vergeten wat verder
te kijken. Maar daar staat-ie
dan, te midden van hoogspan
ningsmasten, tanks en een ein
der vol industrie. De kerncen
trale van de Provinciale Zeeuw
se Electriciteits Maatschappij,
de PZEM. Een koepel, een pijp
en een blokkendoos.
En aantoonbaar ben je in een an
dere wereld. Rondom de centra
le loopt een soort gracht. Daarin
camera's, onduidelijke maar fu
turistisch aandoende apparaten
en een bord waarop met grote
letters „GEVAAR POLITIE
HONDEN". Een zacht gezoem
bewijst dat er leven in het ge-
hnmt' 7if
Zo ben je nog in een streek die
nostalgische gedachten oproept
over het land waar het leven
goed is, één met de natuur en zo.
Dan sta je, enkele honderden
meters verderop, je te vergapen
aan het decor van een bijzonder
eng soort film.
Er komt, vlak voor de centrale,
een jongeman de dijk over die de
Westerschelde scheidt van het
vasteland. Zwembroek aan,
hengel en handdoek over zijn
schouder. Hij is op weg naar de
camping Estancia, even verder
op maar nog volop in het zicht
van de nucleaire reus.
Het is er gezellig druk. Dat mag
ook wel worden verwacht van
een camping annex café waar
een groot bord bij de ingang
staat met daarop geverfd een
blij gezin. Dat gezin zegt, blij
kens de ballonnetjes die uit de
monden komen: „De telefoon is
altijd bij de hand" en „Laat even
weten waar we zitten" en „Oer
gezellig hier, tussen onze nieuwe
vriendjes".
En daar, in Borssele, moet een
tweede kerncentrale komen. De
regering heeft dat tenminste ge
schreven in de Kernenergienota.
Eentje van 1000 Megawatt, een
forse dus, vergeleken met de
huidige centrale, die nog niet de
helft van die capaciteit
heeft.
BORSSELE - De bevolking
in paniek? Overal huizen
die te koop worden aange
boden? Mensen met som
bere gezichten die op de
hoeken van Borssele's
straten sombere visies op
de toekomst ontplooien?
Nee, niets van dat alles.
Het leven gaat gewoon zijn
gang, en de Borsselaar
ook.
Om de woorden van de Nederlands
Hervormde voorganger met de
toepasselijke naam Broeder te
gebruiken: „De bevolking heeft
een zekere laksheid. In ieder ge
val zolang het niet om de rijks
daalders gaat."
Gezagsgetrouw
Anderen, burgemeester drs. G. C.
G. van den Heuvel bijvoorbeeld,
spreken van „Zeeuwse nuchter
heid" en „traditionele gezagsge
trouwheid." De Borsselaar gaat
niet zo gauw de straat op.
Dat bleek wel, toen er in het voor
jaar van vorig jaar een demon
stratie werd gehouden tegen de
kerncentrale. Deze door duizen
den bijgewoonde optocht van het
dorp Borssele naar de kerncen
trale had alles te maken met de
dramatische gebeurtenissen in
de centrale bij het Amerikaanse
Harrisburg.
Sommige demonstranten hadden
hun gezichten een lijkkleur ge
geven, om geen ruimte voor twij
fel open te laten omtrent hun vi
sie op kernenergie. Daar moesten
die van Borssele wel om lachen.
;,De Borsselaren vonden het een
mooi schouwspel", schreef een
journalist van de Provinciale
Zeeuwse Courant hierover.
Minder mooi vond Borssele het, dat
een aantal demonstranten gewa
pend met oranje spuitbussen de
lokale muren te lijf wilde. Daar
werd ijlings een stokje voor ge
stoken, Ophouden of je gaat het
water in, was het alleszins duide
lijke alternatief waarvoor de
spuiters gesteld werden. Die
dropen af, zegt men dan in zo'n
geval.
Het lijkt wel of allerlei mensen bui
ten Borssele zich drukker maken
om de tweede - en de eerste -
kerncentrale, dan zij van Bors
sele zelf. Uitvoerig is bijvoor
beeld de strijd geweest, die voor
zitter J. M. Bannink uit Vlissin-
gen van de Vereniging Milieuhy
giëne Zeeland (VMZ) heeft ge
voerd. Deze vereniging heeft zich
van den beginne af aan tegen
kernenergie opgesteld.
