Smikkelen voor de spiegel
n
Een verhaal voor jonge mensen
ZATERDAG 14 JUNI 1980
EXTRA
PAGINA 25
Een perfectionist in actie.
Centimeter voor centi
meter schuift hij het
krukje schrapend over
het toneel. Trouw ge
volgd door een uit de
nok van het theater
vlammende stralen
bundel, die zijn grijze
krullen blond doet op
lichten. Stem uit het
duister „Zooo Paul?"
Paul van Vliet lenig van
het krukje wippend
waarop hij eerst een
aanvallige pose heeft
aangenomen: „Nee,
nee, zo zie je die lelijke
vlekken op de muur. Ik
geloof, dat we toch be
ter een stukkie naar
links kunnen gaan. Of
naar rechts. Of mis
schien wel naar achte
ren".
De Haagse entertainer een tijdje
later „Dat is een van de mooi
ste facetten van het vak. Dat
ge-oetel vooraf. De precieze
plaats bepalen waar ik die
conférence hou, daar kan ik
een half uur of nog langer mee
bezig zijn. Ik hang erg aan het
esthetische, aan het perfecte.
Zestig mooie meiden die in
zo'n gladde Amerikaanse
show hun benen precies te
gelijk de hoogte in schoppen.
Zo dat de punten van hun
schoenen dus een rechte, ho
rizontale lijn vormen, weet je
wel..
Dat kan me echt ontroeren
ja".
Een lange, ietwat dandy-achti-
ge jongeheer van 44 jaar.
Voorkomend en welgema
nierd. Tijd plenty, lijkt het, tot
hij om twee minuten voor half
acht vanachter z'n Dame
Blanche ineens zegt: „Eh...
sorry... Maar eh, heb je je ver
haal? Ik had met de jongens
afgesproken om half acht nog
wat te gaan repeteren name
lijk". Zijn lange vingers woe
len verlegen door z'n krullen.
„Maar eh, eventueel wil ik
straks ook nog wel..."
Brutaaltje
Hij was er ineens. In 1966. Een
licht bekakt pratende student
in de rechten die Prins Claus
in de Haagse Ridderzaal als
huwelijkscadeau een overjas
aanbood. Die Paul van Vliet
s dat e
bru
taaltje. Wat die allemaal tegen
Claus had durven zeggen bij
het overhandigen van die jas.
„Dit zijn de mouwen, daar
kunt u in geval van nood de
handen uitsteken... De aap
kan er niet uitkomen... De
kraag daar zit nog geen stuk
Televisiekijkend Nederland
keek eerst verbaasd toe en lag
vervolgens in kronkels voor
het scherm. In noeste sa
menwerking met de voltallige
koninklijke familie, die op de
eerste rij ook al niet bijkwam
van het lachen. De cabaretier
nu: „Als ik de Paul van Vliet
van toen nog eens op de video
bekijk, dan kan ik hem eigen
lijk niet zo erg sympathiek
vinden. Ik wilde zo graag.
Dan zie je zo'n jongen die
enorm in de weer is. Wervend.
Wapperend met de handen.
Van hier-ben-ik, hier-ben-ik,
zien-jullie-me-allemaal-wel.
Dat wat nu Jos Brink een
beetje heeft".
„Die trouwerij, daar vroegen ze
me voor en ik dacht: wel ja,
dat doe ik wel even. Hoe ik dat
toen heb gedurfd... Ongeloof
lijk, ongelooflijk. Driekwart
van die hele conférence was
geïmproviseerd. Later ben ik
gaan analyseren waaraan ik
dat enorme succes - want het
was echt enorm waaraan ik
dat enorme succes te danken
had. Geluk joh, domweg ge
luk. Die hele zaal zat vol met
mensen, die alleen maar rot
zooi hadden meegemaakt.
Scheldkanonnades, nare
stukjes in de krant, rook
bommen... En toen draafde
ineens die Van Vliet op en die
maakte geintjes. Eindelijk
konden ze die hele troep van
zich aflachen. En wie bood ze
daarvoor stomtoevallig de
gelegenheid? Ik".
Paul van Vliet was prompt na
tionaal bezit. Journalisten
verdrongen zich op zijn stoep,
op straat werd om zijn hand
tekening gevraagd, Willem
Duys presenteerde hem ape
trots en met zichtbaar ontzag
als een nieuwe ster in zijn
„Vuist".
