Franse confectie grijpt terug op haar klassieke pak IPCftv Boek over Coco Chanel bestseller Boek over de 'katoenkoning' Strijd om dame-titel PAGINA 20 MAANDAG 30 JUNI 1980 GcibrielleChanel in 1909 enkele ja\ mode-ontwerpster en zakenvrouw. (Door Leens Macaré) „Vroeger zagen vrouwen er uit als boegbeelden van schepen. Dankzij Chanel lijken ze tegenwoordig op kleine ondervoede tele- grafistes". De weinig vleiende vergelijking wordt toegeschreven aan Paul Poiret die (met Worth, de Parijse coutu rier van Engelse afkorpst) gerekend wordt tot de grondleggers van de Fran se modewereld in het be gin van deze eeuw. Hij was niet de enige couturier die zich negatief uitliet over de veel zijdige successen van de be roemde vrouwelijke collega Chanel: men verweet haar dat ze de mode op straat gooide, en de luxe van de „haute couture" de gradeerde door het gebruik van haar ongewone materialen. Maar Pierre Card in, ontwerper en za kenman achter een van de groot ste modeconcerns van deze tijd, noemt haar „de ontwerpster die de moderne vrouw heeft uitge vonden". Gabriëlle Chanel, de Franse mode ontwerpster die als „Coco" Cha nel tientallen jaren zo'n opval lende rol speelde in de Parijse mode, werd bijna een eeuw gele den geboren: in 1883. Bijna tien jaar na haar dood (ze stierf begin 1971) lijkt het erop dat haar stijl opnieuw gaat meespelen in de mode. Een van haar populairste ontwerpen, het jarenlang over de hele wereld gekopieerde „Cha- nel-pak", komt terug in de collec ties die de Franse confectie-in- dustrie komend najaar op de markt wil brengen. De modeklok wordt twintig jaar en langer te ruggezet met rechte pakken van grove wollen tweeds, met afge- biesde randen en zakjes, bijpas sende voeringen, metalen knoopsluitingen. Franse mo debladen schrijven al over „Le style Chanel 80". Die poging tot een wedergeboorte van de Chanelstijl heeft waar schijnlijk alles te maken met een sterke opleving van de belang stelling voor de levensloop van wijlen Chanel. In Frankrijk zijn in betrekkelijk korte tijd er,kei boeken over haar verschen. n dip niet alleen haar modieuze erlv nis maar vooral haar privèleven tot onderwerp hebben. De twee be kendste en interessantste publi caties (de biografie „L'Irrègulié re" en het fotoboek „Le Temps Chanel") zijn van Edmonde Charles-Roux die na de Tweede Wereldoorlog moderedactrice van het blad Elle werd, en daarna gedurende twaalf jaar chef redactie van het internationale modetijdschrift Vogue was. Als een detective is zij op zoek ge- gaan naar gegevens en fotomate riaal rondom het levensverhaal van Gabriëlle Chanel, die haar afkomst en familieomstandighe den altijd hardnekkig geheim had gehouden. „L'L règuliére" verscheen een paar jaar geleden, maar het onlangs gepubliceerde fotoboek „Le Temps Chanel" biedt veel meer dan alleen de le- vensgeschiedeni s van Chanel. Het is een document vol nooit te voren gepubliceerde foto's, die het tijdperk tussen de twee we reldoorlogen tot leven brengt en waarin Chanel met haar mode en levenswijze als symbool van dat tijdperk centraal staat. „Nieuwe vrouw" De levensgeschiedenis van de be kwame en gedreven mode-ont werpster Chanel zou heel kort kunnen worden samengevat in een sensationele kreet als „arme wees werd succesvolle zaken vrouw". Het is het verhaal van het onbemiddelde meisje dat in weeshuis ep kloosterschool wordt opgevoed nadat haar moe der is overleden, en haar vader met de noorderzon verdween. Later werkt ze in een textielzaak en probeert artieste te worden door (gratis) als naamloos zange resje op te treden. Het liedje over een zekere Coco dat ze avond aan avond zong, is levenslang haar voornaam en handelsmerk gebleven. In die tijd groeiden er contacten met gefortuneerde mannen die haar introduceerden in de mon daine wereld van die dagen, en haar financieel op weg hielpen naar het onafhankelijke leven van succesvolle zakenvrouw dat ze als ideaal voor ogen had. Die levensstijl heeft ze bereikt en met hand en tand verdedigd; ze had „begeleiders", vrienden