{sport
i
J VHS
ZATERDAG 31 MEI 1980
Klokslag twaalf uur van
nacht brak voor de Ne
derlandse sportvissers
een historisch ogenblik
aan. voor liet eerst in de
geschiedenis mochten de
hengelaars ook in het
nachtelijk duister een
visje proberen te vangen.
Gevolg van een opmerke
lijke besluitvaardigheid
van de kersverse minister
van Landbouw en Visse
rij, ir. Braks, die vorige
maand vriend en vijand
verraste.
In zijn openingstoespraak
bij de jaarlijkse Visma-
tentoonstelling in de Rot
terdamse Ahoy-hallen
kondigde hij aan dat met
ingang van het nieuwe
visseizoen het verbod om
's nachts te vissen zou
worden opgeheven. Nu
werd vanuit de georgani
seerde hengelsport al ja
renlang gehamerd op
schrapping van dit "dis
criminerende artikel in
de Visserijwet, maar op
het ministerie leek qien
tot dusver niet erg onder
de indruk van de op tafel
gebrachte argumenten.
Bovendien was het een
bekend feit dat de be
roepsvisserij niet stond
te popelen om de henge
laar ook in nachtelijke
uren zijn hobby te laten
beoefenen.
Minder opzienbarend was
het dan ook dat direct na
de openbaarmaking van
Braks oekase de Combi
natie van Binnenvissers
en de Organisatie van
Rand- en IJsselmeervis-
sers, vertegenwoordigin
gen van de beroepsvisse-
rij, hel en verdoemenis
uitspraken over de plan
nen van de minister.
De protesten kregen de afgelopen weken hun gebruikelijke vervolg in demonstra
tieve acties op diverse plaatsen in ons land. In Leeuwarden liepen de Friese
broodvissers te hoop bij provinciale staten en op het Haagse Binnenhof'bood het
"beroep" een petitie aan bij het PvdA-kamerlid Roels, voorzitter van de speciale
visserijcommissie.
Leden van die commissie spaarden de minister niet voor kritiek. Hij kreeg het
verwijt niet eerst overleg te hebben gepleegd met de beroepsvisserij alvorens de
maatregel af te kondigen. En daarom werd deze week alsnog overleg gepleegd
waarbij de bewindsman de "gift" op de Visma, met de andere hand weer gedeel
telijk terugnam.
Kennelijk onder druk gezet,
maakte hij bekend dat de
nachtvisserij wel wordt vrij
gegeven, maar slechts als ex
periment gedurende het van
daag begonnen visseizoen.
De ervaringen die worden
opgedaan zullen besproken
worden in een dit jaar op te
richten adviesraad voor de
binnenvisserij. Verder blijft
het IJsselmeer "verboden
gebied" voor de nachtsport
visser gezien het grote belang
dat de beroeps^isserij heeft
bij dit water.
De beroepsvissers hadden erop
aangedrongen ook de Friese
meren daarbij te betrekken
maar aan die wens heeft de
minister geen gevolg gege
ven. De sportvisserijorgani-
saties waren na afloop van het
overleg niet erg enthousiast
over het gedeeltelijke terug
draaien van eerder gedane
toezeggingen. Zeker niet om
dat het achteraf toch slechts
om een experiment blijkt te
gaan.
De kritiek op de vrijlating van
de sportvisser in de nachtelij
ke uren richt zich op een
tweetal punten. In de eerste
plaats vreest de beroepsvisser
dat controle op de visserij
nauwelijks meer mogelijk is.
Men -is bang dat de stroperij -
het leeghalen en/of vernielen
van netten en fuiken - die de
laatste jaren toch al een stij
gende lijn vertoonde, nog
verder zal toenemen.
Bovendien is men bevreesd dat
de legale sportvisser met een
worm of made in nachtelijke
uren vissend veel aal zal weg
vangen. En de aal is en blijft
voor het beroep de belang
rijkste inkomstenbron. In de
roep om de hele zaak maar
wel snel terug te draaien heb
ben zich ook enkele milieuor
ganisaties geschaard alsmede
de Rijkspolitie te water. Een
club die toch al met gebrek
aan mankracht kampt en de
controlerende taak met de
komst van de nachtvisserij
nog verder uitgebreid ziet.
Zo op het eerste gezicht lijkt er
van die kanten nogal wat zin
vols op tafel te worden ge
bracht om de hengelaars in
nachtelijke uren toch maar
weer te weren van plas en
meer en uit de polder. Maar
laten we de verschillende ar
gumenten eens op een rijtje
zetten. Onloochenbaar feit is
dat de sportvisserij met het
nachtvisverbod tot dusver
duidelijk tenachter werd ge
steld bij de andere vormen
van watersport.