Paul: „Jo van Doveren, die me
toen zo'n beetje begeleidde,
zei nog: „Paul, nu moetje heel
goed gaan oppassen". Maar
daar had ik geen zin in. Ik
zweefde, liep met m'n kop in
de wolken. Die kwajongens
achtige lef weet je wel, van
mij kan niets meer gebeuren.
Totdat ik dus bij de opening
van het Grand Gala du Dis-
que, niet lang na die Ridder
zaal-conférence plat op mijn
bek viel. Ik had ook nog zo
weinig ervaring".
Hij vertelt het met een kwaad
aardige grijns. Ogen toege
knepen, onderlip uitdagend
naar voren. Zoals hij sinds
jaar en dag op zijn affiches
staat afgebeeld. Ook nu. ..An
Evening with Paul van Vliet",
zijn derde Engelstalige show
nadat zijn tweede nu al weer
vier jaar terug zijn laatste op
voering beleefde. „Ik had er
ineens weer zin in. Ik kan zo
moeilijk stilzitten. Ik sta nu
zestien jaar op het toneel: de
langste achtereenvolgende
periode dat ik niet heb opge
treden, is zes maanden".
„Zo maar niets zitten doen, dat
Houdt Paul van Vliet
dan nooit rust? Zestien
jaar geleden debuteer
de hij als „amuseur" en
sindsdien lijkt hij
nooit meer van de
planken te zijn af ge
weest. Zelfs in vakan-
tietijd treedt hij op.
Zoals nu. Tot 5 juli
immers „staat" de
Haagse entertainer
met een Engelstalige
show in het Amster
damse Nieuwe de la
Mar-theater.
„Noem het drang", zegt
Van Vliet. "Zo'n Mexi
caan, die de hele dag
met een sombrero over
zijn ogen in het zonne
tje ligt te snurken, daar
kan ik mateloos jaloers
op zijn. Ik zou dat ook
zo graag willen. Maar
nééé, Paultje moet zo
nodig".
is voor mij bijna onmogelijk.
Noem het drang. Liselore
stapt van het toneel af, rolt
een luik naar beneden en is
alles vergeten. Kan ik niet.
Collega's, die in hetzelfde
etablissement eten als wij
worden hartelijk en uitge
breid begroet. Ze moeten al
lemaal komen kijken naar z'n
Engelse show. Maar niet met
een graag. „Een show is net
een nieuw huis. Je richt het
mooi in, maar je blijft schui
ven de eerste tijd. Niet dat je
er geen mensen kunt ontvan
gen en niet dat ze het geen
enig huis zullen vinden, maar
zelf... Het ruikt allemaal nog
zo nieuw, weet je wel. Tot op
een gegeven moment, als dat
ene schilderij bij de vuilnis
bak staat en die klok op de
andere muur hangt, datje dan
ineens merkt: Hé we kunnen
erin gaan leven. Nu zit het ge
ramd. Niks meer aan veran
deren".
Het maakt hem niet bang als bij
de première een geplande
lach uitblijft. Zulke dingen
kun je verwachten. „Je kan
nooit van tevoren zeggen, bij
het schrijven dus: Hier komt
een lach. Ik laat wel eens wat
lezen aan Liedje, mijn vrien
din, aan Liselore of aan Nick
van de Boezem. Van tevoren
dus. Gewoon uit pure onze
kerheid".
„Maar over het algemeen ben ik
tijdens de voorbereiding van
een nieuwe show toch het
liefst alleen. Omdat ik in zo'n
periode zo kwetsbaar ben als
de pest. Iemand van tevoren
een tekst laten lezen, dat is ei
genlijk reuze gewaagd voor
een karakter als ik. Want als er
niet om wordt gelachen, dan
word ik nog onzekerder dan
ik op zulke momenten al
ben".
„Daarom schrijf ik ook vaak
expres in een klein, kriebelig
handschrift. Zodat lekker
niemand kan lezen wat er
staat. Een heel tegenstrijdige
tijd is dat, die voorbereiding.
Nu, op dit moment, zeg ik:
schrijven is het mooiste wat
er is. En ik verlang er ook echt
naar. Maar ik weet ook: ben ik
eenmaal weer aan het schrij
ven, dan zullen er dagen zijn,
dat ik denk: „Paul waar ben je
nou toch allemaal mee bezig".
