Werkbijen willen eerder met pensioen „Ik ken geen vrouw die na haar zestigste nog werkt" Combinatie van antieken modern F Betere resultaten bijstekken met groeistoffen WOENSDAG 23 APR It, 198-, EXTRA PAGINA 15 (Door Nel van Bemmel) OSS - Ik zit nu al driejaar in de wao (Wet Arbeidsongeschiktheid - red.), maar ik ben nog steeds niet helemaal hersteld. Ik heb moeten werken tot ik werkelijk niet meer kón, en dat heeft mijn gezond heid behoorlijk geschaad. „Dit zegt de 62-jarige Mies van der Heyden in Oss, een ongehuwde vrouw die tot haar 59ste kantine beheerster was in een bedrijf van ongeveer 650 werknemers in de verpakkingsindustrie. Mies van der Heyden is actief in de actie groep de „Werkbijen" die strijdt voor de mogelijkheid van ver vroegde uittreding voor onge huwde vrouwen. Het leven van Mies staat model voor dat van menige ongehuwde oudere vrouw. Toen ze na de la gere school ook nog de huis houdschool had doorlopen, was het vanzelfsprekend dat ze thuis in de huishouding kwam en dat ze later zou trouwen. Van trou-, wen kwam het echter niet; toen de oorlog voorbij was, en Mies graag zelfstandig wilde worden, nam ze een baan als cheffin huis houdelijke dienst in een grote in stelling. Ze was toen 27. Ze woonde met haar moeder en on getrouwde broer. Drie jaar later besloot Mies haar baan op te zeg gen, zodat ze haar zieke moeder kon verplegen. Voor Mies was dat een groot offer, maar ze zag geen andere oplossing- een behoorlij ke plaats in een bejaardenhuis was niet te vinden. Tien jaar lang heeft Mies haar verzorgd tot er een beter bejaardenhuis kwam, waar haar moeder zelf naar toe wilde. Achteraf bezien vindt Mies dat die tien jaren ook hun goede kanten gehad hebben. Ze zou haar moe der nooit in de steek hebben wil len laten, en bovendien heeft ze in die tijd veel kunnen lezen, en via een schriftelijke cursus haar mulo gehaald. Solliciteren Toen ze veertig was ging ze op nieuw solliciteren. „Als ik een weduwe zonder kinderen was geweest," zegt Mies. „Had ik van af dat moment een aww-uitke- ring (Algemene Weduwenen We zenwet) gehad. Nu moest ik een jaar lang solliciteren voor ik een baan kreeg. Het was alsof ik door een muur heen moest, het gevolg van tien jaar uitgerangeerd ge weest zijn". Van haar 40ste tot haar 50ste was Mies kantinebeheerster. Ze woonde tot haar 48ste nog bij haar ongetrouwde broer, en was in die tijd behalve voor haar baan, ook verantwoordelijk voor de or ganisatie van het huishouden. Wel deed ze de was buiten de deur, had ze hulp in de huishou ding en at ze zoveel mogelijk bui ten de deur. Dat bleef zo toen ze op haar 48ste alleen op de flat ging wonen, waar ze nu nog woont. Contacten De dubbele belasting begon Mies steeds zwaarder te vallen. Vanaf haar 50ste werd ze door overver moeidheid vaak ziek, en had ze steeds minder energie om 's avonds of in het weekeinde nog eens naar iemand toe te gaan. Mies: „Maar je moest wel, voor je contacten. Het is onzin om te zeg gen dat wij geïsoleerd zouden ra ken als we eerder op zouden hou den met werken; het omgekeerde is het geval: wij raken geïsoleerd doordat onze baan ons te moe maakt om nog eens bij iemand op bezoek te gaan". „In 1966 kreeg ik een extra douw, toen de vervroegde aow voor vrouwen door de SER werd af gewezen. Ik werd toen net 50, en het idee dat ik nog 15 jaar voort zou moeten, dat brak me op". Het bleef bij negen jaar toen werd Mies afgekeurd, en kreeg ze een wao-uitkering. Volgens Mies is dè oplossing voor het hele probleem dat vrouwen vanaf hun 55ste vrijwillig uit zouden moeten kunnen treden, het zij via de vut, hetzij via een andere regeling voor de bedrijfs takken waar de vut niet geldt. Zoals bijvoorbeeld in de detail handel, in apotheken en in de huishouding, waarin meer dan de helft van de