Voetbal in de
oorlog: SJC
zoekt nog
steeds naar verrader
ZATERDAG 3 MEI 1980
PAGINA 23
LEIDEN/REGIO - En
toen was het opeens
oorlog..Bij UVS werd
nog nagenoten van die
fantastische 4-1 over
winning op de grote ri
vaal De Hollandiaan,
LDWS ging stoer aan
kop in de 4e klasse en
de jongens van het eer
ste van Koudekerk wa
ren nog amper beko-
men van het feestje ter
gelegenheid van het
behaalde kampioen
schap in de 2e klasse
LVB. Maar nu was Ne
derland in oorlog. De
ballen dus maar opber
gen en wachten op be
tere tijden?
Het uitbreken van de
oorlog heeft het vader
landse voetbal voor
slechts even uit het rit
me kunnen halen. In de
Leidse regio waren de
clubs de schrik in elk
geval snel te boven. Op j||
10 mei 1940 diep ge
schokt door de Duitse
inval, drie weken later
werd de draad van de
afgebroken competitie
alweer opgepakt. Quick
Boys 3 ontmoette Kou
dekerk I, Ter Leede
ging welgemoed op be
zoek bij Rijnsburgse
Boys in Noordwijk en
LRC hadden ook weer
zin. Ook in de weken
daarvoor was de bal al
aan het rollen geweest.
Het schier onverslaanbare oorlogselftal i
SJC'ers speelden.
Door Herman
van Amsterdam
Op het terrein van ASC troffen op 26 mei de Leidse 2de en 3de
klassers elkaar in het zgn. "verbroederingstoernooi", waarvan de
baten (235 gulden) ten goede, kwamen aan "het door oorlog zo
getroffen Valkenburg". Hoezeer, ondanks alle oorlogsgeweld, de
grasmat bleef trekken, blijkt uit het jaarverslag van de Leidse
Voetbalbond, gepubliceerd in juli 1940. Een passage daaruit:
"Toen door den oorlog alle sportbeoefening eensklaps stilstondA
werd er over gedacht het seizoen als geëindigd te beschouwen.
Daar echter meerdere verenigingen er wel voor voelden na enige
tijd door te spelen, werden er weer wedstrijden vastgesteld,
gedeeltelijk in de avonduren".
Een van die verenigingen was Alphen, dat juist in het seizoen
'39-'40 speelde als nooit tevoren, goede kans maakte op de titel en
die niet wilde laten ontglippen. Op zondag 23 juni 1940 werden de
Alphenaren aan de Zoeterwoudsesingel in Leiden dan ook kam
pioen, dank zij een 3-1 zege op LFC.
De bereidheid om te blijven voetballen was groot. De voetbalver
eniging Oegstgeest is in de Leidse regio een van de zeer weinige
clubs geweest die uit "principiële overwegingen" direct aan het
begin van de oorlog alle sportieve activiteiten staakte en pas in '48
de draad weer oppakte. Voorzitter De Wekker herinnert zich nog:
"Het besluit om te stoppen werd spontaan door het bestuur ge
nomen. We voelden er niets voor ons te laten knechten door
allerlei nieuwe bepalingen op het verenigingsleven. Achteraf
hebben wij het als zeer vreemd ervaren dat bijna geen enkele
vereniging ons voorbeeld heeft gevolgd. Misschien kwam dat wel
omdat er destijds tussen de clubs onderling nauwelijks contac
ten bestonden. Elk was zo'n beetje voor zichzelf bezig".
Het voetbal in Nederland was dus al weer snel in zijn "normale"
doen, zij het dat op last van de bezetters in het nieuwe seizoen
'40-'41 een andere organisatorische koers werd gevaren. De vele
bonden en bondjes van weleer (KNVB, Federatie van r.k. Voet
balbonden, Chr. Ned. Voetbalbond, De Ned. Arbeiders Sport
bond afd. Voetbal, Nederlandse Voetbal federatie) waren opge
gaan in de overkoepelende Nederlandse Voetbalbond (NVB). De
Leidse Voetbalbond werd in de nieuwe opzet gebombardeerd tot
Onderafdeling Leiden van de NVB.
