Pieter Jelles
Troelstra:
zijn naam js
onverbrekelijk verbonden
aan die
van de
SDAP
Door dr. Willem Drees,
oud-minister-president
ZATERDAG 12 APRIL 1980
PAGINA 25
De naam van Pieter J el-
les Troelstra is onver
brekelijk verbonden
met die van de SDAP,
die in 1894 werd opge
richt. Troelstra heb ik,
van de eerste socialisti
sche vergadering, die ik
bijwoonde in december
1902, toen hij een prach
tige verkiezingsover
winning had behaald in
Amsterdam-III, tot zijn
politieke afscheid in
1925, vele malen horen
spreken.
Als voorzitter van de Haagse
partijfederatie had ik ook
herhaaldelijk persoonlijk
contact met hem. En in mijn
gevoelens heb ik sterk met
hem meegeleefd tijdens de
slopende ziekte, waaraan hij
jarenlang leed totdat mij in
mei 1930 in een avondverga
dering van de Haagse ge
meenteraad het bericht be
reikte, dat hij overleden
Zijn uitvaart enkele dagen later
werd een indrukwekkende
getuigenis van de plaats, die
hij in de harten van tallozen
had ingenomen. Ik heb Troel
stra kunnen waarnemen in
zijn hartstochtelijke welspre
kendheid als hij zich tot de
massa richtte; in zijn krachti
ge, dikwijls felle, altijd sterk
beargumenteerde betogen in
de Kamer en in de debatten
op de congressen, waar hij
bijna altijd de partij voor zijn
inzichten wist te winnen en
als het een enkele maal an
ders liep toch ervoer met hoe
veel warmte men hem was
toegedaan.
De persoonlijkheid van Troel
stra had diepe wortels in de
Friese-grond, waar hij in 1860
lgeboren was en waar zijn
vader liberaal wethouder van
Leeuwarden is geweest en di
recteur van een brandverze
keringsmaatschappij.
Troelstra begon te schrijven als
Fries dichter en was een po
pulaire figuur, ook voor de
politiek hem greep. In Fries
land ook leerde hij èn de nood
der bevolking kennen èn het
zelfbewustzijn en de geest
drift waarmee de strijd daar
tegen omstreeks 1890 werd
gevoerd. Diepe indruk maak
te op hem de wijze waarop in
dat jaar duizenden de eerste
meidag vierden. Van het
ogenblik af dat hij zijn roe
ping gevoelde en staande te
genover zijn vader getuigde
„Ik moet", is hij één geweest
met de beweging, eerst in
Friesland, daarna in heel ons
land. Een beweging waarvan
hij deel ging uitmaken en
waaraan hij daarna leiding
ging geven.
De taak die hem deed uit
groeien tot de grote leider van
de sociaal-democratie in ons
land nam hij op zich onder
omstandigheden, waarin zijn
daad een dwaasheid kon
schijnen. De jonge jurist, die
de zorg voor een gezin op zich
had genomen, gaf de kans
prijs zijn bestaan te vinden in
zijn advocatuur en in de on
derneming waarvan zijn va
der directeur was, al is hij
hem vele jaren later toch nog
in het directeursschap opge
volgd. Hij was wel actief als
advocaat, maar vooral voor
arbeiders die hem geen hono
rarium konden betalen.
Hij ging krantjes redigeren die
de redacteur niet het allerso-
berste bestaan konden bie
den en waarmee hij ook zelf
ging venten. En van het begin
af moest hij daarbij onder
vinden, wat zijn leven lang
zijn lot is geweest, dat hij naar
twee kanten front had te ma
ken en dat een belangrijk dee.
van zijn taak was tegenovej
dreigende verwarring in de
socialistische beweging re
delijkheid en bezinning tol
gelding te brengen.
