Boven Schier
is zon altijd
wat oranje
gekleurd
-v i
ZATERDAG 26 APRIL 1980
PAGINA 43
Door
Pieter
van de Vliet
Veel Hoge Heren hebben Schiermonnikoog begeerd en beheerd. De eilan
der is het dienen gewend. Koninklijke Hoogheden mogen er graag komen.
Het badseizoen is met veel zon en deftig volk begonnen. Boven Schier is
de zon altijd wat oranje gekleurd. Vooral nu de Kroning naakt.
Verslaggever Pieter van de Vliet sprak met de graaf, de notaris, de juffrouw
en de bediende. Michael Kooren maakte de foto's.
^Juffrouw Dientje
heeft nieuwe stoelen
in haar hotel. Graaf
Bechtold Eugen von
Bernstorff zu Weh-
ningen is blij verrast.
"Ach, die juffrouw
Dientje", zegt hij.
De oude graaf en de oude juf
frouw.
Voor de oorlog hoorde de graaf
tot de rijkste families in
Duitsland. Maar na de oorlog
werd Schiermonnikoog hem
ontnomen. En het kolossale
landgoed Junker Wehningen
raakte hij kwijt aan de DDR.
Dat landgoed kon hij tot voor
kort goed zien. Vaak tuurde
hij door de verrekijker naar
de overkant van de Elbe. Dat
heeft geen zin meer. De twee
torens van het hoofdgebouw
zijn deze maand afgebroken.
Oostduits „Sperrgebiet".
Juffrouw Dientje. als altijd
druk in haar hotel Van der
Werff op Schiermonnikoog,
zegt: „De graaf was hier kind
aan huis, meneer hoor".
Met van zorg vervulde stem
vraagt ze: „Woont dé graaf
daar wel mooi?"
Ze twijfelt eraan.
Maar de graaf lijkt best tevre
den.
Paradijselijk
Met zijn jonge knappe vrouw
aan zijn zijde en zijn veertien
jaar oude teckel aan zijn voe
ten woont hij op het landgoed
Jasebeck, luttele kilometers
van Hitzacker weggedoken in
een bocht van de wonder
schone rivier. Een landhuisje
en een boerderij. Aanzienlijk
minder dan vroeger. Maar
zeer paradijselijk in het tijd
perk van de stacaravan.
De gravin serveert zelf het ge
bak en schenkt zelf de sherry
in. Ook dat is wel anders ge
weest.
„N iet schrijven dat de graaf elke
morgen snikkend naar de
puinhoop aan de overkant
kijkt", zegt ze. Verdere ver
manende woorden richt ze tot
de teckel. „Kom 'hier, Dic-
ke".
Dicke ruikt naar ouderdom
We bekijken de kiekjes. Veel
van Schiermonnikoog. Slot
Rijsbergen, het vroegere zo
merverblijf, nu jeugdherberg.
Foto's van de graaf. Vief op de
fiets. Met slobberbroek en
knapzak.
Zware gang
Zo'n fiets had de vader van
Claus ook, herinneren ze zich.
Zo'n stijve zwarte Hollandse
fiets. Claus' vader is tijdens de
eendejacht met graaf Von
Bernstorff aan een hartaanval
overleden. De graaf heeft het
zijn buurvrouw Gosta von
Amsburg-Von dem Bussche
Haddenhausen moeten ver
tellen. Een zware gang.
Een onheilstijding bereikte ook
de graaf zelf. Zijn zeventien
jarige zoon overleed in Russi
sche krijgsgevangenschap.
Een eenvoudige steen op het
landgoed houdt de herinne
ring levend.
Notaris B. Bolwijn (73) uit het
Friese gehucht Anjum.
voormalig rentmeester van de
graaf, raakte ook een zoon in
die leeftijd kwijt. De jongen
heette naar vijf vermoorde
gijzelaars: Otto Willem Ro
bert Christoffel Alexander.
Door de Duitsers gedood om
dat ze bekende Nederlanders
waren. Met patriottische na
men als Van Limburg Stirum
en Schimmelpenninck.
