Stoeien met oude drukpers BOI-KI=BiWI=1=re Geertje Ooms betaalt voor uitgave boek 10.000 gulden JJim K@|s©ir l<ai@iit ®v@ira<°]§ p®ir§ WOENSDAG 16 APRIL 1980 PAGINA 3n Door Hans van Straten WOUBRUGGE - Je hebt mensen die postzegels ver zamelen, of duivenhokken timmeren, of op hun zol der speelgoedtreintjes laten rijden. Anderen zitten het hele weekeinde op de racefiets, of turen naar vogeltjes met grote kijkers. Dat kennen we allemaal al jaren. Een hobby die pas in de jaren zeventig is opgekomen, is het zelf-drukken. Dat zit hem na tuurlijk in de grote grafische revolutie, het over schakelen van lood op fotografisch zetten. Voor een appel en een ei kwamen prachtige oude persen op de markt, die voor een deel hun weg hebben gevonden naar de liefhebbers. Zo'n druk-hobbyist is drs. Jan Keijser. Overdag werkt hij op een departement in Den Haag, maar de avonden en de weekeinden laat hij de persen rollen op zijn boerderij in Wou- brugge. Met een fijn lettertje - die verzamelt hij ook - drukt hij in kleine oplaag zeldzame literaire teksten van J. C. van Schagen, J. van Oudshoorn en C. C. S. Crone. Mooie, dunne boekjes op kostelijk papier, dat zacht knispert tussen de vingers. Avalon Pers, zo luidt zijn drukkersmerk, dat snel aan bekendheid wint in het wereldje der letterlievenden. Sinds 1975 zijn de Nederlandse amateurdrukkers verenigd in de Stichting Drukwerk in de Marge, waarvan Jan Keijser secretaris is. „Ons ledental stijgt schrikbarend", zegt hij. Het ligt al boven de 300. Daarvan zijn er 55 zelfdrukkers. Het schrikbarende zit in de grote omvang, die het stichtingsdrukwerk gaat aannemen. Daarop zijn die kleine persjes niet berekend. dtoêteifi) °m W@^lb)tf(y!(g)§© taf (T(d](t trSj Eén daarvan is de naderende opheffing van het Drukhuis in Amsterdam, een uniek oord waar amateurs het drukkersvak kunnen beoefe nen. Frans de Jong kan het zonder subsidie niet bolwer ken. „Heel schrijnend", vindt Jan Keijser. Er blijft gelukkig een centraal punt over het win keltje „De Utrechtsche Ou de Kamp 14 in Utrecht, waar uitsluitend produkten van amateur-drukkers en -uitge vers worden aangeboden. De stichting organiseert ook re gelmatig verkooptentoon stellingen: ze hebben drie keer in Utrecht bij Heden daagse Kunst het Small Press Festival gehad, vorig jaar was er een expositie bij Arti in Amsterdam, die veel publiek heeft getrokken en binnen kort gaan ze naar Maassluis. Onderhandelingen zijn gaan de voor een expositie in Maas tricht. Onder dat drukwerk valt ook de bibliografie, waarin alle pro dukten van de aangesloten leden staan vermeld. Twee handige boekjes, bijgewerkt tot juni 1979, bevatten al meer dan 1000 titels. Bladeren in deze bibliografie brengt merkwaardige zaken aan het licht. Zo heeft de uit geverij Int Gecroonde Hoe- rejongh te Koudekerk ^an den Rijn in 1975 een gedicht van John Donne uitgegeven, getiteld De volmaakte Hen gelaar. Oplaag: zes exempla ren. „Niet in de handel", staat erbij. Uitgeverij Zonnebol te Voor burg heeft in 1978 een boekje van Adriaan Morriën uitge bracht, getiteld Een mooi dik meisje zonder Borsten. Het telt 36 pagina's en kost f 4. Hebt u ooit gehooid van het verhaal Kinderkamer van Louis Couperus? Het ver scheen, geïllustreerd met een 19e-eeuwse houtgravure, bij de uitgeverij In de Bonnefant te Banholt. Prijs f 12. Dat zijn toch leuke dingen? De Stichting Drukwerk in de Marge stelt zich ten doel de belangen te behartigen van allen, die