Het dorp en de soldaten
DONDERDAG 5 JUNI 1980
,Ze zijn hier gek met de Hollanders. Dat merk je voortdurend en
aan allerlei dingen. Wanneer je een winkel binnenstapt en je er
in het Duits niet goed uitkomt, wordt al snel gezegd: spreekt u
maar Nederlands, dat verstaan wij ook!" De Nederlandse ober
in het Parkhotel pradt uit eigen ervaring. Negen jaar geleden
kwam hij van Amsterdam naar het stadje tussen Bremen en
Hamburg om er zijn brood te verdienen. Hij kwam er al snel
achter dat in Zeven veel, zo niet alles om de Nederlanders
draait.
Dat is iets wat in 1961 begon, toen in het aanpalende Seedorf een
vaderlands legerkamp werd gevestigd. Er ontstond gaande
weg een Hollandse kolonie en die nam snel in betekenis toe.
„Twintig jaar geleden reed hier", zegt een zakenman uit het
dorp, „nog de mestkar rond. Moet je nu eens weer kijken!' En
dat is dan een van de opmerkingen waarmee in feite grif wordt
erkend, dat de Hollanders Zeven uit de klei hebben getrokken.
„Het Nederlandse leger heeft, bevestigt loco-burgemeester
Harms", over de gehele lijn meer „schwung" in de stad ge
bracht".
De cijfers wijzen uit dat het niet zo verwonderlijk is dat de be
volking van Zeven nog altijd juicht over de aanwezigheid van
het Nederlandse leger. Het garnizoen heeft gezorgd voor de
komst van ongeveer 700 gezinnen, in totaal ongeveer 2500 per
sonen die er permanent verblijven.
Daarbij komen dan nog de ruim 3000 dienstplichtigen in de ka
zernes in Seedorf, die voor hun natje en droogje na de dagtaak
hoofdzakelijk op Zeven zijn aangewezen. Die Hollander zijn
voor het zakenleven een economische factor van niet te onder
schatten betekenis. „De geschatte privébestedingen per jaar
belopen", meldt de voorlichtingssectie van het leger in See
dorf, „ongeveer 65 miljoen gulden. Dit bedrag wordt voor een
groot deel besteed in Zeven, maar ook in plaatsen in de directe
omgeving ervan. „En de Nederlandse militairen hebben te
genwoordig geld in hun ransel, beschikken - voor zover het
althans om beroepspersoneel gaat - over niet onaanzienlijke
buitenlandtoelagen en worden bovendien in staat gesteld tot
belastingvrije aankopen. De middenstand in Zeven heeft er
zichtbaar vruchten van geplukt. Er zijn vele moderne winkels;
supermarkten en garagebedrijven lijken alom tegenwoordig
en ook horecabedrijven kennen al jarenlang een flinke ople
ving. Een exponent van de groei - die vrijwel alle sectoren
kenmerkt - is een Grieks restaurant dat (samen met allerlei
andere eetgelegenheden) Zeven - met zijn ruim tienduizend
inwoners meer allure geeft dan gebruikelijk is voor een dood
gewone provincieplaats. En nog steeds is de groei er niet uit
wat betreft het zakendoen. Een Duits concern wil buiten Zeven
- een eindweegs richting het kazernecomplex - een zogenaam
de weiwinkel realiseren. „Een onderzoek heeft uitgewezen',
aldus de heer Harms, „dat daarvoor nog een markt is".
hier helemaal gemaakt", weet
adjudant Frerichs. „Toen was
men hier helemaal onder de
indruk van de wijze waarop
wy de zaak aanpakten".
In Zeven had men voor de
komst van het Nederlandse
leger al ervaring met militai
ren, want er lag al eerder een
kleine afdeling van het Duit
se, de Bundeswehr. „Dit is bij
het verlenen van assistentie
en dat soort zaken veel terug
houdenderaldus waarne-
mend-Stadtdirector Harms.
En met een duidelijke verwU-
zing naar het aanleggen van
allerlei voorzieningen: „De
Bundeswehr laat zich voor
alles betalen..."
Geen kwaad woord dus over de
Nederlanders in Zeven, maar
zijn er dan geen tegenstan
ders van de aanwezigheid van
de militairen? „Eigenlijk
niet", zegt herr Meijer, „na
tuurlek, er is incidenteel wel
eens iemand die er niet over
staat te juichen, maar dat
vloeit vaker voort uit het feit
dat men vindt een onvol
doende schadevergoeding na
een oefening te hebben ont
vangen, dan dat het gaat om
principiële bezwaren. Actie
comités of een andere groep
die zich tegen het leger keert
kennen we hier niet".
Aan de andere kant maakt loco
burgemeester Harms duide
lijk at - als er nu nog een gar-
komén - dit* ongetwijfeld
weerstand op zou roepen.
„Het oefenterrein dat we nu
hebben is dan wel beperkt
van omvang, maar ook als we
er nu nog aan zouden moeten
beginnen, dan zouden er on
getwijfeld natuurbescher
mers opstaan om dit te voor
komen. Wat dit betreft is het
bij ons al niet anders meer
dan bij u".
