Het Surinaamse parlement
voorlopig
maar
helemaal
opzij
schuiven
SERGEANT CHAS MIJNALS
TURF LAAT IN IERLAND DE SCHOORSTEEN ROKEN
SATERDAG 12 JULI 1980
PAGINA 25
PARAMARIBO - Politiek
gezien is sergeant Chas
Mijnals (32) binnen de Na
tionale Militaire Raad
(NMR) van Suriname een
van de meest uitgespro
ken smaakmakers. Hij was
nauw betrokken bij de
staatsgreep van jonge on
derofficieren op 25 februa
ri dit jaar. In Paramaribo's
wonderlijke geruchten
circuit geldt hij als een
man, die het liefst vandaag
nog Fidel Castro zou wil
len binnenhalen. „Een
communist", zegt een
sinds de staatsgreep zeer
verbitterde Nederlandse
vrouw.
Eind vorige week, tijdens de verhit
te demonstratie tegen de Neder
landse manier van ontwikke-
lingssamenwerken in het alge
meen en minister Jan de Koning
in het bijzonder, was het Chas
Mijnals die de menigte toeriep
dat De Koning maar net zo lang in
Suriname moest worden gehou
den tot Nederland alsnog over de
brug kwam met waardevastma-
king van het ontwikkelingsgeld.
inmiddels is de stoom weer van de
ketel, De Koning ongedeerd in
Nederland en Chas Mijnals terug
in zijn kantoortje. Daartoe dient
een keurig betegelde kamer in
het hoofdkwartier van de NMR,
het gebouw van waaruit nog niet
zo lang geleden de zwaar besnor
de kolonel Elstak het parmantige
officiersstokje zwaaide over de
bescheiden Surinaamse krijgs
macht.
De kleine, vriendelijke sergeant
kijkt vanachter zijn groen-witte
bureau op een wat prullig borst-
beeldje. Het stelt een leep grijn
zende man voor, misschien de
Amerikaanse president, die het
devies uitdraagt: „Keep smiling,
the boss loves idiots". Hoog bo
ven het cartertje hangt een smet
teloos wit gala-uniform, keurig in
het plastic. De revolutie is pas
vier maanden oud.
De boze woorden aan het adres van
minister De Koning zijn ver
stomd. De NMR-leden Bouterse
en Horb, die in hun toespraken
onder meer van racisme repten,
hebben zich er in een nogal cryp
tische verklaring van gedistan
tieerd. Ook Mijnals dient nu min
der heet de soep op: „Ik wilde
niet zeggen dat De Koning wer
kelijk vastgehouden moest wor
den. Zoiets zou een ontzettend in
ternationaal incident opleveren.
Het enige waar het mij om ging
was de waardevastheid van het
ontwikkelingsgeld", zegt hij
Polarisatie
Toch is sinds het bezoek van De
Koning sprake van een duidelij
ke polarisatie in de relatie tussen
Den Haag en Paramaribo. Ne
derlandse kamerleden hebben
gesuggereerd dat de resterende
ontwikkelingsgelden maar be
vroren moesten worden zolang
Suriname niet met De Koning wil
praten.
„Waar het ons om gaat", zegt Mij
nals, „is dat er geen voor Surina
me negatieve afhankelijkheid
bestaat van Nederland. Maar we
hebben elkaar nodig op grond
van wederzijds belang. Immers,
Nederland heeft grote financieel-
economische belangen in dit land
en het is voor Suriname minstens
Paul de Vries
- En die bevriezing dan?
„Dat kunnen ze nou wel zeggen,
maar het verdrag tussen Neder
land en Suriname (waarin de
ontwikkelingsrelatie is geregeld
- red.) is een verdrag tussen rege
ringen, dus het kan alleen door
regeringen worden opengebro
ken. Nu zomaar tot bevriezing
overgaan is een volkenrechtelijk
onhaalbare zaak. Die kamerleden
moeten toch wel wat meer
rechtskennis hebben", zegt Mij
nals.
Hij formuleert rustig en soepel, met
voortdurend kleine pretlichtjes
in zijn ogen. Gebruikt achteloos
woorden en constructies, die niet
in de eerste plaats thuis lijken te
horen in de vocabulaire van jonge
onderofficieren en evenmin in
die van militaire standwerkers,
die een paar dagen geleden nog
de vloer aanveegden met alles
wat Nederlands was.
