Ziek is ziek. Of niet soms Krasse uitspraken Saterdag 31 mei i98o AMSTERDAM - „Er bestaat criminaliteit die schadelijker is voor de samenleving dan strafbaar gesteld gedrag". Dat zeggen burgemees-, ter en wethouders van Amsterdam over de werkwijze van een aantal speculanten in onroerend goed. „Speculeren behoort altijd uit den boze te zijn. In de woningnood die Amsterdam nu kent, is dat gedrag te vergelijken met de zogenaamde oorlogswinstmakers, de OW'ers, uit de Eerste Wereldoorlog. De noodsituatie in Amsterdam duldt geen verder uitstel van maatregelen tegen deze woekeraars". Wie meent dat dit soort krasse uitspraken niet past binnen het college van vroede vaderen heeft geen juist beeld van de alarmerende woningsituatie. Am sterdam heeft een tekort van zeker 17.000 woningen. Er staan officieel 43.000 woningzoekenden geregi streerd, maar men schat dat er in totaal vraag is naar 80.000 woningen. Door speculatie worden jaarlijks duizenden woningen aan het woningbestand ont trokken. Anders dan in de rest van het land kent Amsterdam nog veel particuliere huurwonin gen. Niet minder dan 70'procent van de 155.000 voor de oorlog ge bouwde woningen is in han den van particulieren. Bona fide eigenaars en grote beleg gers hebben zich bijna alle maal uit deze sector terugge trokken omdat er weinig ren dement was te behalen uit dit bezit. Speculanten en huis jesmelkers hebben in dit lui lekkerland van de woning nood de afgelopen twee jaar 16.000 huurwoningen ver kocht. Er is veel leegstand onder voorwendsel van reno vatie en verbouwing. Een groot aantal buitenlanders en wanhopige woningzoeken den betalen woekerprijzen voor illegale huurwonin gen. Amsterdam heeft minister-pre sident Van Agt nu om een ge sprek gevraagd met een dele gatie uit het kabinet. „Door een aantal snelle maatschap pelijke ontwikkelingen is de woningnood in Amsterdam tot onaanvaardbare hoogte gestegen", aldus burgemees ter Polak. „De gevolgen daar van grijpen diep in de gehele Amsterdamse samenleving in. Ook buiten het gebied van de volkshuisvesting". De hoofdstad vraagt wettelijke en financiële middelen voor een grondpolitiek die op de stadsvernieuwing is gericht. De enige oplossing voor de woningnood is de mogelijk heid snel te kunnen bouwen en te renoveren. Minder mensen In feite is de woningnood in Amsterdam nog even schrij nend als in 1947, ondanks het r minder mensen in onen dan vlak na de tl de woningbouw 1 of meer gestaag doorging. Sedert 1960 is de bevolking met 150.000 perso nen afgenomen. Veel jonge gezinnen met kleine kinderen verkozen het frisse buitenle ven in de provincie boven de grote stad. Het waren over het algemeen mensen met een redelijk ipkomen die naar de overloopgebieden in Noord- Holland en de IJsselmeer- polders vertrokken of een huisje kochten op het platte land. Deze uittocht, die grote invloed heeft gehad op de samenstelling van de Am sterdamse bevolking, is de laatste twee jaar door de eco nomische teruggang tot stil stand gekomen. feit dat c de stad v oorlog toch mi Nog steeds bestaat echter meer dan de helft van de ruim 700.000 Amsterdammers uit ongehuwden en alleenstaan den. Het aantal bejaarden be draagt 15 procent. Er zijn drie keer zoveel echtscheidingen als 25 jaar geleden. Als gevolg hiervan wonen 40.000 ge scheiden mannen en vrou wen in de hoofdstad van het land. Deze één- en tweeper soonshuishoudens beinvloe- den de woningbehoefte sterk. Hetzelfde kan gezegd worden van de 80.000 merendeels gro te gezinnen die van buiten naar Amsterdam zijn geko men. Die groep vraagt om grote huurwoningen die nauwelijks aanwezig zijn. Een andere oorzaak voor het huidige tekort aan woningen is de gewijzigde behoefte aan ruimte. Grootmoeder was rond 1900 gelukkig met een huisje dat per persoon zes vierkante meter ruimte bood. Nu heeft haar achterklein kind een behoeftepatroon ontwikkeld waarin van ruim 28 vierkante meter per ge zinslid sprake is. Of ze het ook krijgt, is een geheel andere zaak. De verschillen zijn bo vendien groot. Een Amster damse vierkamerwoning in de nieuwbouw is zeker 100 vierkante meter groot, maar in de binnenstad zijn nog vierkamerwoninkjes van 50 vierkante meter. Er wonen ook minder mensen in de