oudere ongetrouwde vrouwen werkt. Mies-van der Heyden: „Mijn situa tie is vergeleken bij deze groep vrouwen nog gunstig; ik werkte in een groot bedrijf met een on dernemingsraad; ik viel onder een cao en onder een bedrijfsge neeskundige dienst. Dan kom je eerder voor gunstige regelingen in aanmerking, zoals ook voor de vut. Van de vut kunnen trouwens meer mannen profiteren dan vrouwen, waardoor je kunt zeg gen dat Nederland niet alleen het enige EG-land is waar een vrouw tot haar 65ste moet werken, maar waarschijnlijk ook nog het enige land ter wereld waar njannen eerder kunnen uittreden dan 'Overgeschoten' Mies benadrukt dat de ongehuwde vrouwen in principe helemaal geen beklagenswaardige groep vormen, die op een zielige manier „overgeschoten" zijn. „Een beeld", volgens Mies „dat door de maatschappij aan de ongehuwde vrouwen wordt opgedrongen. Als wij soms beklagenswaardig zijn, is dat alleen maar omdat wij te zwaar belast zijn; en daar zou eindelijk eens wat aan moeten gebeuren". Tot nog toe gebeurt er echter wei nig, en daarom raadt Mies over belaste wouwen aan gewoon thuis te blijven als ze ziek van vermoeidheid zijn. „Vrouwen moeten zich ervan bewust wor den dat ze daar recht op hebben," vindt Mies. „En als een arts hen weer te vroeg naar hun werk stuurt moeten ze zich na een paar dagen gewoon weer ziek mel den". Ze merkt op dat er voorou deren die hun werk niet meer aankunnen, bovendien de moge lijkheid bestaat een wwv-uitke- ring te krijgen. Wie daar meer van. wil weten, raadt ze aan inlichtin gen in te winnen bij Annelies van Overbeek van de Stichting Om budsvrouw in Den Haag (070-554513), die ook over de wao informatie geeft. Zulke uitwegen om een eigen ver vroegde uittreding te bewerk stelligen lijken verre van overbo dig: als Mies van der Heyden haar kennissenkring de revue laat passeren, blijkt ze geen enkele vrouw te kunnen noemen die na haar 60ste nog een baan heeft (Door Nel van Bemmel) Oudere ongehuwde vrouwen en mannen zullen binnenkort misschien een vergoeding kunnen aanvragen waardoor zij zonder verlies van inkomen wat korter kunnen wer ken, of waarvan zij huishoudelijke hulp kunnen betalen. Het kabinet heeft over dit voorstel advies aangevraagd bij de Sociaal Economische Raad, de SER. Om in aanmerking te komen voor zo n vergoeding zou men ouder moeten zijn dan 55 jaar, minstens dertig uur per week moeten wer ken, en niet meer dan 1,3 maal het minimumloon mogen verdienen (dus niet meer dan f 2.374,45 bru to per maand). Ombudsvrouw Annelies van Over beek noemt het voorstel ronduit een giller, hoewel altijd nog beter dan niets. „Om te beginnen," zegt ze, „hebben maar heel weinig mensen boven de 55 jaar minder dan 1,3 maal het minimumloon. Bovendien wordt door de advies aanvraag bij de SER de zaak op nieuw op de lange baan gescho ven. Het is een grof schandaal dat deze kwetsbare, slecht georgani seerde groep (van vooral de oude re ongehuwde vrouwen) nu weer zo gemanipuleerd wordt." Ria Beckers-de Bruijn, Tweede- Kamerlid voor de PPR, sprak van de „groep die geen vuist kan ma ken", en zei dat daardoor niets voor deze vrouwen wordt gè- daan. Annelies van Overbeek is namens de Stichting Ombudsvrouw in Den Haag coördinator van de werkgroep „De Werkbijen", die strijdt voor de mogelijkheid van vervroegde uittreding voor oude re ongehuwde vrouwen. Anne lies van Overbeek: „Nu ontvangt een groot deel van de vrouwen boven de 55 al wao, ww, wwv of rww. Het hoeft dus niet veel duurder te worden wanneer daarvoor een vervroegde uittre ding met behoud van 80 van het laatst verdiende loon met een minimum van het minimumloon in de plaats komt. Voor de vrou wen zelf maakt het echter wel veel verschil: die kunnen dan in veel gevallen in gezondheid van hun uitkering genieten." Langlopend