Motorisch gehandicapte op
weg naar nieuwe toekomst
Werkenrode unieke school
Door Jos Bouten
GROESBEEK - Een bericht in de krant: „Op de Hoogstraat nabij
garage Jansen is vanmorgen onze dorpsgenoot Karei Gerrits door
een auto geschept. Karei, die gisteren zijn zestiende verjaardag
vierde, moest ernstig gewond in het ziekenhuis worden opgeno-
I
Wat er verder met Karei gebeurt komt nooit meer iemand te weten. Wordt
hij beter? Kan hij zijn school nog wel afmaken of moet hij een baantje
nemen? Heeft hij de gevolgen van het ongeluk goed verwerkt? De vluch
tige krantelezer is ir. de beantwoording van die vragen niet geïnteres
seerd. Hij is Karei allang vergeten als deze na een moeizaam verblijf in
het revalidatiecentrum naar huis mag om daar de draad van het bestaan
weer op te pakken.
De kans is groot dat Karei dan het etiket „motorisch gestoord" of „licha
melijk gehandicapt" om de hals heeft hangen. In elk geval kan de jongen
niet meer zo vlot meekomen als vroeger en dat komt hard aan. Het is al
moeilijk genoeg om te accepteren wat er met je gebeurd is (vooral als van
eigen schuld geen sprake is) maar als ook nog de maatschappij de deur
dicht trekt, omdat je niet meer produktief bent, dan kan het leven erg
vervelend worden.
Pierre (22) en Frans (21) hebben dat aan den lijve ondervonden. Ze zitten
nu op het opleidingscentrum Werkenrode in Groesbeek waar zeventien
gehandicapten tussen 16 en 25 jaar zich voorbereiden op een baan in het
bedrijfsleven. Samen met een opleidingscentrum in Hoensbroek vormt
Werkenrode een unieke school. Beide opleidingen zijn vorig jaar okto
ber gaan draaien vanuit de overtuiging, dat gehandicapten met een
behoorlijke dosis vaardigheid een reële kans hebben op een arbeids
plaats. Na negen maanden komen cursisten van de twee centra met hun
ervaringen naar buiten.
Lelijke smak
Frans heeft er geen behoefte aan
om uitvoerig over zijn ongeluk te
praten. Drie jaar geleden maakte
hij een lelijke sm&k met zijn
brommer en daar heeft hij een
verlamde arm aan overgehouden.
Dat moet genoeg zijn. Over de tijd
voor en na het ongeluk wil hij
best een hoop vertellen. Vooral
als het erom gaat het verschil t us
sen die twee levensperioden aan
te geven.
„Vroeger deed ik maarzo n beetje
zegt Frans. „Een pilsje pakken
vond ik belangrijker dan mooie
cijfers halen op de lts. Daarna, in
de bouw, merkte ik wel, dat mijn
vakkennis tekort schoot maar
ach, daar zat ik niet zo mee. Nou
weet ik pas hoe belangrijk het is
ech't iets te kunnen. Ik doe dan
ook mijn uiterste best, motivatie
heet dat geloof ik, om mijn oplei
ding goed af te maken".
Frans zit op de huisdrukkerij in
Werkenrode waar hij wordt in
gewijd in de totale techniek van
de klein offsetdruk. „Ik hoop een
job te krijgen in een kleine druk
kerij en dan maar zien wat het
wordt. Hoge eisen durf ik niet
meer te stellen. In deze maat
schappij mag je blij zijn met een
redelijke baan en nog blijer als je
je die een poosje mag hou
den".
Frans is ronduit gelukkig dat hij in
Werkenrode een vak kan leren.
„Ik heb drie jaar thuis gezeten.
Toen was ik het wel zo zat, dat ik
op de Gemeenschappelijke Me
dische Dienst heb gevraagd of ze
me alsjeblieft wilden helpen. Ik
voel me nu honderd procent be
ter dan toen. Eindelyk weer iets
om handen en eindelyk weer
omgang met anderen".
