W
De legende
van Hitweek
ZATERDAG 12 APRIL 1980
AMSTERDAM - In 1965
bestond er in Amster
dam een muziekblaadje
dat de naam B*at Box
droeg. Hoofdredacteur
was Peter J. Muller.
Een 19-jarige jongen,
die overliep van ambi
tie. Als tekenaar bij dit
blad werkte Willem de
Ridder. Beiden vonden
hun journalistieke en
creatieve mogelijkhe
den in Beat Box te be
perkt, zodat ze met het
idee kwamen een eigen
blad te beginnen dat
zich moest onderschei
den van alle andere be
staande muziekbladen,
door zich af te zetten te
gen de „volwassenen
maatschappij".
Het moést een door de jeugd
zelf gerund open democra
tisch jongerenmedium wor
den, waarin acceptatie van de
beatmuziek in het algemeen
en de nederbeat in het bijzon
der centraal zou komen te
staan. Onlosmakelijk hien-
mee verbonden was de strijd
tegen de discriminatie van
langharigen. Op 17 september
1965 rolde het eerste nummer
van de pers: „Nederlands eer
ste en enige weekkrant voor
(en door en van) tieners".
Afzetten
Hitweek vulde zijn wekelijkse
acht pagina's, gedrukt ofc>
krantenpapier, voor het
grootste deel met muziekon-
derwerpen. De soort muziek
die werd behandeld kon men
slechts sporadisch in andere
muziekbladen aantreffen. In
deze tijd werd in Engeland de
beat steeds populairder en in
Amerika de folk (protest
song).
De medewerkers van het eerste
uur voelden deze ontwikke
lingen feilloos aan. Men zag in
dat ook in Nederland de jeugd
geïnteresseerd raakte in deze
soort muziek. Aangezien de
bestaande muziekbladen,
waarvan Muziek Expres, Mu
ziek Parade en Teenbeat de
hoogste oplagen haalden, de
ze ontwikkelingen niet of
nauwelijks konden of wilden
signaleren, lag er een groot
werkterrein braak.
Hitweek ging zich afzetten te
gen de in die tijd zeer populai
re coryfeeën als Willy en Wil-
leke Alberti, Anneke Grön-
loh, Ria Valk, Rob de Nijs en
Johnny Lion, waarbij men de
andere muziekbladen be
stempelde tot kleuterbla
den". Ook de met deze arties
ten dwepende mensen uit het
Hilversumse, zoals Herman
Stok („Kots"), Skip Voogd en
Willem O. Duys, werden re
gelmatig zeer bruut op de hak
genomen.
De beatmuziek werd heilig ver
klaard. De buitenlandse favo
rieten waren Beatles, Rolling
Stones, Kinks, Pretty Things
en The Who, terwijl Golden
Earring, Motions, Outsiders
en Q'65 als „beat van eigen
bodem" het meest verheer
lijkt werden. Karakteristiek
element van de beat was het
dragen van lang haar. Omdat
dit voor de meeste jongens in
de praktijk tot grote sociale
problemen leidde (iets wat
overigens nog jarenlang het
geval zou blijven), sprong
Hitweek in de bres voor deze
groep.
Fluxus
In 1961 was onder leiding van
de Amerikaan George Ma-
ciunas een beweging van mu
sici, dichters en beeldende
kunstenaars van de grond ge
komen, die vanuit de Ver
enigde Staten al snel over
sloeg naar West-Europa. Zij
had de naam Fluxus aange-
A1 in de jaren zeventig -
The Dull Seventies - be
gon een nostalgisch te
rugblikken op de woelige,
enerverende jaren zestig.
En de jaren tachtig zijn
nog maar amper begon
nen of de jaren zestig zijn
definitief tot historie
verklaard, tot studiestof
geworden en in het mu
seum bijgezet. Voorbeeld
daarvan is de tentoon
stelling die op het
ogenblik in het Gronin
ger Museum wordt ge
houden: „Actie, werke
lijkheid en fictie in de
kunst in de Jaren '60 in
Nederland'.
Een van de kunststromin
gen waaraan ruime aan
dacht wordt besteed is
Fluxus, een ongrijpbare
en verwarring stichtende
beweging die geen kunst
en geen richting wilde
zijn. Er werden op uiteen
lopende gebieden activi
teiten ontwikkeld die wel
verwantschap met kunst
vertoonden (onder ande
re door zich er hevig te
gen af te zetten), maar die
nadrukkelijk niet zo ge
presenteerd werden en
dan ook via andere media
vorm kregen.