Bezwaar- en beroepsprocedures tot
aan de Kroon, civiele procedures,
alle juridische wegen die er maar
waren om de kerncentrale te
stoppen, zijn bewandeld. Zonder
veel resultaat, want het zoemt
nog steeds in het PZEM-kasteel,
en de manier waarop de eerste
kerncentrale is gebouwd, maakt
al duidelijk waar de tweede moet
komen.
De VMZ wordt in haar strijd tegen
„Borssele" sinds enige strijd ge
steund door de Energie Komi-
tees. Dat zijn aanzienlijk radica
lere groepen mensen, die des
noods een lijfelijke confrontatie
met het gezag niet uit de weg
gaan, blijkens de demonstratie
aan het begin van dit jaar bij
Borssele, waaraan uiteindelijk de
ME's te pas moesten komen.
burgemeester allerminst. „Je ziet
ook elders op de wereld, dat men
die centrales bij elkaar zet. Men
bouwt parken. Waarom? Omdat
op die plaatsen de kennis er is, en
de specialisatie. Wat Borssele be
treft, is men altijd al van een
tweede centrale uitgegaan. Dat
kan je zien aan de platte zijkant
van de huidige kernenergiecen
trale. Daar moest de tweede dan
tegenaan".
Maar er zijn voor Van den Heuvel
nog vraagpunten genoeg over. De.
infrastructuur van de streek bij
voorbeeld (hoe snel kunnen de
mensen weg zijn bij een ramp), en
de vraag wat er met het afval
moet gebeuren. Van den Heuvel:
„Daar praten we riu al tien jaar
over, en er is nog geen zicht op
een oplossing".
„Nee", zegt de burgemeester, „Ook
afgezien daarvan zijn er zoveel
vraagpunten dat je je kan afvra
gen of Borssele wel de meest ge
schikte plaats is. Dan valt hij
zichzelf in de rede: „Zie je, daar
heb je het al. Ik praat over Bors
sele, terwijl we toch in dit sta
dium eigenlijk zouden moeten
praten over het voor en tegen van
kernenergie".
Over de inwoners van „zijn" Bors
sele wil Van den Heuvel nog wel
kwijt: „Ik cjenk niet dat ze grote
ongerustheid zullen tonen over
een tweede centrale. De Zeeuwen
zijn een nuchter volk. Wel kun je
je afvragen in hoeverre de con
stante informatie die de mensen
bereikt met als uitgangspunt
kernergie is huiveringwekkend
en gevaarlijk, invloed heeft. Ik
zou zeggen: daar blijft wel wat
van hangen".
Huisarts Jan Geldof uit de bij Bors
sele gelegen vlek Driewijk ge
looft al evenmin dat de Borssela-
ren - en daarvan heeft hij er heel
wat onder zijn patiënten - gauw
hun emoties zullen tonen. „Maar
ze hebben wel degelijk gevoelens
over de kerncentrale".
Daarvan geeft hij een verrassend
voorbeeld. „Ik heb in deze streek
nogal wat kankerpatiënten. Ik
wil niet zeggen dat het er meer
zijn dan elders, maar het zijn er
toch heel wat. Als je met hen
praat, dan merkje dat ze denken:
zou het van de centrale komen?
Of van de industrialisatie, met
Pechiney en Hoechst vlak om de
hoek?".
„Dat is vast niet wetenschappelijk
houdbaar, maar er is een vaag on
rustgevoel. Het feit alleen al, dat
mensen zo voelen, zegt toch wel
wat. Je kan dan misschien zeg
gen, dat de mensen hier door hun
traditionele gezagsgetrouwheid
niet geleerd hebben hun gevoe
lens te uiten".
Over gezagsgetrouwheid gespro
ken... er is nog een aardig verhaal
over de manier waarop Borssele
voor het eerst kennis maakte me
de kerncentrale. Dat was toen in
1969 in het Borsselse vereni
gingsgebouw een ingenieur van
Siemens kwam uitleggen hoe
zo'n centrale nu wel werkte.
Nadat hij dat met behulp van wat
appels, aspirinebuisjes, fluitke
tels en dompelaars had uitgelegd,
kwam zijn onvermijdelijke
vraag: „Zijn er nog vragen? Ja,
die waren er. Hoeveel herrie
maakte zo'n centrale nou
nog?
De ingenieur vroeg de aanwezigen
daarop evën heel stil te zijn, en zei
toen: „Meer lawaai maakt de cen
trale buiten het hek niet". Men
was zeer tevreden over dit ant
woord. En ging huiswaarts.
Jammer
Bannink zegt over de regeringsno
ta- „Het is jammer dat de regering
deze weg kiest. Zeggen waar de
centrales moeten staan, en dan
pas de Brede Maatschappelijke
Discussie beginnen. De beleids
lijnen zijn al uitgestippeld en dat
is niet erg netjes."
