camera dieustil kant houden. TECHNIEK HEEFT NOG TIEN JAAR NODIG Zes procent van wereldvoorraad kolen is winbaar UKUNT ZE NU KOPEN. EEN, TWEE, DRIE. STAATSLOTEN? PAGINA 14 DINSDAG 3 JUNI 1980 GRONINGEN (GPD) - Steenkool moet, nietalleen in ons land maar in de hele wereld, een uiterst be langrijke bijdrage gaan leveren aan de oplossing van de energie problemen. Steenkool, het zwar te goud, zal die belangrijke rol ook kunnen vervullen: de tech nisch en economisch winbare re serves worden nu geschat op 637 miljard ton (zes procent van de werkelijk aanwezige voorraad) en dat is bijna vijfmaal zoveel als de winbare oliereserves en bijna achtmaal zoveel als de winbare aardgasreserves. Maar er zijn wel heel wat niet te on derschatten problemen: de ko- lentechnologie is achtergeble ven, de wereldhandel is nog maar van geringe betekenis, de over schakeling van olie en aardgas op steenkool vergt immense inves teringen en er zijn grote milieu bezwaren. Vooral die laatste kunnen een struikelblok zijn: slaagt men er met nieuwe kolen- technologieën niet in die milieu problemen op te lossen, dan is de publieke acceptatie van deze al lerminst schone energiebron al lesbehalve zeker. Het huidige aandeel van steenkool in de wereldenergievoorziening is 25 procent. Dat aandeel zal in de komende twintig jaar moeten groeien tot 50 a 70 procent. In Ne derland is het huidige aandeel van kolen in de energievoorzie ning slechts vijf procent en dat aandeel moet in diezelfde periode groeien tot 40 a 50 procent. Vijftig procent was in ons land ook het steenkolenaandeel in de (toen veel lagere) energievoorziening in 1960, voordat het Groninger aardgas onze kolenkacheltjes uit de huizen verdreef en de gemeen telijke gasproduktiebedrijven stillegde - een situatie, die niet meer zal terugkeren. In de Kolennota van minister Van Aardenne (economische zaken) en in de deze maand verschenen studie „Steenkool, brug naar de toekomst" van 40 energie- en ko- lendeskundigen uit zestien lan den (verenigd in de WOCOL) wordt bij de herinvoering van steenkool de nadruk gelegd op de elektriciteitsvoorziening, al dan niet gecombineerd met kolen- vergassing. Het verstoken van grote hoeveelheden steenkool (in Nederland oplopend tot 38 mil joen ton kolen in het jaar 2000 volgens de hoogste schatting) in een beperkt aantal grote installa ties maakt de milieuproblemen hanteerbaarder dan wanneer de kolen als huisbrand worden ver stookt. De toename van het kolengebruik voor ondervuring door de indus trie wordt nu voor ons land ge schat op zo'n vier miljoen ton per jaar, die voor stadsverwarming op een miljoen ton, afhankelijk van de behoefte aan nieuwe ke tels ter vervanging en uitbreiding en van de brandstofprijzen. Invoer Al met al: ook voor ons land hoeveelheden steenkool. Neder land heeft ondergronds grote voorraden, maar minister Van Aardenne nóch de WOCOL voor zien eigen kolenwinning of on- dergrondse vergassing in deze eeuw. Dat betekent, dat al die steenkool zal moeten worden in gevoerd en dat daarvoor zo snel mogelijk langetermijn-leve- ringscontracten moeten worden gesloten. Deelneming in de kolenproduktie in andere landen is eveneens een methode om zich voor de toe komst van voldoende kolen te verzekeren: de in de N.V. SEP samenwerkende elektriciteits producenten, DSM en Hoogo vens Delfstoffen B.V. zijn inmid dels een overeenkomst aange gaan om samen de mogelijkhe den van deelneming te onder zoeken en ook Shell opereert op die