"Koninklijke excursie in stad" een koninklijke Conflict om Indië In voetsporen van Oranjes ZATERDAG 17 MEI 1980 EXTRA PAGINA 23 jes pas echt. De tocht voert langs het standbeeld van Willem I op Plein 1813, langs de Koninklijke Stallen, waarin de Gouden Koets, de dienstauto's van de Koningin en goedgetrainde paarden moeten staan, langs Paleis Noordemde („Als u geluk hebt, kunt u door de bomen nog niet iets zien van het pa leis") en langs de Sint-Ja- kobskerk, bekend van de huwelijken van koningin Wilhelmina en haar dochter Juliana en van de doop van prinses Margriet. Bofkonten We zijn bofkonten. Als de bus stopt voor het paleis Lange Voorhout, maken we „iets bijzonders" mee. De Konin gin is er! De marechaussees staan in vol ornaat op wacht, voor de deur staat de blauwe auto met het AA-kenteken en de vlag hangt in top. Daar wordt iedereen toch even stil" Bij het paleis Kneuterdijk meldt Tineke dat dit bestemd was voor prinses Juliana, toen ze in Leiden studeerde. Als student woon je op ka mers, waarom de Koninklijke Hoogheid dan niet, hè? Julia na heeft er echter nooit ge bruik van gemaakt, omdat ze liever bij haar moeder bleef wonen, aldus onze gast- Door Weert Schenk Nog even kennis maken met de in brons gegoten Willem van Oranje en Cornelis de Wit die steeds maar naar de plaats wijst waar hij werd vermoord en we mogen de bus verlaten voor een bezoek aan de Rid derzaal. De man uit Rijssen noemt Den Haag „een echte diplomatenstad". Bij het zien van de troon in de Ridderzaal roept de heer uit Heiloo spon taan: „Kijk, dat moet je toch eens zelf gezien hebben. Vind ik wel' Op het Binnenhof loopt een vrouwelijke reisgenoot naar Tineke om deze attent te ma ken op het in het zonlicht schitterende fontein. „Waar om zie je dat nou nooit op de televisie? Als je dan het Bin nenhof ziet, komen er alleen maar spandoeken in beeld". De vrou\v noteert alle histori sche gegevens en bijzonder heden in een opschrijfboekje. Ze doet mee aan het tweede kansonderwijs en wil een spreekbeurt over de tocht houden. Wild Nadat maar liefst zowel minis ter Van der Klaauw als zijn collega Pais in het wild zijn aanschouwd, gaat de rit ver der naar Delft. Onderweg ver telt Tineke ter lering ende vermaeck waarom er een ooi evaar in het stadswapen van Den Haag staat: „Hagenaars staan hoog op de poten, heb ben weinig veren, en toch een grote bek". In Delft waar schuwt ze voor namaak- Delfts Blauw. Alleen servies goed met de merkjes van de „Porcelyne Fles' of de „Delftsche Pauw" is echt. De rest wordt geimporteerd uit China en Hong-Kong. In Delft, „waar de grondvester van de Nederlandse vrijheid. Willem van Oranje, leefde en werkte en later ook werd vermoord", wordt een bezoek gebracht aan het Prinsenhof. Tijdens de wandeling erheen, wijst de dame uit Rijssen naar Tineke en zegt vol bewonde ring: „Go, wat is die meid ge leerd Wanneer de passagiers een half uurtje alleen in het Prinsen hof of rond de Grote Markt rondstruinen, zegt Tineke op een terrasje dat ze een spe ciale opleiding heeft gekre gen om te gidsen op de Royal Tour. Het is onderdeel van haar werk als infoi matrice bij de VVV. Je moet minstens een jaar bij de WV werken, alvorens je je mag bekwamen om de koninklijke excursie te leiden. Het is voor Tineke zonder meer klaar dat veel oraniegezinden DEN HAAG - „Als er ten minste tien mensen zijn, gaat de Royal Tour door', vertelt het meisje van de Haagse VVV door de telefoon. Ter geruststelling voegt ze eraan toe dat het de laatste tijd niet is voor gekomen dat de, zoals de folder het noemt, „koninklijke excursie in een koninklijke stad" werd afgelast. „Zal ik u dan maar note ren?", vraagt het meisje vriendelijk. „Goed", zegt ze lang zaam, „u bent Neder lands sprekend?" Heremijntijd, dat was serieus. Het belooft wat. En inder daad. De volgende middag blijkt de hostess in de bus er een te zijn van het type Willy Dobbe. Op een overdreven manier spreekt ze de mensen toe alsof het een kinderklas betreft. Maar, eerlijk is eerlijk, Tineke ontpopt zich als aan genaam gezelschap en maakt zich daarmee populair. Ongeveer twintig passagiers hebben achttien en een halve gulden