Bemande ruimtevaart in de problemen Door drs. Chriet Titulaer VRIJDAG 16 MEI 1980 IXTRA PAGINA 29 De bemanning van de Sojoez-32, links Vladimir Liakov en rechts Valeri Riumin. De bemande ruimtevaart kampt met problemen. Er zit een beetje de klad in de vluchten naar de maan en de uit stapjes in de ruimte. De Russen blijven weliswaar bezig om, met de regelmaat van de klok, kosmonauten naar ruim testations te brengen, maar uit de Ver enigde Naties komen alleen maar sombere berichten over nieuw uitstel van de eerste Space-Shuttlevlucht. Ook van de drie Europese ruimtevaarders, onder wie de Nederlander Wubbo Ockels, hoor jé op vallend weinig. We zullen de problemen eens op een rijtje zetten en nagaan wat we binnenkort mogen verwachten. In 1977 verschenen er advertenties in de Neder landse bladen, waarin bemanningsleden voor het Europese ruimtelaboratorium SPACELAB werden gevraagd. Maar liefst 177 sollicitaties kwamen er binnen bij het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkelin en Ruimtevaart (NIVR). Na een strenge voorselectie, een medi sche keuring op Soesterberg, een psychologisch onderzoek en sollicitatiegesprekken, werd de nationale selectie van vijf kandidaten aan de pers voorgesteld. Ook in andere Europese landen was er een voorselectie geweest en zo kreeg de Euro pese Ruimteorganisatie ESA een legertje van zo n vijftig man, die graag de eerste Europese Ruimtevaarder wilden worden. Een Europese selectiecommissie ging de kandi daten aan een nader onderzoek onderwerpen en een nieuwe medische keuring wees uit welke kandidaten voldeden aan de strenge criteria die de Amerikaanse NASA voor de ruimtevaarders hanteert. Uiteindelijk bleven er drie gegadigden over. de Zwitser Claude Nicollier, de Duitser Ulf Merbold en de Nederlander Wubbo Ockels. Deze drie mannen kwamen vervolgens in dienst van ESA en begonnen aan hun opleiding tot "pay- load-specialist". Met deze Engelse term duidt men aan dat ze worden opgeleid om in de ruimte de instrumenten te bedienen, die enkele hon derden Europese geleerden hebben ontworpen en gebouwd met het oog op experimenten in de ruimte. Toen de drie Europese ruimtevaarders werden aangenomen, was de verwachting dat de eerste vlucht van Spacelab in 1980 zou worden uitge voerd. Het Europese ruimtelaboratorium Spa celab wordt door een groot aantal ESA-lidstaten samen geconstrueerd. Ook Nederland neemt deel aan dit project, waarin Duitsland een meer derheidsaandeel heeft. Het Nederlandse aandeel bestaat uit een luchtsluis, waarmee instrumen ten uit Spacelab naar het luchtledige van de ruimte gebracht kunnen worden. Europese astronauten, v.l.n.r. Wubbo Oc- kels (Nederland). Claude Nicollier (Zwitserland) en m Ulf Merbold p (Duitsland). Deze luchtsluis wordt gebouwd door Fokker op Schiphol. Spacelab kan niet met de Eu ropese Arianeraket in de ruimte worden gebracht. Het laboratorium is ontworpen om van en naar de ruimte te worden getransporteerd met de Amerikaanse Space Shuttle. Helaas zijn er met die Space Shuttle nogal wat problemen met de hoofdmotor en met het isolerend materiaal, dat aan de onderkant van de Shuttle zit en als hitteschild moet dienen bij de terugkeer op aarde en dat bij proef vluchten los blijkt te laten. De problemen met de Space Shuttle hebben geleid tot uit stel van de eerste vlucht, die aanvankelijk al in 1978 had moeten plaatsvinden. We mogen die eerste Space- Shuttlevlucht nu op zijn vroegst rond de komende jaarwisseling (1980-'81) ver wachten. Het uitstellen van de eerste vlucht van de Space Shuttle leidde tot het op schuiven van het