afzonderlijke woningen. De gezinnen zijn kleiner ge worden en de kinderen gaan eerder zelfstandig wonen. Tegelijkertijd is men minder snel geneigd iemand op ka mers te nemen. Dertig jaar geleden was de gemiddelde bezetting van een woning ze ker vier personen. Nu is dat drie in het land en in Amster dam zelfs gemiddeld twee. Dit kleine aantal bewoners geldt voor alle geïndustriali seerde steden in West-Euro pa, die ook wel worden aan geduid als hoofdkwartierste den. In Amsterdam heeft dit woonpatroon sinds 1947 tot een extra vraag naar 100.000 woningen geleid. Machteloos Amsterdam heeft het onmach tige gevoel dat er niet is op te bouwen tegen de buitenspo rige vraag naar woningen. Eén categorie woningzoe kenden is in het verleden rieus genomen. Jonge mensen eisten, al dan niet getrouwd of samenwo nend, een eigen kleine wo ning tegen een lage huur. De woningbouwverenigingen nebben zich pas de laatste tijd met deze groep beziggehou den onder het motto 'wo ningnood is vooral slecht voor het gezin. Dus bouwen we eerst voor deze steunpila ren van de maatschappij In juni 1978 zijn ook woning zoekenden jonger dan 25 jaar bij de urgenten ingedeeld. Dat betekent voor Amster dam, met twee universiteiten en veel snel groeiende on derwijsinstellingen, een ster ke toeloop van jongeren. Nu bestaat 61 procent van alle urgente woningzoekenden bij de Gemeentelijke Dienst Herhuisvesting uit jongeren beneden de 25 jaar. Juist deze jonge mensen zullen de komende tijd naar een toe gewezen woning kunnen flui ten als de gemeenteraad half juli akkoord gaat met de noodmaatregel van wethou der Wolffensperger van Her huisvesting. Geertjan Wolf fensperger (D'66) wil de ko mende tijd alleen de 3000 noodgevallen per jaar aan woonruimte helpen en de an deren naar de keuzemarkt verwijzen. Tot die noodge vallen rekent hij de zoge naamde termijnurgenten uit de stadsvernieuwingsbuur ten, bewoners uit brandge vaarlijke pensions en mensen die om sociale en medische redenen een andere woning nodig hebben. Binnen twee jaar hoopt Wolf fensperger met een nieuw uitgewerkt puntensysteem te komen waarin persoonlijke omstandigheden ningzockenden de graad i urgentie bepalen. Nu is het zo dat de 53.000 woningzoeken de urgenten door Herhuisves ting worden bemiddeld vol gens een wachtlijst. Wachttij den van drie tot vier jaar zijn geen uitzondering. De amb tenaren van de Dienst Her huisvesting hebben de laatste maanden door middel van ac ties gewezen op het zinloze van hun werk. In de wandel gangen van het Amsterdamse stadhuis wordt al gesproken over opheffing van deze ge meentelijke dienst. „De woningnood wordt be paald door zaken die hele maal buiten onze invloeds sfeer liggen", zegt de heer Kanft, onderdirecteur van Herhuisvesting. „Er zijn minder mensen die verhuizen of de stad uittrekken, waar door we maar met 5000 wo ningen kunnen bemiddelen. Er komt bijna geen nieuw bouw beschikbaar. Boven dien zijn minstens 6000 dis tributiewoningen gekraakt De ambtenaren van de dienst hebben voorgesteld om de rechten van jongere woning zoekenden te beperken. Maar Amsterdam heeft voor haar 717.000 inwoners slechts 301.000 woningen beschik baar. De kwaliteit van het par ticuliere woningbezit, vooral in de wijken die in de vorige eeuw ontstonden, is door ach terstallig onderhoud zeer slecht. Maar Amsterdam wil ook nog 10.000 vooroorlogse woningwetwoningen verbe teren. En eigenlijk zijn de 60.000 nieuwbouwwoningen van vlak na de oorlog ook rijp voor de sloop. Als gevolg van de stadsver nieuwing zijn de laatste jaren 3700 woningen gesloopt, maar er kwamen slechts 700 woningen voor in de plaats. De nieuwbouw aan de zuid oostkant van Amsterdam, waar 5000 woningen moeten bij komen, komt nauwelijks van de grond omdat de huren te hoog zullen worden. Wethouder Schaefer is teleur gesteld over zijn laatste ge sprek met minister Beelaerts van Blokland en zijn staatsse- cretari s van volkshuisves ting Hi. itt.t riet gedaan ge kregen dat de huren voor minstens 1000 woningwet woningen, die bestemd zijn voor mensen uit de sane- ringswyken. in Gaasperdam omlaag gaan van 500 naar gemiddeld 300 gulden. Schaefer zegt: „Stadsvernieu wing moet in nieuwbouwwij ken én in de oude stad. Een