y
ZATERDAG 12 APRIL 1980
EXTRA
PAGINA 31
i vele
Vijfentwintig jaar geleden werd iedere serieuze op
merking over buitenaards leven door astronomen
met hoongelach ontvangen. Op het ogenblik echter
blijken astronomen meer interesse te hebben voor
het antwoord op de vraag of er buiten de aarde leven
is dan op de vraag hoeveel sterren er in het heelal
staan.
Eén keer in de drie jaar komt de Internationale Astronomische
Unie, de wereldorganisatie van sterrenkundigen, bijeen voor een
vergadering. De laatste vergadering werd vorig ja,ar zomer ge
houden in Montreal. Tijdens zo'n assemblee vergadere
werkgroepen over het onderzoek waarmee ze bezig zijn,
onderzoek dat ze willen gaan uitvoeren. Zo zijn
voor dubbelsterren, voor zonsverduisteringen, voor radio-ster-
renkunde, enzovoorts. Tijdens de Assemblee worden er enkele
zittingen gehouden waar alle astronomen welkom zijn.
In Montreal handelde één bij
eenkomst over het onder
werp „Zoeken naar buiten
aards leven". Het was erg
opmerkelijk dat dit onder
werp bij deze organisatie aan
bod kwam. Blijkbaar werd
het onderwerp opeens serieus
genomen. Het meest verras
sende was echter dat de be
langstelling alle verwachtin
gen overtrof, zodat ijlings uit
geweken moest worden naar
een grotere zaal. Vele hon
derden astronomen kwamen
luisteren naar de voordrach
ten over het buitenaards le-
Dit is een voorstel voor Cyclops,
een systeem bestaande uit vele hon
derden antennes, elk met een mid
dellijnvan 100 meter, die samen ge
bruikt kunnen worden om te zoeken
buitenaardse levenstekens.
Beschavingen
Bij het praten over de moge
lijkheid van buitenaards le
ven wordt meestal een for
mule gehanteerd die aangeeft
hoeveel intelligente bescha
vingen er op dit ogenblik in'
het heelal kunnen zijn. Die
formule is het resultaat van de
vermenigvuldiging van een
aantal factoren, zoals het
tempo waarin sterren worden
gevormd, het percentage
sterren dat planeten kan heb
ben, het aantal planeten waar
de omstandigheden geschikt
zijn voor het ontstaan van le
ven, enzovoorts. Volgens de
grootste pessimisten is de
uitkomst precies gelijk aan
één, dat wil zeggen dat de
aarde de enige bewoonde
planeet in het heelal is. Vol
gens optimisten is de uit
komst heel hoog, er zouden
heel veel planeten in het heel
al zijn waar nu intelligent le
ven aanwezig is.
De aanpak van de conferentie in
Montreal is de moeite van het
vermelden waard. Er waren
drie sprekers. De eerste spre
ker betoogde dat de uitkomst
heel erg groot is, de tweede
spreker dat de uitkomst óf
heel groot óf heel klein is zon
der een mogelijke tussenweg.
De derde spreker tenslotte
beweerde dat de uitkomst
heel klein is. Elk van de ge
noemde sprekers -had na
tuurlijk een aantal argumen
ten om de bewering kracht bij
te zetten. Laten we een paar
argumenten op een rijtje zet
ten.
Geen bewijzen
Er is nog nooit met zekerheid
een teken van buitenaards le
ven ontdekt. Er is wel vaak
gedacht dat men sporen van
buitenaards leven had ge
vonden. Rond de eeuwwisse
ling meenden vele astrono
men dat er op de planeet Mars
gegraven kanalen aanwezig
waren. De verhalen over
mars-mannetjes zullen nog in
het hoofd van menig Ameri
kaans Congreslid hebben ge
speeld toen het Viking-pro
gramma (de landing van on
bemande sondes op Mars)
werd goedgekeurd. De twee
Viking-ruimtevaartuigen zijn
intussen op de planeet Mars
geland, maar ze hebben er
geen spoor van leven gevon
den. Dit wil overigens niet
zeggen dat er ook absoluut
geen leven op Mars is. Het is
ook heel goed mogelijk om op
Aarde te landen op een plek
waar het moeilijk is een spoor
van leven te vinden.
Er is ook gezocht naar signalen
van buitenaardse beschavin
gen. Er zijn al heel wat radio
telescopen op andere sterren
gericht in de hoop een levens
teken op te vangen. Ook deze
pogingen hebben nog nooit
aantoonbaar succes gehad.
Het zoeken naar buitenaards
leven is natuurlijk ook geen
eenvoudige opgave. Men
weet niet in welke richting
men moet beginnen, naar
welke ster men moet kijken
en op welke golflengte men
moet afstemmen. Men weet
ook niet wat voor soort sig
nalen men moet verwachten.