en min naars met klinkende namen, ti-, tels en posities, maar bouwde in tussen een winstgevende mode carrière op die later een al even lucratief verlengstuk kreeg in de parfum- en cosmeticabran- che. Ze begon als hoedenontwerpster, opende vlak voor de Tweede We reldoorlog boetieks in de dure badplaatsen Deauville en Biar ritz, en ging kleding maken voor de „nieuwe vrouw" van die tijd: de vrouw die naar geestelijke én lichamelijke vrijheid haakte, kleding eiste die bewegingsvrij heid gaf, waarin gedanst kon worden. Haar ontwerpen gaven het antwoord op die ontwikke ling die door de Eerste Wereld oorlog werd versneld. „Chic en comfortabel" noemde ze haar kleding; ze stelde de echtheid en eerlijkheid van haar ontwerpen tegenover wat ze noemde „de valse chic van de onnatuurlijke modelijn". „Mannelijke kleren „Functionele kleding was haar uit gangspunt. Ze liet zich inspireren door de sportieve kleding van de mannen en de werkkleding van de vrouwen in haar tijd. Ze ging om met grote kunstenaars van haar tijd, zoals Picasso. Dat heeft haar smaak gevormd wat betreft het weglaten van het overtollige. Ze nam bewust mannelijke ele menten in haar kleding op. Dat was destijds een zeer geëmanci peerde aanpak", zegt Ietse Meij, medewerkster van het Neder lands Kostuummuseum in Den Haag dat in zijn collecties onder meer een karakteristiek Chanel- pak uit de jaren zestig heeft. In die jaren beleefde de Chanel-stijl een heropleving in de modewe reld. Gabriëlle („Coco") Chanel die in 1940 bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog abrupt haar bedrijf sloot eh haar manne quins ontsloeg, kon in 1954 de dictatuur van de (door mannen beheerste) Parijse modewereld niet langer passief aanzien. Ze was de zeventig gepasseerd, maar begon weer collecties te ontwer pen en wist met haar losse ge makkelijke snit in soepele stoffen (vooral jersey en tweed) opnieuw naam te maken. Tot diep in de jaren zestig is het Chanelpak het dankbare basis- stuk-voor-alle-gelegenheden ge weest in de kast van talloze, niet meer zo jonge vrouwen. Dat kos tuum is het paradepak geworden van het huis Chanel, terwijl toch andere „uitvindingen" van Cha nel (zoals de voor hun tijd revolu tionaire hemdjurken en de sport en vrijetijdsmode) veel meer zeg gen over haar visie op vrouw en mode. In de modetijdschriften van zo'n jaar of zestig geleden schreef men over de drie Ch's: Chanel, Chemi se, Chenille. Oude jaargangen van Engelse en Amerikaanse edi ties van het invloedrijke mo deblad Vogue verwijzen in hun bijschriften bij de Chanelmodel- len naar die drie Ch's en tekenen erbij aan dat het materiaal „van zelfsprekend" jersey is. Ietse Meij: „Het waren begrippen die bij Chanel hoorden. Chemise stond voor haar hemdjurken die, evenals de heel lange truien, zo karakteristiek voor haar ontwer pen zijn geweest. Chenille voor het materiaal dat ze voor het af- ChemiseChanel, Chenille en jersey: karakteristiek voor de kleding die Chanel voor de "vrije vrouwen"' ontwierp. Deze illustratie komt uit een Vogue-nummer van 1916. biezen van de kleding gebruikte. En jersey is niet weg te denken uit haar modevisie. Midden in de Eerste Wereldoorlog kocht ze een hele baal onverkoopbare jae- gerkleurige jersey, eigenlijk be stemd voor het maken van on dergoed. Chanel maakte er bo venkleding van en ook dat was In de modewereld wa/Tfond de ja ren zestig de naarrfBoussac een begrip, verbonden aan (Franse) katoenen stoffen van hoge kwali teit en met schitterende dessins. Het Boussac-rijk zoals het werd genoemd, stortte op zeker ogenblik in, en onlangs overleed ook de stichter van dat rijk: Mar cel Boussac. Hij is bijna negentig geworden en bleef tot kort voor zijn dood roepen dat hij, als ie-_ mand hem enkele honderddui zenden francs zou willen schen ken, het bedrijf onmiddellijk op nieuw zou opbouwen. Het is een van de vele uitspraken die de Franse juriste Marie-France Pochna in de afgelopen jaren tij dens gesprekken met de bejaarde „katoenkoning" en zijn naaste medewerkers