Maar voor de rest bleef de grasmat groen en de bal (nog) rond. Op 21
september 1940 gingen hier 33 neutrale en 15 r.k. verenigingen
fris van de lever van start. En hoe. Winst voor LFC, Alphen zéér
schotvaardig, zege AFC, Hillegom sleept een punt weg bij de
Haagse Ooievaars. De competitie draaide weer. Toch was er ver
schil. Veel verenigingen zaten met uitgedunde elftallen. Met na
me bij de senioren waren er gaten gevallen. Veel jonge spelers,
bang dat ze door de bezetter in de kraag zouden worden gevat
(arbeidsinzet) hielden de voetbalvelden voor gezien.
Alphia, normaal goed voor 3 senioren-elftallen, kon er nu met veel
pijn en moeite slechts één op de been krijgen.
Het hoofdveld van Quick Boys heeft de bestemming ''sperrgebiet" gekregen. Kort voordat t
zorgen bestuursleden en supporters voor een veilige aftocht van het kleedlokaal.
de landmijnen worden ingegrave
Trouwens het voetballen bij de
ze club had zo zijn beperkin
gen. De Duitsers hadden het
veld aan de Nieuwesloot
"versierd" met rollen prik
keldraad, die steeds van en
weer op hun plaats moesten
worden gebracht als Alphia
trainde of er een wedstrijd
speelde. Baas in eigen huis
waren de Alphenaren be
paald niet want ook de Duit
sers maakten druk gebruik
van de velden. Om er te oefe
nen in het granaat werpen en
om te gymnastieken.
Omdat ze zo dicht bij het vuur
zaten nam voorzitter Mulder
enkele voorzorgsmaatrege
len. Niet alleen besloot hij dat
er tot nader order geen verga
deringen meer zouden wor
den gehouden, maar hij ver
donkeremaande voor alle ze
kerheid ook de ledenadmini
stratie. Mulder was het ook
die in de Leidse regio het, wat
hij noemt, "voetballersver-
zet" introduceerde. De opzet
was simpel. Hij gaf alle spe
lers van de vereniging op
dracht voor de aanvang van
elke wedstrijd de tegenstan
ders in het kleedlokaal te
gaan opzoeken en nader met
elkaar kennis te maken.
Tussen '40 en '45 woedde een
wereldoorlog en Nederland
ging er mede gebukt onder.
Maar uit de luttel bewaard
gebleven jaarverslagen van
voetbalverenigingen (de
meeste zijn ten prooi gevallen
aan de jaarlijkse schoon
maakwoede van echtgenotes
van secretarissen), valt daar
over nauwelijks een woord
terug te vinden. Er wordt met
een enkele zin melding van
gemaakt dat een bestuurslid
door de bezetters is afgevoerd
of dat jongens van het zoveel
ste elftal voor het vaderland
zijn gevallen. Voor de rest
leest men uit de met de hand
geschreven aantekeningen
van secretarissen niet dat er
een oorlog aan de gang is ge
weest.
Bij de r.k. (Sportclub) Lisse ligt
het accent in de verslagen op
de contributie die zo bar
slecht wordt afgedragen en
krijgen de donderspeeches
van de geestelijk adviseur alle
aandacht. In zijn jaarlijkse
herdenkingswoordje windt
hij zich steeds weer op over
het feit dat spelers van de ver
eniging "staande achter in de
kerk worden gesignaleerd".
Terwijl zij juist het goede
voorbeeld zouden moeten
geven.
Vuile was
De verslagen van vergaderin
gen waren kort en zakelijk.
De vuile was werd binnenge
houden. Op 18 december 1940
bijvoorbeeld belegde het be
stuur van het Katwijkse
Quick Boys een algemene
vergadering, waarin voorzit
ter P. v. d. Berg, op dat mo
ment 20 jaar bestuurslid, de
eer aan zichzelf houdt en zich
niet meer herkiesbaar stelt.
Reden: v. d. Berg, als voorzit
ter altijd op handen gedragen,
is NSB'er en is vriendelijk
doch dringend verzocht zijn
biezen te pakken. In het ver
slag dat over de vergadering
is gemaakt staat slechts: "Het
bestuur had besloten en bloc
af te treden maar stelde zich
direct weer herkiesbaar. Van
de zeven aftredende be
stuursleden werden er zes
weer herkozen".