Pierre knikt instemmend als Frans
het heeft over motivatie. „Ik kan
Frans erg goed begrijpen. Wer
kenrode heeft hem en mij weer
vertrouwen gegeven in een toe
komst. Zelf een vak beheersen
geeft uitzicht op een eigen plek in
de maatschappij en daarom doe
ik hier ook ontzettend mijn
best".
Piere heeft de gevolgen van het on
geluk, dat hem twee jaar geleden
trof, nog niet helemaal verwerkt.
„Ik ben er dagelijks mee bezig en
ik ben bang, dat het lang zo zal
blijven. Voordat ik op de motor
werd gepakt had ik het aardig
voor elkaar. Ik zou naar de mts
gaan en vandaar doorstromen
naar een leuke baan, zo had ik het
gepland. Door de schuld van een
ander werd daar een dikke streep
door gehaald".
Door zijn uitstekende instelling
lukt het Pierre over te schakelen
op een nieuw programma. Hij
heeft schik gekregen in het druk
kersvak, dat hij hoe dan ook on
der de knie wil krijgen. „Ik moet
bekennen, dat het me niet ge
makkelijk valt. De opleiding is
goed maar hard. Onze leermees
ter komt uit het bedrijfsleven,
zodat hij ons precies kan vertel
len wat ons te wachten staat in de
maatschappij. We weten nu, dat
we straks tegen een stootje moe
ten kunnen en dat we niet te ge
voelig moeten zijn voor denigre
rende opmerkingen uit de omge
ving".
Overdrijving
Hoewel een realistische houding
tegenover de harde maatschappij
nooit weg is moet men ook op
passen voor overdrijving. De
voorstelling van de jongens over
het bedrijfsleven is weinig hoop
vol. Ze verwachten in een soort
arena te belanden waar de wrede
leeuwen klaar staan om toe te
happen. Frans denkt, dat hij al
leen met „werken en nog eens
werken" een kansje heeft en
Pierre drukt zich nog sterker uit:
Egbert voelt zich gelukkig in zijn kas en ziet de toekomst vol vertrouwen tegemoet.
„Kijk, in een bedrijf draait het
allemaal om de produktie, pro-
duktie en nog eens produktie. Als
je dat niet kunt bijbenen ben je
verloren. Gelukkig worden wij de
hele dag straf getraind".
- Is het je hier tegengevallen, Pier
en het begin was het moeilijk.
Door het letsel aan mijn hoofd
leer ik wat lastig. Instructies
moeten eindeloos worden her
haald. Net zolang tot ik ze auto
matisch kan uitvoeren. Ik moet
zeggen, dat de brochure van
Werkenrode niet overdrijft. Het is
hier zoals daarin wordt beschre
ven. Maar weetje, waar ik als de
dood voor ben? Dat ze me weg
sturen! De leiding heeft wel hon
derd maal tegen me gezegd, dat ik
daarvoor niet bang hoef te zijn.
moet je dan? Ik had misschien
een baantje ergens in een maga
zijn kunnen krijgen. Verder had
de toekomst me niets te bieden.
Hier heb ik een nieuwe kans ge
kregen".
„Zo is het. Als ik straks klaar ben
kan ik aan de slag in een kleine
drukkerij. Jongens als ik zyn na
tuurlijk wel aangewezen op col
lega's en vooral op chefs, die een
beetje in de gaten houden wat
voor soort opdrachten op ons
worden afgeschoven. Als we een
bepaalde taak niet aan kunnen
moet er op tijd worden ingegre
pen, anders klappen we
dicht".
de gemeente Nijmegen en heeft
zich daar binnen vier weken be
wezen als lay out-specialist, re-
produktiefotograaf, offset-druk
ker en binder. Als hy klaar is wil
de gemeente hem graag hebben.
Ook in de harde sector groeit de
waardering. Jo kent een bedrijf,
waarvan de directie enorm is in
genomen met een gehandicapte
jongen. Zelfs zo, dat ze graag be
reid was een nieuwe machine om
te laten bouwen tot het model
waarmee de knaap goed uit de
voeten kan.