Het is heel wel mogelijk dat
wij al heel wat buitenaardse
boodschappen hebben gere
gistreerd, maar dat wij ze niet
als zodanig hebben her
kend.
Door
drs. Chriet
Titulaer
In 1983 zal deze ruim
tetelescoop (foto links)
met een hoofdspiegel
van 2(5 meter, in de
ruimte worden ge
bracht. Met deze tele
scoop hoopt men plane
ten bij andere sterren te
ontdekken.
Foto onder: Dr. Cyril
Ponnamperuma van
NASA bekijkt een
maansteen, waarin hij
tevergeefs heeft gezocht
naar aminozuren. Deze
zelfde man is de ontdek
ker i
meteorieten.
Iemand die op de maan staat zal
makkelijk in staat zijn een
televisiesignaal van de aarde
op te vangen, maar hij zal er
geen televisiebeeld van kun
nen maken omdat hij niet
weet hoe wij die signalen ge
codeerd hebben. Wij kennen
zelf die code wel en daarom
konden wij het omgekeerde
wel doen. Wij zagen op de
planeet Aarde televisiebeel
den van de maan op het mo
ment dat aardbewoners daar
rondliepen. Ook op dit
ogenblik worden de grote ra
diotelescopen in de wereld
zoals de 305 meter grote me
talen spiegel in Arecibo,
Puerto Rico, en de 600 meter
grote Russische Ratan-radio-
telescoop in de Kaukasus,
gebruikt om te trachten een
buitenaards levensteken op
te vangen.
De radiosynthese-telescoop in
het Nederlandse Westerbork
doet hier overigens niet aan
mee. Zoals gezegd is er geen
bewijs gevonden dat er bui
tenaardse beschavingen be
staan. Er zijn echter wel heel
positieve aanwijzingen.
Meteorieten
Enkele jaren geleden werden er
aminozuren in meteorieten
ontdekt. Op zich is dit geen
mededeling om van wakker
te liggen. De vinding wordt
boeiend als u bedenkt dat
aminozuren de bouwstenen
zijn voor alle vormen van le
ven die wij kennen. De mo
derne evolutieleer gaat veel
verder terug dan de aap. De
wetenschapsmensen denken
dat het ontstaan van leven een
heel geleidelijk proces is ge
weest. Dat proces is op aarde
begonnen toen de aarde werd
gevormd, nu 4.5 miljard jaar
geleden. Op dat moment wa
ren er een aantal gasvormige
stoffen zoals waterstof, zuur
stof en stikstof in de atmo
sfeer van de aarde aanwe-
w.
iet is bij een experiment gelukt
om in een mengsel van de
stoffen die 4,5 miljard jaar
geleden op aarde aanwezig
ontstaan. Bij die proef werd
dat mengsel in een glazen
ballon gedaan en vervolgens
liet men in die ballon vonken
overspringen. Na een paai
dagen vormde zich tegen de
binnenkant van de ballon een
bruine aanslag, die uit amino
zuren bleek te bestaan. De
vonken zullen inde atmosfeer
van de aarde op grote schaal
door bliksemschichten te
weeg zijn gebracht,
iet is intussen ook al gelukt om
uit datzelfde mengsel onder
invloed van zonlicht amino
zuren te produceren. Deze
proefen bewijzen niet dat wij
afkomstig zijn uit
ren die bij het ontstaan van de
aarde werden gevormd. Ze
bewijzen wel dat de bouwste
nen voor leven op een na
tuurlijke manier miljarden ja
ren geleden zijn ontstaan. Om
van aminozuren de meeste
primitieve levensvormen te
maken moeten heel veel ami-
een lange keten
i worden geregen. Het
zal moeilijk zijn om aan te ge
ven op welk moment wij
kunnen spreken van leven en
hoe lang wij te maken hebben
met dode materie.
Enkele jaren geleden werden er
dus aminozuren in meteorie
ten ontdekt. Deze ontdekking
geeft aan dat het begin van
het ontstaan van leven zich
ook elders in het heelal heeft
afgespeeld. De meteorieten
zijn als buitenaardse bood
schappers met deze ontdek
king nog interessanter ge
worden dan ze al waren.
Evolutie
Zoals gezegd is er heel wat no
dig om van aminozuren te
komen tot primitieve levens
vormen. Zelfs de meest pri
mitieve levensvormen, de
eencelligen, zijn ongelooflijk
veel ingewikkelder van sa
menstelling dan het molecuul
aminozuur. In gesteenten die
3.5 miljard jaar oud zijn, vin
den we al sporen van organi
sche verbindingen; dat zijn
verbindingen die zijn opge
bouwd uit ketens van het
element koolstof. Het lijkt
waarschijnlijk dat we kunnen
stellen dat er dus één miljard
jaar na het ontstaan van de
aarde al leven was op deze
planeet en dat de evolutie nu
in een stadium is gekomen
dat mensen heeft opgeleverd.