markt. De Nederlandse havens, die ook vobr de Europese aanvoer be langrijk zullen zijn, verwerkten in 197713,8 miljoen ton steenkool (voornamelijk in Rotterdam en Amsterdam): rondom de eeuw wisseling kan een jaarlijkse aan voer van minstens 45 miljoen ton worden verwacht. Bij tijdige ontwikkeling van terminals op de Maasvlakte (in voorbereiding), in Amsterdam, IJmuiden en in Delfzijl zou er dan echter wel 76 miljoen ton per jaar aan land kunnen worden gebracht, in hoofdzaak aangevoerd met sche pen van 250.000 ton BRT. Elektriciteit In de Kolennota van de Nederland se regering wordt voorzien, dat in het jaar 2000 veertig procent van de elektriciteitsproduktie op steenkool is gebaseerd. Men heeft daarmee grote ervaring: in de elektriciteitscentrales was steenkool lange tijd de belang rijkste energiedrager. Pas de laatste 25 jaar nam de inzet van kolen in de centrales af (van 96 procent in 1955 tot 0,7 procent in 1975). Na de oliecrisis van 1974 werd besloten twee nieuwe ko lencentrales te bouwen, waarvan de eerste inmiddels in bedrijf is gesteld en de tweede dit jaar ge reed komt. Om de doelstelling van 40 procent rondom de eeuwwisseling te be reiken moeten alle tot 1990 te bouwen centrales op steenkool worden gebaseerd. Levensbelang Het kolenaandeel van het indus triële energieverbruik in ons land liep terug van 60 procent in 1955 tot ongeveer tien procent in 1977. De ijzer- en staalindustrie is met 90 procerit daarvan de grootste verbruiker. Een snelle omschakeling op kolen wordt - ondanks de twee- tot driemaal hogere investeringen voor een koleninstallatie dan voor een vergelijkbare gas- of olie-installatie - een levensvoor waarde voor de Nederlandse in dustrie, die nu olie of gas voor ondervuring gebruikt. Immers: aardgas wordt voor huishoude lijk gebruik gereserveerd en stookolie zal steeds schaarser worden. Nog schaarser dan ruwe aardolie, omdat buiten Neder land juist de vraag naar lichtere fracties van aardolie (als benziné) scherp zal stijgen. Die omschakeling is des te meer problematisch door de milieu problemen. Bij het ministerie van economische zaken vreest men, dat aanwending van steenkool voor grote ondervuring daardoor slechts beperkt mogelijk is, ter wijl kleine ondervuring (25.000 ton kolen per jaar) weinig per spectief biedt. Steenkoolvergas sing assing zou op langere ter mijn een uitkomst kunnen zijn. Met behulp van nieuwe techno logieën zou tussen 1990 en 2000 een derde van alle nieuwe ketels in de industrie kolengestookte kunnen zijn. Dat vergt dan wel een investering van anderhalf miljard gulden. Vergassing Kolenvergassing in grote installa ties, gebaseerd op wervelbed- verbr anding, is op zichzelf een bekend procédé, maar veel erva ring is er nog niet mee opgedaan. Vandaar proefinstallaties, o.a. bij Shell Research in Amsterdam- Noord, bij TNO-Apeldoorn en bij ECN in Petten en demonstratie projecten aan de Eemshaven (Gasunie), op de Maasvlakte (GEB-Rotterdam-KEMA) en bij Moerdijk. Alles onderdeel van het Nationaal Onderzoekpro gramma Kolen (NOK), waarvoor minister Van Aardenne f750 miljoen denkt nodig te hebben in de komende vier jaar. Maar een concrete raming voor de inzet van kolen voor vergassing is volgens de deskundigen van het ministerie van economische za ken nauwelijks te geven. Als er van wordt uitgegaan, dat rondom 1985 een aantal vergassingspro jecten in gebruik komen, dan zou daarvan het kolenverbruik in 1990 ongeveer 1,5 miljoen ton kunnen zijn. Het grootste deel daarvan zou dan worden ver bruikt voor het vervaardigen van gas, dat gemengd moet worden met het calorisch rijkere gas uit de Noordzee en het aangevoerde LNG, zodat een gas van „Slochte- ren-kwaliteit" ontstaat en het publiek ervoor wordt behoed op nieuw alle gasfornuizen, gaska chels en c.v.