Ook de notaris was tijdens de
bezetting gegijzeld. In St.-Mi-
chielsgestel. Dank zij de graaf
duurde het slechs een week.
Die reisde zonder dralen af
naar Leeuwarden om de SS-
commandant mee te delen
dat de notaris onverwijld
moest worden vrijgela
ten.
„Bolwijn is mijn man. niet de
uwe", moet de graaf de SS'er
hebben toegevoerd.
Bolwijn: „Gijzelen was veel er
ger dan nu. Je wist niet waar
om, je wist niet wanneer. Als
ze je naam afriepen kon het
zijn omdat ze je vrij wilden la
ten. omdat ze je wilden execu
teren of gewoon om je bang te
maken. Ik ben de graaf nog
steeds dankbaar. Een buiten
gewoon goedig man, een zeer
correct mens",
Geen nazi
„De graaf was geen nazi. Even
min behoort hij tot die men
sen die zeggen: wir haben es
nicht gewusst. We hebben het
allemaal geweten, zegt de
graaf'.
Zijn vader Georg Ernst August,
die in 1902 eigenaar van
Schiermonnikoog werd,
heeft het ook geweten.
Bolwijn: „In augustus '39 kreeg
ik een telefoontje van hem. Of
ik snel met m'n vrouw naar
het eiland wilde komen. Het
was erg belangrijk, zei hij.
Daar bedankte hij me uitvoe
rig voor alles, pakte m'n beide
handen beet. Dat was een on
gebruikelijke handeling We
zullen uiteindelijk verliezen,
zei hij. Kort daarop is hij
overleden".
„Op 11 november 1939. Op de
dag dat Duitsland oorspron
kelijk Nederland wilde bin
nenvallen".
Zijn zoon Bechtold Eugen
wordt dan eigenaar. Tot het
eiland als vijandelijk vermo
gen wordt geconfisceerd. De
notaris lobbyt tevergeefs bij
Schermerhorn en Gerbrandy.
Ook nu is hij nog doende
schadevergoeding voor de
graaf te bewerkstelligert.
„Een zwaar gedupeerd man",
zegt Bolwijn.
„Hij heeft het niet verdiend.
Want toen het met zijn pach
ters. de boeren op het eiland,
niet meer zo florissant ging.
heeft hij ze niet geknepen. Als
op de dag dat de graaf zitting
hield op het eiland het lied
van de boer maar in orde was,
zat het goed. De eilanders
hadden aan hem de beste
landheer die ze ooit hebben
gehad".
..De graaf heeft Schiermonnik
oog altijd als een Neder
lands eiland gezien, een
tweede vaderland waar hij
ook nu nog elk jaar komt. Hij
vond het volstrekt onjuist dat
de Duitsers het op zijn eiland
voor het zeggen kregen. Als
de Duitse eilandcommandant
rechtstreeks een brief aan de
graaf schreef, kreeg hij geen
antwoord. Alles moest via mij
gaan, vond de graaf'.
Jacht
„Voor de oorlog was het traditie
dat de graaf de jacht op Schier
verpachtte aan de geselec
teerde Nederlandse adel.
Jaap Roëll, een beminnelijk
mens maar in het veld een
beul, was jagermeester".
„Na het vertrek van de graaf is
het meer een volkse aangele
genheid geworden, de jacht.
Even keurig hoor, maar wel
anders".
„Tijdens de bezetting hebben
de jachtopzieners Duitse sol
daten, die op konijnen scho
ten, aangehouden wegens
stroperij. Geheel tegen de zin
van Insel-Kommandant Herr
Doktor Rchm. De eiland-,
commandant vond niet dat
wij het recht hadden zijn sol
daten staande te houden.
Omdat het ondanks het ver
keerde uniform een keurige
heer was, hebben wij hem er
van kunnen overtuigen dat
zijn soldaten geen recht had
den op de konijnen van de
graaf'.