neergeteld om „in de voetsporen van de Oranjes" te treden. Ze zijn nieuwsgierig gemaakt door een oran jekleurige brochure met voorop zo'n leuke onge dwongen foto van koningin Beatrix, prins Cl£us en hun kinderen. De tekst van de folder signa leert dat er iets met Den Haag aan de hand is. „U merkt het meteen wanneer u de stad nader bekijkt. De architec tuur, de parken, de regerings gebouwen, de paleizen... Den Haag is een koninklijke stad. Geen wonder. Zeven eeuwen lang hebben hier graven, stadhouders, prinsen, konin gen en koninginnen gewoond en gewerkt". Traditie Koningin Beatrix zal deze tradi tie voortzetten. In tegenstel ling tot haar moeder gaat ze ook wonen en werken in Den Haag. De folder: „Het zeven tiende eeuwse paleis „Huis ten Bosch" zal weer bruisen van koninklijke levendig heid. „Noordeinde", het pa leis waar koningin Wilhelmi na en prinses Juliana geboren zijn, zal in de nabije toekomst weer gonzen van bedrijvig heid". Kortom: „De geschiedenis van de Oranjes, met allerlei bij zonderheden, wordt voor u springlevend met de Royal Tour, een busexcusie langs alle paleizen en koninklijke gebouwen Heeft de VVV van Den Haag handig inge speeld op de troonswisse ling? Gastvrouw Tineke zegt van niet. De toer doet het vol gens haar al jaren. Het is de belangrijkste rondrit van de VVV. Wel is de afgelopen tijd een opleving van de belang stelling geconstateerd. „Ik wil wel eens weten waar Beatrix gaat wonen en wer ken", meldt een vrouw, die samen met haar zoon een dag tochtje vanuit Overijssel maakt. Een heer uit Heiloo zegt „Je hebt de laatste tijd zoveel over de Oranjes gele zen en je erin verdiept, nou, dan wil ik het opk wel eens met eigen ogen zien". Ook een echtpaar uit het Twentse Rijssen, dat via de plaatselijke VVV en de 65- pluskaart van de Spoorwegen in Den Haag is gearriveerd. „We zijn erg Oranjegezind. Nou en of! Daarom zijn we gekomen!", lacht de vrouw. Haar echtgenoot kijkt in de rondte. „Een romantische stad, Den Haag", beoordeelt hij nadenkend. Andere passagiers zijn afkom stig uit België, Italië en Ame rika. Hen gaat het vooral om de „sightseeing", hoewel de nieuwe Koningin met haar inhuldiging wel voor enige promotie heeft gezorgd. Want: „De tocht is een harte lijke kennismaking met Den Haag en de Oranjes", ratelt de folder door. „Voor velen een hoogtepunt van een dagje uit". De bus vertrekt om één uur vanaf het Centraal Station. Richting Scheveningen. Door het Westbroekpark. Tineke geeft uitgebreid uitleg over de radiografisch bestuurde bootjes die op zondag op de vijver varen, over het rosa rium, en over de rozenkonin- gin. Maar bij het standbeeld van Pieter Jelles Troelstra, waarbij nog kransen van de 1-meiviering, zegt ze kortaf: „En dit is Troelstra". Mis schien is dat nog te veel ge zegd. Ging het niet om een an ti-oranjegezinde man die in 1918 een marxistische revolu tie wenste? Op de boulevard van Scheve ningen de eerste kennisma king met een Oranje. „Links een gedenknaald op de plaats waar koning Willem 1 in 1830 aan land kwam". Pas een uur later, bij het standbeeld van Neerlands eerste vorst, ver telt' Tineke dat Willem gevlucht was voor Napoleon. Toen de kejzer zijn Waterloo had gevonden, kon Willem te rugkeren en koning van Ne derland worden. In Scheveningen wordt nog tweemaal het vorstenhuis opgevoerd. Op vlaggetjesdag was het de gewoonte om het eerste vaatje haring aan te bieden aan de Koning. „Jammer genoeg gebeurt dat niet meer vanwege het drei gende uitsterven van de ha ring". Bij het tonnetjesmo nument laat Tineke weten dat prinses Beatrix het onthulde ter gelegenheid van het 75-ja- rig bestaan van Schevenin gen. Ruim een uur onderweg. Dan mag toch worden gezegd dat er tot nog toe weinig konink lijks was. De belangstelling diende vooral uit te gaan naar de wederopbouw van Sche veningen, de haringvangst en de in klederdracht gehulde De rit gaat verder. De bus stopt bij het congresgebouw. „Weet u nog, 19 april?", vraagt Tine ke vol verwachting. „Nee? Eurovisie-Songfestival!" Trots: „Was hier". Camera Vervolgens langs het Catshuis, waar de ministers elke vrijdag vergaderen, naar de ambas- sadewijk. De