Immers elke andere waterspor
ter. of hij nu zeilde, surfde,
skiede of gewoon rondtoerde
in zijn jachtge), hij kan bil
nacht en ontij over het water
zwalken zonder dat hem een
strobreed in de weg wordt
gelegd. Vooi" de sportvisser
was het water tot dusver ta
boe in de periode tussen een
uur na zonsondergang en een
uur voor zonsopgang. Alleen
al uit dat oogpunt was het
hoog tijd dat de zaken eens
werden rechtgetrokken.
En dan praten we nog niet eens
over de periode tussen half
maart en eind mei, waarin de
sportvisser helemaal niet aan
of op het water mag komen
om een hengeltje uit te gooi
en. Ook dat gesloten sei
zoen" is veel sportvissers een
doorn in het oog. Ais ik de
stemmingen in het hengel
sportkamp goed taxeer zal
dat dan ook het volgende ac
tiepunt zijn waarop de orga
nisaties zich zullen richten
wanneer de gemoederen rond
de nachtvisserij tot bedaren
zijn gebracht.
Fuiken lichten
Terug naar h"t nachtvissen. En
wel de opmerking van be
roepszijde dat de fuikenlieh-
terij nu hand over hand zal
toenemen. Daarmee wordt de
suggestie gewekt als zouden
de hengelaars alleen verant
woordelijk zijn voor het leeg
halen en vernielen van be
roepsvistuigen.
Ik zou niet durven beweren dat
de sportvissers allemaal lie
verdjes zijn en dat onder het
legioen dat het miljoen al
ruim is gepasseerd geen lie
den schuilen die het met het
verschil tussen mijn en dijn
niet zo nauw nemen. Maar het
gaat me ook te ver dat daar
voor altijd de hengelaars aan
de schandpaal werden gena
geld.
Wie eens in het oog houdt welke
mensen voor het kantonge
recht moeten verschijnen om
zich te verantwoorden voor
visstroperij zal ontdekken dat
het in vele gevallen juist om
mensen gaat die geen enkele
affiniteit met de hengelsport
hebben. Het gaat hen uitslui
tend om de eigen consump
tiedrang en het geldelijk ge-
Voor een niet onbelangrijk per
centage blijken andere cate
gorieën watersportbeoefena
ren dan de hengelaars ver
antwoordelijk te zijn voor
diefstallen en vernielingen.
Op die dagen dat er wat doel
loos wordt rondgedobberd op
plas, of meer of in de wete
ring, kan het soms een plezie
rig verzetje zijn om eens te
kijken wat er in de fuiken van
de beroepsvisser zit. Een be
kend feit is dat in die catego
rie ook de meeste "zwartvis-
sers" zitten.
Uit tijdverdrijf worden een paar
hengels uitgegooid onder het
mom "je kunt nooit weten
hoe een koe een haas vangt"
en bij controle blijkt men over
geen enkele vergunning te
beschikken. Dat er voor de
sportvissers toch een wezen
lijk gevaar schuilt in de vrijla
ting van de nachtvisserij mag
het volgende voorbeeld dui
delijk maken.
Wie in een bootje met een paar
hengels aan boord over de
plas zwalkt na zonsonder
gang heeft nu een pracht van
een dekmantel om de illegale
praktijken voort te zetten of
zelfs uit te breiden. Hij is naar
uiterlijk immers een sportvis
ser. maar innerlijk komen er
heel andere bedoelingen om
de hoek kijken.
Natuurlijk heeft de Rijkspolitie
te water gelijk wanneer men
zegt dat als gevolg van de
nachtvisserij de controle
wordt bemoeilijkt. Aan de
andere kant mag verwacht
worden dat er ook een zekere
preventieve werking uitgaat,
wanneer het in nachtelijke
#uren wat drukker is op en
langs het viswater. Dat wil
nog niet zeggen dat ik het
volledig eens ben met de vi-
ce-voorzitter van de Neder
landse Vereniging van Sport-
vissersfederaties(NVVS) R.
Wielenga die onlangs be
weerde dat de komst van de
sportvisser de stroper wel zal
afschrikken.
Fuikenlichterij - laten we daar
geen doekjes om winden - zal
blijven voorkomen. Daar zal
ook de aanwezigheid van de
sportvisser weinig aan kun
nen veranderen. Zeker gezien
de nog steeds stijgende prij
zen die voor bijvoorbeeld ge
rookte paling moeten worden
betaald. Over die aal gespro
ken. Een andere grief van het
"beroep is dal nu veel meer
sportvissers dan voorheen op
de aal zullen gaan vissen.