„Ik heb zelf gewerkt met diverse
gehandicapte collega's", zegt
Roeleven, „nooit problemen mee
gehad. Wel is het zo, dat ze alle
maal hun gebruiksaanwijzing
hebben. Houd je daarmee reke
ning, dan is er niks aan de
hand".
tien en veertig jaar) waar de cur
sus voor alle vakken (duur ge
middeld twee jaar) op hoog ni
veau staat (administratieve op
leidingen, werktuigbouwkundig
tekenen, elektronica en fijnme-
chanica). In Hoensbroek kunnen
de cursisten worden gehuisvest
in moderne eenpersoonsflats,
terwijl voor de studenten van
Werkenrode aangepaste flats be
schikbaar zijn by het station
Nymegen.
Onzekerheid
Mevrouw H. de Bruyn, docente
administratieve opleidingen,
heeft na dertig jaar ervaring in
leidende functies geleerd, dat
ook voor gehandicapten er geen
enkele reden hoeft te zijn om „de
harde maatschappij" te vrezen.
bedrijven ervan te overtuigen,
dat gehandicapten een uitste
kende prestatie kunnen leve-
- Stelt u het niet te gunstig voor?.
Door de economische teruggang
worden de aanstellingseisen op
geschroefd.
„Dat klopt. Het gaat ons niet meer
zo voor de wind en dat verhoogt
de angst bij onze cursisten. Die
moet je ook niet helemaal weg
praten. Wij zeggen ook, dat nie
mand erop moet rekenen dat de
eerste sollicitatie meteen raak is.
Het komt ook hier aan op vol
houden. en dan maar blijven ho
pen, dat het een keer zal lukken.
Als we dat optimisme niet zou
den kunnen opbrengen konden
we de opleiding hier wel verge
ten. Wij blijven hopen, dat er
werkgevers zijn, die het met onze
cursisten willen proberen. Dege
nen, die het aandurven nemen
een goede beslissing want ze
krijgen mensen in dienst, die al
les zullen doen om goed voor de
dag te komen".
Jacques (26) heeft een huidzieKte.
Die is niet besmettelijk, maar wel
erg hinderlijk. Vooral voor Jac
ques zelf. Hij moet zijn vingers
weg houden van alles wat ruw is.
Doet hy dat niet dan laat de huid
los waardoor hij zich weer een
flinke poos van alle werk moet
onthouden. Jacques heeft een
aantal jaren geprobeerd zich in
een sociale werkplaats staande te
hóuden. Het ging niet. Ook niet
toen hy werd opgezadeld meteen
ogenschijnlijk eenvoudige klus:
enveloppen aftellen. De huid kon
er niet tegen.
Jacques: „Ik leefde van dag tot dag.
Het had weinig zin me een toe
komst voor te stellen, want die
leek er voor mij niet te zijn. Op
Werkenrode ben ik veranderd. Ik
heb nu het idee gekregendat het
toch nog iets met me kan wor
den".
Jacques wil de job van telefonist
receptionist waarvoor hij druk
bezig is zich te bekwamen, 's
Avonds loopt hij stage in Wer
kenrode. „Dan neem ik telefoon
tjes aan van mensen, die iemand
willen spreken. Leuk werk, maar
erg druk heb ik het er niet mee. In
elk geval weet ik, dat ik dit vol
kan houden. Het liefste zou ik
Maar het helpt niet. Ik raak die
angst niet kwijt. Hoe moeilijk het
ook gaat, ik moet slagen op deze
school. Want ik wil later zelf mijn
brood kunnen verdienen. En
meer dan dat: ik streef naar een
leven, dat net zo is als het waar
schijnlijk zou zijn geweest als dat
rottige ongeluk niet was ge
beurd".
Jacob is achttien jaar en zo lang hij
al leeft heeft hij last van spraak-
en evenwichtsstoornis. Nee, hij is
geen gladde prater. Wel een jon
gen, die zijn enthousiasme over
zijn opleiding op Werkenrode
goed kan overbrengen. Jacob
blijft je stralend aankijken als hij
vertelt over zyn beroerde school-
verleden.