-ketels te moeten la ten ombouwen. Op basis van de resultaten van deze drie projecten zuden dan na 1990 drie vergassingsinstallaties van een standaardgrootte van twee miljoen ton per jaar in bedrijf kunnen komen (een te plaatsen aan de Eemshaven). Van die in stallaties zou er dan een voor menggas, een voor stookgas voor ondervuring en een voor het ver vaardigen van het zgn. synthese- gas voor een aantal chemische toepassingen (methanol en mo gelijk ook benzine) moeten die nen. De investeringen, die daar- ADVERTENTIE etlarjj)/>dsi ffir netlarJjD/itlsc staatsloterij esn hÊol lob Verkoopadressen in de Gouden Gids. Per giro spelen kan ook. Bel voor informatie: 070-46 9647. Speel mee in de Staatsloterij. Elke maand 30 miljoen aan prijzen. mee gemoeid zijn, worden tot het jaar 2000 geraamd op f3 miljard, maar daar staat een betere beta lingsbalans door een verminder de import van dure olie tegen- Milieu De milieuproblemen van een zo grote inzet van steenkool als wordt voorzien, zijn op wereld schaal gigantisch en voor een klein en dichtbevolkt land als het onze (dat zijn luchtvervuiling bo vendien voor een belangrijk deel uit het buitenland krijgt) extra beklemmend. Het uitregenen van de enorme op slag aan kolen (ook voor doorvoer naar het buitenland) veroorzaakt een nog nauwelijks te schatten verontreiniging van bodem en grondwater. Het verstoken van zoveel miljoen ton kolen per jaar levert een hoeveelheid vliegas en sintels op, die rondom de eeuw wisseling op 2,5 miljoen ton per jaar wordt geraamd. De uitstoot van zwaveldioxyde (S02), die re gen tot bodem, gewas en meren aantastende verdunde zwavel zuur maakt, zal zonder tegen maatregelen ver uitstijgen boven de grenzen gesteld in het recente S02-beleidsplan, zeker in de na bijheid van vergassingsinstalla ties en elektriciteitscentrales. Voor de uitstoot van stikstofoxy- den, waarvoor nog een beleids plan gemaakt moet worden, geldt hetzelfde. Daarnaast is er stofoverlast bij op slag en transport, uitstoot van chloorverbindingen, zware me talen en velerlei andere chemi sche verbindingen, waarvan een deel vermoedelijk kankerver wekkend is. De Amerikaanse ar beidsinspectie OSHA laat naar dat laatste een reeks onderzoe ken verrichten ten behoeve van de werknemers bij vergassings- installaties. Deze problemen lijken oplosbaar (althans ten dele) als zij bij het ontwikkelen van een nieuwe ko- lentechnologie van het begin af worden onderkend, strenge normen worden gesteld en na geleefd en de noodzakelijke, niet geringe investeringen worden gedaan. De zwaveloxyden kun nen worden gevangen met kalk, hoewel men voor het gips dat dan in indrukwekkende bergen ont staat geen bestemming weet. Verschillende nieuwe procédés voor de vermindering van zowel de uitstoot van zwavel- als van stikstofoxyden en andere ver bindingen (voornamelijk geba seerd op een betere beheersing van het verbrandingsproces) zijn in ontwikkeling. Mogelijkheden voor het hergebruik van het vliegas (bindmiddel ter j ging van cement, vervanging van zand en rind in de wegenbouw) en van de grove as (wegenbouw) worden onderzocht, maar alles hangt daarbij af van de vraag of men erin