mensen kunnen zich vergapen aan de dure panden, waar de ambassa deurs wonen of kantoor hou den. Bij de Russische ambas sade wordt gewezen op een detail: „Let u op die camera bij de poort". Voor het Vredespaleis stopt de bus opnieuw. De Amerikanen zijn speciaal meegegaan om dit gebouw te bekijken. We verlaten de bus niet. Wanneer de gasten uit Amerika het paleis willen bezoeken, moe ten ze morgen maar een taxi nemen. Daar hebben ze geen tijd voor. Terug in Den Haag begint de kennismaking met de Oran Koningin Beatrix verhuist volgend jaar naar Den Haag. De nieuwe vorstin wil het land niet vanuit Drakesteyn regeren. Ze wenst daar te zijn waar het allemaal gebeurt. Daarmee wordt Den Haag weer met recht de hofstad, de residentie van ons land. Den Haag is dan ook door koningin Beatrix uitverkoren als de gemeente waaraan ze op 21 mei haar eerste officiële bezoek brengt. Veel oran jeklanten zijn nieuwsgierig naar de plaatsen waar de hoogwaardig heidsbekleders hun leven doorbrengen. De VW van Den Haag voorziet in die behoefte met „een koninklijke excursie die een har telijke kennismaking is met Den Haag en de Oranjes". Foto rechts: Wij hebben geluk en zien koningin Beatrix het paleis aan het Lange Voorhout verlaten. Foto links: Castvrouw Tineke en haar gasten. de Royal lour meemaken. Ze heeft gemerkt dat de mensen erg veel van de Oranjes afwe ten. Ook van bijzonderheden, zoals Van het nieuwjaarsdiner vooi alle diplomaten, dat af wisselend in het Paleis op de Dam in Amsterdam en in de witte dinerzaal in het Huis ten Bosch wordt gehouden. De toeristen gaan meestal al leen mee voor de stadstoer, hoewel het Tineke is opge vallen dat de Duitsers erg goed op de hoogte zijn van de roddels rónd de Koninklijke Familie. „Dan vragen ze me of Beatrix inderdaad ruzie met haar moeder heeft of dat het waar iè dat... en dan heeft er weer iets in Der Spiegel ge staan. En ze willen natuurlijk over Clausje weten". Groot Dit jaar is de belangstelling voor de Royal Tour vrij groot, zegt Tineke. Dat komt door de troonswisseling. Dagelijks, behalve op zondag, is de bus gevuld met al snel dertig tot vijftig passagiers. Een jaar of drie geleden was er ook een stormloop op de Tour. „Huis ten Bosch", door Beatrix uit verkoren als woonpaleis, zou worden gesloten voor restau ratie en velen, onder wie Ha genaars, wilden het nog even bezoeken. Tineke vindt het zelf ook een beetje dun dat de paleizen ai- leen vluchtig aan de buiten kant kunnen worden bezich tigd. Dat is jammer, maar he laas. Toch komen de oran jeklanten kennelijk volop aan hun trekken. De VW heeft speciale toestemming gekre gen om over een fietspad met de bus te rijden, zodat de voorzijde van het Huis ten Bosch kan worden bewon derd. Het gebouw staat in de steigers. Als de bus stopt, gaat er een spontaan „aaaaah" op: het hoogtepunt van de dag. Het jachthuisje van prins Bern- hard en de dure wyk Marlot, waar veel kamerleden en di plomaten wonen, kunnen dat niet meer overtreffen. Bo vendien: de mensen zijn het langzamerhand zat. Ruim vier en een half uur konink lijk toeren vergt toch wel het een en ander van het uithou dingsvermogen van de over het algemeen wat oudere mensen. Er wordt gedacht aan koffie. Toch is iedereen tevreden. „Ik vond het enig", zegt de vrouw met het opschrijfboekje. „Het was zeker de moeite waard", vindt de heer uit Heiloo. „Erg leuk. Ja hoor, heel fijn", beoordeelt de vrouw uit Rijs sen, „we hebben er veel van opgestoken". „Een deftige stad", zegt haar echtgenoot. Tineke en Jan, de buschauf feur, delen gezamenlijk de met gulle hand gegeven fooi- Vervolg van pagina 21 Op 10 september keerde Van Mook terug naar Nederland voor overleg. Hij werd aan de vliegtuigtrap begroet door Beel, de vorige minister-pre sident, die buiten het nieuwe kabinet was gebleven. Een fo tograaf maakte een plaatje van de begroeting en zei la chend: „Mooi plaatje, de gaande en komende man". Giftig reageerden Beel en Van Mook: ze stopten direct hun medewerking aan de fo tograaf. Maar gelijk had deze wel. Half oktober, kort na het aan treden van de nieuwe minis ter van Overzeese Gebieds delen, Sassen, ontving Van Mook