Handgranaat explodeert: jonge visser zwaar gewond De „veilige" zee is gevaarlijker dan men denkt ZATERDAG 3 MEI 1980 PAGINA 21 KATWIJK - "Wat moetje met zo'n afgedankt projectiel aan boord? Levensgevaarlijk. Dat is het. Normaal gooien we dat ding meteen weer terug in zee. Prak tisch iedere visser doet het. Het risico om een zeemijn of een hand granaat, zoals in ons ge val, bij je te houden, is toch link? Wij hadden die granaat ook over boord willen zetten. Hadden, ja. Maar toen was het al te laat. Voor we dit konden doen, klapte hij uit elkaar. En was die jongen behoor lijk gewond." Schipper Wim van Duijn heeft het zich heilig voorgenomen: nooit meer gaat hij op twintig mijl buiten de kust van Sche- veningen vissen. Daar is het hem té gevaarlijk. Wat de Katwijkse visser nu heeft meegemaakt, wil hij voor geen goud nogmaals onder gaan. Niet de reder, Verhaar uit Oegstgeest, maakte die woensdag uit waar de netten moesten worden uitgegooid. Dat deed Wim van Duijn. Hij is de baas op de SCH 256. En niemand anders. Op die, wat later zou blijken, rampzalige plek zaten de nodige tongen onder het zand verscholen. Geen punt voor de beman ning van de kotter. De bodem werd omgewoeld en de (dure) tong gevangen. Maar mét de ze vissen kwam ook de hand granaat naar boven. Een pro jectiel dat volledig in tact was. Ontploft Terwijl de vissers hun netten leegden, legden ze het explo sief even op het dek neer. La ter, als de vissersboot verder zou varen, zou de granaat weer in zee worden gesmeten. De bemanning was nog maar net met het legen van de net ten begonnen, toen ze een lichte 'plof hoorde. Precies op het moment dat de jeugdi ge Katwijker Niek van Duij- venbode, een zeventienjarige matroos, er belangstellend naar stond te kijken. De jongen raakte vrij ernstig gewond. Met een zware her senschudding en beschadi gingen aan het gehoor moest hij in allerijl naar het Haagse Rode Kruisziekenhuis wor den overgebracht. Drie uur had schipper Van Duijn no dig om de kust te bereiken. Daar stuitte hij op grote moeilijkheden. De kotter kon de haven niet binnenvaren, omdat het eb was. De brand weer moest er met een lad derwagen aan te pas komen om de bewusteloze Katwijker van boord te halen. Het duurde toen n<?g eens een minuut of tien voor de am bulance zich aandiende. De broeders weigerden de bran card over de ladder te dragen. Omdat er op deze wijze wel eens eerder een gewonde in het water was gevallen. De bemanning van de SCH 256 heeft Niek van Duijvenbode toen zelf naar de kant ge bracht en in de ziekenwagen gelegd. Munitie-stortplaats Een ervaren visser als Wim van Duijn moet toch weten dat op twintig mijl voor de Scheve- ningse kust een oude muni tie-stortplaats ligt? De Katwijkse schippen "Op die plek hebben we beslist niet gevist. De plaatsen waar af gedankte munitie is gestort, staan heel duidelijk op de kaart aangegeven. En die mijden we, dat kan ik je wel verzekeren. Zo'n plek zoek je toch niet op om te gaan vis- De ministeries van defensie en landbouw en visserij zijn dui delijk in hun antwoord: twin tig mijl uit de Scheveningse kust ligt een oude munitie- stortplaats. Daar hebben vroeger de marine en andere onderdelen van defensie hun niet meer te gebruiken pro jectielen weggegooid. Het ministerie van defensie voeg de eraan toe dat dit wapentuig wel eerst onklaar werd ge maakt vóór het naar de bo dem van de zee werd ge stuurd. Onder water werden de projectielen tot ontplof fing gebracht. Maar de handgranaat die de SCH 256 opviste was nog in tact? "Omdat", aldus een woordvoerder van defensie, "deze