Duits op tv want 'de kiiker is lui Aal is en blijft mysterieuze vis Wat sportvisser niet moet doen ZATERDAG 14 JUNI 1980 EXTRA PAGINA 29 Wouter Hendrikse Het is warm in de studio. Twee oudere acteurs staan ingespannen naar een groot televisiescherm te kij ken waarop een Franse film te zien is. Na vier se conden wordt het beeld onderbroken en het frag ment opnieuw gestart, ditmaal zonder geluid. De twee acteurs spreken vanaf een katheder de tekst opnieuw in, niet in het Frans maar in het Duits. Nasynchronisatie: een fenomeen waarvan het Ne derlandse volk dankzij de kabeltelevisie tegen woordig volop kan „genieten". is. dat de Duitsers nu zo ver zijn dat ze het niet eens meer door hebben dat het nage synchroniseerd is. Het is in Duitsland een traditie gewor den. De mensen zijn er zo aan gewend dat ze stomverbaasd zijn. wanneer ze horen dat bijvoorbeeld Clark Cable En gels spreekt. Nasynchronisa tie is een compromis, net zo goed als ondertitels dat zijn. Het voordeel van ons systeem is dat we veel minder van de film". Onze oosterburen zweren bij nasynchronisatie. Nederlan ders moeten er niet zoveel van hebben: een Amerikaanse cowboy moet Engels spreken en niet Nederlands of Duits. Dustin Hofman vol overtui ging „Ich liebe dich" te horen zeggen is op zijn zachtst ge zegd een beetje vreemd. Het klopt gewoonweg niet. Het Westduitse film- en televi siebedrijf Bavaria in Mün- chen is een van de grootste nasynchronisatiebedrijven van dat land. Zowel televisie series als buitenlandse speel films worden er van Duitse teksten voorzien. Grote man daar is Uwe Gaube. Je zou het niet van hem verwachten, maar hij heeft een verschrik kelijke hekel aan nasynchro nisatie. Ook hij vindt het be lachelijk om Columbo „Ja- wohl, sir" te horen zeggen. Aan ondertitels echter heeft hij een nog grotere hekel. „We passen nasynchronisatie toe omdat ondertitels ons, het Duitse volk, helemaal niet liggen. Ondertitels vereisen van de kijker kennis van de taal die in de film wordt ge sproken. Negentig proc'ent van de Duitsers spreekt al leen de moedertaal. Engels is uit den boze, laat staan een andere taal. Bovendien vind ik dat een ondertitelde film teveel aan kwaliteit ver liest". „De kijker moet zich enorm concentreren om de regels te lezen en verliest daardoor veel van het beeld, terwijl de dialoog onvolledig wordt. Ondertitels worden in een soort telegramstijl toege voegd. Als je de taal waarin de film gesproken wordt niet machtig bent, dan irriteren die ondertitels". „Ik kan me heel goed voorstel len dat men zich in Nederland ergert aan Duits gesproken Amerikaanse films. Het is ook raar en onjuist. Maar een feit In opstand De Duitse televisie heeft lang geleden eens getracht de na synchronisatie overboord te zetten en er ondertitels voor in de plaats te brengen. He laas, het Duitse publiek kwam massaal in opstand en het experiment kwam zeer snel tot een roemloos einde. Volgens Uwe Gaube vormen de Duitsers een lui volk, dat zich niet wenst te interesse ren voor andere talen. „In de oorlogsjaren waren er in de Duitse bioscopen uiter aard geen buitenlandse films te zien. Het Duitse publiek was dus al enorm gewend om films te zien in de eigen taal. Na de oorlog werd de markt overstroomd met Engelse, Amerikaanse en Franse speelfilms. Uit een soort chauvinisme is •men toen gaan nasynchroniseren". „Bovendien was het goedkoper dan ondertiteling. Het ge beurde dan ook erg slecht. Ik denk dat we nu perfect na synchroniseren. Dat hangt natuurlijk nauw samen met de bekende Duitse Grund- lichkeit, maar je kan van ons zeggen wat je wilt, nasynch roniseren is iets dat niemand ons kan verbeteren". Uwe Gaube heeft gelijk. Bij be studering van een willekeuri ge serie of speelfilm zal het zelfs de grootste criticus op vallen dat de meeste teksten UweGaube: Duitserszweren bij nasynchronisatie". zelfs lipsynchroon zijn, iets dat voor de Duitsers zeer zwaar telt. Hierdoor zijn de kosten wel zeer hoog. Een uur synchronisatie kost tussen de 30.000 en 40.000 mark en men is er gemiddeld een maand mee bezig. "Dezelfde stem" „Wanneer we opdracht krijgen om een Amerikaanse