Over de molens van vroeger Daar bij die molen Alfa Romeo 1.5 voor de „sportieve" rijders „De Klepperdoos" MOLENWIEKEN „SPREKEN" EIGEN TAAL Maak zelf Oog in zeil... Autoband voor alle weersomstandigheden r Op en om de Autobahn Poetsdoek ZATERDAG 3 MEI 1980 PAGINA 31 Volgende week zaterdag (10 mei) is het nationale molen dag. Er staan in Nederland nog ongeveer 950 molens. Velen daarvan zijn zaterdag te bezichtigen. Overal waar de wieken draaien (als er tenminste wind staal) kun je binnenlopen. De mo lenaar zal aanwezig zijn om uit te leggen hoe zo n prachti ge "machine" ongeveer werkt. Waar vind je die molens? In de omgeving van Leiden staan er nogal wat. Vraag maar eens aan de één of ander, of bij het VVV- of ANWB-kanloor. Ook in de buurt van Alphen kun je terecht. Daar staat (in het dorp Aarlanderveen) zelfs een unieke molenviergang: vier molens op een rij, die het polderwater trapsgewijs de Oude Rijn inpompen. Het aardigst is het om zaterdag op de fiets naar zo n molen te gaan. Op 10 mei is het name lijk ook "landelijke fietsdag". Dit is "De Klepperdoos" Speciaal voor de jonge lezers van deze krant. Samenstelling: Anne- loes Bronsgeest, Henk de Kat, Marijke Kool en Jaco van Roon. Al lang vóór onze jaartelling, dus duizenden jaren terug, werd er graan verbouwd om voedsel van te maken. De mensen maalden de graankorrels in de mond. Met hun gebit. Later ging men wrijfstenen gebrui ken. Met behulp van stenen wer den de korrels fijn gewreven en vermalen tot meel. Van dat meel werd (door er water bij te doen) deeg gemaakt. De Grieken en Romeinen gebruik ten molenstenen die ze op elkaar ronddraaiden. De onderste steen, de "legger", lag vast. De andere, de "loper" werd er overheen be wogen. Toen de afmetingen van de molenstenen erg groot wer den, ging men slaven en dieren inschakelen om de stenen rond te draaien. De korenmolens die later zouden worden gebouwd, werken onge veer op dezelfde wijze. Het zijn steeds de maalstenen die op de één of andere manier voortbewo gen (wind, motor) over elkaar heen worden gedraaid. Stellingmolen In het hier omheen staande stukje over de geschiedenis van de mo len, kom je veel molennamen te gen. Nu zijn er twee soorten na men: let je op het werk dat de molen doet, dan gaat het over de korenmolen, de houtzaagmolen, de oliemolen en de papiermolen. Kijk je naar het uiterlijk van de molen, dan spreek je over onder meer de standerdmolen, de bo venkruier, de beltmolen en de stellingmolen. In de tijd van de Romeinen (1700 jaar geleden) werd ook water in geschakeld om de molenstenen in beweging te brengen. Een groot houten of ijzeren rad werd daarbij door de kracht van stro mend of vallend water aangedre ven. Door tandwielen werd die beweging overgebracht op de molenstenen. Als je vóór een molen staat, met je neus er naar toe, draaien de wieken niet met de wijzers van een klok mee. maar er tegenin!!! En als,de molen niet in bedrijf is, kan de stand van de wieken een speciale betekenis hebben. Bij het beëindigen van de dagtaak zet de molenaar de wieken "met een roede voor de borst". Zo kan hij een volgende dag direct weer zeil opleggen en met malen beginnen. Wanneer de molen voor langere tijd ongebruikt blijft, staan de wieken "overkl uis", in schuine stand. Één wiek vóór de hoogste punt betekent dat de molenaar een blijde gebeurtenis te melden heeft, bijvoorbeeld een geboorte of een familiefeest. Er worden dan ook vaak allerlei versieringen (het "mooimakersgoed") in de wieken gehangen. Als de komende wiek nét voorbij het hoogste punt staat, wil dat zeggen dat er een sterfgeval is. Maar ook jij kunt hier schrijven wat je kwijt wilt. Brieven moeten naar: "Redactie