De graaf besloot daarop zijn
konijnen in die schaarse oor
logsjaren aan de eilanders te
laten. Net als het hout. Een
weldoener, noemt menige
oude eilander hem nog. En
men herinnert aan de veer-
dam. die onder zijn bewind
tot stand kwam. evenals de
dennenaanplant.
Taede van Dijk (78) is zo'n ei
lander. Een pronkstuk vpor al
wat de monarchie is toegene
gen. Een dienaar. Hij heeft in
een moeilijk oorlogsjaar te
gen geringe vergoeding ko
nijnen gedolven. Voor elk ge
zin twee.
Vroeger diende hij de graaf. Hij
plantte de dennen. Hij hielp
bij de jacht. Graag diende hij
de graaf. „Zóóó'n kerel", zegt
hij.
Picolo
Als knaap was Taede picolo in
het Strandhotel. Tot het stati
ge gebouw ten prijs viel aan
de golven, herbergde het adel
en ander deftig volk. Het
knappe jongetje in zijn onbe
rispelijke slipjas met kroon
tjes, dat zo nijver aan kwam
draven met teiltjes zeewater
om kokette da mes voetjes van
zand te ontdoen, kon rekenen
op vertedering en fooi. Daar
door kon hij zich exclusieve
sigaretten veroorloven. Een
gulden per pakje. Een „nor
maal" merk kostte vijf
cent.
„Egyptische sigaretten. Ab
dullah". herinnert Taede zich
nog bliksemsgoed. Zijn bijna
honderjardige moeder lacht
ook olijk. Het tweetal woont
in een popperig huisje, in de
schaduw van hotel Van der
Werff. Op een ereplaats aan de
muur, tussen een in woest
groen en grijs geschilderde
zee en een afbeelding van het
Heilig Avondmaal hangt een
portret van prinses Margriet
in kleur. Een nieuwjaarswens
van het gehele gezin Van
Vollenhoven plus teckel is
mét de enveloppe inge
lijst.
Relikwieën.
De opgepoetste rijksdaalder
laat hij niet zien.
Dat muntstuk heeft hij in 1936
verworven. Prins Bernhards
met onafscheidelijke anjer
getooide lederen jas was tij
dens de jacht aan een hoge
duindoorn blijven hangen.
Taede volgde het spoor terug.
„Zo'n belangrijk figuur, dan
kijk je waar ze lopen". In de
Kobbeduinen vond hij het
kledingstuk.
„Ik kreeg uit dank ook een hand
van Zijne Koninklijke Hoog
heid. Een dochter van een
zeekapitein greep mijn hand
beet omdat de prins hem had
vastgehouden".
Geschiedkundige werken ver
melden dat prins Hendrik op
een dag 75 konijnen op Schier
heeft neergelegd. Maar over
deze prins wenst Taede niets
te vertellen.
„U bent toch wel voor het Ko
ninklijk Huis?", vraagt hij,
opeens wantrouwend.
Hoetemetoet
Dan verhaalt hij van Godfried
Bomans. met wie hij wel eens
een biljartje deed. En van zijn
Juffrouw Dien
.nieuwe stoelen
uitstapjes met Ridder van
Rappard, de zeer conserva
tieve heer van Gorinchem. ,.'t
Was hartstikke zo'n kerel,
moeilijk, maar gezellig in het
veld. Daarna dronken we bij
Van der Werff knikkebecn-
tjes, van die bellen brande
wijn met eierdooiers waar je
als een hoetemetoet van
werd".
In de muur tegenover de ko
ninklijke portretten in z'n
huisje zat vroeger de bed
stee.
De bedstee. Daar was niets ko
ninklijks aan. Met vier broer
tjes en zusjes heeft de kleine
Taede er geslapen. Drie aan
de kop, twee aan de voet. Op
wat stro. zonder veel eten in
de maag.
Het kwam goed van pas dat va
der groente mocht leveren
aan de graaf.
„Als de graaf hier resideerde,
hing zijn vlag uit. Een wapen
dat op drie meloenen leek.