speel film te synchroniseren wordt er eerst uitvoerig vergaderd. Daarbij zijn betrokken de re gisseur. de vertaler en ik. We bekijken de film en zoeken dan de-acteurs uit. Zij moeten zoveel mogelijk de stem heb ben van degene wiens tekst ze gaan inspreken. Er zijn bij voorbeeld acteurs die altijd John Wayne doen of actrices die gespecialiseerd zijn in Barbara Streisand". „De vertaler krijgt opdracht de film zo te vertalen, dat het mogelijk is de meeste teksten lipsynchroon op te nemen. In 99 procent van de gevallen hoeft hij alleen grammaticale veranderingen aan te brengen en daar streven we ook naar; we hoeven tenslotte geen nieuwe film te maken". „Als we een langdradige bui tenlandse serie krijgen, dan herschrijven we die wel eens. Om het aantrekkelijker te maken. Voordat de auteur aan de slag gaat, heeft de re gisseur de hele film in stukjes van 4 seconden gesneden. De schrijver, inmiddels gereed met zijn vertaling, gaat dan de Duitse teksten inpassen, vaak zinnetje voor zinnetje. Wan neer dat klaar is gaan de re gisseur en een opnameleider met de acteurs aan de slag. Na dit stadium moet het geheel nog worden gemonteerd en voorzien van achtergrond geluiden en muziek. Het is relatief gezien een heel com plexe werkwijze, maar we moeten wel". Ondanks de onwil van de be volking vreemde talen aan te horen, begint er langzamer hand wel wat kritiek te ko men op het Duitse systeem. Vooral de Duitse pers let scherp op in hoeverre na synchronisatie de film schaadt. „Ik heb zeker het idee dat de mensen wat be wuster beginnen te worden", zegt Gaube. „De laatste jaren krijgen we brieven van boze kijkers, die de vertaling niet goed von den. En de Duitse pers is be zig de interesse voor het ori gineel weer op te wekken. Door deze ontwikkeling wor den op het derde net nu ook regelmatig ondertitelde films uitgezonden. We hebben plannen liggen om binnen twee jaar via twee geluidska nalen te gaan uitzenden: ka naal links in de originele taal en kanaal rechts in het Duits. Dan kunnen de kijkers kie- „De kritiek die we te horen krij gen, nemen we zeer ter harte. We roepen de mensen die aan zo'n omstreden film hebben meegewerkt bij elkaar en spreken de hele film nog een keer met hen door. Om te zien wat er mis is gegaan. Vaak ligt het dan aan de schrijver. Er zijn in Duitsland maar heel weinig auteurs die voor na synchronisatie kunnen schrijven". Aan de andere kant kan de Duitse televisiekijker de „vertaling" moeilijk controle ren. omdat hij het origineel niet kent. Bij Engelse come dyseries bijvoorbeeld komt het voor dat de vertaler - in moeilijkheden gebracht dooi de onvertaalbare Britse hu mor - zelf maar een geheel nieuw verhaal schrijft. Gehoorgestoorden Een groep Duitse kijkers voor wie nasynchronisatie bepaald niet het ideale systeem is, wordt gevormd door de ge hoorgestoorden. Hebben de zen in Nederland een eigen journaal en een steuntje in de rug in de vorm van ondertite ling. zelfs - via Teletekst straks - van de eigen taal, in Duitsland staat men niet bij deze gedupeerden stil. Bij Uwe Gaube, die al vele jaren in het nasynchronisatievak zit verschijnt een glimlach op het gezicht. „Verrek", zegt hij, „daar heb ik nog nooit aan gedacht. Het is inderdaad een enorm gemis voor deze men sen. Nee, daar hebben we echt nooit rekening mee gehou den, maar ze hebben volgens mij ook nog nooit aan de bel getrokken. Waar we wel over spreken is dat het opvoed kundige element die een film kan hebben, door die buiten landse taal. verdwijnt als je nasynchroniseert". Een bezoek aan de nasynchro nisatiestudio's van Bavaria. Mijn eerste indruk: je zal maar acteur of regisseur ge worden zijn en dan hier te rechtkomen. Regisseur en cutter (snijder) zitten in een klein, met apparatuur volge pakt hokje achter een grote ruit. Daarvoor staan de ac teurs en een dame die erop moet toezien dat de spelers goed synchroon en met de juiste intonatie inspre ken. Zowel deze dame als de regis seur en de cutter moeten met een scène akkoord gaan voordat aan het volgende fragment kan worden begon nen. Gevolg: alles moet vier of vijf keer over. Nogal trots ver