De problematiek van de oudere, ongehuwde vrouw is al een langlopende kwestie. In 1951 concludeerde van de Staatsi Pensioenwetgeving al dat de pensioengerechtigde leeftijd voor mannen op 65 jaar, maar vallen. Toen in 1957 de aow in werking /trad, bleek dat zowel vanaf hun 65e geworden te zijn. Sindsdien heeft het parlement met grote regelmaat aandacht aan de zaak besteed, (in het najaar van 1978 nog bij monde van Ria Beckers-de Bruijn van de PPR en Elida Wessel-Tuinstra van D 66), maar voor de Oudere ongehuwde vrouw zelf veranderde er hele maal niets. Vrouwenbeweging Voor grote delen van de vrouwen beweging blijkt de positie van deze vrouwen een moeilijke kwestie, hoewel er nu wel meer begrip lijkt te komen. De Eman cipatiekommissie (EK), een ad viesorgaan van de regering, bracht in 1979 een advies uit. •rd of 2 In dit advies werd gepleit voor een verkorting van de werkdag ter verlichtu\g van de dagelijkse be lasting, of voor vergoedingen voor voorzieningen. Deze aanbe velingen blijkt de regering nu ge deeltelijk opgepakt te hebben in haar adviesaanvraag aan de SER. Vooral de kortere werkdag zal voor velen echter moeilijk te verwezenlijken zijn, zonder een achteruitgang in baan. Van een winkelcheffin bij voorbeeld zal niet gemakkelijk aanvaard wor den dat ze 's middags om vier uur vertrekt. Tot grote teleurstelling van de ou dere vrouwen zelf, verklaarde de EK (maar ook andere groepen in de vrouwenbeweging) zich tegen een verlaging van de pensioenge rechtigde leeftijd. De emancipa tiegedachte blijkt zich soms op gespannen voet te bevinden met het feit dat vrouwen gemiddeld eerder „aftakelen" dan mannen. Mevrouw M. Kloosterhuis-Duin- ker, die jarenlang bedrijfsarts was bij de Rijksgeneeskundige Dienst in Den Haag, constateerde echter dat het prestatieniveau rder afneemt dan Zozeer zelfs, dat een vrouw op haar 50e gemiddeld even zwaar belast is als een man op zijn 65e. Cijfers Van het vrouwelijke personeel dat •in 1,956 in dienst was bij de PTT. 1967 tot 1970 65 jaar worden, haalde maar 13 procent gezond haar pensioen. Volgens een PTT-onderzuek uit 1968 was 95 procent van de tele fonistes langdurig arbeidsonge schikt of vroegtijdig gepensio neerd, 72 procent van de lagere ambtenaressen en 60 procent van de hogere ambtenaressen. Vol gens de wao-statistieken van 1976 raakte 38 procent van de mannen, en 46 procent van de vrouwen boven de 60 arbeidsongeschikt. Mevrouw Kloostei huis-Du inker merkt op dat uit onderzoek van het Algemeen Burgerlijk Pen sioenfonds in 1959 bleek dat de invaliditeitskans van vrouwen tweemaal zo hoog is als die van mannen. Ze voegt eraan toe dat de helft van de vrouwen tussen de 55 en 65 jaar die door het ABP blijvend invalide werden ver klaard, zenuw- of zielsziek waren. De conclusies van mevrouw Kloos- terhuis gaan uit van de positie van ambtenaressen: in het alge meen een beter betaalde en ge schoolde groep dan de ruim 50 procent van de ongehuwde oude re vrouwen die in de detailhan del, apotheken en huishouding werken. Haar cijfers zijn waar schijnlijk dus nog gunstiger dan die voor de hele groep. Ook blijkt eruit dat verbetering in scholing en uitbetaling de problemen niet op zal lossen. Dubbel belast De slechtere gezondheid van de vrouwen wordt volgens dokter Kloosterhuis sterk beinvloed door hun dubbele belasting van huishouden naast het werk bui tenshuis. Of soms zelfs door een driedubbele belasting, zij ook nog inwonende familie hebben te verzorgen. In totaal blijken volgens een onderzoek van dokter Kloosterhuis mannen die voor zichzelf zorgen even uit zonderlijk als vrouwen die wor den verzorgd: ze vormen beiden 2,5 procent van de gevallen. Van de ongehuwde mannen zorgen minder dan 2 procent voor zich zelf. De ongehuwde vrouwen zelf vin den dat zij bijzonder