Dat is namelijk de belange
nafweging tussen sport- en
beroepsvisserij. Sinds jaar en
dag heeft bij de beoordeling
of iets kon of mocht steeds de
argumentering van de kant
van het "beroep" een zwaar
stempel op de zaak gedrukt.
Het feit dat de beroepsvisserij
een wekere taak vervulde voor
de voedselvoorziening en het
feit dat men beschikte over
krachtige organisaties speel
den een belangrijke rol. Daar
tegenover stond de sportvis-
serrij, die zich steeds opnieuw
kenmerkte door een grote in
terne verdeeldheid en een
sterk versplinterde organisa
tie. De naweeen daarvan zijn
ook nu nog merkbaar in ver
tegenwoordigende lichamen,
waarbij het "beroep" sterk
oververtegenwoordigd is.
Kentering
Niet iedere sportvisser is zo fervent dat hij 's nachts op pad gaat. Velen verkiezen een warme zonnige dag-
Aalvisserij
Omdat de aal vooral in nachte
lijke uren de grootste bijtlust
aan de dag legt, ziet het be
roep dat als een aantasting
van de eigen beurs. Temeer
omdat enkele jaren geleden
het principe werd gepropa
geerd dat de schubvis in het
vervolg voor de sportvisserij
zou moeten zijn, terwijl de
grondvisserijdees: de vangst
van aal) voorbehouden 'zou
blijven aan het beroep.
Als die scheiding tussen schub-
en grondvis ei inderdaad was
gekomen, had de sportvisse
rij weinig recht van spreken
gehad. Immers de beroeps
vissers zouden dan met hun
handen van bijvoorbeeld de
snoek en de snoekbaars af
blijven, terwijl de hengel
sport het peuren zou moeten
prijsgeven. Het heeft er ook
heel even naar uit gezien dat het
zo zou gebeuren.
Maar de hele operatie is - op een
enkele uitzondering in het
noorden van het land na - op
een complete mislukking uit
gelopen. De uitkoopregeiing.
die jaren geleden met subsi
die van het rijk in het leven
werd geroepen, is in verband
met de matige belangstelling
tenslotte opgeheven. De be
roepsvissers die bereid ble
ken een vergoeding te accep
teren om de roofvis met rust
te laten waren figuurlijk ge
sproken op de vingers van
een hand te tellen. Nog steeds
wordt er naar mogelijkheden
gezocht om de zaak weer
nieuw leven in te blazen.
In die tussentijd zijn er nog tal
loze beroepsvissers die met
staande netten vissen en de
schubvis die daarin belandt
zeker niet terugzetten. Daar
naast sijpelen zo nu en. dan
berichten door van sportvis
sers^ die wel toestemming
krijgen om ergens te mogen
vissen, maar op voorwaarde
dat de gevangen vis wordt af
geleverd bij de beroepsvisser.
Zoals er ook nog altijd hen
gelaars zijn die hun gevangen
vis verkopen.
Wat mij opvalt is dat de be
roepsvissers op dit ogenblik
wel erg gemakkelijk het al
leenvertoningsrecht voor de
aal claimen. Er zijn voorbeel
den in de directe omgeving
waarbij beroepsvissers sa
men i*iet de georganiseerde
hengelsport glasaaltjes heb
ben uitgezet. Het is in die ge
vallen niet meer dan redelijk
dat ook de sport daarvan z n
portie mag wegvangen.
OVB-subsidie
Er komt nog een ander argu
ment bij. De glasaaltjes zijn in
negen van de tien gevallen af
komstig van de Organisatie
ter Verbetering van de Bin-
nenvisserij(OVB) en worden
met een forse subsidie be
schikbaar gesteld. Een subsi
die die voor het leeuwedeel
worden betaald door de
sportvisser. Want elk jaar dat
hij z'n nieuwe visvergunning
koopt wordt van het bedrag
een paar gulden afgedragen
aan de OVB voor de verbete
ring van onze nationale vis
stand.
Mijn grote bezwaar tegen de an-
ti-nachtvisserij-actie is dat de
belangstelling voor dit facet
van de hengelsport schrome
lijk wordt overdreven. Toe
gegeven, het hengelaarsle
gioen is groot. Vorig seizoen
werden voor het eerst meer
dan een miljoen vergunnin
gen verkocht via de postkan
toren. Met recht kan er dus
over een legioen worden ge
sproken.
Maar uit een onderzoek dat een
paar jaar geleden werd ge
houden (onder meer via vra
genlijsten die aan de water
kant werden ingevuld na ge
sprekken met hengelaars)
bleek dat lang niet elke hen
gelaar zijn hobby zo fervent
uitoefent. Er zijn vele mooi
weer"- en 'vakantie -hen
gelaars bij. Sportvissers die
alleen wanneer de zon hoog
aan de hemel staat een hen
geltje uitgooien.