niet is afgegaan. En dat kan natuurlijk altijd gebeu ren. Hoewel het zeker niet vaak voorkomt." Schipper Van Duijn vermoedt dat de granaat door de stro ming is meegevoerd en zo op een plek terecht is gekomen waar normaal gesproken wordt gevist. Het 'ding' mee nemen naar de wal is nooit, bij hem opgekomen. "De marine heeft 'm er zelf ingegooid. Wat heeft het dan voor zin om hem af te geven. Al had ik er geld voor gekregen, dan had ik het nog niet gedaan", zegt hij stellig. Zeemijn Eén keer is het Wim van Duijn overkomen dat hij een halve zeemijn boven water haalde. Die heeft de Katwijker weer heel voorzichtig laten zakken. "Je kunt niet met een derge lijk apparaat gaan smijten. Ik heb er wel een aantekening van gemaakt waar we hem vonden. Dan kijkje een twee de keer wel uit waar je je net ten laat zakken, 't Is gevaar lijk, dat geef ik toe. Een ande re visser loopt inderdaad de kans om dat zelfde projectiel weer op te halen. Maar de vis sers zijn er toch niet voor om die troep onschadelijk te ma ken? Daar moet het rijk voor zorgen." Niek van Duijvenbode, de ge wonde visser, heeft zeker niet de schrik in zijn benen na dit ongeluk. Z'n ouders weiger den ons een gesprek met hun zoon. Publiciteit rond hem vonden ze maar niks. Hij zou wel eens iets kunnen zeggen dat verkeerd zou kunnen worden uitgelegd. vVel vertelde zijn vader dat Niek nu al te kennen heeft gegeven weer te willen gaan varen. "En ik denk niet dat ik hem dit uit het hoofd praat", aldus de vader van de gewonde Katwijker. Als het aanxhem zou liggen, had hij liever ge zien dat zijn zeventienjarige zoon een baan aan de wal zou zoeken. "Daar heeft hij ook voor geleerd. Wij zijn hele maal geen vissersfamile. Niek heeft een bouwtechnische opleiding gehad. Toen hij die volgde had hij al meer be langstelling voor de visserij en de scheepvaart. Mijn vtouw en ik hadden er wel degelijk bezwaar tegen dat Niek ging varen. Maar hi] heeft toch zijn Zin doorgezet." Vader en moeder Van Duijven bode weten nog niet precies wat ze zullen doen. Of ze hun jonge zoon zullen verbieden weer naar zee te gaan of niet. Daarover is het laatste woord nog niet gesproken. Niek voer ovengens zes weken op de kotter van Verhaar. Aansprakelijk Wie er voor het ongeluk aan sprakelijk moet worden ge steld, is voor het ministerie van defensie helemaal geen punt. Een woordvoerder van de marine-voorlichting: "De gebieden waar munitie is ge stort, zijn niet alleen duidelijk in kaart gebracht, in zee zijn er grote gele boeien omheen geplaatst. Iedere visser hoort daarom te weten dat dit ver boden 'terrein' voor hem is. Gooit hij er toch zijn netten uit, dan doet hij dit voor eigen verantwoording. Dan kan zo iemand het rijk daarvoor niét aansprakelijk stellen." Tot eind 1978 had het rijk een regeling die bepaalde dat vis sers die een projectiel uit zee ophaalden en naar de wal brachten, een vergoeding kregen. De (meestal) kapotte netten werden betaald en ook voor het visverlet kregen ze een bedrag. Ruim twintig jaar was deze regeling van kracht. Vier jaar geleden liet het minis terie van defensie weten de regeling te willen opheffen. Varen in zee kon, volgens dit departement, zonder noe menswaardige gevaren plaats vinden. Het ministerie van landbouw en visserij vond het ineens stopzetten té abrupt. Dit wilde de regeling in twee jaar afbouwen. En zo ge schiedde. Kamervragen Het opheffen van de vergoedin gen wekte bij alle politieke partijen in de Tweede Kamer toch wel enige onrust. De Kamerleden vreesden dat er mensenlevens zouden vallen als de vissers de