„Ik vraag me af, of we nog wel aan
die discussie willen meedoen. Ik
vraag me bovendien af of je, als
regering, door zo te handelen niet
ook minder militante mensen te
gen je in het harnas jaagt", aldus
Bannink.
Destijds, aan het eind van de jaren
'60, werd Borssele als vestigings
plaats voor een kerncentrale ge
kozen, omdat er zoveel koelwater
voorhanden is - de Westerschel
de is nu eenmaal een formidabele
plas water - en omdat de bevol
kingsdichtheid rond Borssele ge
ring is. Die bevolkingsdichtheid
staat beschreven in de zoge
naamde ASEV-normen.
Volgens deze normen mag een
kerncentrale met de grootte van
die van Borssele (477 Megawatt)
in dit naar verhouding spaarzaam
bewoonde stukje Nederland
staan. Bannink: „De grote vraag
met de aangekondigde komst
van een tweede centrale, van 1000
Megawatt, is: wat gaan ze met die
normen doen? Worden die lichter
gemaakt?"
Waarom vecht Bannink «tegen
kerncentrales? „In de eerste
plaats omdat je nooit kunt garan
deren dat er nooit grote lozingen
plaatsvinden van radioactieve
stoffen, als gevolg van een onge
val. Daar zijn er nogal wat van
geweest, in het buitenland, en het
zou hoogmoedig zijn om te zeg
gen dat het in Nederland niet kan
gebeuren."
„Bovendien is er het afval
probleem. Dat moet zeer goed
worden opgeborgen, en we heb
ben daar nog niet de mogelijkhe
den toe. Nu zegt de regering wel
iswaar dat komt wel, maar dat
vind ik een onaanvaardbare wis
sel trekken op de toekomst. Toen
Borssele in '73 startte, was die
oplossing er niet, en nu nog niet.
Dat is een teken aan de
wand".
Hij eindigt met wat hij „iets typisch
Zeeuws" noemt. „Wist je dat de
voorzitter van de Raad van Be
stuur van de PZEM, de heer Don,
ook lid is van Gedeputeerde Sta
ten met als portefeuille milieu
beheer? Dat kan toch helemaal
niet?"
Dat is Gedeputeerde W. Don niet
met Bannink eens, om het mild te
zeggen. „Bannink heeft dat ooit
eens op een vergadering gezegd,
en sindsdien is het een soort
evangelie geworden. Ik hoor het
overal. Dit standpunt geeft echter
een gebrek aan kennis aan over
het functioneren van het provin
ciaal bestuur", zegt hij.
Don wijst erop, dat het bestuur van
de PZEM bestaat uit tien uit en
door de Provinciale Staten be
noemde leden, en vijf vertegen
woordigers van de Zeeuwse ge
meenten. Zo gek is het dus niet
dat hij in het PZEM-bestuur
zit.
„Ik heb persoonlijk erdoorgedrukt
dat alle stukken betreffende de
PZEM op de agenda van de Sta
ten staan. Bovendien voert gede
puteerde Don geen milieubeleid,
maar voert het college van Gede
puteerde Staten een milieu- en
energiebeleid. Verder zijn de Sta
ten het hoogste gezagsorgaan in
de provincie, en kunnen zij ten
aanzien van de PZEM bindende
maatregelen opleggen", zegt Don
met nauwelijks verholen heftig
heid.
Snel over naar de kern van de zaak.
groot stuk welvaart inleveren.
Wat kernenergie betreft daarte
gen is' mijns inziens het voor
naamste bezwaar het afval
probleem. Dat probleem moet
eerst worden opgelost, wil kern
energie aanvaardbaar zijn".
- En de kans dan, dat de zaak de
lucht in vliegt?
Don, met stemverheffing: „Ik ben
ervan overtuigd dat we met de
huidige kerncentrale in Borssele
aan de grens van ons kunnen zijn.
Maar ik ben er evenzeer van over
tuigd, dat deze centrale maxi
maal veilig is, veiliger dan Har
risburg".
Nee, hij is het niet eens met de be
zwaren die in progressieve hoek
wel hebben geklonken, dat de re
gering met het uitbrengen van
een Kernenergienota waarin al-
Vast drie vestigingsplaatsen zyn
genoemd voor kerncentrales, de
Brede Maatschappelijke Discus
sie overbodig maakt.