hele vlucht- schema. De eerste vlucht van Spacelab is de tiende vlucht van de Space Shuttle. Die vlucht zou dus, volgens de eerste plannen, driejaar na de werving van de Europese astronauten uitgevoerd wor den, maar intussen zijn die drie jaar verstreken en is de vlucht niet dichterbij geko men. Nu wordt de eerste vlucht van Spacelab niet vóór december 1982 mogelijk geacht, maar het kan ook best 1983 worden. Met de Nederlandse „astro naut" Wubbo Ockels sprak ik onlangs in zijn woning (net buiten Keulen in West- Duitsland) over deze proble men. Ockels bevestigt dat de reeks vertragingen een ge volg zijn van grote problemen met de Amerikaanse Space Shuttle. Het voortdurende uitstel betekent voor hemzelf dat het in dienst treden van ESA geen kortstondig avon tuur is geworden, maar een beroep dat hij nog vele jaren zal houden. In Europa is door de regerin gen, die moeten betalen, niet zo geweldig enthousiast ge reageerd op de mogelijkhe den die Spacelab aan univer siteiten en de industrie gaat bieden. Omdat de Space- labvluchten nog niet snel worden volgeboekt tengevol ge van dit financierings probleem, vrezen de drie Eu ropese astronauten dat ze misschien niet eens alledrie een ruimtevlucht kunnen maken. Op de eerste Space- labvlucht mag namelijk maar één van de drie Europeanen mee, en er is nog geen tweede Europese Spacelabvlucht ge regeld. Wel boekte Duitsland, het land dat een meerder heidsbelang in Spacelab heeft, een complete vlucht. Mogelijk Het is mogelijk dat de drie Eu ropese Spacelab-beman ningsleden (en zeker de Duit ser in dat gezelschap) voor die vlucht worden gevraagd, maar zeker is dat niet. Om toch redelijk zeker te zijn van ten minste één ruimtevlucht per person, wil ESA nu de taakomschrijving veranderen van "payload-specialist" naar „mission-specialist". NASA heeft namelijk laten we ten dat Amerika niet zoveel behoefte heeft aan iemand die alleen instrumenten in Spa celab kan bedienen (dat is de bedoeling voor payload-spe- cialisten), maar wel aan men sen die het hele wetenschap pelijke deel van een vlucht kunnen regelen. De mensen die NASA bedoelt, besturen ook niet zelf de Space Shuttle, maar ze zijn toch veel meer astronaut dan de payload- specialisten. Juist omdat ESA drie jaar geleden de strenge NASA-astronauten- criteria hanteerde bij de se lectie van de drie Europea nen, zijn Ockels, Nicollier en Merbold in principe geschikt voor die functie van mission- specialist. De hoop van het drietal is dat, als ESA geen vluchten genoeg gaat maken, NASA van hun diensten ge bruik gaat maken. NASA kocht intussen in Euro pa een Spacelab en het ziet er nu inderdaad naar uit dat NASA in de komende jaren meer gebruik gaat maken van het Europese ruimtelaborato rium dan Europa zelf. Van de Europese astronauten Oc kels, Nicollier en Merbold mogen we verwachten dat een van de drie over bijna drie jaar de eerste Spacelabvlucht maakt. Merbold zal zeker de Duitse Spacelabvlucht mee mogen maken en Ockels en Nicollier hopen, als ze voor de eerste vlucht buiten de prij zen vallen, door NASA voor een Spacelabvlucht te wor den ingehuurd. De raket van de Sojoez-31 wordt naar het lanceerplatform op de basis Baikonur gereden Frankrijk In vele Europese landen was de teleurstelling groot toen de selectie van de drie ESA- astronauten, een Zwitser, een Duitser en een Nederlander, bekend werd gemaakt. Voor al Frankrijk kon het moeilijk verkroppen dat er geen en kele Franse kandidaat was overgebleven in de eindselec- tie. Frankrijk had overigens een opvallende deelnemer aan die eindselectie, namelijk de