onbillijk worden behandeld, vergeleken met bijvoorbeeld gehuwde vrouwen: de aow-uitkering van gehuwde vrouwen gaat gelijker tijd in met die van hun echtgeno ten, wat voor deze vrouwen neer komt op een gemiddelde leeftijd van 60 jaar. Ook in vergelijking tot weduwen zonder kinderen (die vanaf hun veertigste op een weduwenpensioen kunnen re kenen) voelen zij zich on rechtvaardig behandeld. Onevenredig Daartegenover staat een onevenre dig hoge financiële belasting van de ongehuwde vrouwen: zij be taalt in veel gevallen evenveel '-pre Het stekje wordt net onder de bladknoop afgesnedende onderste bladeren verwijderd en vervolgens doopt u hel in het stekpoeder om een snelle worteling te krijgen. kend echtpaar, evenveel zieken fondspremie als een heel gezin, houdt netto minder over van haar salaris dan man en vrouw afzon derlijkvan een werkend echtpaar zonder kinderen. In de meeste Europese landen krij gen ongehuwde vrouwen eerder pensioen. Nederland is het enige EG-land dat nog steeds niet de internationale vakbondsover eenkomst heeft ondertekend waarin staat dat vrouwen uiter lijk op hun 60e moeten kunnen uittreden. Ook sommige Neder landse bedrijven geven vrouwen eerder pensioen dan mannen. Voorbeelden zijn de ABN en Philips bij 60 jaar, en Shell bij 55 jaar. De Nederlandse aow zal voorlopig echter nog wel van ongehuwde vrouwen blijven vragen tot hun 65e door te werken. Wie. zoals zoveel men sen, van antiek in het interieur houdt (of het nu echt en kostbaar of 'neo klassiek' is) hoeft zich beslist niet al te druk te maken om de nij- delijke combinaties die tussen dergelijke klassieke meubels en de wellicht heel moderne overige onderdelen van het interieur ontstaan. Beide stijlen kun nen heel goed sa mengaan zeker r het moder ne meubel wat vormgeving en ma teriaalgebruik be treft ouk getuigt van een echte stijl. Dat kan, zoals de foto bewijst, gezegd wordgn van zelfs moderne chro nbuu heel beien, hier broederlijk en evenwichtig naast een antieke secretai re en klassieke zit meubelen. De chroom buis-stoel is gestoffeerd met de moderne textielve- zel draion, die be halve zeer prakti sche eigenschappen ook heel esthetische hoedanigheden be zit. "Uitproberen" van zulke combinaties kan een leuk woon- avontuur zijn, waar uit de conclusie kan komen dat er in elk modern interieur plaats is voor an tiek en ook an- De moderne stoel past heel goed in dit interieur. De meest toegepaste manier om planten te vermeerderen is voor de amateur ongetwijfeld het stekken. Het is dan ook een erg makke lijke manier, waarbij we gebruik maken van een stukje van de moederplant om exact eenzelfde plant te verkrijgen. Dit in tegen stelling tot vermeerdering uit zaad, want daarbij kunnen we niet altijd verzekerd zijn van een volkomen gelijk en even rijkbloeiend exemplaar als de moederplant. Daarbij komt dat u met in de handel zijnde groeistoffen bijna ver zekerd bent van een goede en snelle beworteling van de meeste planten. Zo kunt u ook eens wat anders proberen dan altijd maar weer de stekken van geranium, fuchsia en tradescantia. Behalve kamerplanten kunt u met behulp van stekpoeder ook vele tuin planten stekken, maar we beperken ons nu tot de kamerplan ten. Stekken maken Kies uitsluitend gezonde planten om stekken te snijden; dan voor komt u teleurstellingen. Gebruik een goed scherp en schoon mes om de stekken te snijden. Er zijn diverse mogelijkheden om een stek te maken en elke plant heeft zo z'n eigen favoriete ma- Kopstek De meest voorkomende en succesrijke manier om mooie planten te krijgen is de kopstek. Hiervoor gebruikt u de toppen van de nieuwe groeischeuten, die net onder een bladknoop (verdikking in de steel) gesneden worden omdat de stek van daaruit weer makkelijk wortels maakt. Zorg dat er twee