Die polarisatie kan niet alleen de
politieke relatie tussen beide
landen nadelig beïnvloeden,
maar ook zijn terugslag hebben
op de Nederlanders in Suriname
en andersom, maar Mijnals is
daar niet zo bang voor.
„Gelukkig kunnen Surinamers
echt wel een onderscheid maken
tussen Nederland als onder
drukkende macht en individuele
Hollanders. Daarom zie ik het
niet zo snel uit de hand lopen. Ik
hoop dat dit omgekeerd ook geldt
voor de Surinamers in Neder
land".
positief is hoeft
niet bang te zijn, negatieve men
sen willen we niet".
Bij zijn vertrek naar Nederland
heeft De Koning harde woorden
gesproken over de mensenrech
ten in Suriname. „De repressie is
veel erger dan in Nederland be
kend is", zei de minister toen.
„Over welke mensenrechten
heeft Nederland het dan eigen
lijk", vraagt sergeant Mijnals zich
af. „In feite alleen over die van
corruptieve en contra-revolutio
naire elementen", zegt hij verwij
zend naar ex-premier Arron en
een aantal topfiguren uit zijn re
gering, die sinds de staatsgreep
gevangen zitten en binnenkort
voor speciale rechtbanken moe
ten verschijnen.
„Ik vind het hypocriet en tenden
tieus als het daarom gaat, want
Nederland weet donders goed
dat het boter op het hoofd heeft".
En in Nederland is het met de
mensenrechten trouwens niet
veel beter gesteld, meent Mijnals.
„Kijk maar naar de rellen bij de
inhuldiging van Beatrix, kijk
maar naar de manier waarop Su
rinamers in Nederland worden
behandeld".
Bevoogding
Minister De Koning heeft tijdens
zijn recente bezoek aan Suriname
voortdurend benadrukt dat Ne
derland voorstander is van een zo
snel mogelijke terugkeer naar de
parlementaire democratie in Su
riname. Mijnals, fel: „Daar heb je
die bevoogding weer. Het parle
ment is ons 34 jaar geleden opge
legd, als een Nederlandse vin
ding. Tot 25 januari kreeg Suri
name geen kans op eigen crea
ties, in plaats van het klassieke
parlement. Nu wij ons hebben
losgemaakt van de tradities van
het verleden, die aan alle kanten
knelden, is ook de parlementaire
democratie op losse schroeven
komen te staan. Als wij vinden
dat een parlement niet het beste
systeem is, dan heeft Nederland
zich daar niet mee in te la
ten".
Deze week komt een delegatie van
de Internationale Parlementaire
Unie (IPU) naar Suriname om te
kijken hoe de parlementaire vlag
er bij hangt. In deze delegatie zit
ten onder meer Rafael Caldeira,
de ex-president van Venezuela en
het Nederlandse Tweede-Ka
merlid Aad Kosto (PvdA).
Mijnals: „Verdomme, wij hebben
hier opgescheept gezeten met
een parlement dat een verleng
stuk was van de regering. En toch
komt er dan weer een commissie.
Ik vind dat ongewenste inmen
ging. Als wij nu eens vinden dat
er allang erosie van de democra
tie was, dan is dat toch onze zaak
(Van Agt heeft na de staatsgreep,
toen het Surinaamse parlement
via een machtigingswet veel be
voegdheden aan de regering
moest afstaan, gezegd dat de de
mocratie in dat land aan erosie
onderhevig was - red.). Je kunt er
donder op zeggen, dat die delega
tie wel weer met een negatief
oordeel uit de bus zal ko-
- Maar wat vindt u dan dat er in de
plaats van het parlement moet
komen?
„Nou kijk. Het woord democratie
komt toch uit het Griekse demos,
volk, en kratein, heersen? Het
volk moet het dus zeggen. Dat
kan je willen zonder daarbij te
denken aan een traditioneel par
lement op westelijke leest".
„Bijvoorbeeld door allerlei raden
op verschillende niveaus, waarbij
iedereen ze direct naar het hoog
ste niveau kan doorspelen".
- Toch heeft premier Chin a Sen ge
zegd voorstander te zijn van her
invoering van de parlementaire
democratie. Hij heeft zelfs verkie
zingen beloofd in oktober 1981.
Dat staat op gespannen voet met
uw opvattingen.