van De Klepperdoos", Witte Singel 1Leidén. De waterradmolens werden behal ve voor het malen van graan ook gebruikt voor het slaan van olie, het vollen van stoffen, het zagen van hout en het maken van pa pier. De eerste waterradmolen in Nederland was een molen uit 704 in het Brabantse dorpje Loon, op het riviertje de Dommel. Ongeveer 1000jaar na de uitvinding van de waterrad molen kwam men op het idee om de kracht van de wind te gebruiken om molens aan het draaien te krijgen. Omdat de wind uit allerlei richtingen kan waaien, zouden wieken ge maakt moeten worden die in elke willekeurige richting geplaatst konden worden. Zo kwam men op het idee de hele molen op een spil (een "standerd") te zetten, zodat de molen, met molenstenen erin en wieken eraan, gedraaid kon worden. Later, toen de mo- 'ens hiervoor te groot werden, zette men op de molens een draaibare kap. In bosrijke streken werd de wind vaak tegengehouden door de bomen. Daar werden de molens dan ook op een berg (of belt) ge zet. In steden bouwde men nóg hogere molens, compleet met ee.n stelling waar overheen gelopen kon worden (zie plaatje). Door de uitvinding en de toepas sing van de stoommachine, in de tweede helft van de achttiende eeuw. werden molens overbodig gemaakt. Een werktuig dat door een machine kon worden aange dreven, was immers niet afhan kelijk van het water of van de wind. Toen ook nog olie- en benzinemo toren werden uitgevonden, en la ter nog de elektromotor, verdwe nen er nóg meer molens. Nederland telde 150 jaar geleden ongeveer 8000 in werking zijnde molens. Nu is het aantal gedaald tot ongeveer 950. En daarvan is meer dan de helft buiten bedrijf! 1. Knip in de rand van het deksel, op gelijke afstanden, stukjes van 2 cm. in de richting van het midden. (Snij niet in je vingers). 2. Draai met een tangetje alle stukjes een kwartslag, in dezelfde richting. 3. Maak in het midden van het deksel een gaatje en steek daar een spijker (=het asje) door. 4. Maak van een paar stukjes hout een houder voor het asje en bevestig de houder op een plankje. 5. Maak van een ander plankje een verhoging van ongeveer 10 cm. 6. Maak met een spijker een gaatje in het blik en vul het blik, terwijl je je vinger op het gaatje houdt, met water. 7. Zet het blik op de verhoging en richt de uit het blik komende water straal op het schoepenrad. Ziedaar.een watermolen. Standerdmolen Als de molen in bedrijf draait maar er staat weinig wind. dan worden er zeilen op de wieken gelegd. De molen draait dan "met volle zeilen". De wind wordt zo in de zeilen gevangen, net als bij een zeil boot. Als er iets meer wind staat, ge bruikt de molenaar halve zeilen. Er kan dan wind door het hekwerk van de wieken ontsnappen. Of de zeilen goed vast blijven zitten en of het allemaal niet te hard gaatdat en nog veel meer houdt de molenaar goed in de gaten. Hij houdt, zoge zegd, "een oogje in het zeil". In onze taal zijn veel spreek woorden en gezegden met de woorden "molen", "mole naar", "wind" en "wieken". Zoek ze maar eens op in de dikke Van Dale of in een s p reekwoo rden boek "Meester van de Zwarte Mo len". Jeugdboek geschreven door Otfried Preussler, uit geverij Lemniscaat, Rotter dam. Rond de Zwarte Molen, waar Krabat met elf andere leerlin gen werkt, hangt een sfeer van dreiging. Er gebeuren de meest geheimzinnige dingen. Zo sterft er elk jaar, precies op oudejaarsavond, één jongen. Krabat gaat beseffen dat hij niet alleen molenaarsknecht is, maar ook leerling in de zwarte kunst. Niemand blijkt aan de duistere machten van de mo lenaar, de meester in de toverkunst, te kunnen ont komen. Tot tenslotte Krabat met hulp van zijn vriendin netje de macht