„Op de lagere school riepen de jon
gens naar me, dat ik me niet zo
moest aanstellen en op de lagere
technische school lieten ze me
struikelen. Ik ben twee keer voor
het eindexamen gezakt. Tja, wat
Opgebloeid
Jacob is sinds zijn komst op Wer
kenrode zo opgebloeid, dat ze
hem thuis niet meer terug ken
nen. Hij heeft kameraden gevon
den, die hem geen „kruppel"
noemen zoals vroeger op school
gebeurde, maar hem juist het ge
voel geven er helemaal bij te ho
ren. Leermeester Jo Roeleven,
die zelf werkzaam is geweest in
een Amerikaans bedrijf, heeft ui
termate goede ervaringen met
zijn zes drukkersleerlingen. „De
jongens zijn zeer gemotiveerd
bezig. Vergeet even niet, dat ze
straks hun uitkering weggooien
door een job aan te nemen in een
bedrijf. Niemand dwingt ze daar
toe maar ze willen zich met alle
geweld waarmaken. En het lukt
Jo loopt weg met Bert, die zich snel
ontwikkelt tot het welbekende
schaap met de vyf poten. Bert
loopt stage op de drukkerij van
Behalve voor een grafische oplei
ding kan men in Werkenrode ook
terecht voor een functie in de
tuinbouw en de administratieve
sector (de cursus duurt gemid
deld een jaar). De opleiding is
gratis, maar de kandidaat die zich
alleen kan aanmelden via het ar
beidsbureau en-of Gemeen
schappelijke Medische Dienst,
dient aan een paar voorwaarden
te voldoen. Zijn handicap moet
van dien aard zijn, dat een oplei
ding elders minder perspectie
ven biedt, hij moet een redelijke
kans hebben op een arbeids
plaats in het beroep waarin hij
wordt opgeleid, zijn medische
toestand moet zo zijn, dat deze
geen bezwaar oplevert voor de
uitoefening van het beroep en hij
met voldoende capaciteiten heb
ben om de opleiding te vol
gen.
Dat geldt zeker "voor het oplei
dingscentrum in Hoensbroek
(leeftijdsgrenzen tussen de acht
Elk bedrijf is anders en stelt zijn
eigen eisen. De kunst is alleen te
ontdekken welke mogelijkheden
de cursisten hebben en hoe ze die
kunnen uitbuiten. Daarbij mag
niet worden vergeten, dat niet
alle gehandicapten weinig moei
te hebben met de aanvaarding
van het eigen tekort.
„Dat betekent, dat bij het zoeken
naar geschikte stageplaatsen re
kening moet worden gehouden
met de aard van het bedrijf', al
dus mevrouw De Bruyn. „Maar
ook als de geschikte onderne
ming is gevonden moeten onze
mensen leren incasseren en reëel
reageren op hetgeen op hen af
komt. Het is nu eenmaal zo, dat
het bedrijfsleven zich aanvanke
lijk afwerend opstelt. Je merkt
dat men niet goed weet hoe de
omgang moet zijn met gehandi
capten. Die onzekerheid is best te
verklaren. Vanuit het opleidings
centrum proberen wij daar wat
aan te doen eh tevens trachten wij
worden aangesteld bij een of an
dere instelling want ik vrees, dat
ik het in een bedrijf niet zal red
den".
Egbert (20) probeert een baan te
vinden in de tuinbouw. De rech
terhelft van zyn lichaam is vanaf
zijn geboorte spastisch en die
handicap heeft ervoor gezorgd,
dat hij zijn liefste wens niet kan
verwezenlijken. Handige Egbert
wilde zo graag timmerman wor
den, maar in plaats daarvan
moest hij zich een weg zoeken in
een andere richting. Op de lagere
landbouwschool ging het ook
niet zoals hij zich had voorge
steld. De opleiding was gelet op
zyn lichamelijke conditie te hoog
gegrepen, zodat er voor hem niets
anders overbleef dan thuis wat
klusjes op te knappen.