Mijnals: „Inderdaad, want zeker als
er binnen twee tot drie jaar weer
een parlement komt, betekent
dat geen enkel herstel, geen en
kele verandering. Dan komen de
oude partijen weer aan de macht
met hun politieke verlakkerij.
Dan krijg je de chaos weer. Het
zou naïief zijn te veronderstellen
dat het anders zou gaan. Voorlo
pig is het dus maar beter het par
lement helemaal opzij te schui-
- De verkiezingen ook?
„Nee, je moet steeds werken naar
een vorm van verkiezingen, maar
dat hoeven niet noodzakelijk
parlementsverkiezingen te zijn.
Op dit moment is er een NMR, die
gedragen wordt door het grootste
deel van het volk. Er zijn geen
verkiezingen geweest voor de
raadsleden. Misschien moet dat
wel, ze op hun prestaties beoor
delen. Zoiets".
- Zoiets?
Mijnals: „Ja, want ik vind niet dat
we tot sint-juttemis moeten blij
ven zitten. We zijn zeker niet uit
op consolidering van de macht.
steeds. Daarom zie ik dit soort
dingen niet nog eens gebeuren.
Per slot is het Chin a Sen, die
moet uitmaken of hij met iemand
kan werken en natuurlijk zal hij
het zichzelf niet onmogelijk ma
ken".
- In verklaringen van de NMR en de
legertop wordt voortdurend ge
hamerd op de bewustwordings-
taak van het leger. Hoe gaat dat
in z'n werk?
„Er komt een ontwikkelingsleger",
zegt Mijnals. „Dat zal een belang
rijke rol spelen in het economi
sche proces, maar ook op educa
tief terrein. Vergeet niet dat de
volledige politisering van het le
ger sinds 25 februari een feit is.
Dat kan niet meer worden terug
gedraaid".
- Maar da t betekent toch ook dat het
leger een groot aantal sectoren in
de samenwerking gaat controle-
Mijnals: „Zeker, maar dan in posi
tieve zin. Dat is dan nog geen dic
tatuur. Wel een controle op be-
leidsdaden op allerlei ni-
„Nee, het is misschien een experi
ment voor de hele wereld, dat het
leger zoveel controle heeft zonder
het odium een dictatuur op zich
te laden. Het is belangrijk voor de
wereld dit te volgen en te steu
nen. Ik ben ervan overtuigd dat
als het hier slaagt, het dan overal
navolging zal krijgen. Als het lukt
dan kan zelfs Nederland er een
voorbeeld i
Er moeten wel regels komen en
een vorm van verkiezingen. Mis
schien een soort referendum. We
zijn nog pas aan het begin". Hij
zegt het aarzelend, hardop den
kend.
Als we spreken over de verhouding
tussen de regering en de NMR
voelt Chas Mijnals zich op veili
ger terrein. Hij valt terug op de
formule, die na moeizaam onder
handelen is gevonden. Deze
houdt in dat de regering de be
leidsverantwoordelijkheid
draagt en de NMR die onder
steunt, controleert en tevens ver
antwoordelijk is voor de „volks
mobilisatie". Toch is het een
wankel evenwicht.
„Dat zijn soms gevaarlijke gissin
gen", lacht Mijnals. „Het is dui
delijk dat de regering moet rege
ren. De regering is echter niet op
normale wijze aan de macht ge
komen, maar door een ingreep
van de militairen", zegt hij veel
betekenend.
- Houdt die controlerende laak in
dat de NMR bijvoorbeeld een mi
nister kan terugfluiten.ook als de
minister-president daar geen
aanleiding toe ziet?
Mijnals: „Als een minister onge
wenst is dan zou Chin a Sen zeer
onverstandig zijn als hij hem liet
zitten. Dat hebben we meege
maakt met Van Rey". (Voormalig
NMR-lid, later minister van de
fensie en politie, gewipt onder
druk van de NMR - PdV.).
„De premier had een goede relatie
met Van Rey. Er is toen nauw
overleg geweest en dat is er nog
Mijnals: „Inderdaad, we kunnen
zelfs werken met burgers, in
dienst van het leger".
- Nu staat een nieuwe Nederlandse
militaire adviseur op het punt
naar Suriname te vertrekken,
majoor Kooiman uit Harderwijk.
Hij krijgt tot taak de opleidingen
binnen de Surinaamse krijgs
macht te organiseren. Verwacht
Mijnals dat Kooiman zich en
thousiast achter zijn opvattingen
zal stellen?