zich „marginaal" bezighouden met het druk ken en uitgeven van geschrif ten. Een bijkomende taak be staat in het belangstelling wekken voor de activiteiten van de aangesloten drukkers en uitgevers bij een breder publiek. Antiek Ook spant de stichting zich in voor het bewaren van oude en antieke grafische apparatuur, Aanbod Een ander probleem waar je als amateur-drukker mee te ma ken krijgt, is het aanbod van manuscripten. „Het aantal mensen dat schrijft, is on voorstelbaar groot", zo heeft Jan Keijser ervaren. Hij vindt het jammer dat die mensen niet tot een bevredigende af ronding van hun hobby ko men. Daar zijn de persen niet op ingesteld. Wat hij wel drukt: het verhaal Galant Avontuur van J. van Oudshoorn, dat in 1916 in het weekblad De Nieuwe Am sterdammer is verschenen en door Wam de Moor over het hoofd gezien, toen hij de ver zameluitgave van deze schrij ver samenstelde. En het pro zastukje Terug in Utrecht van C. C. S. Crone, dat in de ver zameling De Schuiftrompet ontbreekt. Momenteel heeft hij nog een tekst van Crone ter perse, het gedicht Latijnse Les. eerder gepubliceerd in „Stemmen van het Sint Boni- facius Lyceum" in 1934, toen de dichter daar op school zat. Snippers Ook heeft hij eens, voor een ten toonstelling, een kwatrijn van Gerrit Achterberg gedrukt op wat snippers papier, een aar digheidje. Tot zijn verbazing zag hij dit minieme druk werkje enige tijd later opeens in een antiquariaatscatalogus staan voor f20. „Mevrouw Achterberg is toen wel bij mij komen informeren wat dat voor een uitgave die ten gevolge van de snelle modernisering van grafische industrie gevaar loopt vernie tigd te worden. Onder marginaal wordt verstaan „niet beroepsmatig" en „niet commercieel". Beide begrip pen worden in ruime zin ge hanteerd. Zo betekent „niet- commercieel" in dit verband vooral, dat het drukken en uitgeven voor de aangeslote nen geen bron van inkomsten is van enige betekenis, al zijn de meesten wel bereid hun voortbrengselen te verko pen. Daarvoor hebben zij voorna melijk twee excuses: de ver vaardiging van een gedrukte „boodschap" is pas zinvol, als anderen van die boodschap kennis kunnen nemen; dat de makers daarvoor een zekere vergoeding verlangen, vindt zijn reden daarin, dat zij al thans een deel van de kosten van hun liefhebberij - die niet zó goedkoop is! - terugver dienen, waardoor zij deze kunnen blijven beoefe- Genoegen Ik lees dat allemaal in een folder van de stichting, die er bo vendien de nadruk op legt dat de meeste contribuanten zich met drukken en uitgeven be zighouden in hun vrije tijd, uitdrukkelijk voor hun ge noegen, „omdat zij het zinvol vinden bepaalde geschriften in een bepaalde vorm onder de mensen te brengen, of creatieve voldoening ontle nen aan het eigenhandig beoefenen van het drukker sambacht". Hoe is Jan Keijser in dat druk kersambacht gerold? „Ik ben altijd een volstrekte boekengek geweest. Dat was vroeger al zo in Amersfoort, waar ik vandaan kom. Op een avond zat ik weer met een paar vrienden in Achterberg te lezen. We kwamen op het idee. de beste tien gedichten van hem in een uitgaafje sa men te brengen. Of de beste vijftig..." „Een van ons zei toen: „Waarom zouden we niet zelf zoiets gaan drukken?" Dat boekje is er nooit gekomen, wel is er nu een Achterbergkring in op richting, waarbij ook de Ach terbergkenner dr. Fokkema is betrokken". Zilverdistel „Het idee datje zelf kunt druk ken, was toen nog volstrekt