of drie volgroeide blaadjes aan de stek blijven zitten en verwijder de onderste blaadjes. Bladstek Voor de bladstek kan men drie verschillende werkwijzen onder scheiden. Het hele blad gebruikt u om bijvoorbeeld het Kaaps viooltje, de Gloxinia, Peperomia en Begonia „Rieger" te ver meerderen. Hiervoor neemt u een volgroeid blad met een stukje steel dat in de aarde wordt gestoken. Stukjes blad gebruikt u om bijv. Sansevieria en bladbegonia te stekken. Hiervoor snijdt u het blad in stukjes en die legt u plat op de grond (goed aandrukken). Van de Sansevieria steekt u de stukken met de onderste snijwond in de grond. Ook de Strepto- carpus kunt u op deze manier vermeerderen. Voor de bludbegónia's is er nog een manier om te vermeerderen, nl. door het hele blad op de aarde te leggen en aan de achterkant met een mes een kleine inkeping te geven op de nerven. Tot slot wordt het blad dan met ijzerdraadjes (bijv. haarspelden) vastgezet. De nieuwe plantjes zullen zich na verloop van tijd op de beschadigde plaatsen gaan vormen. Stengelstek Deze vorm wordt ook wel tussenstek of oogstek genoemd en is met name geschikt voor o.a. Cissus, Hedera. Rhaphidophora, Gera nium en Ficus. Hiervoor snijdt u een stukje stengel zó af, dat er een blad en een knoop aanzit, u zet dat in de aarde en vanuit het bladoksel zal de plant dan weer opnieuw uitlopen. Zo kunt u van een plant heel wat stekken nemen. Stamstek Als de planten zoals Dracaena, Dieffenbachia en Cordyline aan de onderkant kaal worden, kunt u van dat kale stuk vaak heel wat nieuwe planten opkweken. Daarvoor snijdt u de stengel in stuk ken. U moet er voor zorgen dat elk stuk éen oog bevat. Deze stekken worden horizontaal in de aarde gelegd, zodat het oog nog boven de grond uitsteekt. Uit dat oog zal zich een nieuwe plant gaan Waarin stekken we Voor stekken gebruikt u een mengsel van potgrond met scherp zand (gelijke delen). Als u de stekken erin heeft gestoken, drukt u deze nog even nog goed aan. Dek het potje of de bak af met plastic. liet eenvoudigst kunt u een gewone bloempot gebruiken (denk wel aan de potscherven onderin) waar u een plastic boter hamzakje overheen plaatst dat door stokjes of gebogen ijzer- draad gesteund wordt. Beter is het natuurlijk als u over een echt kamerkasje kunt beschikken, eventueel met bodemverwarming omdat dat de wortclvornnng stimuleert. Anders zet u de stekjes boven een rad ïator, maar niet in de zon. Zorg ervoor dat het stekje voldoende vochtig blijft, maar dat het niet gaat rotten of schim melen. Zodra de stek duidelijk aan de groei is, kan het plastic worden verwijderd en heeft u een nieuwe kamerplant. Groeistof Zoals al in het begin van het artikel opgemerkt vergroot het gebruik van een groeistof de kansen bij het stekken aanzienlijk. Deze groeistof komt in de grocitoppen van de plant ook voor. maar niet in voldoende mate. Behalve dat de groeistof de wortelvorming stimuleert is er ook een ontsmetting, middel aan toegevoegd om rotting te voorkomen. De amateur kan het beste Rhizipon-B ge bruiken, dat voor de meeste plakten goede resultaten ople vert. Er zijn echter nog meer soorten die voor sommige planten betere resultaten geven en de vakman of de veeleisende hobbyist kan zich verder orienteren door de stektabellen aan te vragen bij ACF Chemiefarma NV, Postbus 5 te Maarssen. Het Rhi/opon-B poe der is in potjes van 25 gram te koop bij bloemisten en tuincentra. Het afgesneden stekje wordt 1 tot 2 centimeter in dit poeder gedoopt, waarna overtollig poeder er afgeklopt moet worden. Daarna in de stekgrond eerst een gaatje prikken en daar het stekje in plaatsen, de grond aandrukken en klaar is Kees. Simpel en het zal u zeker meer plezier aan het stekken doen beleven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 15