Dan kan ik zo verschrikkelijk
depressief zijn, dat is niet leuk
We kuieren terug naar het
Nieuwe de la Martheater. Een
donker, kil hol na de uitbun
dige zonneschijn op het
drukke Leidseplein. Van half
acht tot tienen wordt er weer
met krukken geschoven, flit
sen lampen aan en uit en ha
mert de pianostemmer minu
ten lang op een en dezelfde
toets. Daar tussendoor Paul
van Vliet die zielsgelukkig
een volstrekt lege zaal vergast
op zijn Engelse conférences
en liedjes. „Dit is een heerlijk
moment. Ik geloof dat voet
ballers dat gevoel ook hebben
als ze de veters van hun
schoenen vastmaken. Die
lichte spanning van: ha-
straks-gaat-het-ge beuren
Hij zingt meer dan anders. Is
ernstiger ook. Majoor Kees
(„Vragen. geen vragen")
blijkt eindelijk van het toneel
te zijn verdwenen. Paul: „Die
typetjes, die zal ik altod blij
ven doen. Niet om het succes,
maar gewoon omdat ik van ze
hou. Ze zijn binnen in me een
eigen leven gaan leiden. Maar
voor Kees was nu geen plaats.
Hoewel ik wel een prima tekst
voor hem heb. Als „ka-ootsj"
van het Nederlands voetbal
elftal. Onder Jan Zwartkruis.
Prima nummer, maar het pas
te niet in de show. Ik heb hem
nog wel een paar keer als toe
gift gedaan, maar - zoals ik
dat dan noem - het voelde
niet. De zaal lachte wel hoor.
Maar om nou zo'n nummer te
brengen alleen en uitsluitend
omdat de zaal het zo graag
wil... Terwijl je dus zelf merkt
Nee Paul dat is het niet... Dat
valt me dan heel erg moei
lijk".
Hij zweet lichtjes als hij na de
repetitie van het toneel
springt. „Drinken we nog
even een colaatje?" Op het
zomeravondterras van Ame-
ricain praten we nog wat over
koetjes en kalfjes. Zijn op
voeding thuis bü zijn vader
(tekenleraar annex poppen
speler) en moeder (lerares
voedingsleer). Een sfeer van
-dat doet een keurig opge
voede jongen niet", maar niet
onprettig.
„Ik vind achteraf, dat ze het
prima hebben gedaan. Ik heb
aan mijn jeugd geen frustra
ties over gehouden, die ik nu
nog even van me af moet
schreeuwen. Vandaar mis
schien, dat ik niet zo'n kwets-
erig type ben. Het wordt me
wel eens verweten: Paul van
Vliet is zo weinig agressief op
het toneel. Maar echt ik kan
dat niet als een verwijt zien. Ik
vind het veel eerder een com
pliment. Mensen laten lachen
zonder kwetsend te worden.
Ik zou niet anders wil
len".
„Ik denk wel eens: wat heb ik
toch een uitzonderlijk be
roep. Vergeef me het cliché,
maar ik zou in het harnas
willen sterven. Nooit wil ik
meer iets anders doen dan
schrijven en optreden. Je
moet goed bedenken: ik doe
wat ik fijn vind en ik verdien
er ook nog zoveel geld mee,
dat ik ermee door kan gaan. Ik
deel mijn eigen tijd in. mijn
eigen seizoenen en ik kies
mijn eigen medewerkers...
Noem mij nog eens tien men
sen, die me dat na kunnen
zeggen".
Tot de vele vrouwelijke auteurs die hedentendage
hun „typisch" vrouwelijke in- en vergezichten
(meer in- en ver- dan hun mannelijke collega's zien
kunnen) in hun werk etaleren behoort ook Maartje
Luccioni.
In 1974 debuteerde ze onopval
lend met "Wie nu geen huis
heeft", om twee jaar later
sterk te vervolgen met twee
aardige novelles in "Alles an
ders"; het laatste boek haalde
zelfs geregeld de eindexa
menboekenlijsten van de wat
alternatievere leerlinge der
middelbare school. Geen uit
zonderlijke, wel een tot ge
dachteloze erkenning leiden
de literaire prestatie.
Geen wonder dat ik me ook
haar nieuwste werkstuk "Het
dubbele gelijk", heb aange
schaft. Met je tijd en het
"eeuwig vrouwelijke" (de cli
ché is van Komrij, helaas)
meegaan. Ondanks mijn nu
wat bittere humeur moet ik
bekennen dat deze recente
roman me is meegevallen.
Maar eerst wat narigheden.