explosieven, zoals nu dus geregeld ge beurt, weer in zee zouden werpen. Een meldingsplicht was er niet. Minister Scholten (toen ook de 'baas' bij defen sie) wees de vissers op de ge varen als zij de opgeviste projectielen niet zouden mel den. De bewindsman lichtte in zijn besluit ook toe dat een werkgroep niet meer nodig vond om de regeling nog lan ger te handhaven. De zee kon 'veilig' worden bevaren, zo liet hij de politici in 1976 we ten. Het ongeluk met de Katwijker Niek van Duijvenbode staat niet alleen. Meermalen ont ploften er explosieven aan boord van visserschepen. Ruim driejaar geleden kwam een Zeeuwse visser om het leven en werden enige andere collega's van hem gewond. Ook zij hadden een 'bom' op gehaald die aan boord ont plofte. Niet meer Het ministerie van landbouw en visserij gelooft dat het op nieuw in het leven roepen van een dergelijke regeling geen kans heeft. Nederland was het enige land dat een derge lijke vergoeding kende. De Engelse vissers kregen geen cent als zij wat explosiefs op visten. De Engelse regering vertrouwde er op dat de vis sers hun gezonde verstand gebruikten en niet roekeloos met de projectielen zouden omspringen. Het departement zegt dat de 'bommen' niet het enige ge vaar voor de vissers zijn. Ook wrakken van schepen kun nen problemen opleveren. Want dit zijn juist de plekken waar de grote scholen vissen zich ophouden. Naast de dumpplaatsen van de fensie zijn er nog meer 'explo sieve' plekken in zee. In de Tweede Wereldoorlog heb ben zowel Nederland, Enge land als Duitsland honderd duizenden mijnen in de Noordzee gelegd. De heer Kofman van het ministerie van landbouw zegt dat het gros niet tot ontploffing is ge komen. Vissen langs de bo dem van de zee noemt hij daarom niet ongevaarlijk. Veel mijnen zijn er in kaart gebracht, maar de plekken waarde Engelsen en Duitsers die hebben neergelegd, zijn niet bekend. Tien keer Kofman benadrukt nog eens dat iedere visser weet waar dumpgebieden liggen. Ex plosieven worden, aldus de ambtenaar van landbouw, soms wel tien keer boven wa ter en gehaald en evenzovele malen weer teruggezet. Het frappante feit doet zich voor dat er vanuit Urk nooit een melding is binnengeko men bij het ministerie dat de één of andere visser een mijn of ander oorlogstuig had 'ge vangen'. Kofman vermoedt dat de vissers uit dit plaatsje de moeite niet wilden nemen dit te vertellen en de ontplol- bare lading direct weer lieten zakken. Het is ook wel eens voorgeko men, io vertelde Koftnin, dat een visser een noodkreet uitte dat de marine op een ver keerde plek aan het dumpen was. Of dit waar was, betwij felde men. Zo'n visser kan net best bij het verkeerde eind hebben, redeneerde men op het departement. De marine neemt, aldus Kofman. de meeste voorzorg. Maar de bo dem van de zee :s nog altijd in beweging. Dus kan de zaak gaan schuiven. Met alle nare gevolgen van dien. De SCH 256. De kotter waarop het ongeluk met de Katwijker Niek van Duijvenbode gebeurde. Het ongeluk met de Katwijker Niek van Duijvenbode staat niet alleen. Meerma len ontploffen er explosieven aan boord van vissersschepen. Ruim drie jaar geleden kwam een Zeeuwse visser om het leven en werden enige andere collega's van hem gewond. Ook zij hadden een "bom" opgehaald, die aan boord ontplofte Westerlaken Een kotter heeft een projectiel opge- vist. De bemanning wacht op de demon- teerploeg van de ma rine die de bom zal Twee opgeviste explosieven. 'Bom men'' die inssers- schepen vaker naar boven halen. schadelijk zal ma ken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 21