uitzonderlijk in Nederland. Je hebt natuurlijk wel de Zil verdistel gehad, een onder neming van Bloem, Greshoff en Pieter Nicolaas van Eyck, maar die was gewoon te eli tair. In Engeland ligt dat an ders, daar brengt de firma Adana kleine drukpersen met letters op de markt, voor ama teurs. Er is sprake van dat die binnenkort ook in Nederland geïmporteerd gaan worden. Loden letters kun je al kopen bij handelaars, die hebben ontdekt dat er een markt voor „De oprichtingsvergadering in Rotterdam is voor mij een openbaring geweest. Opeens ging het paradijs voor ons open. We leerden allerlei mensen kennen die op de- Drs. Jan Keijser zelfde wijze bezig waren. Ons eerste uitgaafje hadden we toen al gedrukt. Ik hou van Je van Jan Hanlo, in vijf of zeven exemplaren". We gaan naar de stallen, waar de persen staan opgesteld. Jan Keijser toont een Johannis- berger Stopcylinder, een pers die afkomstig is van de Am sterdamse Stadsdrukkerij. Een half jaar is hij bezig ge weest om dit kostelijke appa raat uit de beginjaren van de ze eeuw weer in elkaar te zet ten. Alle onderdelen waren apart verpakt en genum merd. Affiches Een handzamer apparaat is de Kniehevel. Daarmee ver vaardigt hy ook affiches voor concerten in het prachtige kerkje van Woubrugge. „Zo kun je met je hobby ook bin nen een kleine gemeenschap functioneren'Ondanks de grote toeloop van leden zit de stichting wel met problemen. DEN HAAG - Geertje Ooms heeft er ruim tienduizend gulden voor over om haar ma teloze bewondering voor een heldhaftige anti-militarist met superbe redenaarskwali teiten uit het begin van deze eeuw te boek te stellen. De 78- ja rige Amsi,erdamse vindt het belangrijk dat meerdere men sen kennis nemen van het le ven van deze aartsrevolutio nair, Jo de Haas geheten, die voor zijn opvattingen talloze keren naar het cachot is ge voerd en twee dagen voor de bevrijding van Assen, om precies te zijn op 11 april 1945, door de Duitse bezetters werd gefusilleerd. Directeur Pieter van Eek (72) van uitgeverij Kruseman (Den Haag) moest Geertje Ooms aanvankelijk meedelen dat er onvoldoende financiële ruimte in zijn fonds was om het boek uit te geven. Maar mevrouw Ooms bleef aan dringen, zei dat het om een „erezaak" ging en wilde de kosten geheel voor eigen re kening nemen. Van Eek: „In het boek is een interessant stuk geschiedenis vastgelegd. Het zijn herinneringen uit een bijzonder boeiend verleden. Ik heb haar toen gezegd dat we het wel in ons fonds willen opnemen en uitgeven. We maken er een mooi boek van. Maar we laten de tekst her schrijven. Het gaat „Annie Bosboom: uit het leven van een vrije vrouw" heten en komt in het najaar uit." Niet alleen Kruseman, ook an dere uitgeverijen brengen boeken op de markt die ge heel of gedeeltelijk gefinan cierd worden door de schrij ver of direct betrokkenen. Hoe die andere uitgeverijen werken, weet Van Eek niet. Hij weet wel dat een bedrijf als Van Gorcum veel weten schappelijk werk (disserta ties, etc) op de markt brengt, waarvan de uitgave door de auteur betaald wofdt. Het is bekend dat, om benoemd te worden tot hoogleraar, een aantal wetenschappelijke publikaties in boekvorm ver eist is. Succes Het gebeurt Van Eek overigens zelden dat hij dergelijke aan biedingen honoreert. In de ruim 20 jaar dat hij directeur is van Kruseman's Uitge versmaatschappij heeft hij twee keer een boek met geld van de schrijver uitgegeven. Hij kan zich het geval herin neren van een