telt de regisseur dat de twee acteurs in kwestie al twintig jaar in het vak zitten en het dus erg snel gaat. Bovendien zijn ze al drie weken met deze film bezig, dus ze zijn hele maal ingespeeld. Een scène die 10 of 20 keer over moet is eerder regel dan uit zondering. De acteurs hebben twee microfoons tot hun be- schikking. De ene voor bin nen met een beetje echo erin, en één die een ruimtelijk ge luid. als ware men buiten, produceert. Volgens Uwe Gaube zijn het vooral de oudere Duitsers die het nasynchronisatiesysteem nog in ere houden. Zij hebben zelfs bezwaren tegen Engels talige liedjes op de radio. Maar als het aan de jongere generatie ligt, wordt de na synchronisatie overboord ge zet. Probleem is alleen dat er nog geen geschikt alternatief voor de Duitsers bestaat, want ondertitels willen zelfs de jongeren niet. Een van de meest mysterieuze vissen die in ons viswater rondzwemmen is dé aal. Niet alleen door zijn afwijkende vorm, maar meer nog door zijn levenscyclus. Daarnaast is het voor diegenen die graag een visje uit het binnenwater consu meren zonder twijfel de grootste lekkernij. Of het nu gebakken, gerookt of gestoofd wordt voorgezet. Daarentegen is de vangst van een aal aan de (werp)hengel meestal geen bezigheid waar het op vindingrijkheid en er varing aankomt. Hoogstens wanneer de aal aan de kant is en de haak verwijderd moet worden. Want ik heb al heel wat sportvissers zich in boch ten zien wringen om zo'n kronkelig beest van de haak te ontdoen. Zo'n aal is een wonder in de na tuur. Hij begint namelijk zijn bestaan als een "glasaaltje", een minuscuul visje, dat zo doorzichtig als glas is. In sportvisserskringen is lang zamerhand bekend dat de wieg van deze glasaal staat in de Sargassozee nabij de Ber muda-eilanden in het westen van de Atlantische oceaan. Van daaruit verspreiden ze zich om in een later stadium in diverse landen in Europa als "paling" door het leven te gaan. Hoe en waar in die Sargassozee de aal zich precies voortplant is nog steeds een groot myste rie. En dan te bedenken dat het bewijs dat de glasaalljes daarvandaan komen al in 1904 werd aangetoond door de beroemde Deense visse- rijbioloog Johannes Schmidt. Hij was het die de aallarven opspoorde en praktisch vanaf hun geboorte nauwkeurig wist te volgen op hun lange reis door de oceaan. Deze larven, die aanvankelijk de vorm van een wilgeblaadje hebben, zweven op de drift van de Golfstroom naar de Europese kusten. Tegen de tijd dat ze bij de Britse Eilan den zijn - in de herfst twee jaar na hun geboorte - veran dert het "wilgeblaadje" in een "glasaaltje het minuscule doorzichtige palinkje zoals wij dat kennen. Dan laten ze zich ook niet meer passief met de zeestroming zelfstandig en doelbewust in de richting van het land te zwemmen. Op diepten varië rend van enkele honderden meters (overdag) tot dicht bij de oppervlakte ('s nachts). Tegen het eind van het jaar bereiken de eerste glasaaltjes in Ierland het zoete water. Vanaf januari vertonen ze zich bij de Franse en Engelse westkust en in de maanden maart/april worden de eerste in onze contreien gesigna leerd. Dan zijn ze inmiddels een klei ne drie jaar oud en verschij nen ze in enorme scholen op alle plaatsen waar zoet of minder zout water via rivier mondingen, sluizen en der gelijke in zee komt. Daar trekken ze binnen en verwis selen ze het zoute voor het zoete water. Tot ze na jaren volwassenen zijn geworden en de paaitrek naar de Sar gassozee weer begint. Ten minste wanneer ze aan de vis serij zijn ontsnapt. Want zo wel de sport- als de beroeps visserij zijn zeer geïnteres seerd in de aal. Kan geslachtrijpe aal - die "schieraal" wordt genoemd - soms wel een pond of meer gewicht op de schaal bren gen, de glasaaltjes waaruit ze zijn voortgekomen zijn heel wat lichter. Zo heeft men be rekend dat er maar liefst drie duizend van de ongeveer ze ven centimeter lange glasaal tjes in één kilo gaan. In het voorjaar levert de OVB op verzoek van diverse waterbe heerders voor uitzetting in allerlei Nederlandse binnen wateren soms wel zo'n tien duizend kilo. Ze komen te recht in wateren waar ze van