Sfeertje
Mulder, nu nog vice-voorzitten
"In zo'n kleedlokaal ontstond
dan automatisch een sfeertje
van: we zijn Nederlanders, we
horen bij elkaar, we zijn
vrienden. Zo distantieerde je
je toch een beetje van de
Duitsers. En het opmerkelij
ke was, en dat was leuk mee
genomen, dat het er dan in het
veld zeer sportief aan toe
ging. Begrijpelijk. Want je
geeft je tegenstander geen
rotschop als je hem zojuist
nog de hand hebt geschud".
Het voetbalseizoen '41-'42. Roodenburg kampioen van de 4e klasse NVB. Rechts op de foto een niet al te
vrolijk kijkende scheidsrechter v.d. Klugt. die met tegenzin de wedstrijd floot. Net die dag was hij er
achter gekomen dat twee collega-scheidsrechters Roodenburg eerder een handje hadden geholpen
Overigens, de opvolger van v. d.
Berg, Pluimgraaf, werd door
de bezetters gezocht en vond
het wijzer onder te duiken.
Toch bezocht hij trouw alle
bestuursvergaderingen; in
een vermomming.
In de oorlogsjaren werd er niet
alleen gevoetbald om zo maar
wat bezig te zijn. Er werd wel
degelijk om de punten ge
knokt. Tegenwoordig is voet
bal vaak oorlog, in de oorlog
was voetbal dat ook. Rooden
burg bijvoorbeeld presteerde
het in het voetbalseizoen
'41-'42 kampioen te worden
van de 4e klasse NVB. In het
jubileumboek ter gelegen
heid van het 40-jarig bestaan
staat daarover "Ondanks een
tijd van noodcompetitie en
vooral deportatie van vele le
den naar Duitsland (van UVS
waren er zoveel spelers gede
porteerd dat er in Duitsland
een compleet UVS-team
speelde, red.), bleef de geest
en de sfeer in Roodenburg
uitstekend. Zowaar wist het
vlaggeschip van onze vereni
ging na een nek-aan-nek-race
met Lisse het kampioenschap
te behalen". Maar kwam
Roodenburg ook werkelijk
dat kampioenschap toe?
Volgens Leidenaar v.d. Klugt,
een oude rot in het Leidse
scheidsrechterswereldje,
niet. Hij k er honderd procent
zeker van dat er toen ,,is ge
rotzooid". „Roodenburg",
zegt hij, „heeft dat kampioen
schap kunnen behalen dank
zij de medewerking van twee
Leidse scheidsrechters. De
één liet Roodenburg in een
uitwedstrijd met 4-0 van Wil
helmus winnen en de ander
heeft ze met 1-1 tegen Lisse
laten gelijk spelen. Ik kwam
dat aan de weet op de dag dat
ik een thuiswedstrijd van
Roodenburg moest fluiten.
Bij winst zou Roodenburg
kampioen zijn".
het Noordwijkerhoutse VVSB, waarin hoofdzakelijk
der enig overleg. Misschien
wel met de goede bedoeling
de pastoor wat werk uit han
den te nemen maar er kwam
wel gelazer door".
In sloot
Een paar dagen later rukten
SJC-supporters het gewraak
te bord van de paal en smeten
het demonstratief in een
langs het veld lopende sloot.
De gevolgen'bleven niet uit.
Binnen een dag kreeg
Noordwijk 'bezoek' van de
Duitse Sicherheitsdienst 30
man sterk die in drie grote
trucks arriveerden. De pasto
rie werd bezet en de pastoor
moest een zwaar verhoor ver
duren.
Hij verzweeg desondanks dat
de vader van een groot gezin
het bord van de paal had ge
trokken en nam alle schuld op
zich. Hij werd naar het con
centratiekamp Amersfoort
afgevoerd. Bij de secretaris
van SJC werd ook een inval
gedaan. In huis werd alles
ondersteboven gehaald, de
papieren van de vereniging in
beslag genomen en op het
Binnenhof in Den Haag kreeg
hy ze vervolgens flink uitge
meten.
Wie had de Duitsers ingelicht?
Over die brandende vraag
bogen zich drie SJC'ers, on
der wie Piet van Dam. Hij
zegt „Toen dat bord van die
paal werd gehaald stond er
zo'n dertig man toe te kijken.
