'In Kenia roeien zware jongens neushoorns uit' Urinoir met rozegeur voor Parijse 'hoge Anton van Hooff uit 'Ja natuurlijk': ZATERDAG 24 MEI 1980 EXTRA PAGINA 29 Anton van Hooff (42), de directeur van het Burgers' Dierenpark in Arnhem (en kleinzoon van de oprich ter), is door zijn maandelijks optreden in het televi sieprogramma „Ja Natuurlijk" een bekende en po pulaire Nederlander aan het worden. Van Hooff maakt met zijn praatjes en dieren propaganda voor een goede zaak: een beter beheer van de natuur. Onlangs op safari in Afrika ontdekte hij weer eens dat aan de ondergang van bijzondere diersoorten als olifanten en neushoorns stevig wordt doorgewerkt. Een van onze verslaggevers sprak met hem over zijn dierentuin, zijn denkbeelden en zijn tv-program- ma. Door Ary Jassies ARNHEM - De jaarlijkse beestenbende aan ver- nieuwingswerk is in de dierentuin weer aan de kant gewerkt, een warme voorjaarszon hangt boven de 2500 dieren en de pantoffel parade van de dagjes mensen. Directeur An ton van Hooff zit glim lachend in de kleine, donkere ontvangstsa lon van Burgers' en praat gemakkelijk, be grijpelijk en achter el kaar door over het be lang van de zo goed mogelijke, natuurlijke omstandigheden waar onder de huidige die rentuingeneratie be hoort te leven. „Sinds die keer dat ik in een ra dio-interview voortdurend werd onderbroken met van die onzinnige, scherpe vraagjes, praat ik maar door", zegt Van Hooff. De monoloog is even boeiend als zijn tv- praatjes over Klaasje de chimpansee, het schitterende sneeuwuiltje of de in kogelre gens verdwijnende olifan ten. „Neem die sneeuwuilen. Die vogels leven op de toendra's. Het oude hok-idee heeft bij ons afgedaan. De sneeuwui len geven we dus een omge ving met zand, wat gras, een paar heidestruikjes: een mini- toendraatje die zijn natuurlij ke omstandigheden bena dert", vervolgt Van Hooff. Maar we onderbreken hem en vragen of de dieren ondanks al die fraaie natuurimitaties in hun kooien en hokken niet het slachtoffer zijn van vrij heidsbeperking en ruimte nood. Realiteit „De wens van een dierentuin man is natuurlijk een onme telijke ruimte", antwoordt Anton van Hooff. „De realiteit is datje schipperen moet. Van groot belang is wel dat de ou de dierëntuinvisie - we moe ten zo nodig alle dieren heb ben - hier in Nederland niet meer tot uiting hoeft te ko men. Veel belangrijker is nu dat we spelenderwijs inzicht willen geven over het reilen en zeilen van alles wat er in de dierenwereld is. We willen in teresse opwekken, die weer moet leiden tot een beter be grip voor de natuur en een be ter omgaan met de natuur. Zo'n museumcollectie, zoals je die in Duitse dierentuinen nog ziet, dat vind ik iets af schuwelijks. Hier in Arnhem hebben we nu bekende voor beelden als het wolven- en het chimpanseecentrum: grotere ruimten met aangepaste ver blijven. Er komen hier ook permanente exposities om meer kennis bij te brengen. Ook dat is nieuw". -Maar oud blijft het verwijt dat een leeuw die in plaats van 't oerwoud enkele vierkante me ters aan de Schelmseweg tot zijn beschikking heeft, een zielige leeuw is. „Ik kan met dat verwijt wel eens meevoelen", zegt Van Hooff, „maar je moet het plaatsen tegen een aantal achtergron den. We moeten ons hoeden voor het feit dat we het dier onze menselijke eigenschap pen - zoals het herinnerings vermogen - aanpraten. Daar naast moet ik helaas ook con stateren dat er in het wild geen of nauwelijks plaats meer is. Dan wordt het heel goed dat je ze in gevangen schap kunt nemen. Het derde punt vind ik erg belangrijk: willen we de situatie voor de dieren in de wereld verbete ren, dan moet de mens, die de dieren immers bestiert, in re delijkheid met het dier om gaan. Nu ben ik dus terug bij dat begrip voor de natuur, dat aankweken van kennis, waarnaar mijn staf en ik zo enorm streven. In andere Ne derlandse en buitenlandse tuinen gebeurt gelukkig het zelfde". Hemeltergend - Alles goed en wel, wat die fraaie opvattingen betreft, maar is de praktijk van de grote dierenmoord in een we relddeel als Afrika niet zó he meltergend dat de waarde van een kleine permanente expositie in Arnhem geheel in het niet valt? „In