Laat de Hollanders maar fijn
blijven, dat is nu de vrijwel
algemeen heersende opvat
ting onder de bevolking van
Zeven. In 1961 begroette zij
de vreemde militairen gere
serveerd. „Toen de Bundes
wehr vertrok", aldus de heer
Harms, „stonden wij voor de
vraag: wat nu? Nederlanders,
daar stonden we toch wel
sceptisch tegenover. Na en
kele maanden was daarvan al
geen sprake meer. De ver
houding tussen de beide be
volkingsgroepen is vrien-
schappelijk en er bestaan ook
innige vriendschappen. Zelfs
is intussen een flink aantal
huwelijken gesloten» tussen
Nederlandse jongens en
meisjes uit Zeven en uit de
omgeving. De vooroordelen
die we hadden over de Hol
landers zijn ondertussen wel
verdwenen. Het marcheert
allemaal prima, al gebeurt er -
zoals in elke legerplaats - na
tuurlijk wel eens wat. Dat
heeft echter niets met een
spanningsveld tussen Duit
sers en Hollanders te maken,
het zijn incidentele gevallen,
ruzie om een meisje of dat
soort dingen. Ik durf te zeg
gen, dat we niet graag zouden
zien dat het Nederlandse le
ger hier zou vertrekken".
Het kazernecomplex van het
garnizoen in Seedorf.
In de Noordgroningse gemeente Ulrum wil
het ministerie van defensie een oefenter
rein aanleggen. Rondom het Lauwersmeer
zit men niet met smart op de militairen te
wachten: de gemeente voelt er weinig voor.
Maar als het onvermijdelijk is - zo hoor je in
Ulrum - dan wél op een manier zodat ge
meente en streek er maximaal profijt van
hebben. Geen geisoleerd schietgebied met
een komen en gaan van soldaten, maar een
echte legerplaats met een groep permanent
aanwezige militairen. Dat biedt, zo denkt
men, de meeste kans om het gebied op te
stoten in de vaart der volkeren.
In navolging van de minis
ter van defensie heeft de
Tweede Kamer besloten
om in de gemeente Ulrum
het Lauwersmeer tot mi
litair oefengebied te be
stemmen. Voor de Noord
groninger gemeente be
tekent dat weliswaar
meer lawaai maar als het
er tóch moet knallen, wil
len de Ulrumers best een
graantje meepikken van
het rijke defensiebudget
en mikken zij op een eigen
garnizoen. Harry Wubs
bekeek in het Noordduit-
se plaatsje Zeven de in
vloed van een militair le
gerkamp (Seedorf) op een
kleine gemeenschap.
Nu vraagt Ulrum dus méér van
iets dat men eigenlijk hele
maal niet wil. Vanuit die
problemen in Ulrum leidt een
rechtstreekse weg naar het
Duitse plaatsje Zeven in Ne-
dersaksen, een stadje dat een
nieuwe toekomst kreeg
dankzij het Nederlandse gar
nizoen in het aanpalende
Seedorf. In Zeven krijg je een
goed beeld van de invloed van
een militair complex op een
plattelandsdorp.
,In 1946 was Zeven nog een
echt dorp", zegt loco-burge
meester Harms. „Toen had
den we nog maar 5000 inwo
ners. Nu zijn dat meer dan
10.000. Na de Tweede We
reldoorlog kramen hier een
paar keer groepen nieuwe
inwoners: eerst waren dat de
vluchtelingen van achter het
IJzeren Gordijn en negentien
jaar geleden zetten de Ne
derlanders hier een garnizoen
op".
Duf
Dat was in 1961 de zogenaamde
Budel-overeenkomst, waar
bij werd besloten dat de Duit
sers zich legerden in die
Noordbrabantse plaats en de
Nederlanders onder meer in
Seedorf een kamp bemanden.
Het drie kilometer verderop
gelegen Zeven gold tot die
tijd als een duf dorp, daarna
kwam er al snel leven in de
brouwerij, niet zozeer vanwe
ge de aanwezigheid van een
grote groep soldaten, maar
wel door de voorzieningen die
ten behoeve van de Hollandse
kolonie dienden te worden
gerealiseerd.
,De hele infra-structuur kon in
de loop van de jaren worden
verbeterd", stelt adjunct-
Stadtdirector H. Meijer met
voldoening vast. Met die ty
pisch ambtelijke uitspraak
bedoelt hij dan te zeggen dat
zijn gemeente er qua voorzie
ningen goed bijligt: wegen
werden verbeterd, de huizen
bouw kreeg een impuls, er
kwamen sport- en culturele
voorzieningen, kortom de
welvaart kreeg eindelijk vat
op Zeven.
„Er is hier nu een pakket aan
mogelijkheden dat best ge
zien mag worden", vindt het
Nederlandse deel van de be
volking ook, zoals adjudant
Jac. Frerichs van de leger-
voorlichting in Seedorf dat
verwoordt. „Je zou kunnen
zeggen'voegt hij daar aan
toe, „dat onze landgenoten in
vrijwel alle facetten van de
samenleving hier een niet-
onbelangrijke rol meespe
len".