Televisie, straatacties,
Film, tijdschriften waren
de media voor Fluxus -
kunstenaars van wie VVim
T. Schippers via zijn tv-
shows voor de VPRO wel
de grootste bekendheid
heeft gekregen en het
duidelijkst zijn a-dyna
mische Fluxus-ideeën ge
stalte kon geven.
Een andere belangrijke
vertegenwoordiger van
Fluxus is Willem de Rid
der die met de oprichting
van Hitweek een baan
brekende en invloedrijke
rol heeft gespeeld in de
jaren zestig. Omdat dit
van oorsprong tie
nerblad, dat tien jaar ge
leden ophield te bestaan,
zo langzamerhand ook
een legende is geworden,
hebben twee Groninger
studenten, Kees Toering
en Jan Bron Dick, onlangs
een studie gemaakt van
dit blad: Hitweek
(1965-1969), Analyse van
een jongerenblad. Een
poging om de mythevor
ming rond Hitweek tot
feiten terug te brengen.
Centrale vraag in hun
onderzoek: „Was Hitweek
wel zo'n fenomeen?".
spelelement was hierbij es
sentieel. Het spelen met ma
teriaal, het trachten steeds
nieuwe vormen te vinden en
het bedenken van stunts was
het belangrijkste, het resul
taat was ondergeschikt.
In de vier Hitweek-jaargangen
vindt men al deze elementen
overduidelijk aanwezig. Elk
nummer was weer verrassend
anders van opmaak. De meest
uiteenlopende lettertypen en
stijlen werden gebruikt of
samengevoegd. Willem de
Ridder stortte zich op catalogi
van lettergieterijen en haalde
er lang vergeten, maar mooie
lettertypen en ornamenten
uit. Op deze wijze begon in
Hitweek bijvoorbeeld een re
vival van de Jugendstil in de
vormgeving van alternatief
drukwerk, die in 1967 een
hoogtepunt bereikte.
Stotterstijl
Zij ageerde tegen het produce
ren van galerie-kunst, het
kunstwerk dat alleen maar
bestond om verkocht te wor
den. Kunst moest sociaal ge
richt en functioneel zijn, deel
uitmaken van het dagelijks
gebeuren. Vandaar dat men
vond dat kunstenaars zich be
ter konden gaan wijden aan
journalistiek, typografie en
grafische vormgeving. Het
Het fonetisch taalgebruik was
één van de onderdelen van
het genoemde spelelement,
maar evolueerde tot een apar
te stijl. Nauw verweven met
deze stijl was de door De Rid
der geïntroduceerde stotter
stijl, die zich vooral bediende
van het tussenvoegsel „eh..."
en het vervangen van zelf
standige naamwoorden door
„dinges".
De lullige stijl was een richting
die van de harde beat meer
naar het rustige en lichtelijk
geamuseerde hippie mee
doen ging. Volgens Willem de
Ridder had het woord lullig
dank zij Hitweek een hele
evolutie ondergaan. Het was
een van de vele woorden,
naast twiener, aanrader, hit-
puree, nederbeat en platelaar.
die hij aan het specifieke taal
gebruik van Hitweek toe
voegde.
De niet-gecensureerde, impul
sieve spreektaal leidde in het
begin tot kritiek op de daarbij
gebruikte schuttingwoorden.
„Hitweek Vies" schreef
Trouw, maar de Hitweekle
zers dachten daar, getuige
hun vele reacties (ook in
Trouw), anders over.
Een voor heel Nederland zicht
baar gevolg van deze Nieuwe
Lulligheid was de ware pla-
krage die ontstond, toen er
stickers met onder andere
teksten als „Hi-Ha-Hitweek.
Lees die eh... krant even" en
„Wees lullig, lees Hitweek"
werden gemaakt (schoolcon-
ciërges zullen zich dit onge
twijfeld nog kunnen herinne
ren). Bij tienduizenden wer-
r Concert van de Mood Engineering Society. Een opvallende lay-out van Willem de Ridder
den de plakkers (aanvragen
bij: HW, Alexander Boer-
straat 30, Amsterdam) ver
stuurd. Het Parool klaagde
steen en been: „Heel Amster
dam zit onder de Hitweek
plakkers".
Het spelelement, het fonetisch
taalgebruik en de creatieve
lay-out met het opvallende
gebruik van kleuren, maakte
Hitweek tot een moeilijk te
plaatsen blad dat afweek van
alle andere bestaande bladen.
Een en ander bleef niet onop
gemerkt in de grafische we
reld. Vaktijdschriften op het
gebied van de reclame, typo
grafie en de mode besteedden
aandacht aan de creatieve ta
lenten van De Ridder en zijn
medium.
