"Soberheid
leefregel
hedendaagse
vorst
D, De republiek verkoopt niet op het ogenblik.
De discussie is, met de troonswisseling van de 30e
april in het verschiet, verstomd. Waarom? Wat is dat
voor dubbelzinnig denken bij een deel van ons
volk? Graag een republiek, maar kom niet aan
Oranje.
PAGINA 36
EXTRA
ZATERDAG 26 APRIL 1960
Den Uyl heeft zich kennelijk op deze vraag voorbe
reid: „We kunnen twee dingen doen (en dan heeft hij
er, zoals bekend, zin in): ik blijf drie kwartier praten,
of jullie maken er een gesprek van". Het laatste
graag. En het werden zes kwartier in zijn voor een
oppositieleider opvallend krap bemeten en sober
ingerichte werkvertrek, gehuld in een gestaag dik
ker wordend rookgordijn, want Den Uyl lijkt zijn
scherp en zorgvuldig geformuleerde gedachten uit
gemiddeld één sigaar per kwartier te trekken.
„Nee, da's waar, er is geen echte
discussie op dit moment rond
de staatsvorm en de troon
sopvolging. Op de eerste
plaats dit: het lijdt geen twij
fel dat er binnen de PvdA in
brede kring bij een vrije keus
een voorkeur bestaat voor een
gekozen staatshoofd. Bij libe
ralen vind je hetzelfde. Ook
trouwens in het CDA, hoewel
daar het minst, want voor
SGP en GPV is nog steeds
„Onzen koning van Israëls
God gegeven".
De voorstanders van de re
publikeinse staatsvorm kun
•je vervolgens indelen in drie
groepen: er zyn er die het
Amerikaanse presidentiële
stelsel willen, met uitvoeren
de macht voor het gekozen
staatshoofd, je hebt de sup
porters van de parlementaire
democratie zonder staats
hoofd met een kamervoorzit
ter in diens functie, en ten
slotte mensen die zo'n parle
mentaire democratie mét een
gekozen staatshoofd willen.
Ik hoor bij de laatste
groep".
Afkalving
- Al die tegenstanders van een
voortzetting van het erfelijk
koningschap. Die zwijgen nu.
Hoe komt dat?
„Opvallend is het zeker. Vooral
nu het aantal vorstenhuizen
in de wereld snel krimpt. Als
er nog 20 zgn in de 160 staten
die deze wereld telt, is het
veel. Een afkalvingsproces.
We zitten nu tegen de harde
kern aan van de overgebleven
koningschappen. Maar per
saldo is het in de wereld een
aflopende zaak. Misschien is
Nederland straks de laatste
monarchie".
„En dan hebben we nog niet
eens zo'n lange traditie van
het koningschap achter de
rug. In de negentiende eeuw
was die traditie geen al te ge
lukkige, en in deze eeuw bleef
het ook bepaald niet onom
streden.
„Maar de relatie met het Huis
van Oranje is al veel ouder.
Hoeveel Duits of ander bloed
daar doorheen is gestroomd,
wordt niet opgemeten. Het
feit ligt er nu eenmaal dat wij
een volkslied hebben dat niet
gaat over het land, maar over
een familie. Er is dus door alle*
bedrijven heen een sterke
familietraditie met fraaie en
minder fraaie vertegenwoor
digers. Ik zeg het misschien
wat oneerbiedig. Het is ge
woon zo dat elke familietradi
tie aan slijtage onderhevig is.
Ook die van de familie van
Oranje. Maar de traditie is niet
dood. De Oranje-traditie. Ik
denk dat u gelijk hebt, als u
zegt dat wanneer koningin
Juliana geen kinderen zou
hebben gehad, dat het einde
van de monarchie was ge
weest. Het is ondenkbaar dat
een ander geslacht hier een
kans had gehad".
„Daar komt nog wat anders bij.
Wij hebben nooit de absolute
vorst gekend. De stadhouders
liepen nogal aan het lijntje
van de raadspensionarissen.
En Amsterdam bijvoorbeeld
had aan hen al helemaal geen
boodschap. Het koningschap
met een grondwettelijk wat
bredere armslag hebben we
pas kort (grondwet 1814,1815,
herzieningen 1840, 1848). Se
dertdien is hier een regime
bevestigd dat er geen twijfel
over laat bestaan dat het par
lement het laatste woord
heeft en de koning gezag uit
oefent bij die gratie van de in
stemming van dat parle
ment".