Tot zover de eerste juichverha-
len, die overigens niet ver
wonderlijk zijn, zeker van de
kant van officieel-Zeven niet,
omdat elk gemeentebestuur,
waar dan ook, nu eenmaal
graag showt met prachtige
voorzieningen. Maar heeft het
Nederlandse leger - en dat is
waar Ulrum vooral op hoopt
en wat ook de achtergrond is
van de roep om een garnizoen
- bijvoorbeeld ook werkgele
genheid voor de plaatselijke
bevolking met zich meege
bracht?
worden gesteld van het belas
tingvrij kopen van sommige
goederen, zoals bijvoorbeeld
auto's. Het moet dan ook geen
wonder heten dat de garage
bedrijven in Zeven floreren.
Nog afgezien van de aanschaf
van nieuwe wagens, rijden de
Nederlanders ook heel wat
af.
Ter illustratie een cijfer van de
voorlichtingsdienst: per
maand verstoken de Neder
landers ongeveer 175.000 liter
brandstof in hun privé-auto s.
ongeveer 2,1 miljoen liter per
jaar! Er werden weliswaar
ook heel wat kilometers rich
ting Nederland afgelegd - om
familieleden te bezoeken -
maar men kan er donder op
zeggen dat de benzinestations
in Zeven het maar druk heb
ben met de Hollanders.
Ook qua omvang groeide de
plaats snel. Er werden de af
gelopen 19 jaar in tamelijk
snel tempo enkele nieuwe
wijken gebouwd, waar
hoofdzakelijk Nederlanders
wonen, de gezinnen van de
beroepsmilitairen. „De bouw
van nieuwe woningen is een
trend die zich nog steeds
voortzet", aldus bestuurder
Harms. „Ook in de particulie
re sector. We hebben aanvra
gen liggen voor 240 koopwo
ningen en daarvan zijn zeer
veel afkomstig van Hollan
ders. Er mag dan ook onder
de beroepsmilitairen een be
paald verloop zijn - na een
aantal jaren worden zij im
mers vaak weer overgeplaatst
naar het eigen land - dat
weerhoudt ze er toch niet van
om hier een huis te kopen. Als
men terug moet, verhuurt
men die gewoon, daar zyn
verschillende voorbeelden
De Nederlanders zorgden in
Zeven voor meer bouwactivi
teiten, want de aanwezigheid
van een grote gemeenschap
maakte een aantal eigen voor
zieningen noodzakelijk zoals
scholen, maar ook werd het
draagvlak bereikt voor meer
algemene, die de gemeente in
staat stelde die te realise-
Betalen
Het moet gezegd, dat het Ne
derlandse leger er sinds de
komst naar Seedorf alles aan
heeft gedaan om goed in de
smaak te vallen bij de bevol
king van het gastland. Er
werd bij allerlei gelegenhe
den daadwerkelijk hulp ver
leend en als het even kan
verlenen militairen met hun
materiaal hand- en spandien
sten. Er werd bijvoorbeeld
geholpen bij de aanleg van
een voetbrug in het naburige
Bremervoerde, er werden di
verse sportvelden in de om
geving van Zeven regeali-
seerd, alsmede een trimbos,
er werd hulp geboden na een
dijkdoorbraak in 1976 in
Drochtersen en tijdens de
sneeuwramp van vorig
jaar.
„Met dit laatste hebben we het
Oefenende Nederlandse soldaten op Duitse bodem, op de motor en in de tank.
Een 'tukje' in een Duitse schuur.
Koopkracht
„Neen", zegt de heer Harms
eerlijk, „in directe zin heeft ze
dat niet, een uitzondering
daargelaten misschien. Door
de komst van de Hollanders
konden aan de andere kant
wel indirect arbeidsplaatsen
worden genoteerd. De koop
kracht is hier in de loop van
de jaren enorm, werkelijk
enorm versterkt. Dat heeft tot
een geweldige opleving van
de middenstand geleid. Tal
van winkels vestigden zich
hier, anderen werden groter,
moderner en mooier. In veel
gevallen moest ook tot uit
breiding van personeel wor
den besloten. Als je dit in
aanmerking neemt, kan je wel
zeggen dat het vestigen aan
een garnizoen tot nieuwe
werkgelegenheid heeft ge
leid".
De middenstand lijkt, moet de
conclusie zijn, vooral de
groep die het meest baat heeft
gehad bij de komst van de
Nederlanders. Informeren
links en rechts maakt duide
lijk dat niemand hoopt dat zij
ooit zullen vertrekken, omdat
dit voor de zakenmensen
rampzalig zou zijn. Veel van
het geld dat ze te besteden
hebben komt in de porte
monnee van middenstanders
terecht en een extra-impuls
voor het kopen betekenen se
cundaire arbeidsvoorwaar
den als een (vaak flinke) bui
tenlandtoelage en het in staat