dissertatie, ge titeld „Ironie als vorm van communicatie", die door de maakster zelf werd bekos tigd. Er werden er maar liefst 334 van verkocht en dat is met dergelijke boeken een succes te noemen. Toevallig heeft Van Eek de laat ste drie maanden wat meer aanloop dan anders. „Men schrijft of telefoneert of komt aan de deur. Ik ontvang ie-, dereen. Dat is voor mij van jongs af aan een principiële kwestie geweest niemand wordt weggestuurd. Ze ko men per slot van rekening niet voor niets. En bovendien: je hoort nog eens wat. Je weet nooit waar het goed voor Volgens Pieter van Eek laten mensen boeken tegen beta ling uitgeven om uiteenlo pende redenen. Het kan eer zucht zijn of er zijn gevoels matige overwegingen in het spel, zoals het geval is bij Geertje Ooms. Soms ook zit ten er volslagen gekken bij. „Sommigen moet je echt te gen zichzelf in bescherming nemen. Net zoals Willem Duys dat met bepaalde figu ren had moeten doen die hij voor de televisie haalde. Maar er zijn er ook bij, die met een goed, serieus manuscript op de proppen komen, dat ook echt in ons fonds zou passen. Maar dan moet ik soms zeg gen dat er gewoon geen geld voor is. En dan zijn er inder daad wel mensen, die er voor willen betalen. De produktie- kosten van een boek bedra gen tegenwoordig als gauw tienduizend gulden of meer. Dat gaat dan om de lay-out, het zetten, drukken, het pa pier en het binden van het boek. Zeg maar het werk dat wij in handen van derden ge ven. De uitgeverij houdt na tuurlijk haar normale kosten (kantoor, personeel, telefoon, porto, enzovoort)." Meneer Meestal wordt het boek in een zeer beperkte oplage uitgege ven. Het is in het algemeen een erg bescheiden groep mensen (vaak in de directe kennissenkring van de au teur), die het boek koopt. Is er onverhoopt toch van een commercieel succesje sprake, dan deelt Kruseman de winst met de particuliere auteur. Dat lijkt hem netjes. „De krant is een meneer, ik vind dat een uitgeverij dat ook be hoort te zijn. Je hebt toch een verantwoordelijkheid jegens je auteurs." Van Eek benadrukt overigens dat de uitgeverij in laatste in stantie uitmaakt of een boek wordt uitgegeven. Of er nu voor betaald wordt of niet. „Dat is weer die verantwoor delijkheid als uitgever. Je moet altijd tegen jezelf zeg gen: past dit manuscript in je fonds. En dan bedoel ik dat niet financieel. Kijk, gedich ten geef ik in het algemeen niet uit, omdat ik er niet voor geëquipeerd ben, geen ver stand van heb en dus onvol doende over kan oordelen. Hetzelfde geldt voor heden daagse kinderboeken. Die kan ik ook niet op hun waarde schatten, omdat ik te oud ben om me in de gedachtenwereld van een 12-jarige te verplaat- Hij bekijkt een manuscript op twee manieren. „Eerst zeg ik tegen mezelf: als ik het hele maal zou moeten betalen, zou ik het dan uitgeven of niet? Op dit moment hebben we 35 nieuwe boeken in produktie. We zijn een kleine uitgeverij. Dus niet alleen financieel maar ook fysiek is niet alles haalbaar. Vervolgens houd ik mijzelf voor ik zou dit boek wel willen uitbrengen, maar ik heb het geld niet. Welnu, als er dan iemand is die een bijdrage levert in de vorm van de dekking van de produk- tiekosten, dan geef ik zo'n boek uit." Het is voor de socialist Pieter van Eek, die behalve uitgever ook consul-generaal van het geteisterde El Salvador is (hij is nationaal en internationaal politiek zeer goed georiën teerd), een vanzelfsprekend heid dat hij sommige