Europa zelf zit het al fout", antwoordt Anton van Hooff, „wat onze trekvogels wordt aangedaan in België, Italië en Frankrijk, dat gaat alles te boven. In Afrika gaat het dus nog veel verder. Daar speelt mee dat de neger, die altijd in harmonie met de natuur heeft geleefd, het allemaal niet meer kan begrijpen. Hij ziet de blanken er op los knallen en hoort nu dat die blanken allerlei beschermingsmaat regelen propageren. Maar het blijft toch zo dat de man die daar leeft, vanuit zijn relatie met de natuur, het meeste recht op het dier heeft". - Maar een man als ex-keizer Bokassa en andere hoogge plaatste Afrikaanse schietlus- tigen hebben toch geen enkel recht om de olifanten uit te roeien? „Het hele probleem", ant woordt Van Hooff, „is dat de financiële steun van de westelijke wereld daarginder terecht komt bij een kleine groep corrupte lieden. Dan krijg je situaties als in Kenia, waar president Kenyatta goede dingen deed voor de natuurparken, terwijl zijn vierde vrouw haar gang ging als de grootste stroper ter we reld". „Ik ben pas weer in Kenia ge weest. Ik was teleurgesteld. Onder de nieuwe president is de situatie bepaald niet ver beterd. Maar ik vind wel dat we moeten blijven steunen, voor de goede zaak. Net zoals hier aan natuureducatie doen. In Zambia wordt nu al over natuurvoorlichting gepraat. Ondanks de corruptie is dat winst". - Heeft hij nog hoop dat ook een volgende generatie in Afrika nog eens een olifant zal zien? „Ik ben ervan overtuigd dat het ten goede kan keren", zegt Van Hooff, „alleen is het tijdsbestek wel erg krap ge worden. Ik ben pas weer in een gebied geweest, waar 15 jaar geleden 15.000 neus hoorns waren. Nu waren het er 320. De rest is om zeep ge holpen. Dat is iets verschrik kelijks, het doet me heel, heel veel pijn. De neushoorn wordt platgelegd, de poten er af, de hoorn er af, en wegwe zen. Het is zo ontzettend droevig". Stropersbende - Wie zijn de moordenaars? „Een stelletje zware jongens", zucht Van Hooff. „In Kenia horen het hoofd van het vliegveld en de hoofden van verschillende districten erbij. In Kenia durven ze de neus hoorns, die wij vanuit de Ne derlandse dierentuinen aan bieden, niet eens aan te ne men. En waarom niet? In een van de nationale parken bij voorbeeld is het aantal witte neushoorns van vier op negen gebracht. Maar er is nu een stropersbende van Somaliërs en Italianen die vanuit Soma lië het land binnentrekt. Het zijn complete raids met land rovers en machinegeweren: allemaal voor de jacht op de hoorns. In dat gebied heeft die bende nu twee jachtop- vier neushoorns gedood. Zo gaat het dus. En je staat helemaal machteloos. Kenia is al bijna leeggehaald. Die bendes uit Somalië trek ken nu tot 1000 kilometer verder Tanzania in". - Een neushoorn mag dus van daag de dag blij zijn met het aangepaste leven in de Ne derlandse dierentuin? „Ja", antwoordt Van Hooff, „dus moet je met de voort planting oogsten wat je oog sten kunt. De neushoorn zou bij ons in de dierentuin een van de meest gelukkige dier soorten moeten zijn. Maar hij weet van niks. Ik heb al ge zegd dat menselijke eigen schappen de dieren vreemd zijn". - Komt iemand die dieren op sluit wel overtuigend over als pleitbezorger van de goede zaak? „Een dierentuin is een extreem geval, inderdaad een buiten beentje in onze samenle ving", zegt Van Hooff, „maar het hoort toch heel duidelijk bij de taak van een dieren tuinman om voorlichting te geven. Van mezelf weet ik dat ik hier in een zo goed moge lijke omgeving de goede voorlichting wil geven waar over we het al hadden, en die moet leiden tot een beter om gaan met de natuur". „Burgers' behoort verder niet bij de gesubsidieerde dieren parken in Nederland, zoals Artis en Blijdorp. Wij zijn een commerciële dierentuin. Wat mij wel eens heel erg steekt, dat is de nadruk die op dat woord commercieel wordt gelegd. Dat doet me pijn en ik bestrijd het dat ik niet gemo tiveerd zou zijn". Zinnig Anton van Hooff: 'De neus hoorn zou bij ons in de tuin een gelukkige dier soorten moeten zijn. Maar hij weet van niks -Hij geeft ook populaire voor lichting in de televisiequiz ,Ja Natuurlijk". Een zinnige zaak? „Het