Graficus Piet Schreuder ver
klaarde later dat De Ridder
met zijn speciale journalistie
ke en typografische aanpak
duizenden lezers tot grote
geestdrift wist op te zwepen,
niet in de laatste plaats de
makers van de „gevestigde"
bladen die zich, op veilige af
stand, suf studeerden op de
smaakmakende Hitweek-
aanpak. Voor zijn werk zou
De Ridder de Prijs van de
Stad Amsterdam krijgen - die
hij overigens weigerde.
Ook de commercie was geïm
poneerd door de originele
aanpak, maar men was terug
houdend met het plaatsen
van advertenties vanwege het
omstreden karakter van het
blad. De Hitweeklezers spra
ken zich na een enquête uit
tegen al te veel reclame in hun
blad, maar de financiële situa
tie maakte het opnemen van
advertenties beslist noodza
kelijk. In sommige gevallen
werd aan De Ridder carte
blanche gegeven bij het ont
werpen ervan.
Medewerkers
De reacties op Hitweek waren
vanaf het begin overweldi
gend. Deze toch wel onver
wachte respons stimuleerde
de medewerkers om onver
droten door te gaan. „Er zat
kennelijk een hele generatie
te wachten op mogelijkheden
om voor het eerst na de oorlog
openlijk plezier te maken, se
rieus genomen te worden, ge
lijkgezinden toe te spreken",
constateerde een van de me
dewerkers later.
De democratische opzet van hel.
blad kreeg vooral zijn gestalte
in de Brievenrubriek, waar
mee And ré van der Louw zich
bezighield. Hierin konden
zonder enige vorm van cen
suur, ontevreden tieners hun
gal spuwen en fanatieke beat-
fans elkaar in de haren vlie
gen. Naast De Ridder, Muller
en Van der Louw, waren
Marjolein Kuijsten, Laurie
Langenbach, Pim Oets en
Wim Bloemendaal de mede
werkers van het eerste
Marjolein, de uit Den Haag af
komstige vriendin van Wim
de Bie, werd de organisatori
sche spil. Omdat ze steeds op
de achtergrond bleef en
slechts werd aangeduid met
„Alle vraagstukken: Marjo
lein", werd ze een intrigerend
mysterie. Laurie Langenbach
en Pim Oets schreven over de
muziek. Willem Bloemendaal
was ruim drie jaargangen
lang een soort politiek com
mentator. In zijn vaste ru
briek Au gaf hij zijn vaak
scherpe visie op het nationale
en internationale gebeu-
Inmiddels was Peter Muller
met ruzie weggegaan. Hij was
er naar zijn idee niet in ge
slaagd van Hitweek een mu-
ziekkrant naar Engels voor
beeld van Record Mirror en
Melody Maker te maken.
De andere medewerkers von
den echter dat „Peer Mul
lens" te veel aandacht in de
landelijke media voor zich
ging opeisen met zijn Stich
ting Pro Lang Haar waarmee
hij de emancipatie van lang
harigen wilde bevorderen. Hij
organiseerde demonstraties
tegen kwaadwillende kap
pers, scholen, bedrijven, dan
cings en restaurants en stelde
een zwarte lijst hiervan op in
Hitweek. Zijn plaatje „Beter
langharig dan kortzichtig"
werd een groot succes. De
druppel die de emmer deed
overlopen was het aanbod dat
hij accepteerde om wekelijks
een muziekkolom vol te
schrijven in De Telegraaf, het
symbool van rechts.
Vrijwel vanaf het begin was ook
Peter Schroder (niet de
AVRO-medewerker) betrok
ken bij Hitweek. Samen met
Frits Boer was hij via het Am
sterdamse studentenblad
Bikkelacht bij het blad be
land. Na enkele jaren, vooral
door de komst van „de stu
denten" Jan Donkers. Wim
Noordhoek en Arend Jan
Heerma van Voss, werd het
een steeds meer maatschap
pij bewust en muziekjour
nalistiek doortimmerd blad.
Koos Zwart vervulde inmid
dels de rol van klusjesman,
maar zou zich later opwerken
tot de „Directeur van de Un
derground".
De mogelijkheid om mee te
werken, het openstaan van de
„Hitweek-burelen" voor ie
dereen, zoals Willem de Rid
der dat wilde, zorgde dage
lijks voor een grote aanloop
van allerlei belangstellenden,
wat het werken niet gemak
kelijker maakte.
Freak out!