heeft genoteerd. De biografie van Boussac die ze aan de hand hiervan schreef, ver schijnt komende zomer bij de Franse uitgeverij Laffont, en wordt aangekondigd als een boek over „een man die in wezen altijd alleen was: nooit heeft hij, vaq, wie dan ook, een advies willen eigenlijk nog steeds gedragen. een moderevolutie. Het begin van de opmars van machinaal- gebreide bovenkleding". Chanel was ook de gangmaakster van de zogenaamde costume je welry: grote, vaak extreme fanta siesieraden, lange kettingen, gro te namaakparels. Ze droeg ze zelf, in vaak overdadige onderlinge combinaties, zoals ze ook haar ei gen kleding droeg; ze was in feite de topmannequin van haar eigen huis. Tegen het eind van de jaren twintig droeg ze „mannelijke" twee djasjes, in de jaren dertig ver scheen ze in ruimvallende pan talons met pull-overs, turbans en bossen kralenkettingen. Ze ont wierp de strandpyama voor vrouwen, maakte gemakkelijke jersey ensembles met driekwart vesten en rechte rokken, combi neerde tweeds met jersey bloezes en parelkettingen, en maakte vrijetijds- en strandkleding die geinspireerd was op matrozen- en visserskleding. „Comfort" was bij al die kleren steeds weer het sleutelwoord. Op de foto's uit haar latere levensja ren, genomen in de zenuwslo pende uren voor en tijdens de presentatie van een nieuwe col lectie draagt ze vrijwel aHijdt „het" Chanelpak, met een kleine platte hoed en dikke rijen kettin gen. Edmonde Charles-Roux be schrijft hoe Chanel in die laatste creatieve periode van haar leven aan de vooravond van haar mo depresentaties er aan toe was: „Uitgeput, levend-op een enkel glaasje water en altijd onvoldaan over het resultaat". Museum „zwarte" vrouwenhistorie In de Amerikaanse stad Washing ton staat, volgens een bericht in het Amerikaanse feministenblad Ms., het eerste en enige mifieum voor „zwarte" vrouwengeschie denis in de Verenigde Staten. Het museum verzamelt boeken, ma nuscripten en andere documen ten over de historie van de Ame rikaanse vrouw van Afrikaanse afkomst, en wil tentoonstellingen organiseren over belangrijke as pecten van deze geschiedenis,1 zoals de opkomst en de strijd van de zwarte vrouwenbeweging. Ook wordt gewerkt aan een in ventarisatie van particuliere ver--, zamelingen over de historie van i de „Aframericans". De grootste' van deze particuliere verzame-j lingen is in het bezit van een int Los Angeles wonende negerin en j omvat „zwarte" literatuur vanf 1790 tot heden, authentieke regi-* stratielijsten van plantageslavenj uit de achttiende eeuw, grammo-; foonplaten van de afgelopen ze-.» ventig jaar, en archiefstukken' over zwarte film- en toneelster-jj Een getrouwde vrouw is een me-» vrouw, een ongetrouwde vrouw' blijft een juffrouw. Aan die inge-J roeste en in feite belachelijke ge-j woonte is in Nederland de laatste jaren vanuit de emancipatiebe weging nogal gesleuteld en met enig succes. Het Duitse vrou wenblad Emma schrijft over een Duitse vrouwenactiegroep die nog een stap verder wil gaan: men streeft naar de aanspreekti tel „Dame". Tien jaar geleden liet de directrice van de plaatselijke leeszaal in de stad Bad Harzburg al aan alle daarvoor in aanmer king komende instanties weten dat zij als zodanig wenste te wor den aangesproken en -geschre ven. Niet als Fraulein (juffrouw), niet als Frau (mevrouw), maar als Dame. Haar argument de beide eerste benamingen geven alleen maar de mensensoort aan, even als het woord man. Maar de man nen worden benaderd met de beleefdheidsvorm Herr, en in dat licht vindt zij dat ook de titel Da me moet inburgeren. Sinds enige tijd staat ze niet meer alleen. Zo'n vijfhonderd vrouwe lijke stadgenoten zijn het met haar visie eens, en hebben hun handtekening gezet onder een brief aan de minister-president waarin hun motieven uiteen worden gezet. Als de dames hun zin krijgen, wordt op alle officiële formuleren en enveloppen het „Herr-Frau-Fraulein" in de toe komst vervangen door „Herr- Dame".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 20