een door deze onderte kend briefje van twaalf regels. Daarin werd Van Mook ver zocht ontslag te nemen. Van Mook deed dat binnen enkele dagen. Zijn omschrijving van het conflict met de regering in Den Haag was uitermate sub tiel: „Evenwicht en harmonie van Nederland en Indonesië zijn absoluut noodzakelijk" Op het vliegveld bij zijn vertrek zei hij nog: „De amateurs be moeien zich met Indië". En inderdaad, de dag ervoor was Beel in Indië in Batavia gear riveerd in de functie van Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon, in feite als opvolger van Van Mook. Dat briefje van twaalf regels heeft Van Mook diep getrof fen. Toch begon hij niet wild om zich heen te slaan. Dr. Koets zei, toen Van Mook hem het briefje liet lezen, (na een forse vloek) dat hij on middellijk mee zou opstap pen. Hij diende een schrifte lijk verzoek om ontslag in. Maar Van Mook vroeg na le zing daarvan aan Koets de brief maar weer te verscheu ren. „Dat heb ik gedaan", al dus dr. Koets, „omdat Huib van Mook het me vroeg, met de motivering dat we moes ten proberen zoveel mogelijk continuiteit in het beleid te houden. Daarom heb ik ook onder Beel gediend". Dr. Koets gelooft overigens niet dat Van Mook en Beel erf-vij- anden van elkaar waren. „Daar heb ik nooit wat van gemerkt. Maar achter Beel zat natuurlijk Romme. Dat was de man die in de KVP aan de touwtjes trok, en daar had Van Mook wel mee te ma ken". Dr. Koets vertelt hoe Van Mook eens in kleine kring zat te praten over een naderend bezoek van prof. Romme. als lid van een delegatie uit het Nederlands parlement. Koets: „We zaten zo te praten en opeens zei Huib: „Ik hoor het vliegtuig brommen, Laat Romme nou maar komme, 't Kan me niks verdomme, Ik stuur 'm toch geen blom- Tegelijk met Van Mook vertrok overigens wel Raden Ab- doelkadir, zijn politiek advi seur die voorzitter was ge weest van de Nederlandse delegatie naar de Renville, en daar in vloeiend Indone sisch een openingsrede had afgestoken. Blijft de vraag of de tweede po litionele actie, die anderhalve maand na Van Mooks vertrek begonnen is, ook zou zijn doorgegaan als Van Mook niet had hoeven opstappen. Er is vark gezegd dat met Beel de 'ocVlogspartij' aan de macht was gekomen, maar dr. Koets, die toch zeer dicht bij het vuur zat, wil zover niet gaan: „Het is niet te zeggen of het onder Van Mook anders zou zijn gegaan. Het r dat e i de macht kwamen die wat lich ter tilden aan de gevolgen van een tweede gewapende actie Er kwam een verschuiving ii} de afweging van de kan- „En een ander punt is dit Van Mook had naar mijn mening echt overwicht op de leger commandant. Van Mook had Spoor nog meegemaakt als jong oficier. en Beel impo-' neerde Spoor natuurlijk lang niet zoals Van Mook dat deed. Vergeet niet dat Spoor op een gegeven moment heeft gewe zen op de naderende repatrië ring van de troepen. Hij zei: als er een tweede actie moei kr men.-doe het dan voor die •epatriering, anders kun ik er niet de verantwoordelijkheid voor nemer.. Ja. en Beel was voor militair-technische ar gumenten veel gevoeliger voor dan Van Mook". De rol van Van Mook was, hoe dan ook, uitgespeeld. Hy heeft een aantal functies be kleed in ontwikkelingslan den en bij de Verenigde Na ties in New York, hij was aan enige Amerikaanse universi teiten gasthoogleraar, maar belangrijk werk voor Neder land. waar hij bekwaam ge noeg voor was, kreeg hy nooit. Hij ontving van de Ne derlandse regering aanbie dingen die hij, naar hij heeft gezegd moest afslaan, omdat ze bijna beledigend waren'. En toen hij nun;-?. I dent Drees meldde dat hy by de Verenigde Naties ging werken had die 'net iets te blij' 'uitgeroepen: „Net iets voor jou". Tragiek Verbitterd trok Van Mook zich terug. Later zou ziin vriend, de inmiddels ov« rh len Leid e hoogleraar F. van Asbeck (naar aanleiding van Koets' eerder aangehaalde In Memo- nam) aan Koets schrijven: „Huibs tragiek ligt eigenlijk in of komt voort uit zijn her komst en opvoeding en uit zijn overgrote begaafdheid. Hij stond op de grens van twee volken, twee werelden, twee geestesstromingen, twee tydperken".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 23