„Er was dus altijd al meer een
sfeer van de republiek dan
van het vorstendom. Dat alles
veroorzaakte dat er eigenlijk
maar weinig historische aan
leiding is geweest om in ver
zet te komen tegen een onge
controleerde, onbegrensde
uitoefening van koninklijke
macht".
Bourgeoisie
- Een koninklijke republiek dus.
"Nee, dat zeg ik niet. Maar de
vraag is terecht. Kijk eens, het
koningschap was omstreden
en zal ook altijd wel een po
tentieel discutabele zaak blij
ven. Maar niét door de macht
die het hier uitoefende. Echte
macht had het zelden.
Omstreden was het veel meer
doordat het koningshuis zich
in de vorige eeuw heeft laten
aanleunen dat het zich liet
gebruiken door de heersende
macht, de regenten, de bour
geoisie.
In het begin van deze eeuw
ontwikkelde zich duidelijk
een tegenstelling tussen dc
opkomende arbeidersbewe
ging en het erfelijk koning
schap, omdat dat koning
schap toch ten dele de uit
drukking was van de machts
positie van de bourgeoisie."
Den Uyl in zijn element. Hij na
dert de climax van zijn be
toog. De vraag is nog steeds:
waarom nemen zelfs de re
publikeinen Oranje voor lief,
zéér lief soms? Hierom:
„Het is Juliana's grote verdien
ste dat zij 30 jaar lang het ko
ningschap soms op bijna
zichtbare manier heeft ont
trokken aan het beeld dat het
in feite werd uitgeoefend, ge
bruikt en misbruikt door de
heersende machten".
- ZichtbaarDoelt u daarbij op
de formatie van uw eigen ka-
bi...
„Nee".
- ...net, want daar heeft ze
toch...
„Daar geef ik geen antw...".
- op bijna zichtbare wijze in
vloed uitgeoefend ten gunste
van de vorming van het kabi
net-Den U...
„Nee, daar geef ik a) geen oor
deel over, b) betwijfel ik het
en c) heb ik andere argumen
ten".
Driftig zinnen kappen, dat ge
haaste „nee", de poging een
mythe te ontmaskeren: Den
Uyl heeft er duidelijk behoef
te aan niet de geschiedenis in
te gaan als een premier bij de
gratie van Hare Majesteit.
Zijn argumenten voor het
steken van de loftrompet over
Juliana:
Fenomeen
„Haar positie was in de jaren '50
best discutabel. Haar pacifis
tische uitspraken, haar op-
treden bij de Verenigde Na
ties, mevrouw Hofmans (heel
deftig, iedereen praat altijd
over Greet Hofmans - red.).
Hier was iets nieuws. Of ze
nou juist of onjuist handelde,
doet er minder toe. Hier had je
ineens een staatshoofd dat
niet alleen maar parades af
nam, maar dat van een per
soonlijke gezindheid blijk
gaf. Een fenomeen. Zij maak
te een openlijke keuze in de
smalle marge van de beleids-
articulatie van een ko
ning".
Toch een vreemd volkje, wij
Nederlanders. Wordt er ja
renlang, althans bij vlagen,
gerept over een republiek
omdat het erfelijk koning
schap niet meer van deze tijd
zou zijn. Dan staan we toch
nog vrij onverwacht voor
een troonsafstand - hét mo
ment, zou je zeggen, om de
roep naar de republiek weer
te laten opklinken - en wat
gebeurt? De discussie ver
stomt. Het hele volk lijkt
plots weer in de ban van
Oranje. Juliana wordt ge
woon opgevolgd door haar
erfgename voor de troon.
Geen haan die ernaar kraait.
Zelfs geen rooie.
Hoe kan dat? Waar zijn nou de
republikeinen, in een tijd no-
tabene dat gevallen keizers
de wereld worden rondge
jaagd?
„Dat wordt ten onrechte aan mij
toegeschreven. Ik was er niet
op uit ten koste van alles het
koningschap te redden. Ik
had maar één overweging:
wat is hiér behoorlijk en wat
niet, en wat moet hier zonder
aanzien des persoons gebeu
ren vanuit democratisch oog
punt?"