boeken, al of niet door derden bekos tigd, nimmer op de markt zal brengen. „Een boek van Rost van Tonningen zou ik nooit hebben uitgegeven. Een werk van Frans Joseph Strauss of van Glimmerveen evenmin. Klinkenberg liever ook niet. Jan Cremer zou ik te plat vin den. Een boek over de ge schiedenis van het nationaal- socialisme daarentegen weer wel. Ik heb ook wel eens boe ken afgewezen waarvan ik verwachtte dat ze een hoop herrie zouden veroorzaken die de schrijver niet zou heb ben overleefd. Dat is weer dat geweten dat dan spreekt. Je kunt je als uitgever niet alles permitteren." Subsidie Een financiële bijdrage van de schrijver leidt nooit tot prijs verlaging van het boek. Dat gebeurt wel als een instantie subsidie verleent. Bijvoor beeld het ministerie van CRM. Of een gemeente. Zo werkte een fikse subsidie van de gemeente Den Haag zeer kostprijsverlagend op de ju bileumuitgave van Kruseman over het 175-jarig bestaan van de Koninklijke Schouwburg. Normaal had dat schitterende boek dertig gulden moeten kosten; nu moest er slechts een tientje voor worden neer gelegd. Opmerkelijk vindt Pieter van Eek dat met name de CRM-subsidies om een of andere duistere reden altijd bij dezelfden terecht komen en zelden of nooit bij hem. „Dat kun je op lijsten nakij ken. Je moet de wegen blijk baar kennen." Van Eek wijst nog eens op de problemen waar de kleine uitgeverijen in ons land mee te kampen hebben. Zij moe ten zich staande weten te houden tussen giganten als Elsevier. Bij die problemen speelt ook de distributie nog altijd een belangrijke rol „Die kanalen zijn ook in han den van de grote maatschap pijen. Bepaalde boeken kun je in sommige boekhandels gewoon niet krijgen. „Het land van Rembrandt" van Busken Huet zoek je tever geefs binnen het Bruna-cir- cuit." „Ik vind dat uit een oogpunt van informatievoorzieningen en misschien zelfs wel voorde vrijheid van drukpers een fu neste ontwikkeling. Kiosken verkopen niet meer alle kran ten. Dat alles bij elkaar gaat toch veel op censuur lijken. Zo ontzettend veel boekwin kels zijn hard achteruit ge tuimeld. Er zijn boekhandels, die in vergelijking met vroe ger nog maar tien procent van het Kruseman-assortiment in huis hebben. Dat de winkels niet meer vrij kunnen inko pen, omdat de grote uitgeve rijen de distributiekanalen in handen hebben, dat is een ui terst gevaarlijke zaak. Maar ik ben 72, ik maak me er niet meer echt druk over, hoor." Van Eek merkt op dat hij een groot liefhebber is van 19e eeuwse literatuur. Hij laat twee prachtig gebonden boe ken zien: „De Nederlanden", waaraan bekende schrijvers als Hildebrandt, Jonathan en Van Lennep meewerkten, en „De gedichten van den Schoolmeester", die op het ogenblik erg in de belang stelling staan. Dit najaar korrrt er bij Kruseman een werk over Piet Paaltjens uit. Een hartewens van Van Eek: alle kenmerkende kinder boeken uit de periode 1850-1925 uitgeven met voor al goede en uitvoerige infor matie over de schrijver zelf. Maar ook: een omvangrijk bibliografisch werk over de geschiedenis van de Neder landse arbeidersbewe ging. Winst, verlies, eruit springen: Pieter van Eek kan zich er niet over opwinden. „Een mooi boek vind ik veel be langrijker. Een bekende pro cureur-generaal zei eens te gen me: alsjy terugkijkt, zieje een rij prachtige boeken staan. Ik laat slechts stoffige dossiers achter met een hele boel verdriet."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 33