Eén van hen moet de zaak
hebben verraden. We hebben
de namen van alle omstan
ders genoteerd en stuk voor
stuk doorgelicht. In het ge
heim, niemand wist dat we er
mee bezig waren. We zijn er
echter nooit achter kunnen
komen. Het is tot nu toe gis
sen gebleven".
De kwestie zit Van Dam nog
steeds dwars. „Die pastoor
zegt hij „is in het concentra
tiekamp een wrak geworden.
Na de oorlog is hij op een vre
selijke manier aan zijn eind
gekomen. Zoiets blijft je bij.
Daarom, als ik vandaag aan
de weet zou komen wie ons
destijds heeft verlinkt, zou ik
nog in staat zijn die kerel wat
aan te doen".
Op slot
De vereniging werd opgeheven,
het toegangshek naar de vel
den op slot gedraaid. Waar
moesten de SJC'ers nu naar
toe? De voebalvereniging van
het buurdorp, het Noordwij
kerhoutse WSB (speelde
destijds nog op het terrein
van het psychiatrisch cen
trum St- Bavo) zette de deu
ren wagenwijd voor de
Noordwijkers open. In voet
baltermen gesproken een tac
tische zet. Natuurlijk moest
het aanbod van WSB wor
den beschouwd als een daad
van naastenliefde maar er
kwam nog wat'bij. SJC had op
dat moment een dijk van een
eerste elftal en met WSB
ging het maar zo-zo. Men kon
best een paar keien van voet
ballers gebruiken.
Toen de twee verenigingen
eenmaal vermengd waren (op
een gegeven moment speel
den in het eerste van VVSB
negen SJC'ers) walste de ge
legenheidscombinatie dan
ook elke tegenstander plat.
De dankbaarheid van de
WSB-aanhang kende geen
grenzen. De SJC'ers keerden
regelmatig huiswaarts met
een natje of een droogje of*
werden uitgenodigd vooreen
uitgebreide maaltijd in het
psychiatrisch centrum.
Overigens, in enkele gebouwen
van het centrum waren gedu
rende de oorlog Duitse solda
ten ingekwartierd en op een
gegeven moment kreeg het
voetbalveld de bestemming
paardenwei. Althans, dat was
de bedoeling. Een van de ver
plegers, een broeder, stak
daar een stokje voor.
Op de dag dat de paarden er op
los zouden worden gelaten,
maaide hij in het holst van de
nacht het gras en de gemilli
meterde mat was als wei on
bruikbaar geworden.
Lees verder op pagi
na 25
Perplex
,,'s Morgens kreeg ik één van de
twee scheidsrechters bij mij
thuis. Hij vroeg of ik Rooden
burg wilde laten winnen,
waarna hij doodleuk vertelde
dat hij en een collega ook een
steentje hadden bijgedragen.
Ik stond natuurlijk perplex
en heb direct de NVB inge
schakeld. Beide heren zijn
toen op staande voet ge
schorst en zijn ook nooit meer
aan de bak gekomen
V.d. Klugt kreeg van de NVB
zwijgplicht opgelegd. „Men
voorzag een hoop trammelant
als de andere verenigingen
hiervan lucht zouden krijgen.
Daarom: ik heb het ze bij
Roodenburg nooit verteld,
maar ze hebben echt één
kampioenschap te veel op
hun erelijstje staan".
Herinneringen. Het Noord-
wijkse SJC houdt een zeer
bittere over aan de oorlogsja
ren. Halverweg de competitie
'42-'43 maakten de bezetters
een abrupt einde aan het
voetballen aan de Lageweg.
Er ging een gebeurtenis aan
vooraf die het dorp schokte.
Op Piet van Dam, toen ma
nusje-van-alles van de ver
eniging, maakte het een diepe
indruk.
Wat er toen voorviel staat hem
helder voor de geest. Hy ver
telt „Er kwam een verorde
ning dat op alle voetbalvelden
het bordje "Verboden voor
joden" moest worden ge
plaatst. Nu waren de voetbal
velden waar SJC op speelde
eigendom van de kerk, dus
zou het niet meer dan nor
maal zyn geweest als voor het
aanbrengen van dat bord
eerst de toestemming van de
pastoor zou zijn gevraagd.
Nadat het bord echter op het
politiebureau in Noordwijk
was afgeleverd sloeg een van
de dienstdoende agenten het
eigenhandig op een paal aan
de ingang van het veld. Zon-