van de zwarte magie weet te breken. Een spannend, soms gruwelijk verhaal over een jongen die als molenaarsleerling in de ban van de zwarte magie raakt. Een goed boek voor kinderen van ongeveer 12 jaar en ouder. Een vrijage, die (nog) niet doorging Nog niet zo lang geleden werd ik opgebeld door iemand van Ajfa Romeo Nederland. Of ik alsjeblieft wilde meevliegen naar de persconferentie van de fabriek. Er waren op dat moment nogal wat geruchten in de lucht dat het befaamde Italiaanse merk in andere handen zou over gaan. Dus werden kosten noch moeiten gespaard om uit alle windstreken journa listen aan te vliegen. Ze kregen van de directie van Alfa met de meeste nadruk op het hart gebonden dat Alfa Romeo alle moeilijkheden nagenoeg te boven was, nog steeds zelfstandig was en dat ook zou blijven. Wel werd erbij gezegd dat Alfa Romeo "streefde naar sa menwerking met een grote en sterke auto-industrie". Alfa zocht gewoon een gezonde vrijer. Nu heeft het er even naar uitge zien dat in Japan een jonge liefde kon ontluiken. Lange tijd circuleerden berichten dat Alfa in Datsun de ideale partner had gevonden. Voor Nissan dé gelegenheid om op de Italiaanse markt te pene-^ ti eren waar het tot nu toe niet welkom is. Oh, het zag er allemaal aardig uit. In de fabriek van Alfa' Romeo bij Napels zou een au to worden gebouwd met de carrosserie van de Datsun Cherry en de mechaniek van de Alfasud. Helaas, vader staat heeft geen toestemming voor deze vrija ge willen geven. Op papier was alles kant en klaar maar de Italiaanse regering moest "de zaak nog bestuderen in het kader van de algemene problemen van de auto-in dustrie". En het is genoegzaam bekend dat Fiat bereid is nagenoeg alles te doen om een Japanse verschijning op de Italiaanse markt tegen te gaan. De pro- duktie van Fiat daalde vorig jaar met 200.000 wagens. Di recteur Agnelli noemde dat al "een catastrofe". Laat staan als er nu nog een fikse Japan se concurrent bij komt... Een lange inleiding om te ver tellen dat Alfa voorlopig nog op eigen benen moet blijven voortstappen. Dat het merk moet doorroeien met de ne men die het nu heeft. In dat kader past wel de vernieu wing van de Alfasud. Ik moet deze naam nog wel een keertje noemen om aan te ge ven om welke auto dit ver haaltje draait. Maar bij Alfa Romeo heeft men mijn colle ga's en mij bijna op de knieën gesmeekt die naam nooit meer te gebruiken. Daar wil men voor eeuwig vanaf. De naam zit kennelijk te dik on der het roest. Dus spreken we nu alleen nog over een Alfa Romeo. De één- punt-drie en de eén-punt- vijf. Respectievelijk 16.890 en 17.290 gulden. Met vermo gens van 79 of 85 paarde- krachten. Met maximum snelheden van 160 of 165 ki lometer per uur. Natuurlijk is er behalve de naam niet zo bijster veel ver anderd aan de wagen. Enkele modificaties van binnen en van buiten. Een spoiler erbij aan de voorkant, zwarte bumpers, wat andere stoelen, wat aangepaste vering en een uitgebreider dashboard. Het moet de indruk van nieuw geven. Alfa wil om begrijpe lijke redenen af van het roes tige beeld dat zich in de loop der jaren rondom het merk (en vooral dit model) heeft gevormd. Maar er is van alles aan gedaan om de corrosie beter te be strijden. Om dat te onderstie pen wordt nu twee jaar garan tie op het iakwerk gegeven. Een Alfa roest vandaag de dag niet sneller dan welke andere auto ook. Blijft dus over een auto die dui delijk is gericht op de zoge naamde sportieve rijders. De mannen en vrouwen die meer oog hebben voor felheid en snelheid dan voor rustig com fort. Die een leuk carrosse- netje belangrijker vinden dan royale zit- en bagageruimte. Het wagentje ziet er immers niet alleen uit