Het verval van het Britse mu-
ziekimpenum, versneld door
de opkomst van de Flower
Power in Amerika („Make
Love. Not War had tdt ge
volg dat Hitweek minder
aandacht ging besteden aan
de Engelse beat. Door de gro
te belangstelling die het blad,
als eerste in Nederland, voor
deze nieuwe subcultuur
toonde, raakte ook de neder
beat uit de gratie, met uitzon
dering van de Drents-Gro
ningse bluesgroep Cuby
The Blizzards. Voortaan werd
het lezerspubliek gewezen op
de kwaliteit van West Coast-
Underground-groepen als
Jefferson Airplane, Byrds,
Velvet Underground en
Frank Zappa The Mothers
of Invention (Freak Out!).
Alert inhakend op al deze nieu
wigheden werd Hitweek de
stimulerende kracht achter
het opzetten van Provadya-
clubs in den lande, waarvan
het Amsterdamse Paradiso
de bekendste werd. Centra
waar het „langharig werk
schuw tuig" zich kon afzon
deren van de „zulthoofden-
maatschappij" en onder het
genot van talloze soorten thee
en „verdovende drugs" kos
mische licht- en geluidshows
kon ondergaan.
Sex en provo
Zoals gezegd kwamen er ook
„andere zaken" aan de orde.
Eind 1966 kondigde het blad
aan: „Vanaf nu gaan we het in
ons aller HIT-dinges ook over
sex hebben". Er begon een
campagne om sex uit de ta
boesfeer te halen, foto's van
„hippe chicks" vulden voor
taan de voorpagina; sex
moest niet langer met voort
planting worden geasso
cieerd: „Fijn met elkaar naar
bed!". En terwijl Frits Boer
zijn geruchtmakende vraag-
en antwoordrubriek Dag
Dokter verzorgde („Dokter,
ik kom niet klaar"), zorgden
andere „withekers" voor sex
op de buis via Hoepla.
Met de drugs lag het gecompli
ceerder. Hoewel het een we
zenlijk onderdeel van het es-
capistisch-psychedelische
karakter van die tijd uitmaak
te, voelde Hitweek zich niet
geroepen het druggebruik te
propageren.
Politiek kwam ook aan de orde.
Er verschenen talrijke arti
kelen over de Amsterdamse
gezagscrisis, waarbij Hitweek
de acties van Provo onvoor
waardelijk steunde. De band
tussen Hitweek en Provo be
stond overigens slechts in
hun gezamenlijke strijd tegen
het „klootjesvolk".
Na de juni-oorlog van 1967 nam
Hitweek stelling tegen de
„pro-Israèl-hysterie" in Ne
derland. Zo wees André van
der Louw op het mensonte
rende lot van de Palestijnen
en veroordeelde hij het „tè
heilige land".
De studentenrevolutie* in de
verschillende Europese
hoofdsteden werden met
spanning gevolgd, maar toen
bleek dat de grote ommekeer
uitbleef, sloop de twijfel naar
binnen. En hoewel de Russi
sche inval in Tsjechoslowa-
kije het geloof in een revolu
tionaire maatschappij-veran
dering nog even deed opflik
keren, bleek na de verkiezing
van „Niks" tot president van
de VS dat er toch iets was ge
knapt. De jongeren raakten
verdeeld. De Hitweek-mede
werkers eveneens.
Aloha
Ofschoon Hitweek in 1969 een
oplage bereikte van circa
35.000 (maar aangezien het
blad door velen werd gelezen,
schatten wij het aantal lezers
op enkele honderdduizen
den) was Willem de Ridder
langzamerhand uitgekeken
op het blad. Ondanks zijn
astma-aanvallen. waarvoor
hij altijd een pompje bij zich
droeg, was hij steeds de initia-
lijks
idee
weest. Nu het blad
meer shockcerd
schintolerantie overheerste,
zocht De Ridder naar iets
iet werd Aloha, meer geent op
alternatief maatschappijbc
wuste zaken, het nieuwe blad
zou echter het élan van zijn
anarchistische voorganger
missen. Uniek was Hitweek
niet. omdat het een logisch
gevolg was van zijn tijd. Als
Hitweek niet zou hebben be
staan, zou er hoogstwaar
schijnlijk wel een soortgelijk
blad zijn opgericht
reit blijft dat de jeugd in die tijd
geweldig opkeek tegen Hit
week en zijn medewerkers, of
zoals Marjolein zei: „Het is
maar goed dat wij nooit gewe
ten hebben hoeveel macht we
eigenlijk bezaten. Misschien
hadden we er wel misbruik
van gemaakt".