slaagt voor deze stoffen een markt te vinden. En helemaal schoon wordt het nooit. „Broeikaseffect" Een probleem waar alleen nog maar onzekerheid over bestaat is dat van het vrijkomen van kool- dioxyde (C02) bij de verbranding van steenkool. Kooldioxyde komt vrij bij het verbranden van alle fossiele brandstoffen, van hout en biomassa, maar per hoe veelheid warmte is de hoeveel heid vrijkomende kooldioxyde het grootst bij steenkool. Kooldioxyde houdt de zonne warmte in de aardse atmosfeer vast en klimatologen zijn ètan de hand van wiskundige modelstu dies tot de overtuiging gekomen, dat de verwachte verdubbeling van het C02-gehalte in de atmo sfeer binnen twee generatie door de massale inzet van steenkool en door het verdwijnen van de tropi sche regenwouden een „broeika seffect" zal veroorzaken. De opwarming van de aardse atmo sfeer met enkele graden Celsius zal zich volgens hen lijk op de polen concentreren, de ijskappen doen smelten en overal ter wereld radicale veranderin gen in het klimaat veroorzaken. Wat dat zal betekenen voor de landbouw (wereldvoedselvoor ziening) laat zich raden. Zekerheid over deze ontwikkeling bestaat er echter niet. In de laat ste vijftig jaar is het kooldioxide- gehalte in de atmosfeer met tien procent getegen, terwijl de aarde juist afkoelde. Nog volstrekt on duidelijk is met name de reactie van de oceanen en van het plantaardig en dierlijk leven op het C02-gehalte in de atmo sfeer. Vooral in de Verenigde Staten wordt veel onderzoek naar dit C02-probleem verricht. Men heeft er meetstations voor opge richt van Noord- tot Zuidpool em probeert meer inzicht te krijgen in de veelheid van factoren, waarvan nog slechts een deel in de wiskundige modellen van de klimatologen kon worden ver werkt. De ernstige waarschu wing van de klimatologen wordt ook buiten de Verenigde Staten zeer ernstig genomen, zonder dat men echter afziet van het vaste voornemen minder afhankelijk te worden van de (politiek zo ge voelige) aardolie door op grote schaal de steenkoolreserves aan te spreken. KEES WIESE ADVERTENTIE Schade brand hallencomplex in Flevoland f 15 miljoen DRONTEN (ANP) - De brand die zondagavond uitbrak in een huurhallencomplex op het in dustrieterrein van Swifterbant .n oostelijk Flevoland heeft voer ruim 15 miljoen gulden schade aangericht. De resten van het complex brandden gistermiddag nog steeds. Zondag schatte de bedrijfsleiding van de grootste huurder van de hal, Draka Plastics, de schade nog op 6 miljoen gulden. Gister middag legden de brandweer korpsen van Lelystad en Dronten een schuimlaag om het nog op laaiende vuur in te dammen. Volgens de politie is het een geluk bij een ongeluk dat er in het be drijfje waar aardappels en uien lagen opgeslagen geen munitie uit de tweede wereldoorlog lag. Die munitie wordt tijdens de oogst gevonden en opgeslagen tot de politie het komt afvoeren. Volgens een woordvoerder was het puur toeval dat er geen ou de granaten in het pand lagen. De Kodak Ektra 22, de camera met 'n handstatief. Dat meteen dienst doet als beschermkap. Maar dankzij dat handstatief maakt u altijd één, twee, drie scherpe foto's. Omdat u de Kodak Ektra stevig vast en keurig recht kunt houden. Fotograferen met Ektra camera's is dus erg eenvoudig. Zeker als u bedenkt dat u voor rond de 80 gulden al 'n Kodde Ektra vasthoudt Kodak, 't kan niet missen. jBlBl WM M Kodak Ektra, de camera met'n handstatief.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 14