enige vrouwelijke kandi daat in de Europese selectie. De Franse ruimtevaartdes kundigen zonnen op moge lijkheden om een landgenoot in een baan om de aarde te krijgen en ze kwamen met twee oplossingen. De eerste oplossing was gele gen in de goede relaties tus sen Frankrijk en Rusland. In het Sojoez-programma biedt Rusland aan communistische landen de mogelijkheid e'en kosmonaut te leveren. In de afgelopen jaren kwamen al een Tsjech, een Pool, een Oostduitser en een Bulgaar in een baan om de aarde. Op het ogenblik velgen nog kandida ten uit Hongarije, Cuba, Mongolië en Roemenië een kosmonautenopleiding in Rusland. Inmiddels is er ech ter ook afgesproken dat de Fransen een kandidaat mo gen leveren en zelfs dat deze Franse kandidaat al in 1982 om de aarde zal draaien. Deze ontwikkeling, gecombineerd met de Space-Shuttle- problemen, betekent dat Frankrijk nog eerder iemand in de ruimte zal hebben dan enige andere ESA-lidstaat! De Fransen hebben intussen al heel voortvarend een nieu we voorselectie gehouden. Uit de 413 sollicitanten wer den er vijf gekozen waarvan er twee binnenkort aan de opleiding in Rusland zullen beginnen. Frankrijk zou graag als eerste Franse kos monaut een vrouw zien. Rusland heeft daar geen be zwaar tegen, maar stelt wel als eis dat de twee personen die in Rusland worden opgeleid hetzelfde geslacht hebben, en bij de vijf Franse kandidaten zit nu slechts één vrouw. Voor het akkoord met Rusland werd gesloten, was er al een andere oplossing voor het in de ruimte krijgen van iemand met de Franse nationaliteit bedacht. Frankrijk heeft een meerderheidsbelang in de Europese Arianeraket. De eerste Ariane werd op 24 de cember 1979 met overweldi gend succes gelanceerd. De tweede proeflancering zal eind mei of begin juni weer vanaf de basis Kourou in Frans-Guyana plaatsvinden. Begin 1981 wordt de Ariane operationeel verklaard en zullen de Arianes aan de lo pende band worden afge schoten. De Europese landen zijn echter niet tevreden met de Ariane die er nu is. Er wordt al gewerkt aan een tweede en een derde genera tieraket, die telkens een zwaardere last in een baan om de aarde kunnen bren- gen. Frankrijk heeft die lijn naar de toekomst van de Ariane nu verder doorgetrokken en al een vierde- en een vijfde-ge neratie Ariane op de tekenta fel tevoorschijn getoverd. Voor die zeer geavanceerde Arianes in Kourou startklaar zullen staan, zijn er zeker zes tot acht jaar verlopen, maar dan is er ook een Europese raket beschikbaar die voor bemande vluchten gebruikt kan worden. Dit ambitieuze Franse plan kreeg de naam Hermes. Het ziet er nu naar uit dat Hermes echt gereali seerd zal worden en dat de Ariane dus op den duur be mande vluchten zal ma ken. Rusland In Rusland worden intussen zeer regelmatig nieuwe be mande ruimtevluchten uit gevoerd. De laatste lancering vond plaats op 9 april 1980 om 16.38 uur (Moskou-tijd) en be trof de Sojoez-35. Met dit be mande ruimtevaartuig ver trokken de kosmonauten Leonid Popov en Waleri Riumin naar een baan om de aarde. Op 10 april 1980, om 18.16 uur, koppelde de So- joez-35 aan het ruimtestation Saljoet-6. Het is waarschijnlijk dat de Sojoez-35 opnieuw een .zeer langdurige ruimtevlucht gaat opleveren. Het record voor het verblijf in de ruimte staat nu, met 175 dagen, op naam van de Sojoez-32-bemanning. Omdat Waleri Riumin ook deel uitmaakte van die So- joez-32-bemanning is hij de recordhouder voor het ver blijf in de ruimte (Riumin maakte in 1977 ook al de So- joez-25-vlucht!). Het patroon van de Russische ruimtevluchten is thans zo dat de bemanning die