Dolfijnen nemen wraak ZATERDAG 12 APRIL 1980 EXTRA PAGINA 33 12)10} (rin) ©©ff (21(0] Dolfijnen-moeder met jong. HILVERSUM - Dolfijnen hebben meer hersenen dan mensen. Zin- tuigelijk is dit zwemmend zoog dier op bepaalde gebieden supe rieur aan zijn wandelende, intelli gente medebewoner op aarde. Het verzamelt een overvloed aan in formatie; gegevens die voor de mens onbereikbaar zijn. Het ont wikkelt een kracht, snelheid en springvermogen, die in veelvou den liggen van de menselijke pres taties. En „stomme dieren" zijn zij zeker niet. Zij kunnen onderling communiceren. Zij praten. Zij ge bruiken een fluitende taal. Maar dolfijnen missen voor een ver dere ontwikkeljng onontbeerlijke werktuigen: de handen. Geestelijk komen zij bovendien compleet te water. Zij worden „groot" gebo den: zij missen de psychische ont wikkeling van het mensen kind. „Het voor hen onmisbare water legt hun een straffe slaafsheid op. Zij kunnen het niet zonder doodsge vaar verlaten. Zij hebben er zestig miljoen jaar geleefd zonder con currentie, zonder de noodzaak zich intelligent te ontwikkelen". Aldus Jacques-Yves Cousteau, al tijd op dier-expeditie, die ook 25 jaar van zijn onderzoekend leven tussen de dolfijnen doorbracht en sensationeel verhaalt over een soort waarvan men kan vaststellen dat het vlak na de mens komt, op de hoogste sport van de animale (de tot dier - en dus mens - toebe horende typische eigenschappen) ladder. Hij en andere moderne onderzoe kers zoals Alpers, McBride, de Ne derlander Dudok van Heel en ook klassieke schrijvers als Herodotus, Aristoteles en Oppianus, fluisteren bijna in hun werken met diepe eerbied over het dier. "Goddelijker dan de dolfijn is nog niets gescha pen", schrijft Oppianus in 200 na Christus. Hij voegt eraan toe: „On der alle dieren van de zee blinken de dolfijnen uit door hun kracht en schoonheid en hun flitsende snel heid". De legenden van mensenreddende dolfijnen zijn be kend vanaf 600 voor het begin van onze jaartelling. In deze tijd van rationeel denken worden de verha len uit de oudheid van dolfijnen, die drenkelingen naar de kust droegen, als historisch verantwoord beschouwd. Delphinus delphis, zoals in 1735 Lin naeus hem in mengeling van eerbiedwaardig Grieks en Latijn noemde, redt inderdaad mensen van de verdrinkingsdood. En wat doen wij? Wat doet het super-zoogdier van de aarde, de mens? Lees nog eens 't bericht van 4 febr. j.l.: 'Japanse vissers hebben, evenals in 1978; grote aantallen dolfijnen gevangen en gedood. De vissers van het eiland Iki beweren, dat zij ten gevolge van de dieren slechte vangsten lijden. Zij zouden reeds meer dan 800 dolfijnen hebben gedood. In 1978 leidde deze massamoord tot protesten uit de gehele wereld". En nu datgene, dat aanleiding vormde tot dit verhaal. Het bericht van 8 februari dat ik'met vreugde lees en herlees. ,X>olfijnen nemen wraak", luidt de kop. „De dolfijnen hebben wraak geno men op de Japanse vissers, die deze week honderden van hun soortgenoten doodden. Ongeveer vierduizend zwermden van daag om het in de Straat van Korea gelegen eiland Iki, waardoor de uitgevaren vissers niets anders te doen stond dan met lege netten terug te keren". Zouden de dieren zo intelligent zijn, dat zij vooruit denkend een handeling uit wraak verrichten? Men is geneigd 't niet uitgeslo ten te achten, dat de dieren de scholen vis bij de kust, die zij als zeer gevaarlijk hebben ervaren, hebben verdreven, waarbij ech ter de fluittoon om wraak wel niet zal hebben geklonken. Die voegen wij er zo graag aan toe, met onze menselijke intelligentie. En wij genieten ervan; die stomme dieren. Neen, die stomme vissers. Het kan toch anders? Tandwalvis Laten wij eerst het dier - u mag ook naar een dolfinarium gaan - eens bekijken en daarna een aantal zeer opmerkelijke zaken op een rijtje zetten. Dolfijnen