- Was u ooit bevreesd dat deze
affaire zou leiden tot Julia
na's aftreden?
„Daar heb ik nooit wakker van
gelegen".
- Maar de socialisten hebben in
het algemeen toch wel een op
vallende rol gespeeld in ko
ningshuis-kwesties.
„Dat is juist. Denk aan Drees
(mevrouw Hofmans), Vonde
ling (die Irene het volste recht
gaf katholiek te worden - niks
geen protestantse tradities,
iedereen is vrü om RK te
worden en te trouwen"), en ja,
ook Lockheed. Maar u mag
daaruit niet afleiden dat er
een specifiek oranje-rode re
latie bestaat".
- Vindt udit hele onderwerp - de
troonswisseling en het ko
ningschap - nou eigenlijk
belangrijk, of is het maar een
stuk franje van het leven?
„Politiek belangrijk, nee. Maar
franje? Daar verzet ik me te
gen. De functie van het
staatshoofd, dus ook een
troonswisseling, is van be
lang. Het betekent een beli
chaming van de continuïteit
van de staat, het is een stuk
handhaving van de Grond
wet".
„Natuurlijk blijft het hele ko
ningschap een broos geval.'
Kijk naar'de afkalving in de
wereld. Het krijgt iets van een
eerbiedwaardig anachronis
me. Het kan ook een voortdu
rende bron van irritatie zijn
door de poespas eromheen.
De hofhouding, waaruit ove
rigens steeds meer het over
geschoten stukje adel ver
dwijnt, de kosten, de palei
zen. Lelyk woord eigenlijk,
paleis, niet prettig. Vroeger
had je de hutten van de armen
en de paleizen van de rijken.
Waar het goud op het marmer
lag opgetast".
„Carter woont ook niet in een
paleis, maar in het Witte Huis.
Huis ten Bosch, dat is reëel.
Maar paleis Noordeinde, nee.
Ik zie dit niet alleen als een
woordspelletje. Soberheid zij
de leefrégel van de heden
daagse vorst. Trouwens ook
„vorst" is niet meer van deze
tijd. Daar moet nog wat ge
schaafd en gesnoeid wor
den".
De vijfde sigaar wordt uitge
drukt. Uitsmijtertje: verve
lend dat een paar partijgeno
ten uit de Kamer niet naar de
Nieuwe Kerk gaan 30
april.
„Ach, de herhaling van de eed is
een anachronisme zonder
staatkundige betekenis. Moet
je de mensen vrij in laten, al
zou ik het jammer vinden als
er enkelen ontbreken. Geen
soesa over maken. Ik hoop
dat de inhuldiging in Am
sterdam een waardig gebeu
ren wordt. Maar het mag het
politieke werk niet ophou
den".
We vroegen het aan oud-pre
mier Joop den Uyl. Hij lijkt
bijna symbolisch voor dit
merkwaardige verschijnsel:
republikeins uit principe
maar als het erop aankomt
pro-Oranje. Als weinig ande
ren was hij gedurende kabi
netsformaties en in storm
tijden rond het koningschap
politiek gesproken kind aan
huis op Soestdijk. Er zijn er
zelfs in Haagse Kringen die
fluisteren dat Juliana diep in
haar hart een zwak had voor
regeringen met socialisten
erin. Wellicht Vandaar de be
roemd geworden uitspraak
van wijlen Den Uyls vriend
Anne Vondeling: „Een re
publiek? Graag, maar dan
met Juliana als presi
dent".
,Een heel sterk signaal was ook
haar gift aan de Wereldraad
van Kerken tegen de apart
heid: hier was een vorst die
zich niet bij voorbaat aansloot
bij een traditie van militair
machtsdenken".
„Vervolgens trok ze stad en
land door, toonde belangstel
ling en schiep een beeld van
sociale bewogenheid en be
trokkenheid, iemand die niet
schuwt in verband te worden
gebracht met vernieuwings
bewegingen. Ze ontvangt
jongeren, anti-oorlogsgroe-
pen, mensen van de vakbe
weging en niet alleen maar
Oranje-verenigingen"
- Een linkse vorstin?
