"Kamer barst uit voegen van persoonlijke ambitie" Laatste burgemeester gaat Kamer verlaten MAARTEN SCHAKEL WAS GRAAG NOG WAT GEBLEVEN M. W. Schakel is burgemeester van de dorpjes Hoornaar. Noordeloos en Hoogblokland in de Alblasserwaard.ln 1964 werd hij lid van de Tweede Kamer voor de ARPHij geldt als een rechts kamerlid, maar zijn gemoedelijk optreden heeft hem in alle stromingen sympathie bezorgd. Schakel is een begenadigd spreker die nimmer een geschreven tekst voor zich heeft. In de Kamer aeldt hii als een expert op on derwerpen als. bestuur, verkeer en vervoer. Hij is ondervoorzitter van de Tweede Kamer, waar hij zijn laatste parlementaire jaar ingaat. Maarten Schakel is aan zijndorpen verknocht. Als er festiviteiten zijn is hij er als het even kan bij. Zijn dorpelingen waarderen dat vandaar dat ze hem bij een feestelijke gelegen heid uitriepen tot hereboer van Noordeloos. Maarten Willem Schakel werd donderdag 63 jaar. Hij zal die dag niet licht vergeten. Niet omdat hij de derde dag van zijn 42e Vier daagse ergens in de buurt van Groesbeek zijn achtduizendste officiële kilometer wegstapte (vergelijkbaar met de afstand Amsterdam-Kaapstad), wel omdat hij vol gens de regels van de ARP nu te oud is voor een nieuwe parlementaire periode. Voor Schakel heeft de bel voor de laatste ronde geluid. Dat spijt hem. Hij had graag nog bijgetekend. Het nieuwe parlementai rejaar, dat tot 1 juni loopt, moet zijn laatste zijn. Weer verliest het Binnenhof een oude rot. En dat niet alleen: met Schakel vertrekt de laatste burgemeester Tiit de Tweede Kamer. Een interview met een boeiend ver teller. ENSCHEDE - „Als ik KVP'er was geweest, had ik mogen blijven. Maar in de ARP geldt nu een maal de regel dat je niet meer gekandideerd wordt in het jaar waarin je 63 wordt. Jammer, maar regel is regel. Volksverte genwoordiger, da's een machti ge opdracht. Je bent een oriënta tiepunt voor veel mensen en groepen uit de Nederlandse be volking. Daar mag je een beetje trots op zijn. Het verplicht je ook enorm. Want de mensen ver trouwen op je. Er is een definitie die me enorm aanspreekt: de mocratie is georganiseerd ver trouwen". Toch ook veel wantrou- „Ja, dat is niet vreemd. In geestelijk opzicht is de Tweede Kamer ver gelijkbaar met Madurodam. Je vindt er een neerslag van alle elementen uit het Nederlandse politieke geestesleven. En dat is zo divers, daarin lopen de denk beelden zo enorm uiteen. Dat geeft een spanningsveld. In dat spanningsveld zijn grote conces sies nodig om tot beslissingen te komen. Dat is het compromis. Ik zeg liever, in dat spanningsveld voltrekt zich het vergelijk. Op de toeschouwer aan de zijlijn maakt dat spel van concessies per defi nitie een indruk van halfheid, koehandel, gesjacher'. „In een dictatuur hebben ze die ge voelens niet. Daar gaat het alle maal geweldig consequent zoals die mannetjes aan de touwtjes trekken. Maar de natie is daar in mijn ogen niet mee te feliciteren. Zoals het bij ons gaat geeft dat onvermijdelijk nog wel eens het gevoel: politiek, dat is een vieze boel. Maar het is een wezens kenmerk voor een divers volk dat tot beslissingen moet komen. Overigens heeft de ene deelne mer in dit proces wel eens meer de neiging om gemarchandeer als wapenteken te voeren, dan de ander'. - Het kamerlid van nu is anders dan van vroeger. „Toen ik hier begon, in 1963, be stond de Kamer uit mensen die in de maatschappij hadden bewe zen tot iets in staat te zijn. Nu wordt meer dan de helft van de kamerbanken bezet door lieden die nauwelijks nog hebben kun nen bewijzen dét ze maatschap pelijk iets voorstellen. Ik vind dat een