klein project in het centrum kost evenveel aan mankracht als een pluk van zeg 150 wo ningen elders, maar je moet het allebei doen. Het is dui delijk dat voor Amsterdam en andere grote steden ook an dere normen en een andere politiek moeten gelden dan voor de rest van het land. Neem nou de aankoop van panden. Het rijk stelt het be drag vast waarmee zoveel kan worden besteed per eenheid. Hiermee moet je dan gaan verwerven in open concur rentie met allerlei onderne mingen. Vandaar dat je tot prijzen komt die niet haalbaar zijn Jan Schaefer heeft in april een brief geschreven aan de pen sioenfondsen met het verzoek een deel van de pensioengel den voor stadsvernieuwing te bestemmen. Hij heeft nog geen officieel antwoord ont vangen, maar een aantal pen sioenfondsen is in elk geval bereid om met hem te pra ten. In de stadsvernieuwingswijken wil Schaefer eventueel dich ter gaan bouwen door bij voorbeeld een extra woon laag. Maar moderne voorzie ningen zoals groen, parkeer- gelegenheden, telefoon en elektriciteit maken een te rugkeer naar hetzelfde aantal woningen onmogelijk. In Gaasperdam aan de oostkant van de Bijlmermeer wordt in augustus na een garantie van zes miljoen gulden van de gemeente met de eerste bouw begonnen. Schaefer zegt „We zijn bezig met de laatste grote stadsvernieuwingsprojectcn in de Haarlemmerhouttui nen, aan de Amstei en in de Dapperbuurt, maar we zijn aan de grenzen van ons grondgebied Amsterdam heeft plannen voor nieuwe woonwijken in het oostelijk havengebied, aan de Diemer Zeedijk. Maar het puin dat aan de Diemer Zee dijk gestort moet worden voor deze uitbreiding zal nog wat problemen geven. De gewaarschuwde burger zal eerst garanties willen over de afwezigheid van chemische rotzooi in het puin. Staatsse cretaris Marcel van Dam voorspelt dat de woningnood de komende vijf jaar alleen maar erger kan worden. Jongeren Amsterdam gaat een actief vor- deringsbeleid voeren van ge bouwen. De eerste stap is nu genomen door voor bijna tien miljoen gulden 14 panden aan te kopen voor jongerenhuis vesting Men is nu in onder handeling over het voormali ge Handelsbladgebouw de panden Singel 44 en 500, Nieuwe Zijds Kolk 25 en 27, Oude Zijds Voorburgwal 268, Weteringschans 149. Keizers gracht 413, Keizerrijk 2 tot en met 18, Paleisstraat 25 en 27, Spuistraat 179 tot en met 195, Kloveniersburgwal 15 tot en met 19, Herengracht 20, Nieuwe Herengracht 143, Roelof Hartplein 2. In deze panden wonen nu ongeveer 500 krakers. Instituut Burgerraadslieden. 2311 EK Leiden. Koornbrugsteeg 2. Telefoon 071 - 143171. Mevrouw A verkeert in problemen, die vaker voor komen. Vandaar dat we daar eens dieper op zullen ingaan. Al ongeveer vijftien jaar verdiende zij in een part-time baan een aanvulling op het salaris van haar man. Het gaf hun net de ruimte in hun inkomen om wat makkelijker te kunnen leven. Op zekere dag wordt mw. A. ziek. Dat betreft dan niet zo maareen griepje: zij blijkt last te hebben van aandoeningen in haar luchtwegen, in die ma te dat ze haar werk niet meer zou kunnen doen, zoals later zal blijken. Zij werkte name lijk in de huishouding en kwam daar veel in aanraking met huisvuil en stof; twee za ken die een ongusntige in vloed hadden op haar ziekte. „Wel", dacht mevrouw A., „ik heb vele jaren gewerkt, er zal nu toch wel een soort uitke ring zijn, waarop ik recht heb, nu ik niet meer kan werken in mijn oude baan Laten we eens kijken of die gedachte juist is. Mevrouw A meldt zich ziek bij haar werkgever. Deze geeft dat door aan de bedrijfsver eniging, die haar ziekte er kent en zij ontvangt een zieK- tewetuitkenng. In haar geval is die evenhoog als haar in komen was. In haar portemo- nee merkt ze dus nog niet. dat haar werk is weggevallen. Haar ziekte (arbeidsonge schiktheid noemt de wet dat) duurt voort, zoals dat vaak het geval is met bronchiale aan doeningen. Na een jaar is de situatie nog steeds niet verbeierd. Zoals misschien bekend duurt de uitkering op basis van de Ziektewet maar 52 weken. Wanneer men dus 52 weken arbeidsongeschikt in de zin van de Ziektewet is krijgt men een uitkering. Wat is nu 'arbeidsongeschikt in de zin van de Ziektewet Kun je dan ook nog in andere zin arbeidsongeschikt