en de inmiddels uit de Noordzee verdwenen bruinvissen, behoren tot de onderorde van de tandwalvissen en vormen sa men met de baleinwalvissen de orde der walvisachtigen. De ba leinwalvissen worden over het algemeen veel groter dan de tandwalvissen. De blauwe vinvis kan wel dertig meter lang wor den. Zij filtreren door middel van hun zeefapparaat(de baleinen) het kleine zeevoedsel, het plankton, uit het water, de dolfijnen grijpen het voedsel zoals vissoorten en inktvis, met hun tanden. Zij kunnen ongeveer 2,5 meter lang worden. Zij zijn met hun donkere pij en witte habijt (donkere rug en witte buik), van een vromen- zuivere schoonheid, zo klas siek, dat zij zich ook vanwege hun edelmoedig gedrag be mind maakten bij alle oude volkeren. Herman Melville, de auteur van „Moby Dick", schrijft: „Als u niet in geest drift geraakt bij de aanblik van die levendige vissen, dan moge de hemel u bijstaan; dan mist u de geest van de godvruchtige levensblij heid" De pirouette draaiende, tuime lende en als een raket omhoog schietende acrobaat heeft zich geliefd gemaakt bij de zeevarenden. Ja, ook bij de vissers die uitvaren en oog hebben voor het dagelijks wonder der natuur, het leven. Met zijn buitenboordmotor, de staart, kan hij zich met krachtige zwiepers losmaken van het water en de hoogte ingaan, ja tot meer dan zes meter en een snelheid ont wikkelen van tussen de zestig en zeventig kilometer per Surfers De dolfijnen wachten schepen op, zwemmen mee en laten zich als surfers meenemen op de boeggolven. De snelste bo ten genieten voorkeur. Zij hebben longen als een „paard", kunnen lang met grote snelheid met een schip „meedraven", totdat het spelletje voorbij is. Zij moe ten regelmatig boven komen om via het blaasgat, de neus, krachtig adem te halen. Ook een zogend jong, dat na een dracht van twaalf maanden wordt geboren, moet naar bo ven om het neusklepje te openen en te sluiten. Zuigen en ademen gaat niet tegelijk en daarom geeft moeder dol fijn als het kind aan de tepel snuffelt, steeds een grote teug melk. Bij de geboorte verzamelen le den van de groep zich rondom de moeder. Een dolfijnmoe der brengt slechts één kind tegelijk ter wereld. Het is in die gemeenschap - het kan nu ook in dolfinaria worden ge volgd - steeds een grote ge beurtenis. Alle dieren zijn pa- Is dit roofdier in de buurt dan leggen de wijfjes een on neembaar kordon rondom moeder en kipd. Een tante zal vaak lange tijd de moeder bij staan bij de opvoeding van het kind. Mocht de kleine niet snel genoeg opstijgen om te ademen, dan duwt zij het met haar snuit omhoog en waar genomen is, dat soms de tante haar daarbij assisteerde. Zij het kind tussen zich raat c het lid i de stam bescherming te bieden. Het wolkje bloed, dat even wegstroomt als de navel streng breekt, kan de haaien lokken. Mannetjes en vrouwtjes blijven bij elkaar, ze begeleiden het jong nog lange tijd, nadat het volwassen is. Plinius zag het reeds in 70 na Christus: „Hun ouderlijke genegenheid is Zintuigen Het oog. Alpers: „Via het spel- deknopje aan de buitenkant, zo klein dat 't je ontgaat, wordt het oog groter doordat het water glanst in het don ker, net als van een kat. Ook eenmaal uit het water is de dolfijn niet bijziende. Hij volgt, als hij is gevangen, de menselijke bewegingen met een behoedzaamheid, met een oog, dat niet bij de zee schijnt te horen". Het oor. Alpers: „Via het spel- deknopje aan de buitenkant, zo klein dat het je ontgaat, worden door het water voort geplante geluiden doeltref fend verder geleid. Een ge hoororgaan zo scherp, dat het slechts door vleermuizen wordt geëvenaard". Dolfijnen kunnen tussen de twintig en dertig jaar oud worden en moeten daarmee nu eens niet tot de sterksten worden gerekend. Baardwal- vissen kunnen vijftig jaar worden en olifanten zestig tot zeventig. Dolfijnen