De groep die week-in. week-uit
tegen het krieken van de dag
op of aan het water zit is een
naar verhouding vrij kleine.
De vraag is of zelfs deze fer
vente hengelaar straks hele
maal in het pikkedonkei de
plassen en meren zal opzoe
ken. Ik taxeer dat het er over
het gehele land genomen niet
meer dan enkele tienduizen
den zijn. En dan ben ik waar
schijnlijk nog aan de ruime
kant. De nachtelijke visuur-
tjes zullen bovendien voor
namelijk beperkt blijven tot
de zomermaanden. Zoals het
aantal wintervissers slechts
een fractie is van de henge
laars die er in de zomer en
herfst op uit trekken.
In de hele discussie moet ook
zeker het vissen met de peur
een rol spelen. De echt ver
woede vissers op aal zijn nu
meestal al in het bezit van een
zogenaamde peurvergun-
ning. Visbewijzen die worden
uitgegeven door de visver
enigingen en soms ook wel -
tegen vergoeding - door de
beroepsvissers zelf. De groep
die de aalstand met peurstok
en bundeltje wormen te lijf
gaat mocht in het verleden
ook al 's nachts vissen. Het
zou wel heel vreemd moeten
gaan wanneer deze peurders
nu plotseling op de gewone
hengel zouden overstappen
waarvan bekend is dat die
veel minder succesvol is. Nee,
bij de peurders verandert er
niets.
Natuurbescherming
In de polemieken voor en tegen
nachtvisserij voor de sport
visser hebben zich de afgelo
pen weken ook de natuui be
schermingsorganisaties ge
mengd. Zij vinden dat er
sprake is van een aantasting
van natuur en landschüp dooi
de hengelaar en dat de rust
wordt verstoord. Als het wer
kelijk zo erg is met die aantas
ting fen onrust dan had ik al
veel eerder een kritische
kanttekening verwacht bij de
nachtelijke watersport die op
dit ogenblik al bestaat.
Het is maar de vraag wat slech
ter is voor de natuur: een
sportvisser die er alle belang
bij heeft om op het water stil
te zijn zodat hij de aanwezige
vis niet verjaagt of de zware
motorjachten die ook ver na
zonsondei eane noe in hnoe
tempo beschermde natuurge
bieden doorkruisen of hun
schepen niets ontziend par
keren in brede rietkragen.
Bij de vraag rond de nachtvisse
rij is nog een aspect van be
lang dat tot dusver nauwe
lijks ter sprake is gekomen
Toch is de laatste tijd een kente
ring te bespeuren. Een rol van
betekenis heeft zeker het feit
gespeeld dat de belangstel
ling voor de sportvisserij de
laatste decennia sterk is toe
genomen. Het is zondedr twij
fel de meest beoefende vorm
van actieve vrjetijdsbeste-
ding. Zelfs het populaire
voetbal blijft er bij in de scha
duw. Daartegenover staat een
langzaam vergrijzend en ook
in absolute getallen afne
mende beroeps visser ij.
Ook economisch gezien wordt
de hengelsport steeds belang
rijker De handel in hengel
sportmaterialen. de verhuur
van visbootjes. de verkoop
van vergunningen, het orga
niseren van speciale visreizen
en dergelijke heeft langza
merhand zo n grote vlucht
genomen, dat het vissersle
gioen een niet weg te cijferen
consumentengroep is gewor
den. Dat steeds meer grote
bedrijven beginnen te adver
teren in de landelijke hengel-
sportbladcn is een belangrij
ke vingerwijzing.
De verhouding tussen sport- en
beroepsvisserij heeft in het
verleden nooit uitgeblonken
door wederzijds begrip en een
gezamenlijke strijd voor ge
meenschappelijke belangen.
Wie de boeken en tijdschrif
ten uit vroeger jaren er nog
eens op naleest wordt gecon
fronteerd met een voortdu
rende strijd. Men gunde ei
kaar het licht in de ogen niet.
De laatste jaren zag het er naar
uit, dat er van een zekere toe
nadering kon worden ge
sproken Het al eerder ge
noemde initiatief tot geza
menlijke uitzettingen van
pootvis was er een van Bo
vendien werd in verschillen
de hengelsportbonden en fe
deraties al eens de gedachte
geopperd om de beroepsvis
ser in te schakelen bij het be
heer van de visstand. Daarbij
gi'bruik makend van de ja
renlange ervaring waarop de
meeste broodvissers kunnen
De protesten tegen de nachtvis
serij dreigen die ontwikke
ling af te remmen. En dat is
een betreurenswaardige zaak
voor partijen, die er allebei
een grondige hekel aan heb
ben om achter het net te vis-