Na twee jaar dobberen kwam Eg-
bert via het arbeidsbureau op
Werkenrode en sindsdien maakt
hij snelle vorderingen. Dejongï
vertelt trots, dat hij in zijn staj
periode sneller werk kon leve;
dan leerlingen van de middelbi
landbouwschool. „Ik geloof,.
ik het in de maatschappij
zal maken. Alles wat in een
kerij zittend kan gebeuren is
mij geen probleem, dankzij
avondcursus tuinbouw, die
achter de rug heb en mijn oplft|
ding hier. Ik kan zaaien, stekkd
oppotten en versteken. Dus
red me wel".
Cursusleider Herman Berteler 1
uit waarom zijn leerlingen
maatschappij goed zullen
komen. „Niet alleen is hun
stelling uitstekend, ze breni
ook een hoop vaardigheid
De opleiding is zo praktijk]
richt, dat ze in het bedrijf dii
inzetbaar zijn. Door hun ham
cap moeten de cursisten zich
bepalen tot minder gevariei
werk. Annie, die moeilijk kan
pen, zal meer problemen hebbi
met helpen in de winkel
kwieke Mieke maar Annie zal
een ander stekje waar 1
komt op stilzitten en concentrai
het weer verder brengen
Mieke. Jammer is, dat de
handicap de andere nogal eeél
oproept.
„Het valt niet te ontkennen,
sommige cursisten zich niet
zeker voelen", aldus Bertelejj
„Ze worstelen periodiek met dé
vraag of ze wel vooruit kunnen iij
de maatschappij met hetgeen zé
geleerd hebben. Er is angst, dal
men de opgedragen taak niel
goed genoeg uitvoert. Die angst ij
volstrekt overdreven, omdat dj
praktijk bewijst hoe zorgvuldig
onze cursisten hun werlj
doen".
André de Hoogh, hoofd van de atj
deling scholing op Werkenrode!
geeft toe dat een opleidingscenj
trum met maximaal dertig plaat]
sen bedroevend weinig is, maaj
hij wijst erop dat men Werkenro
de moet zien jals een zeer voor
zichtig begin. „Wij richten om
speciaal op de motorisch gehan
dicapten, die door het algemeer
onderwijs onvoldoende wordei
opgevangen. Het is nu maar d<
vraag hoe groot de behoefte aai
deze vorm van gespecialiseerc
onderwijs is. Om daar een ant
woord op te krijgen is een uitge
breid onderzoek aan de gang"!
Het onderzoek moet ook uitwiji
zen in hoeverre de opzet van hej
opleidingscentrum moet worden
veranderd.
Niet alleen is het aantal opleidingei
zeer beperkt, ze zijn ook erg teel
nisch gericht waardoor het
trum voor vrouwen niet altiji
even aantrekkelijk is. Werken:
de en Hoensbroek geven n
maar een zeer bescheiden a:
woord op een veelsoortige vra
naar gespecialiseerde hulp. Va:
de steunzoekers
torisch gestoorden
perkte groep.
be
De Hoogh: „Wie bijvoorbeeld i
worden bereikt zijn de men
met psychische problemen. Dij
groep, waarin veel jongeren
ten, wordt snel groter. Ze vere
een specialistische behandelingl
maar tevens een specifieke scho|
ling, die er nu helemaal
Maar ergens moet een start worden
gemaakt. Werkenrode geeft hood
aan een groep gehandicaptei]
voor wie de toekomst er duistej
uitzag. „Zij hebben met onze
leiding een goede kans op
plezierige plaats in de ma
schappij, die immers grote bel
hoefte heeft aan praktisch gel
schoolde mensen", aldus Dj
Hoogh, „maar we houden onszell
voor de gek als we denken dat dj
bedrijven onze cursisten mej
open armen zullen ontvangen. Zj
hebben kruiwagens nodig om oq
een plaats te komen waar ze zicM
kunnen bewijzen".