zijn? Voor de Ziektewet ben je ar beidsongeschikt, als je niet in staat bent dat werk te doen, datje deed bij de aanvang van de ziekte. Mw. A. kon niet te gen stof in haar huishoudelijk werk en was dus ziek in de zin van de Ziektewet. Nadat iemand dus 52 weken in de Ziektewet heeft gelopen stopt de uitkering en wordt door de bedrijfsvereniging bekeken of zo iemand in aanmerking komt voor een uitkering op grond van de Wet op Arbeidsongeschikt heidsverzekering, zoals de WAO officieel heet. Eveneens wordt dan bezien of hij in aanmerking komt voor een uitkering van de Algeme ne Arbeidsongeschiktheids wet. Het onderscheid tussen beide wetten laten we hier buitenbeschouwing. Voor wat de term 'arbeidsonge- schikheid betreft, zijn beide wetten hetzelfde. Er wordt dus nu bekeken of mevrouw A ook arbeidsongeschikt is in de zin van deze beide wetten. Klassen Aan de term arbeidsongeschikt wordt in de WAO een veel ruimere uitleg gegeven. Ie mand is in de zin van de WAO arbeidsongeschikt, wanneer hij niet in staat is om arbeid te verrichten die voor hem pas send is. De wet kent verder verschillende klassen ar beidsongeschiktheid, waar we hier aan voorbij zullen gaan. Vanneer u beide omschrijvin gen vergelijkt, blijkt, dat ze elkaar niet overlappen. Het is dus wel degelijk mogelijk, om arbeidsongeschikt te zijn in de zin van de Ziektewet (je ei gen ik i en) r ide Ziektewetuitkering had ge had, kreeg zij nog drie maan den een WAO-uitkering. Dit laatste wak. omdat de be drijfsvereniging erg laat pas had zien aankomen, dat de Zicktewetuitkering zou stop pen. Er werd haar aangezegd, dat de WAO-uitkering na drie maanden zou stoppen; zij kon weliswaar haar oude beroep dei werk zou ze wel kunnen doen. Na de drie maanden stopte haar uitkering. Deze hele gang van /.aken had zij niet erg goed begrepen; zij had daarom ook niet begre- pcn. dat zij gedurende de pe riode van drie maanden aktief had moeten solliciteren en dat zij de werkloosheidsuit kering zou mislopen, wan neer zij dat niet deed. Ziek is ziek", dacht ze. Omdat zij niet actief genoeg ge solliciteerd zou hebben, werd haar verzoek om een WW- uitkering afgewezen; zij had zich bovendien niet laten in schrijven bij het arbeidsbu reau. Toen zij zich vervolgens tot de Sociale Dienst wendde met het verzoek om een uit kering in het kader van de Wet Werkloosheidsvoorzie ning of de Rijksgroepsrege ling werkloze werknemers werd ook dit verzoek afgewe zen. Het eerst omdat zij geen kostwinner of medekostwin ner was; het tweede omdat het totale gezinskomen (het inkomen van haar man dus) boven de bijstandsnorm lag. Al met al geen uitkering dus. Een en ander wordt nog te begrijpen, wanneer we zien dat haar kansen op ander werk gezien haar leeftijd (50) en gezien haar kwaal ook door het arbeidsbureau als niet hoog worden aangeslagen. Een eventuele werkgever immers zal wel aarzelen om haar in dienst te nemen, omdat hij de kans op veelvuldig ziektevei - zuim te groot acht. Het sys teem van sociale wetten heeft haar dus afgedankt. Zij is tus sen de wal en het schip geko- Intussen ontslaat ook de werk gever haar nog, zonder toe stemming van de directeur van het arbeidsbureau. Zo heeft ieder zijn eigen reden om niets voor haar te kunnen doen. Inmiddels hebben wij natuurlijk wel de nodige stappen genomen om nog te redden wat er te redden valt. Toch is dit geval geen zeld zaamheid. Dooreen combina tie van de volgende factoren is zij tussen de wal en het schip terecht gekomen 1. het overgaan van de ene wet in de andere (van de Ziekte- Wlrl naar de WAO) 2. niet voldoende passend rea geren op de nieuwe situatie (niet aktief solliciteren) 3. slechte situatie op de ar beidsmarkt in verband met haar leeftijd (geen passende ar beid voorhanden) 4. geen kostwinner of mede kostwinner. Het kan een schrale troost voor haar zijn, dat zij zich in een si tuatie bevindt, waarin vele gehuwde oudere vrouwen kunnen vei keien. D«idat /ij de baan. die zij vaak met moeite hebben kunnen hou den, niet meer aankunnen is het met hen afgelopen Een zoveelste pijnlijke konse- kwentie van de positie, waarin de gehuwde vrouw vaak zit in een slechte ar beidsmarkt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 25