„Ik registreer haar feitelijk ge
drag, niet haar ideeënwe
reld".
De zoveelste sigaar, dan dit, bij
na een bekentenis.
Stigma
„Juliana gaf gestalte aan een
democratische uitoefening
van het koningschap. Zij, en
zij alleen, bevrijdde in 30 jaar
het staatshoofd van het histo
rische stigma dat het koning
schap per saldo altijd ten
gunste van rechts uitpakt. En
dat links-Nederland nu
schroomt om de voortzetting
van het erfelijk koningschap
aan de orde te stellen, komt
voort uit respect voor dat
feit".
Hij zegt er snel bij: „Ze heeft het
bovendien knap gedaan,
want bij dat alles heeft ze haar
traditionele aanhang, zeg
maar rechts, niet van zich af
gestoten, al waren er gefron
ste wenkbrauwen en al ven
tileerde de rechtse pers nogal
eens wat irritatie".
Hier zit echter geen Oranje
klant te praten. O nee: „Toch
is er wel frictie, natuurlijk. De
essentie is nog steeds dat het
koningschap erfelijk is, dus a-
democratisch. Met die erfe
lijkheid weet je nooit wat je
krijgt".
- Beatrix?
„Ik heb alle vertrouwen in de
taakuitoefening van de
troonopvolgster".
- Op 31 januari zei u zeer recht
streeks erg positieve dingen
over Juliana, maar ten aan
zien van haar opvolgster for
muleerde u een stuk onzeker
heid aldus: een prinses met
een heel eigen persoonlijk
heid, die op een heel eigen
manier in dienst van de sa
menleving de voetstap van
haar moeder zal drukken".
Een waarschuwing? Zit er
nog zoveel rek in ons staatsbe
stel, dat zij zeer eigen accen
ten kan gaan leggen?
„Er zit geen millimeter ruimte
meer in voor het koningschap
om zich meer armslag tegen
over het parlement te ver
schaffen. Maar ik heb geen
behoefte waarschuwingen te
gaan uitdelen. Natuurlijk kan
Beatrix eigen accenten leg
gen: door haar speeches, de
landen die ze bezoekt, haar
hele optreden, haar belang
stelling voor bepaalde on
derwerpen".
„Wat Ik op 31 januari bedoelde,
is dit: heel Nederland vindt
Juliana een enig mens. Maar
dat was in 1948 nog helemaal
geen uitgemaakte zaak. Ze
was toen gespannen, nerveus.
Natuurlijk. Wat voor haar
gold en wat voor Beatrix zal
gelden, is dat autoriteit, ge
zag, respect, voor niemand
een gegeven is. Je zult dat
moeten verwerven en elke
\V>"
dag moeten waarmaken. Op
30 april wordt ons respect niet
zomaar overgeheveld van de
een op de ander!"
'„Ik ben er overigens zeker van
dat Beatrix geen afgietsel van
haar moeder is of zou moeten
worden. Ze heeft in Leiden
gestudeerd. Net voor de stu
dentenrevolte. Eigenlijk
jammer, die ervaring was
mooi meegenomen geweest.
Vervolgens heeft ze in sterk
toenemende mate contact
met de maatschappij gezocht.
Denk aan haar tocht door
donker Amsterdam aan de
hand van Leger des Heils-
m^joor Bosshardt".
„Ze weet redelijk goed wat er in
de samenleving omgaat. Ze
kiest niet de gemakkelijkste
reisdoelen: China, Moskou,
het Midden-Oosten. Pri
ma".
„En Claus weet veel van ont
wikkelingssamenwerking. Ik
aarzel of hij na 30 aril adviseur
moet blijven".
-Hij is geen militair en draagt
geen uniform; een voor
deel?
„Ik vind dat een aardige bij
komstigheid. Een welkome
bijkomstigheid".
Bernhard
- Dat slaat op prins Bernhard,
al zegt u het niet hardop. De
manier waarop u de Lock
heed-affaire heeft aangepakt,
gaf sommigen aanleiding u te
betitelen als redder van het
koningshuis.
„Ik had maar één ding voor
ogen: hier moet recht ge
schieden".
-Juliana's positie kwam er niet
door in het geding. Ze kwam
er zelfs sterker uit te voor
schijn.
Joop den Uyl