als een snelle coupé, het zit en reageert ook Dat heb ik ervaren toen ik de Alfa Romeo 1.5 een tijdje ter beschikking had. Het is een geweldig rij-ijzer voor het kortere werk. Lekker fel, lek ker snel. Maar heel wat min der enthousiast was ik na lan gere afstanden. Dan ga je toch merken dat die stoelen niet zo ideaal zitten als je op heteerste gezicht zou denken. En dan gaat vooral die starre achteras zich wre ken'. De wagen bonkt en trilt met alle oneffenheidjes van de weg. Op den duur houd je een zwevend gevoel over. Mijn medepassagiers hadden het over "zeeziekte". En dat werkt toch wel vermoeiend. Natuurlijk, voor het overige windt men in deze Alfa Romeo weer een uitgekiende tech niek. Een soepel lopend, gladjes draaiend en uiterst gevoelig motortje. Dat vooral met die gemakkelijke vijf versnellingsbak heel goed is te bespelen. Men kan het onderste uit de kan halen zonder in extreme ver- bruikswaarden terecht te komen. In het ongunstigste geval: één op tienen half, in het gunstigste geval zaten we in de buurt van de een op twaalf. Dat is voor zo n vinni ge middenklasser niet onre delijk. Alles bij elkaai: een auto die er leuk uitziet, die als het ware smeekt om een sportieve in stelling bij de man of vrouw op de bok, maar die op den duur toch als wat vermoeiend uit de bus komt. En waar we nog meer bezwaar tegen maken: de klep van de bagageruimte moet men met een haak vastzetten. Er kon niet eens een goede automati sche veer vanaf. Die klep kreeg ik dan ook prompt een keer op mijn vingers. Moet dat nu voor dik zeventien mille...? Dit vrolijke plaatje ontving ik van Goodyear, de Amerikaanse ban denfabriek die in Zoeterwoude het Nederlandse nestje heeft ge bouwd. De charmante dames op en om de wagen symboliseren regen, zon, ijs en sneeuw. Waarmee ze moe ten zeggen dat de banden die on der dat Volkswagentje zitten alle weersomstandigheden de baas kunnen. Het is een nieuwe band. Goodyear heeft er in Luxemburg drie jaar aan gewerkt. "De eerste Europe se radiaalband met een profiel dat het zowel in de zomer als de winter goed doet", zegt Good year. De band kreeg dan ook de naam "All Weather" mee. De band is intensief getest in Duitsland, Italië. Zweden. Zwit serland en Luxemburg. Hu vrijgegeven voor sn 190 kilometer per uu is hij alleen te koop Introductie in ande landen volgt later. l'1 heden tot Voorlopig Duitsland e Europese Elk jaar verschijnt er een boekje "Links und Rechts der Auto bahn". Het wordt in ons land uitgegeven door Peters' Uit- geversmij in Deventer. Voor zeven gulden te koop bij alle ANWB-kantoren Een heel handig gidsje voor ie dereen die via de Autobahnen in Duitsland. Oostenrijk en Zwitserland de weg naar het vakantieoord moet zoeken. Niet alleen wordt in dit boekje de route aangegeven, maar men kan er ook exact in vin den waar hotels en restau rants staan. Met vermelding van afstanden, uitritten en aansluitingen. Met dit boekje in de hand kan thuis een heel nauwkeurig reisschema worden vastge steld. Van de week heb ik mijn auto gewassen en gepoetst. Niets bijzonders natuurlijk. Maar ik heb wel lopen zoeken naar een lekkere doek om de wagen mee op te wrijven. En laat ik nu enkele dagen later zon doek op mijn bureau krijgen. Toegestuurd door de firma Boso aan de Prinsengracht in Sneek. Ze noemen dat ding Primp-i-net Waarom weet ik niet. Een doek van fijnma zig katoen vezel, zeggen ze. "Ligt zacht in de hand. doet zijn werk grondig en pluist niet. Geschikt voor m- en uitpoet sen en zorgt voor een glanzend schoon resultaat". ishop. Verkrijgbaar bij de au Ik moest even bellen j prijs. Geadviseerd wordt: f235.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 31