Veel, té veel aspecten van het
boek behoren thuis in de ca
tegorie "kunstartistiek" of de
paragraaf "Alleen Voor Mi
nimaal Mavo".
"Het dubbele gelijk" speelt ge
durig in franstalige buiten
landen, kent een leidingge
vend dameslype in de hoofd
rol, solt met sexuele vrijhe
den, staat af en toe bol van
woordenboekwoorden en
schuwt evenmin een woordje
over de grens. Waar het alle
maal over gaat, is simpel uit
een te zetten. Denise is ge
trouwd met Serge die weel
een verhouding heeft met
Camille die weer innig be
vriend is met Denise.
Aanvankelijk lijkt Denise van
niks te weten, maar halver
wege maakt ze Camille dui
delijk - op geraffineerd vrou
welijke wijze, hoe moet ik 't
anders zeggen - dat ze juist
wél weet wat er aan 't handje
is. Een platte, in bepaalde
kringen gebruikelijke drie
hoeksverhouding dus. Ook
de afloop van een dergelijk
romannetje over vrouwen
van deze tijd is plezierig voor
spelbaar "Met ontzettende
krachtsinspanning erkent
Camille bij zichzelf, dat nu
alleen een uiterst fijn mem
braan haar nog scheidt van
een andere manier van leven,
maar hoe kun je dwars door
spiegel heen stappen?
het
Het licht der erkenning
vlijmend verlangen dat er
mee gepaard gaat, zijn zo he
vig, dat ze het hoofd in de ar
men legt en in tranen uitbarst.
Het is of ze letterlijk smelt, en
Denise, lachend en huilend
tegelijk, likt de tranen op en
omhelst haar. Onwennig be
zeren ze eikaars borsten in die
onhandige omhelzing, ze
voelen eikaars handen trillen,
maar Camille slaakt een diepe
zucht van geluk als ze einde
lijk met haar wijsvinger de
lijn van Denises wenkbrauw
volgt, een gebaar zo vaak al
onder steels mom gemaakt.
en nu voor het eerst openlijk
om deszelfs wille. De kruize-
muntthee drinken ze later
koud op", (p. 157/158).
Kortom, de 40-jarige dames
blijken - volgens de gangbare
en vooral literaire i
lesbisch en de lezer vermoedt
dat ze elkander gedurende
bovenstaande passage be
kennen. Hoe dit liefdesritueel
in zijn werk gaat komen we
niet te weten ï.t.t. de finesses
van de sexuele omgangsvor
men tussen Serge en Camille.
die kil en haast onsmakelijk
beschreven worden.
Weet de schrijfster zelf niet hoe
twee vrouwen het doen9 Of
wil ze aantonen dat mooie,
zuivere, ja „cleane" liefde
slechts tussen dames plaats
kan vinden? Geen flauw idee.
Wel heb ik een idee gekregen
over de bepaald springerige
gedachtengang, de subtiele
logica en gevoelspatronen die
de vrouwelijke personages
naar believen hanteren.
En daar ligt, waarachtig, toch de
kracht van dit op het oog zo
buitengemeen slechte en cli
chématige boek. Het is, denk
ik, écht een „vrouwenboek",
vol vage onuitgesproken ge
dachten, vol bevreemdende
en irrationele gevoelslijnen.
Ik heb deze roman zowaar - en
zonder masculiene, verneuk
te krachttermen - in één
avond uitgelezen.
Een vrouwenboekje, óók voor
mannen, ondanks de zin die
ik op blz. 169 aantrof: „Wat is
het?" vraagt Camille. „cul
tuur voor de massa of mas-
turbatoir smikkelwerk voor
de intelligentsia, 's avonds
laat op zo'n elite-uurtje?"
Masturbatoir smikkelwerk, dat
mogen de dames voor zichzelf
houden. Dan maar géén
emancipatie
Maartje Luccioni, Het dubbele
gelijk. Uitg. De Bezige Bij,
Amsterdam 1980, 24,50.
De bekroonde kinderboeken van dit jaar zijn deze
maand bekend geworden. Jammer genoeg is het
nieuwe boek van de Engelse schrijfster Marilyn
Sachs er niet bijWant haar "De zomer huur je maar
voor korte tijd" is zeker de moeite waard.
Het is een verhaal geschreven leur.
Tot haar afschuw moet ze dit
eervolle baantje delen met
klasgenoot Jerry Liever-
mann. In haar ogen een klun
gelige. onbenullige hark.