lang in de ruimte blijft, tweemaal be zoek krijgt van een tweekop pige bemanning, die slechts enkele dagen in de ruimte blijft. Bij deze kortstondige bezoekers is dan meestal een kosmonaut uit Rusland en een kosmonaut uit een ander land. Vóór de Sojoez-35-be- manning bezoek kan krijgen, moet eerst de Progress-8 worden losgekoppeld. De Progress-8 is een onbemand ruimtevaartuig, van het So- joez-type, dat gebruikt wordt om voorraden voedsel, films en instrumenten van de aarde naar de ruimte te transporte ren. Meestal laten de Russen zo'n Progress, als de opdracht is uitgevoerd, verbranden boven de Indische Oceaan. De bemande capsules, die op bezoek komen, brengen meestal ook nieuwe voorra den en post mee voor de in de ruimte wonende kosmonau ten. Het zag er even naar uit dat Rusland de ruimte perma nent ging bewonen. De So- joez-vluchten gingen elkaar overlappen en het kwam nauwelijks voor dat een Sal- joet onbewoond om de aarde cirkelde. Tussen de terugkeer op aarde van de Sojoez-32- bemanning en de lancering van de Sojoez-35-bemanning zijn echter acht maanden verlopen. Waarschijnlijk is deze „onbewoonde" periode ook een gevolg geweest van problemen, in dit geval Rus sische problemen. De Sojoez- 33-bemanning, bestaande uit de Rus Nikolai Roekowisjni- kov en de Bulgaar Georgi Ivanor, slaagde ^r in april 1979 niet in om vast te kop pelen aan de Saljoet-6, waarin toen Riumin en Liakhov al zeven weken verbleven. De Sojoez-33 keerde al na twee dagen terug op aarde en hoe wel werd meegedeeld dat de vlucht een groot succes was, denk ik dat de Sojoez-33 voor tijdig op aarde terugkwam. De problemen hadden te ma ken met het koppelingsme chanisme op de Saljoet-6. Mede met het oog op die problemen besloot Rusland om de Sojoez-32-bemanning niet in hun eigen capsule doch in de onbemand gelan ceerde Sojoez-34 op aarde te rug te laten keren. De Sojoez- 35-bemanning heeft in de ruimte reparaties uitgevoerd en zo de gesignaleerde problemen met het koppe- iingsmechanisme opge lost. Het ruimtestation Saljoet-6 draait intussen al meer dan twee en een half jaar in een baan om de aarde. De vorige stations, Saljoet 1 tot en met 5, zijn intussen in de dampkring teruggekeerd. (In tegenstel ling tot het Amerikaanse Skylab, dat ongecontroleerd terugviel, laat Rusland de af gedankte Saljoets op com mando, dus gecontroleerd, verbranden.) De Saljoet-6 werd op 29 sep tember 1977 gelanceerd. Het 19 ton wegende ruimtestation is sedert de Sojoez-25-vlucht voor alle Russische bemande vluchten gebruikt. Periodiek wordt de baan van de Saljoet gewijzigd, in feite wordt het ruimtestation op zo'n mo ment wat opgekrikt en naar een iets hogere baan ge bracht. Op het ogenblik draait de Saljoet-6 (en dus ook de Sojoez-35 en de Progress-8) in een baan van minimaal 344 km en maximaal 363 km bo ven de aarde. De baanhelling ten opzichte van de evenaar is 51,6 graden en een baan wordt een keer in de 91,4 minuten doorlopen. Record De nieuwe Russische vlucht kan opnieuw een record op leveren voor de tijd dat een mens in de ruimte verblijft. De Amerikanen hebben, in het Skylabproject, een vlucht gemaakt die 84 dagen duurde. De Russen hebben dat record reeds enkele malen gebroken en het staat nu, zoals gezegd, met 175 dagen op naam van de Sojoez-32-bcmanmng. Waleri Riumin heeft niet al leen het ruimteduurrecord op zijn naam staan, hij maakt ook weer de Sojoez-35- vlucht. De beslissing om Riumin weer een vlucht te laten maken, acht maanden na het einde van zijn vorige recordvlucht, is in de Sowjet-Unie hevig gekritiseerd. De directe aan leiding