is in Nederland het hoogst gewaardeerde tv-programma met een vast karakter", zegt Van Hooff. „Er kijken drie tot vier miljoen mensen. De ge middelde waardering is 81. Dat komt bijna niet voor. De laatste keer heb ik het over de bedreiging van de olifanten gehad. Dat is weer die voor lichting, die komt dus „Het is hetzelfde wat we hier in de dierentuin aan het uit bouwen zijn: het spelender wijs bijbrengen van begrip. Op den duur moet dat toch werken. Ik teken voor het on derdeel Dier van de Week. Ook uit reacties van bezoe kers hier in de tuin blijkt hoe zeer dat aanspreekt". - Maar dat gehannes met zo'n aapje in de Hilversumse stu dio kan toch moeilijk elke die renvriend aanspreken? Hadden we Klaasje niet bij zijn moeder weggenomen dan was-ie dood geweest", zegt Van Hoof. „Laten we dat eerst vaststellen. Verder is het zaak dat hij niet eenkennig wordt. Hem moeten wisselende om standigheden worden aange boden. Hij geeft zich in vol vertrouwen aan bepaalde fi guren over Tn de studio voel de hij zich volledig se nang". - Zijn eigen dierentuin trok vo rig jaar 600.000 bezoekerseen tiende deel van het totaal be zoek aan de vaderlandse diergaarden. Tevreden? „In mei ontwikkelen we als die rentuin weer activiteiten om het bezoek te vergroten", antwoordt Anton van Hooff, „dat moet twee kanten uit werken: de exploitatie en de voorlichting. Ik heb het voor recht iemand te zijn wiens le- venshobby ook zijn levens werk is. Ik ben daar erg ge lukkig mee maar men mag ook best beseffen dat je als dierentuinman grote sores hebt". Subsidies „Laat ik een bedrag noemen. Het sec runnen van het park, dus alleen zaken als het voer en het onderhoud, kost 7 tot 8 mille per dag. We profiteren minder van de subsidies dan bijvoorbeeld Artis. De f7,50 van het entreekaartje kun je toch moeilijk erg hoog noe men. Mijn grootvader was 95 procent van zijn tijd in de tuin. Ik voor 5 procent. Die 5 procent van mij zitten in de administratie en al die problemen die met het beheer te maken hebben". „Maar het is heerlijk werk, ik ben geen neushoorn, ik weet dus wel dat ik hier gelukkig ben. Ook doordat die kwestie, die me zo hoog zit, van de voorlichting, het goede na tuurbeheer, van de grond komt. Vroeger had je hier bij de papegaaien een bordje: „Dit is een papegaai". Nu komen we binnenkort met de eerste vaste expositie waarin we de bezoekers vertellen over het oerwoud. Ik denk aan het gebruik van films en video; er is in die voorlichting aan het publiek nog zo veel goed te doen". - Maar veel mensen komen toch alleen maar in de dierentuin om pinda's te voeren aan de apen? Misschien probeert men in de dierentuin wel te ont snappen aan alle voorlichting waarmee men buiten de hek ken wordt geteisterd. „Dat blijft een kwestie van „ta ke it or leave it", zegt de direc teur glimlachend, „voor mij hoeft het ook niet. Ik zou wel erg graag willen dat je de mensen spelenderwijs wat meer kunt bijbrengen over de dieren en de natuur en de we reld. Maar iemand die alleen maar komt om te recreëren is even welkom als de man die ik straks in de expositieruim te hoop te zien. Laat ik het nog sterker zeggen. Voor mij blijft zeer hartelijk welkom de mens die naar de dierentuin komt om mensen te kijken". PARIJS - Voor hoge nood biedt Parijs nauwelijks meer uit komst. Na de gouden jaren van voor de oorlog, toen de stad over zo'n 1100 urinoirs beschikte, zijn er nu nog maar rond de honderd over: glibbe rige bouwsels waar de tocht doorheen loeit en de wanden bedekt zijn met schimmel en obsceniteit. Wie echt moet, zoekt zijn heil in een tafé, waar het sanitair meestal ook niet uitblinkt door properheid en de - voor de vorm ingeno men - consumptie na enige tijd opnieuw voor moeilijk heden zorgt. In de buurt rond het „Centre Beaubourg" zijn een paar modellen te beproeven van een „vespasienne"-nieuwe stijl, die ongekende mogelijk heden biedt. Hij is ontworpen door Jean-Claude Decaux, de man die door het hele land nieuwe en voor het eerst dui delijke wegwijzers plaatste, benevens autobushaltes, echt lopende stadsklokken en ver lichte stadsplattegronden, allemaal in ruil voor het al leenrecht er reclame op te mo gen