wege uiteenlopende hinder nissen uit zichzelf moeilijk kunnen komen. Dat zijn alles bij elkaar een slordige dertig miljoen glasaaltjes, waarvan er vele na enkele jaren de wet- telijke minimummaat van 28 centimeter hebben bereikt. Hoe komt de Organisatie ter verbetering van de Binnen visserij (OVB) aan die glasaal- tjes? Wel, een flinke hoeveel heid wordt geïmporteerd vanuit Frankrijk. Een ander deel wordt gevangen in de schutsluis van de Afsluitdijk bij Kornwerderzand. De OVB krijgt daarvoor een speciale vergunning van het ministe rie van landbouw en visserij. Zoals in het begin van dit artikel al gesignaleerd zijn er nog vele geheimen rond de aal. Zo zijn op het ogenblik speciale wetenschappelijke onder zoekingen aan de gang om uit te zoeken hoe de aal in de Sar gassozee zich precies voort plant. Het is ook nog niet zo lang gele den dat verondersteld werd dat geslachtsrijpe aal alles in het werk stelt om de Sargas sozee weer te bereiken. De aal zou bijvoorbeeld in nachtelij ke uren uit afgesloten wate ren kruipen en tientallen me ters over land afleggen om ri- Waf dacht u van deze aal? Een exemplaar met een lengte vt centimeter. Gevangen in de Japanse Tone-rivier bij Chiba. vieren en kanalen te bereiken die in open verbinding staan met de zee. Onderzoekingen hebben inmiddels aange toond dat die "wilde verha len" meer berusten op fantas tische overleveringen dan op de realiteit. In aansluiting op het artikel van vorige week onder de kop "Is sportvisser een dieren beul?" wilde ik u nog een er varing vertellendie ik afge lopen week had. Ter lering maar zeker niet ter vermaak. Het begon 's ochtends alle maal met een telefoontje van. een opgetogen mevrouw, die vol trots meldde dat haarman een karper had gevangen van zeker veertig pond". En of het niet op kon ook nog een wat kleinere. Of er geen be langstelling bestond bij de krant om er een foto van te maken. Toen ik informeerde waar de vissen zich op dat ogenblik bevonden zei ze zonder blik ken of blozen. "Mijn man is net thuis gekomen, ze zitten nog achterop de fiets". Omdat een karper van veertig pond geen alledaagse vangst is - de zwaarste ooit in ons land ge vangen woog 45 pond - besloot ik toch maar even een kijkje te gaan nemen.Hoewel ik al had laten blijken niet erg gechar meerd te zijn van het vervoer van vissen per rijwiel. Even min per auto trouwens. Het tafereel dat ik ten huize van de "sportvisser" aantrof was nog veel triester dan ik had kunnen vermoeden. Terwijl de man bezig was zijn hengels van defizts te halen zag ik in een plastic huisvuilzak in het voortuintje een karper, die overigens nog niet de helft woog van het voorgespiegelde gewicht. Maar nog veel erger was de toestand waarin de vis verkeerde. Op diverse plaat sen waren schubben verdwe nen en de vis was op sterven na dood. Naast de zak lag een tweede schubkarper van hooguit een pond of vijf. Morsdood. De bewuste hengelaa r zal met de vangst van de beide karpers ongetwijfeld een heerlijke vi- sochtend hebben beleefd. Want ka rper is een pracht va n een sportvis. Maar om de dankbaarheid voor een flinke portie hengelplezier te tonen met het laten kreperen van de gevangen vissen in een vuil niszak, lijkt me - op z'n zachtst gezegd - niet de juiste Wat een aantal sportvissers nog altijd niet beseft is dat een vis een sportvis is zolang hij leeft. Eenmaal gestorven verliest zo'n beest alle aantrekkelijk heid. Het verschil tussen een levende en dode vis is het ver schil tussen een dartel veulen in de wei en paardelappen in de vitrine bij de slager. Ik hoop dat de man de gevangen vissen nog eens goed heeft be keken en mijn conclusie on derschrijft dat vissen in het water horen en niet in een plastic zak. Wie ooit met plannen mocht rondlopen om vissen mee naar huis te nemen en de krant te bellen voor een foto. Bespa ir-i de moeite. Een dode vis heeft niets fotogenieks. Zet ze liever direct terug. En wanneer u toch familie en kennissen wilt overtuigen van uw viskunde. stop een fototoe stel in uw vistas of laat door iemand aan de waterkant een foto maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 29