„Inderdaad. De Nederlandse mili
taire adviseurs zullen achter het
idee van een ontwikkelingsleger
moeten staan. We hebben weinig
aan een adviseur, die zich slechts
met de oorlogstaken van het leger
wil bezighouden. Als ze niet vol
doen, dan zullen ze bedankt wor
den".
- En als majoor Kooiman daar nu
eens weinig voor voelt?
Mijnals: „Zijn komst berust op
reeds gemaakte afspraken. Ik
verwacht dat die worden nage
komen".
De weg terug naar de kazernepoort
voert door een kamertje, Suri
namers van allerlei slag zitten te
wachten op hun beurt om met
een van de NMR-leden te kunnen
praten. Sommigen komen om
nieuwe staatkundige opvattin
gen te slijten, anderen weten iets
naars van hun buurman. Ik word
aangeklampt door een oude man
in een smoezelig wit hemd. „Ze
zijn veel te hard van stapel gelo
pen", fluistert hij. „Ik zal die jon
gens wel eens even vertellen dat
ze een toontje lager moeten zin
gen".
DUBLIN - Om de hier al weer jaren niet
meer uit de schoorstenen komende
lucht van brandende turf op te snui
ven, hoeft men in Ierland niet tot de
winter te wachten. Daar kan die prik
kelende geur ook in het hartje zomer
worden geroken. Niet enkel op het
platteland, dicht bij de vindplaatsen
van deze brandstof, maar ook in de
stad. Op een koele zomerdag mogen de
Ieren 's avonds graag de kilheid ver
drijven dooreen lurlbrikette branden.
Trouwens het zou niet best zijn de Ie
ren de kost te moeten geven, die koken
op turf, waarvan de hitte wordt ver
sterkt door kolen uit Polen. Elektrici
teit is immers aanmerkelijk duurder
geworden. Vooral op het platteland
zijn nog heel wat kolenfornuizen. Ove
rigens worden door de duurder wor
dende olie ook heel wat centrale-ver
warmingskachels geschikt gemaakt
voor steenkool en turf. Het land heeft
per slot van rekening nog turf ge
noeg.
Door deze ontwikkeling worden de bri
ketten de laatste jaren gedistribueerd.
Niet elke wederverkoper kan langer
maar raak van de drie fabrieken be
trekken. Die bedrijven draaien dag en
nacht en zorgen voor een produktie
van bijna 400.000 ton. De grondstof
voor die briketten-de fijngemalen turf
- is ook voor zeven van de negentien
elektriciteitscentrales bestemd. Twee
van de zeven gebruiken enkel 'echte',
één wordt gestookt met turf en turf-
strooisel en vier enkel met strooisel.
Met elkaar hebben die centrales een
capaciteit van 427,5 megawatt. Vol
doende om een kwart van de Ierse be
hoefte aan elektriciteit te dekken. Ten
opzichte van de olie-import levert dat
een besparing op van 250 miljoen gul
den. De moeite waard dus. Daarom
wordt de capaciteit van de met turf ge
stookte centrale Shannonbridge van 80
op 160 mW gebracht.
Er is dus meer gemalen turf nodig. Ook
voor de fabricage van briketten, want
de vierde fabriek komt volgend jaar in
gebruik en de bouw van een vijfde
wordt voorbereid. Het groene eiland
heeft echter voorlopig veen genoeg.
Ongeveer twintig procent van de op
pervlakte is bedekt met veen; dat is
rond 400.000 ha. Ongeveer tienduizend
jaar heeft het veen nodig gehad zich te
vormen; in dik vijftig jaar zal het afge
graven zijn. Tenminste als men niet
dieper gaat dan nu, want men laat een
halve meter zitten. Dit om een goede
ondergrond voor land- en tuinbouw te
scheppen.