voor de ruimtevaart- autoriteiten om deze beslis sing te nemen is geweest dat Walentin Lebeder, die Po- pows partner zou zijn, een maand voor de lancering een enkelblessure opliep. Riumin kent als veteraan de Saljoet-6 erg goed en had bewezen op gewassen te zijn tegen de be proevingen van een langduri ge vlucht. Overigens waren de Sojoez-3-kosmonauten erg verzwakt toen ze op aarde te rugkeerden. Hun toestand was dermate kritiek, dat art sen zelfs verhinderden dat ze zelf bloemen droegen, die ze na de landing kregen. Boven dien bleek Riumin door de schok van de terugkeer uit de gewichtloosheid korte tijd zijn spraak kwijt te zijn. Uitvoerig medisch onderzoek heeft uitgewezen dat er in het menselijk lichaam gedurende langdurige ruimtevluchten een heleboel veranderingen optreden, zoals herverdeling van het bloed (meer in het hoofd, minder in de benen), een inkrimping en verzwak king van spieren, ook hart spieren (te verhelpen door conditietraining in de ruim te), verlaging van het kalkge- halte in de botten, uitzetting van nekwervels, gewichts verlies (vooral door verande ring van de vochtbalans), enz. Een aantal gevolgen, zoals "ruimteziekte", blijkt na eni ge weken te verdwijnen tij dens het verblijf in de ruimte. Ook de andere geconstateerde veranderingen zijn niet blij vend: binnen enkele weken na de terugkeer op aarde is er, medisch gezien, niet meer na te gaan of er een ruimtevlucht is gemaakt. De ervaring van de medici beslaat nu dus 175 dagen, ongeveer een halfjaar. Het is niet bekend hoe de mens reageert op ruim tevluchten die nog langer du ren. Er zijn wel al proeven mat apen in gesimuleerde ruimte condities genomen, ook proeven die meer dan een half jaar beslaan. Deze proeven wijzen erop dat de algemene conclusie dat ruimtevluchten geen blijvende veranderin gen veroorzaken, geldig blijft. Het is echter zeker dat die conclusie zijn grenzen heeft, want de mens is in zijn evolu tie bepaald door de condities van zijn leefmilieu. De zwaar tekracht die op aarde heerst, is een sterk bepalende factor in dat leefmilieu. Een situatie van gewichtloosheid zal, als ze lang genoeg duurt, vér strekkende gevolgen hebben. Een halfjaar is zeker niet lang genoeg, maar het is nog zeer de vraag of jaren, tientallen jaren of eeuwen de termijn zijn, die blijvende verande ringen oplevert. Waleri Riu min is in dit opzicht voor me dici in de ruimtevaart een op vallend boeiend geval. Riu min is al een half jaar ge wichtloos geweest en hij is juist begonnen aan een vlucht die misschien wel langer dan een half jaar gaat duren. Toekomst Het ziet er naar uit dat Rusland de achterstand, die het had op de Verenigde Staten, na het Apolloproject, snel aan het inhalen is. De Space-Shutte- leproblemen geven Rusland gelegenheid om te werken aan een uitgebalanceerd ruimtevaartprogramma, dat zeker niet van militair belang ontbloot is. NASA is zich goed bewust van het feit dat het door Rusland voorbij wordt gestreefd. Ook in het Amerikaanse Congres is al aangedrongen op een vergro ting van de Amerikaanse ruimte-inspanning, teneinde verstoring van de (militaire) ruimtebalans te voorkomen. De Amerikaanse problemen spelen de Europese industrie in de kaart bij de verkoop van de Spacelabvlucht en veroor zaken zelfs een veroudering van de Spacelab-experimen ten nog vóór de vlucht is be gonnen. Alleen een financiële injectie kan NASA uit de problemen helpen. De eco nomische toestand van de Verenigde Staten maakt zo'n injectie niet erg waarschijn lijk in de nabije toekomst.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 29