verarming". „Het kamerlidmaatschap is heel sterk een tussenstation gewor den als opstap naar andere func ties. Mensen als ik, die op 47-jari- ge leeftijd binnenkomen en tot hun pensioen volksvertegen woordiger blijven, dat slag be hoort nu tot de uitzonderingen. De „angry young men" zijn de spelregels gaan bepalen, en daar onder zitten er te veel die de spel regels hanteren: eerst de man. dan de bal. De politiek wordt daar niet wijzer van. Al dat hakketak- kerige gedoe, daar boek je geen goede resultaten mee" „Mijn ervaring is dat het kamerlid vandaag niet minder macht hoeft te hebben dan vroeger. Je invloed op een departement kan groot zi jn. als je de kanalen weet te vin den. en vertrouwen hebt weten op te bouwen. Het gevoel dat het kamerlid tegenwoordig minder invloed uitoefent berust op het feit dat men eigenlijk mee wil re geren. Er zijn nogal wat kamerle den die met bil op de rege- ringsstoel proberen aan te schui ven. Dat leidt tot frustraties". „Het individuele kamerlid legt het altijd af tegen het regeringsappa raat. Het is je taak om medewet gever te zijn, en om het uitvoe rend apparaat te controleren. Maar dat moet jedan nietdoen als een opzichter bij bouw- en wo ningtoezicht maar als een con troleur die alleen de hoofdzaken van het regeringsbeleid toetst. Je doet het als kamerlid goed, niet wanneer je een departement op allerlei details bestookt met vra gen. maar wanneer ze op de grote lijnen het besef krijgen: voor die vent moet je uitkijken. Dan raak je ook niet gefrustreerd". - De politiek wordt harder. „De Kamer is een spiegel van de maatschappij. Ook daarin gaat men harder met elkaar om. Dat heeft verscheidene oorzaken. Brede groepen hebben nu een hoger scholingsniveau. Je ziet een verschuiving van het verzor gende niveau naar de maat schappelijk begeleidende klasse. Een boer die koning op zijn land is. gedraagt zich anders dan drie maatschappelijke werkers bij el kaar. Iemand met lagere school heeft dat hardere minder in zich dan iemand meteen universitaire opleiding. Daarnaast speelt de toegenomen informatie via de massamedia een rol. De i t Schakel rechtsgaat laten zich tegenwoordig veel c tevredenheid aanpraten". - U zei laatst dat in tijden van nood de mensen minder hard met el kaar omgaan. Zelfs koningin Beatrix klapte toen voor u. i Eindhoven an oud-ver zetsmensen en een dwarsdoors- nee van de jeugd. Mijn opdracht was om over te brengen aan die jonge mensen wat die oude garde nood veel sneller de kern van d< mens ontdekt In oorlogsom standigheden zie je ambtsbekle ders die het laten afweten, terwij anderen, van wie dat niet zo op gevallen was. wel veel moed we ten op te brengen. In een volk zit veel niet-ontdekte kracht. In het uur van gevaar ontdek je dat. Ik heb daarvan geleerd: beoordeel je medemens nooit op het eerste gezicht, op zijn uiterlijk, of op ge zag van derden". „Dit is ook een groot verschil met de manier waarop we in de Ka mer met elkaar omgaan. In be staan sgevaar verkeer je daar niet. Men kan wel professionele waar dering voor een tegenstander op brengen. maar anderzijds kan men hier ook keihard en on barmhartig zijn als een medeka merlid of een bewindsman on deraan de buik van het paard komt te bungelen. Ik vind dat ie mand dan genoeg aan zichzelf heeft. Er zijn limieten die je beter niet kunt overschrijden". In de ARP is men ook niet zuinig „Het selectieproces heeft zich niet zuiver meer voltrokken. Diege nen die erbij zijn. zijn kennelijk niet representatief voor het ge heel. Dat is geen verwijt dat je hen kunt maken, het is meer een verwijt dat je kunt maken aan de genen die het