Wie een tocht over het eiland heeft ge
maakt, zal ongetwijfeld iemand zijn te
gengekomen, die op een met manden
beladen ezel een vrachtje turf heeft op
gehaald. Dat is de ouderwetse manier
van zelfvoorziening. Moderner turf
gravers voor eigen behoefte gaan met
een auto met aanhangwagentje het
veld in. Vaak op de vrije zaterdag en
dan met de hele familie. Een boer met
wagens vol turf achter een tractor is
ook geen uitzondering meer. Ook hij
doet vooral aan zelfvoorziening, al le
vert hij ook wel aan vrienden en ken-
Dé turfwinning vindt echter machinaal
plaats. Wie toevallig eens bij zo n veen
derij-project komt, raakt onder de in
druk van de grote machines, die het
veen afgraven over stroken van 15,2
meter breed en een lengte van 4,8 ki
lometer. Ierland heeft op dit gebied de
zaken grondig aangepakt, met het no
dige vallen en opstaan. Gevallen zijn in
het begin enkele particuliere onder
nemingen, die met de machinale pro
duktie zijn begonnen. In 1934 zette de
regering de schouders onder de turf
winning via de Turf Ontwikkelings
maatschappij. die in de crisisjaren
vooral ook ten doel had zoveel moge
lijk mensen aan het werk te houden. De
tweede wereldoorlog vestigde extra de
aandacht op de mogelijkheden, die een
doelmatige turfwinning bood. Ierland
bleef buiten de oorlog maar ondervond
daarvan wel de gevolgen, omdat aan
voer per schip van kolen en olie bijna
onmogelijk werd. De ontwikkelings
maatschappij werd in 1946 gereorgani
seerd en heet nu Bord na Mona (na Mo-
na is het Ierse woord voor turf). Deze
ontwikkelingsmaatschappij is een se-
mi-overheidsinstelling, die door de re
gering van geld voorzien wordt. De
maatschappij maakt thans winst, niet
in de laatste plaats ook door de sterk
gestegen olieprijzen, die ook de prijs
van mrf meetrekt.
Bord na Mona heeft de zaken grondig
aangepakt. Veel werd geleerd van
Duitse en vooral Russische turfma-
kers. Rusland is een reus in turf. De
produktie daar is veel groter dan in
Ierland, maar de Ieren hebben thans
een moderner machinepark. Dit is op
gebouwd door elders verworven ken
nis, maar vooral ook door de vervol
makingen, die de eigen technische staf
heeft uitgedokterd. Een kleine 2400
machines staan nu een 7500 turfma-
kers ter beschikking op 22 objecten. De
echte handenarbeid is veel minder
sterk gestegen dan de produktie van
turf, die nu een kleine vijf miljoen ton
bedraagt met daarenboven nog eens
ruim een miljoen kubieke meter aan
tuinturf.
Het vervoer uit de velden vindt plaats
met 4300 spoorwagons, waarvoor 1120
km rail moest worden aangelegd Elk
jaar komt daar nog eens 240 km rail bij
Bord na Mona is dus een groot bedrijf
met een wetenschappelijke aanpak.
Heel wat kennis is dus van elders ge
haald. Daarvan getuigt de bibliotheek
met 5000 boeken over de vervening en
2000 kleine publikaties in verschillen
de talen en nog eens 1750 vertalingen in
het Engels. Ierland weet ook ongeveer
alles van de manier, waarop in Neder
land turf is gewonnen. Via een kwar
taalbericht exporteert het nu zelfken
nis naar 44 landen. Het land is leer
meester voor turfmakers uit Finland
en Zweden, alsmede voor enige Afri
kaanse landen, die de schreden op het
gebied van turfmaken gaan zetten.
Zelf graaft het land op het ogenblik een
71.000 ha veen af. De eerste 2000 ha is al
in cultuur gebracht. Het is hoofdzake
lijk grasland, maar Bord na Mona
denkt ook aan bos- en tuinbouw. Daar
voor zijn al 'verspieders' naar Neder
land en Duitsland gezonden. Op eigen
proefbedrijven worden de zaken ver
der ontwikkeld. In en bij de graverijen
zijn al acht dorpjes gesticht met een
kleine 900 woningen. Alles is in ont
wikkeling voor de tijd na de turf en dat
is rond het midden van de volgende
„Wij hebben er straks een stuk cultuur
land bij als de polders in Nederland
zegt men bij Bord na Mona. welke on
derneming er ook toe bijdraagt, dat el
ders in de wereld landbouwgrond
wordt verbeterd, want de tuinturf
wordt uitgevoerd naar Groot-Brittan-
nie en de Kanaaleilanden, de Canari-
sche eilanden, Spanje, Het Midden-
Oosten, Japan, Australië en West-In-
die. In totaal voor een 35 miljoen gul
den en voor dat geld kan op de eigen
bedrijven weer heel wat onderzoek
worden gedaan in het kweken van
groente, bomen en heesters, het verbe
teren van het grasbestand en het fok
ken van vee.