GloriaJerry en nog een aantal
jonge kinderen worden uitge
nodigd de zomervakantie in
het buitenhuis van mevrouw
Home door te brengen. Deze
zomervakantie zal voor Glo-
tot bezinning. Het meisje leert
dat ze toch geen eiland van
zichzelf kan maken. Ook zij
heeft behoefte aan genegen
heid.
Gloria ontdekt dat ze dan wel
een stukje van zichzelf zal
moeten prijsgeven, voordat
vriendschap met anderen kan
Maartje Luccioni
voor jonge mensen. Alles
draait letterlijk en figuurlijk
om Gloria Rein. Een 15-jarige
meid. die beslist geen min
derwaardigheidscomplex
heeft. Integendeel ze is
een genie! Vindt ze zelf. Klas
genoten zijn domme, onhan
dige klunsjes.
Elke vriendschappelijke toena
dering wijst Gloria dan ook
af. Als uniek persoon heeft ze
geen andere mensen nodig,
denkt ze. Haar staat slechts
eèn doel voor ogen: hoofdre
dactrice worden van de
schoolkrant.
Gloria realiseert zich nauwe
lijks dat ze in de ogen van an
deren een ongen iet ba reegois-
tische en jaloerse meid is Al
leen mevrouw Home. haar 11-
teratuurlerares. begrijpt Glo
ria. Mevrouw Home maakt
Gloria assistent-hoofdredac-
Door
If i
Margot
1 W Jef/f Ml
Klomp
B 1 \JrmWv
maker
>et Ier
i dur
ven haar zwakheden te tonen.
Voor vrienden hoef je je im
mers niet groot te houden?
Na de vakantie is er op het eerste
gezicht weinig veranderd.
Nog steeds vindt Gloria zich
zelf het allerbelangrijkste.
Toch is ze een paar tre
den uit haar ivoren toren af
gedaald. Moeizaam en tegen
wil en dank komt ze een stapje
dichter bij haar medemensen.
Nog maakt ze zichzelf wijs.
dat ze vriendelijk is om ande
ren een plezier te doen. Maar
haar voor de buitenwereld
opgerichte pantser is door
broken.
Aan het eind van het boek weet
Gloria niet goed welke hou
ding ze zich moet geven. De
gebeurtenissen is de zomer en
de vriendschap met Jerry die
haar het hoofdredacteur
schap van de schoolkrant ca
deau geeft maken haar onze
ker.
"De zomer van verleden jaar
was nu erg ver weg. Zouden
de herinneringen eens voor
goed verdwijnen? Kon ik op
geen enkele manier mijn weg
ernaar terugvinden? Ik had
er behoefte aan te gillen. Ik
wilde ergens tegenaan schop
pen. Mande Green kwam het
lokaal binnen, maar toen ze
me zag zitten, draaide ze zich
gelijk weer om en Lep weer
"Maude!" riep ik. "Ja?" zei ze
zenuwachtig.
"Jouw verhaal - Hel eindexa-
menfeest - ik vind, ik bedoel,
een hoop kinderen zeiden me
datze het goed vonden. Dank
je. Gloria", zei ze. "Heel veel
dank .Maar het had niets met
haar te maken. Ik betaalde
alleen maar Jerry terug
Aardig zijn en het niet willen
weten. Maar tussen de regels
lening iets
Glor
vangen. Bezig zijn met jezelf,
je relatie met andere mensen.
Het voortdurende proces van
aeven en nemen. Voor veel
i herkenbaar gege-
Voor al jonge mensen maken
soms tn alle heftigheid een
soortgelijk "wordings-ont-
dekkingsproces mee. Zon
proces kan in uitersten verlo
pen. Sommigen weten zich
met hun houding geen raad.
houden zich gedeisd of con-
formeren zich met de rest.
Onzekerheid verbergen kan ook
door branie en lefschopperij
Of door te kiezen voor het op
sluiten in jezelf, zoals Gloria.
Welke houding iemand ook
aann r een HM blijf r
meer of mindere mate kwets
baar, gevoelig en afhankelijk
van zijn medemens. Ook Glo
ria ervaart dit tijdens haar
zomervakantie. Wie zich in
deze ziele roerselen kan terug
vinden, moet De zomer huur
je maar voor korte tijd" be
slist lezen Ik vind het een
prima boek. en niet alteen
i oor kinderen.
Uitg. Querido, rert. Bob den
Uyk Pnjs 15,90.