Dit betekent ook dat de mens
niet het eindstadium in de
evolutie is; het is echter
moeilijk te voorspellen wat de
volgende fase, de evolutie na
de mens, zou kunnen inhou
den.
De hier besproken theorie
wordt fel bestreden door bij
voorbeeld de Evangelische
Omroep, aangezien men daar
uitgaat van een letterlijke in
terpretatie van de bijbeltek
sten. Een overgrote meerder
heid in de wetenschappelijke
wereld is echter door onder
zoek overtuigd van de juist
heid van de evolutietheorie in
grote lijnen, dus de theorie
waarbij de evolutie al 4,5 mil
jard jaar gaande is. De evolu
tie zal zich alleen kunnen af
spelen als er aan een aantal
voorwaarden is voldaan.
De temperatuur op de planeet
waar de evolutie moet plaats
vinden mag niet te hoog zijn
en niet te laag. Er zal water
aanwezig moeten zijn en een
atmosfeer. De zwaartekracht
en tijd spelen een belangrijke
rol. Bij ons duurt de evolutie
al 4.5 miljard jaar. Er zijn ster
ren die niet zo oud worden en
daarom kunnen planeten bij
die sterren gewoon de evolu
tie niet afmaken.
Als je alle voorwaarden bekijkt
wordt het een astronomisch
probleem om te zeggen hoe
veel sterren er planeten heb
ben en hoeveel planeten er in
aanmerking komen voor de
evolutie van dode stof tot in
telligent leven. Er zijn wel
veel aanwijzingen dat er pla
neten zijn bij andere sterren,
maar zekerheid hebben wc
niet. De theorieen over het
neten maken planeetvorming
bij een ster eerder tot regel
dan tot uitzondering. De
astronomen hebben verder
berekend, dat veel planeten
als ze bij andere sterren zijn,
in geschikte omstandigheden
voor het ontstaan van leven
verkeren.
Een pluspunt hierbij is dat le
ven zich blijkbaar onder ex
treme omstandigheden nog
kan handhaven: op aarde
worden er bacteriën gevon
den in heetwaterbronnen, in
het afvalwater van een kern
reactor en in het ijs van Antar-
tica. Hoewel er grote onze
kerheden zijn, zijn astrono
men ervan overtuigd dat er in
het heelal niet alleen miljar
den planeten zijn, maar ook
dat op veel van die planeten
de omstandigheden geschikt
zijn voor het laten ontstaan
van leven.
Serieuze zaak
Het Amerikaanse bureau voor
de Lucht- en Ruimtevaart
NASA probeert al enkele ja
ren een post op de begroting
te krijgen die bestemd is om
te zoeken naar buitenaardse
levenstekens. De economi
sche situatie is er oorzaak van
dat dit geld nog niet beschik
baar werd gesteld, maar de
wetenschappelijke adviseurs
van president Carter hebben
hun steun aan het plan toege
zegd.
Voor het Amerikaaanse Con
gres zyn er intussen hoorzit
tingen georganiseerd, waar
wetenschapsmensen van
naam verklaringen hebben
afgelegd over de zinvolheid
van dit soort onderzoek. Bij
die plannen beoogt men de
bouw van een groot aantal ra
diotelescopen, die samen een
krachtig instrument kunnen
zijn om buitenaardse signalen
te ontdekken. De Amerika
nen voelen een beetje de hete
adem in hun nek van de Rus
sen, die nu met soortgelijke
plannen zijn gekomen. De
Russen willen echter hun ra
diotelescopen niet op de aar
de opstellen, maar in een baan
om de aarde brengen. Met het
Saljoet-6 ruimtestation zijn ze
al begonnen zulke radiotele
scopen in de ruimte te tes
ten.
De Internationale Telecommu
nicatie Unie (ITU) heeft ook al
een standpunt ingenomen
over het zoeken naar buiten
aards leven. De ITU w.l een
aantal golflengten vrijhouden
voor dit speurwerk. Als er
werkelijk contact wordt ge
maakt komen er vele nieuwe
vragen: wie mag namens de
aarde met andere beschavin
gen praten? De Verenigde
Naties zijn al begonnen een
antwoord op die vraag te for
muleren en de Utrechtse wis
kundige prof. dr Hans Frcu-
denthal heeft al een taal ge
construeerd om het inter
stellaire gesprek te voe-
Contact met andere beschavin
gen zou weieens het grootste
nieuws uit de komende eeuw
kunnen worden. Het bijzon
dere is dat wij pas sinds en
kele tientallen jaren met de
mensheid in een fase zijn ge-
toestaat. De technologu
zover gevorderd dat
contact met levende w
buital de aarde tot de i
lijkheden behoort.