laten klik-, kraak- en knarsgeluiden horen. Na de Tweede Wereldoorlog pas is de gedachte gerezen, dat dit hun sonarsysteem is. Dolfij nen geven sonarsignalen. Een barrière kan reeds op 350 me ter afstand worden waarge nomen. Bij het zogenoemde oriëntatieklikken keren echo's bij het dier terug, dat door middel van de oortjes de richting bepaalt en door de klank van de echo de omvang van de hindernis vaststelt: is het een rotsblok, een varende boot of prooi misschien? Kletskousen „Dolfijnen zijn kletskousen", zegt Dudok van Heel (dolfina rium Harderwijk). Hij vertelt in „Dolfijn, hoe doe je het?" over een onderzoek in „Mari- neland of Florida". Daar wer den twee dieren in afzonder lijke bassins ondergebracht. Zij zagen elkaar doch konden elkaar niet horen, totdat de onderzoekers met schakelaar en luidspreker een verbin ding tussen de bassins tot stand brachten. „Gedurende de tijd, dat er verbinding was „spraken" de dieren ongeveer zevenmaal zoveel als wanneer de lijn dood was. De „zinnen" waren kort, slechts enkele se conden op z'n hoogst. De die ren zijn zo beleefd, dat zij el kaar nimmer in de rede val len". Andere onderzoekers ontdek ten, dat zij met hoge fluitto nen de vragen stelden en met lage antwoordden. Cousteau verhaalt over Afrikaanse fluit- en trommeltaai van de bewoners van het eilandje La Gomera (bij de Canarische Eilanden). Zij kunnen door middel van hun fluittonen met elkaar converseren over afstanden, die tot tien kilome- - ter kunnen bedragen. Nu blijkt er een opmerkelijke overeenkomst te bestaan tus sen de sonogrammen, de gra fische weergave van de gelui den, van deze fluittonen met die van de dolfijnen. De Ame rikaanse expert W. Batteau liet de menselijke stem om zetten in een fluitstem en pre senteerde deze aan twee dol fijnen. Na enige maanden van werken stond vast, dat de die ren in staat waren 26 ver schillende boodschappen te leren, te onthouden en te her halen. Cousteau: „Het is duidelijk, als de mens ooit eens in staat zal zijn met een dier te spreken, zal het met een dolfijn zijn. Of zij weten en begrijpen zoals wij, is voorlopig een groot vraagteken waarop niemand een antwoord durft te ge- Door Jan L. Bos En laten we nu eens zien. waar om we vinden dat zij zo dicht bij ons staan. De Californi- sche onderzoekers Evans en Dreher noteerden het mense lijk handelen bij een groep tuimelaars, die met hun sonar een barrière verkenden. De groep stopte, treuzelde wat, floot zachtjes en „stuurde" één van de dieren op verken ning uit. Deze keerde terug bij de metgezellen, bracht ver slag uit waarop een fluitend overleg volgde. Ten slotte gingen alle dieren onder ge dempt gefluit verder en pas seerden de barrière Cousteau raakte diep onder de indruk van een waarneming in de omgeving van de Seychellen: „Er waren een stuk of vijftien dolfijnen. Ze bevonden zich op diepte van tien tot twaalf meter in kristalhelder water, aan de flank van een rif. Het leek alsof ze op de grond zaten, met z'n allen bij elkaar, alsof ze een krijgsraad hielden. Ze zaten letterlijk op hun staart. Ze zagen ons maar gingen gewoon door met hun vergadering. Het was in drukwekkend. Het was een uniek en wonderbaarlijk schouwspel". Samen vissen In tal van verhalen is de sa menwerking tussen dolfijnen en vissers terug te vinden. Cousteau filmde de geza menlijke visvangst van Imra- gen, een stam in Mauretanië en dolfijnen. Vanneer een wachter bp het strand een school harders (een voor de consumptie ge liefde vissoort) waarneemt, roept hij de dolfijnen door met een stuk hout op het wa ter te slaan. „Dan komen ze, ze jagen de harders in volle vaart vooruit, regelrecht de netten in van de vissers. Het is alsof de zee explodeert en vis sen uitbraakt. Vissers en dol fijnen zwemmen door elkaar heen. Iedereen verzamelt vis sen met een soort aandoenlij ke