plakken. Met de vespa- sienne-nieuwe stijl plaatst Frankrijk zich meteen in de voorste gelederen van de strijders voor urinoire rech ten. Het model-Decaux is - anders dan vroeger het geval was - geheel gesloten. De ronde deur opent zich alleen nadat een franc in een belendende gleuf geworpen is. Na het binnen treden van de gast sluit de deur zich weer. Binnen is plaats om jassen en tassen op te hangen en er is verwar ming. Wellicht komt er zelfs muziek. Bovendien ruikt het er ontspannen naar par fum. De ware grap komt pas ais ae gebruiker dit opzienbarende bouwsel verlaten heeft. Vijf enveertig seconden blijft de deur voor de opvolger nog ge sloten. maar in die tijd vol trekt zich een wonder... Vloer en toilet klappen naar achter en worden blootgesteld aan het helse instrumentarium van een ware machinekamer met rollende borstels zoals men die in autowasserijen gebruikt. Eerst komt het bleekwater, dan het spoelwa ter en ten slotte de roze geur. Monsieur Decaux gunde me een blik in een model-vespasienne op zijn terrein ten westen van Parijs waar al zijn uitvin dingen bij elkaar staan en er een waar openluchtmuseum van goede smaak vormen. Be halve de automatische reini gingsmethoden komen de Door Rudolph Bakker i van Decaux ook nog een paar keer per week in spe ciale auto's langs om de ves- pasiennes helemaal met ont smettende stoom uitte blazen. Het is de kracht van alle De- caux-produkten door het hele land, dat ze in onberispelijke staat worden gehouden. Zullen de gemeenten van Frankrijk Decaux' vespa- siennes huren, net zoals ze dat met zijn andere uitvindingen deden? Tot nu toe lukte De caux alles, zeer tot woede van zijn minder fantasievolle concurrenten. Kost een ou derwetse ,Jcrul" een gemeente per stuk per jaar zo'n 40.000 gulden - zo rekenen de man nen van Decaux uit - dan kost de vespasienne in „art-De- caux"-stijl er niet meer dan tienduizend. Daarin is de op brengst van de in de gleuven geworpen francs al mee bere kend. Een opinie-onderzoek dat rond de vespasiennes in de buurt van het Parijse Centre Beau bourg werd verricht, kwam zeer gunstig voor Decaux uit. Voor de gemeentebestuurders doen zich echter met dit model enige problemen voor, die zijn terug te voeren tot de overle vering volgens welke een uri noir per definitie een plek van ontucht zou zijn. Mag een bezoeker van een De- caux-vespasienne zijn ver blijf te midden van de roze geur, de warmte en muziek ongebreideld voortzetten? Nee: na maximaal een kwar tier of twintig minuten zal buiten een waarschuwings signaal klinken. Met bepaal de sleutels uitgeruste functio narissen zullen de deur dan kunnen open doen. Ontwer per Decaux denkt hier eerder aan bezoekers die niet goed geworden zijn dan aan be zoekers die het er te goed heb ben. Zullen de vespasiennes ook des nachts geopend zijn? Hier geldt wat de ontwerper in het algemeen zijn klanten sugge reert: dat moeten jullie zelf weten. De entreeprijs, de mu ziek, de rozegeur en de duur van het genot staan geheel ter bepaling aan de gemeente in kwestie. Is het traditiegetrouw mogelijk ook deze vespasiennes van buiten vol te kalken en te plakken en van binnen te be krassen met het esperanto van de oude urinoir? De ribbelige buitenkant en de lakken aan de binnenkant maken zowel het een als het ander nagenoeg onmogelijk. Zullen de uespa- siennes dan ten offer vallen aan de vernielzucht van de des nachts opererende van dalen die ook driekwart van de openbare telefooncellen in constante staat van onbruik baarheid („panne") weten te houden? Dat valt af te wach ten. Voorlopig zijn alle aspec ten aan het verschijnsel nog onderwerp van onder zoek. In ieder geval is de vooruitgang zonneklaar voor wie zich uit het jaar 80 nog de vespasien nes in het oude Rome herin nert: opgezet door keizer Ves- pasianus en in de vorm van een soort hoge amfora. Het geld dat de keizer voor deze plaatsen van uitkomst vroeg heette heel gewoon urine-be- lasting. Het wonder van Jean-Claude Decaux is dat hij handelde in de geest van zijn tijd: voor het eerst in de geschiedenis staat de vespasienne open voor bei de seksen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 29