Dan bracht ik de groente en
dan zag ik die hartstikke
mooie Duitse dienstmeisjes.
Loekie-loekie, hoor".
Hij trekt een ooglid omlaag om
zijn gezicht een komische
aanblik te geven.
De hand is ruw, ruig. Van het
werken. Van het trekken aan
de riemen van de redding
boot.
Een gans mensenleven werken.
Dut heeft mevrouw Bol. juf
frouw Dientje. van hotel Van
der Werff ook gedaan.
Onlangs heeft ze de Schippers
kamer van haar hotel van
nieuwe stoelen voorzien.
Somber aandoend meubilair
in mosgroen, donkerbruin en
zilverwit.
Prins Bernhard
Aan de houten wanden hangen
opvallende portretten in ver
gulde krullijsten. Prins Bern
hard in plusfour met geweer.
Een kloek kijkende politie
man met helm. En nog groter
dan ZKH een heer in net pak,
met zeer verzorgde snor.
„Dat is meneer Van der Werff.
jawel meneer hoor", zegt juf
frouw Dien.
De heer Van der Werff en de
diender blijken een en de
zelfde te zijn.
Twaalf jaar was hij veldwachter
op Schiermonnikoog.
Vreemdelingen, die 's nachts
niet onder dak konden ko
men. ving hij tegen vergoe
ding op.
Zo werd de veldwachter pen
sionhouder.
„Als meisje van zeventien ben
ik vanuit Groningen bij me
neer Van der Werff gekomen.
Ik was heel verlegen en bang
eerst, meneer hoor. Bang voor
mijn eigen schaduw. Meneer
Van der Werff had een gewel
dige wilskracht. Van hem heb
ik geleerd: zo wil ik het en zo
zal het".
Alleen hoog bezoek maakt haar
nu nog nerveus.
„Maar ik ben er zo door. hoor.
En dan vind ik het toch leuk
hoor, dat de Koningin bij het
bezoek aan het eiland hier de
receptie heeft willen geven.
Het was een heel werk. maar
ik heb een heel mooi bedank
briefje ontvangen. En ik heb
er nog mooie foto's van"
Ze haalt ze uit een monumen
tale kast, waarvan ze de sleu
tel elders bewaart. De foto's
zijn ingelijst Ze stoft ze zorg
vuldig af.
„De gasten hebben zo mooi
meegewerkt die dag. Om het
hoge bezoek niet voor de voe
ten te lopen, gingen ze achter
door de keuken in en uit, even
uit de weg".
Cadeau
Het cadeau was mooi. heel
mooi. Ik heb daaraan mogen
meewerken. Een schip, een
model van de vroegere zee
vaartschool. Bij een bombar
dement in de oorlog was het
beschadigd. Meneer Van der
Werff heeft het heel kundig
gerestaureerd. En toen heeft
het een plaats gekregen in ons
hotel. Een ereplaats, hoor Ik
weet zeker dat meneer Van
der Werff het ook zo gewild
zou hebben, dat cadeau. Het
speelde door mij heen dat het
schip nu in ieder geval mooi
bewaard blijft. Ze zijn heel
zuinig op die cadeaus bij het
Koninklijk Huis"
Juffruw Dien heeft uit angst
voor souvenierjagers haar in
drukwekkende verzameling
antieke klokken ontmanteld
De slingers en ornamenten
zijn verwijderd en veilig op
geborgen. De oude zeekaar
ten in de eetzaal zyn buiten
handbereik.
Het hotel wordt steeds meereen
museum. Zo wil juffrouw
Dien dat. Meneer Van der
Werff zou het ook zo hebben
gewild.
De angst om iets kwijt te ra
ken.
„Ik vind het toch zo erg dat ze de
graaf alles hebben afgeno
men Wutf Hf) heeft eel n
ons eiland gedaan, heel veel.
En hij was zo eenvoudig, me
neer. Maar die mensen zijn
meestal eenvoudig, hoor'.
„Toch, ik ben blij dat de graaf
hier nog zo graag even mag