„Het is juist goed dat de regering
zegt wat ze wil. Dan weten we
tenminste waar we het over heb
ben. De regering is tot een uit
gangspunt gekomen, maar het is
het parlement dat de ruimte mo#>*
aangeven. Dat lijkt me niet strij
dig met de democratie".
Hier vindt Don burgemeester drs.
G. C. G. van den Heuvel van Bor-
sele tegenover zich. Want die
vindt: „De regering heeft het
recht een mening te vormen. Oké.
Maar de energie-nota is volstrekt
voorbarig bij het aanwijzen van
vestigingsplaatsen voor kerncen
trales".
Hij verduidelijkt „Een goede
voorbereiding tot de Brede Maat
schappelijke Discussie zou zijn
geweest: we discussiëren tot het
punt willen we kernenergie of
niet? Door niet de nadruk te leg
gen op „wat voor energie" maar
„waar zetten we de kerncentra
les" zeg je in feite dat die kern
centrales er komen, en dat vind ik
volstrekt fout".
Een zwak punt in de nota vindt Van
den Heuvel verder het gedeelte
waar wordt gesproken over de
bevolkingsdichtheid. „Ik vind
dat je niet van de absolute norm
moet uitgaan: hoeveel mensen
wonen er in dit gebied? Je moet
ook rekening houden met de ver
plaatsbaarheid van de bevol
king".
„Kijk", legt hij uit, „Wat dat betreft
zou een kerncentrale beter in
Utrecht kunnen staan, bij wijze
van spreken. Als er dan iets'ge
beurt, kunnen de mensen alle
kanten uit, 360 graden rond. In
Borssele kunnen ze veel minder
kanten op. Er is helemaal geen
rekening gehouden met de infra
structuur hier".
Zoals hierboven al staat is Van den
Heuvel burgemeester van Bor-
sele, met één „s". Dit is een ge
meente waarin 15 dorpen zijn on
dergebracht, waaronder het dorp
Borssele, met tweemaal „s" dus.
Om het ingewikkeld te maken:
het gemeentehuis van Borsele
staat in Heinkenszand.
Maar terug naar de tweede centrale,
die - om alle misverstanden te
voorkomen - dus bij Borssele
moet komen. Van den Heuvel is
daar niet op voorhand tegen. „Ik
zeg niet zomaar neen tegen die
tweede centrale. Kernenergie als
systeem kun je nu eenmaal niet
kwijt. Denk maar aan de toepas
singen in de geneeskunde. Het is
natuurlijk een fantastisch in
strument".
Niet verrast
Dat zo'n centrale dan in Borssele
zou moeten komen, verrast de
Wat vindt hij ervan, dat de rege
ring Borssele als vestigingsplaats
voor een tweede kerncentrale
heeft aangewezen? Daarover, al
dus Gedeputeerde Don, is in '77
uitvoerig door de Staten gepraat.
Toen, en trouwens al eerder ook,
was er al evenzeer sprake van een
mogelijke tweede kerncentrale
bij Borssele.
„We hebben toen gezegd: liever
geen tweede centrale. De argu
menten daarvoor waren dat de
ASEV-normen niet mogen wor
den aangetast, dat eerst het af
valprobleem moet worden op
gelost, en dat het verzorgingsge
bied van de PZEM al een toerei
kende hoeveelheid energie gele
verd krijgt. Er is geen enkele re
den om dat uitgangspunt van
toen niet te handhaven."
- Dat zegt u als Gedeputeerde, neem
ik aan. Zegt u hetzelfde als voor
zitter Don van de Raad van Be
stuur van de PZEM?
„Dan praat ik dus ook als lid van
een aantal landelijke organisaties
op het gebied van energiepro-
duktie. Ik moet zeggen, als het
gaat om kernenergie ja of nee, dat
dan wel een aantal factoren in
ogehschouw moeten worden ge-
„Zo brengen kolen- en oliegestook-
te centrales duidelijke milieu
problemen met ?ich mee. Er is
bovendien een zwaarwegende
economische kant aan het
probleem. Je kunt het zo zeggen:
dank zij de toegenomen energie
is de grauwe crisis van de jaren
'30 overwonnen, en hebben wij
deze mate van welvaart voor de
gehele bevolking gekregen".
„Zien wij geen kans op een veilige
en aanvaardbare wijze in onze
energiebehoefte te blijven voor
zien, dan moeten wij een heel
Deze vrouwen
en mannen, die
de wacht
betrokken voor de
hekken van de
■centrale zijn wel
ongerust over de
ontwikkelingen
rond de
kernenergie.