kennelijk niet no dig vonden om erbij te zijn op het moment dat de vertegenwoordi gers geselecteerd moesten wor den. Thans is het partijbestuur te vooruitstrevend, en voor de ka merleden van de AR geldt dat nog meer. Die spanning is te groot gebleken". „Te lang hebben leidinggevende fi guren binnen de ARP afhouderig gedaan tegenover het CDA. Nu dat CDA eenmaal een gegeven is, vergt het een enorme spankracht om daarin te functioneren. Ik ben daar toch niet somber over. Anti- revolution airen zijn er niet de mensen naar om zich gemakke lijk te laten ondersneeuwen. Het is een niet weg te redeneren feit dat een aantal anti's in het fusie proces is vermalen. Voor hen zullen anderen opstaan die de kar binnen het CDA zullen trekken. Ik denk niet dat het nog zin heeft naar die teleurgestelden een hand uit te steken. Iedereen moet zelf uitmaken in wat voor politie ke partij hij of zij wil zitten. Wie het niet meer kan opbrengen om de ontwikkelingen in een partij te volgen... Met alle gevoelens van spijt... Ik zeg heus niet opge- ruimd-staat-netjes. maar een po litieke partij is niet een maat schappij tot het redden van poli tieke drenkelingen' „Als ik beschikbaar was geweest voor een functie als staatssecre taris of minister, zou dat defini tief het einde hebben betekend van de band die ik met mijn ge meente heb. Daar had ik geen zin in. Ik heb bij elke kabinetsforma- iii' <i«' formateur doen weten dat ik voor die functies niet beschik baar zou zijn. Ik was direct na de oorlog de jongste burgemeester van Nederland, en ik denk dat ik nu de oudste ben In e!k geval is er geen ander voorbeeld van een burgemeester die al die jaren op één stekkie heeft gezeten". „Het samenspel van die functie als burgemeester van een dorp en het kamerlidmaatschap heeft mij altijd enorm geboeid. Je bent op die manier heel direct met je werk bezig. Ik heb heel welbe wust gekozen voor de tweede rang. Ik ben vice-voorzitter van de fractie geweest, en op dit mo ment nog vice-voorzitter van de Kamer. In die positie voel ik me heel goed. Ik ben in Meerkerk geboren, vijf kilometer van Noordeloos waar ik nu burge meester ben. Dit plekje in de Alblasserwaard is mijn land En dat wilde ik graag zo laten'. „Ik heb me. toen ik daar als burge meester werd benoemd, voorge nomen: ik haal hier ook mijn pensioen. Juist doordat ik het kamerwerk op mijn pad kreeg, kon ik dit werk blijven doen. Men heeft dat in het dorp gewaar deerd. Kortsluitingen waren er nooit Ik ben de laatste fungerend burgemeester in de Kamer. Toen ik hier binnenkwam, had elke grote fractie er één. Die combina tie zou nu niet meer kunnen. Het kamerwerk is een full-time job geworden". - De r kamerleden lopen c Van de achterste naar de voorste bank, en zo snel mogelijk door naar het regeringskasteel. Daar na commissaris van de koningin, of burgemeester van een grote gemeente De snelle doorstro ming heeft het leefklimaat in de Kamer niet positief beïnvloed. Vooral in de grote fractieverban- den worden de ellebogen benut om snel naar voren te komen. Ik denk dat dit proces heel moeilijk omkeerbaar is. In de maatschap pij gaat het niet anders. De Ka mer is niet beter dan het volk. Het volk krijgt de Kamer die 't ver dient". „Ik ben niet zo optimistisch waar dit op uitdraait. De democratie verambtehjkt. Dat hebben de kamerleden dan aan zichzelf te wijten Men patrouilleert enorm in de zijstraten, en controleert te weinig op de hoofdwegen Ik be- o\ a livni wd <i.it de affundt man altijd de neiging heeft het heden te onderschatten en het verleden te overschatten".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 15