hartstocht". Zo zijn er tal van bekende voor beelden te geven, van een on vergelijkbare vriendschap tussen mens en dier, tussen dolfijn en mens. Nog één dan: bewoners van het dorp Sao Luiz in Brazilië roepen door tegen de kano's te kloppen en fluitsignalen te laten horen. Eén van de dieren heeft zich laten trainen tot drijver. Hij jaagt met zoveel genoegen vissen in de richting van de harpoenen, dat soms de in paniek geraakte vissen op de oevers springen. Diverse dolfijnen zijn wereld beroemd geworden. Natio nale helden. De legendari sche Pelorus Jack bijvoor beeld, die na 1888 twintig jaar lang de „loodsboot" was voor do schepen, die de Straat van Cook bij Nieuw-Zeeland be voeren. en Opo. het troetel kind van de badgasten van later dig Opononi, eveneens in Nieuw- Zeeland. Opo dolde met de zwemmers en koos tenslotte een dertienjarig meisje, J ill Baker, uit als zijn favoriete vriendinnetje. Zij reed op zijn rug paardje en zij gingen sa men uit zwemmen waarbij hij het meisje voorttrok. Tien duizenden nieuwsgierigen stroomden er iedere week einde samen om er getuige te zijn van deze wonderlijke vriendschap tussen mens en dier. Rijk En dan zijn er nog tal van ande re voorbeelden. Nina, de hel din (een vrouwtjesdolfijn) van La Coruna in Spanje. Dat was in 1973. Zij veroorzaakte eveneens verkeersopstop pingen en maakte arme vis sers, die na haar komst met boten vol toeristen rondvoe ren, plotseling rijk. Het dier stoeide eveneens met baders en redde bovendien eens een duiker die op het punt van verdrinken stond, door naast hem te gaan liggen, zodat hij haar kon vasthouden en zich water. Er werden voc drie dieren speciaal wetten om hen te beschermen in het leven geroepen. Zij kregen zelfs een standbeeld. En meer dan ooit is de mens in de gelegenheid het dier, in de dolfinaria, te observeren. Biologen en trainers, die hier werken, zijn al even diep on der de indruk van de intelli gentie van de dolfijnen als zij, die bij eeuwenoude traditie en onvergankelijke vriend schap er mee hebben leren werken: de vissers Dolfijnen kunnen in hun spel een handelwijze volgen die niet onmiddellijk voor de hand ligt. Alpers: „In Man- neland plaagde een jong wijfje steeds een pelikaan en trok af en toe een staartveer uit. Hij bracht het veertje dan naar de krachtige, opwaartse stroom bij één van de pompen en liet het los. Het schoot dan omhoog waarop het dier er achteraan snelde om het spel te herhalen In Harderwijk nam een dolfijn een bal onder z'n kinrnee naar de bodem van het bassin om er al stuiterend mee rond te gaan zoals een basketbalspe ler dribbelt. Ze organiseren ook zelf gezelschapsspelletjes zoals in Marineland het elkaar toewerpen van een veer. Marine In Amerika houdt de r zich met onderzoek bij dolfij nen bezig. Het heeft al grieze lige veronderstellingen opge roepen De dieren zijn ge makkelijk tot spionnen te be vorderen, tot zelfmoordeska ders voor het bevestigen van explosieven aan vijandelijke schepen. ,,De ironie is, dat zulke intelligente, curieuze, zo intensief sociaal voelende dieren met een uitzonderlijke liefde voor het mensdom kunnen worden afgericht voor afschuwelijke, men sonwaardige praktijken", lees ik in The National Geo- graphic. „Dolfijnen worden over de gehele wereld afgemaakt ten behoeve van de fabricage van honde- en kattevoer. „De Ja panners jagen er alleen al zo n 700.000 over de kling", meldt Cousteau. De vissers van het eiland Iki tonen in het geheel geen respect te hebben voor het dier met zijn menselijke eigenschappen We kunnen hopen, dat ook deze mensen eens hun hersenen gaan ge bruiken „Het avontuur is nog niet afgelopenaldus nog eenmaal Cousteau. Deze- de toekomst een fascinerend en formidabel vraag stuk". school dolfijnen. bij Iki bezig met het uitmoorden Japanse

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 33