Mond vol
Allereerst tegenover diegenen
die de mond vol hadden van
revolutie of algemene werk
staking. Zoals Domela Nieu-
wenhuis, de leider van wal
men later is gaan noemen de
Oude Socialistische Bewe
ging. In zijn anarchistentijd
schold Nieuwenhuis Troel
stra en de zijnen uit voor laf
aards en verraders. Adema
van Scheltema schreef in een
gedicht aan Troelstra over die
eerste tijd onder andere:
„Uw geestdrift voor de zaak
scheen te verbleken in 't rood
Bengaals, waarmede Nieu
wenhuis de oude wereld wel
dra zou veroveren". Maar de
oude beweging verzandde.
Toen zij haar noodlottig be
sluit nam om van politieke ac
tie af te zien, kenterde juist
het economische getij, begon
er een einde te komen aan de
economische inzinking, die er
veel toe had bijgedragen dat
de revolutionaire gevoelens
een vruchtbare bodem von
den.
Zo viel de oprichting van de
SDAP door Troelstra en an
deren die zich afscheidden
van de Sociaal-democrati
sche Bond, op een tijdstip,
waarop grotere kansen zich
aftekenden voor een bewe
ging, die met normale mid-
JSB.
Dit jaar herdenkt Nederland de vijftigste sterfdag van de socialistische
leider Pieter Jelles Troelstra (1860-1930). Ter gelegenheid van de her
denking is een afbeelding van Troelstra verschenen op een onlangs
uitgegeven postzegel en verschijnt in de loop van het jaar nog een
geïllustreerde levensgeschiedenis.
Op 24 maart kreeg de huidige leider van de sociaal-democraten in Neder
land. drs. J.M. den Uyl, het eerste exemplaar van een boek aangeboden
dat is gewijd aan de politieke ideeën van Troelstra. Dit wetenschappe
lijk werk „Troelstra en het model van de nieuwe staat" is geschreven
door de Amsterdamse hoogleraar Ernest Hueting met hulp van twee
medewerkers van het NVV, Frits de Jong Edz. en Rob Neij.
Voor onze krant zette dr. W. Drees sr. zijn herinneringen aan Troelstra op
papier. Dr. Drees was 32 jaar oud toen Troelstra in 1918 een poging deed
door een revolutionaire opstand in Nederland een socialistische sa
menleving tot stand te brengen. Hij was van 1948 tot 1958 minister-pre
sident.
Dr. W. Drees
•k Pieter Jelles Troelstra
Troelstra in 1950.V.l.n.r. beeldhouwer Titus Leeser, Dr. W. Drees
delen van politieke en eco
nomische actie er voor streed
de massa der bevolking deel
te doen hebben aan de voor
uitgang en daar bovenuit ver
andering te brengen in de
maatschappelijke struc
tuur.
Meer dan dertig jaar is Troelstra
de voornaamste leider der
SDAP geweest. Veel meer
dan Domela Nieuwenhuis
echter als eerste onder gelij
ken, omgeven door eeh reeks
van figuren die voor de bewe
ging en voor ons volk grote
betekenis hebben gehad.
Populariteit
Drie jaar na de oprichting van
de partij werd hij en hij alleen,
bij de algemene verkiezingen
gekozen en dat in drie distric
ten tegelijk, twee Friese en
één Gronings. Zijn populari
teit in het Noorden, vooral in
Friesland, en de naweeën van
de agrarische crisis droegen
bij tot dit succes. Toen bij na-
verkiezingen Van Kol en later
Schaper in de Kamer kwa
men, was dat het begin van
een fractie, waarvan spoedig
beseft werd, dat zij gekomen
was om er te blijven en die
Troelstra tot boven de twintig
leden heeft zien aan
groeien.
Hij werd in de Kamer niet be
lemmerd door de rantsoene
ring van spreektijd, die te
genwoordig geldt. Bij alge
mene politieke beschouwin
gen heb ik meegemaakt dat
hij vijf uur sprak en toch bleef
boeien. Tegen de grote figu
ren van die dagen: Kuiper, De
Savornin Lohman, Nolens,
Treub, Borgesius, om slechts
enkelen te noemen, was hij
voluit opgewassen in debat
ten van een spanning en een
flonkering zoals we die te
genwoordig niet kennen. Dat
mag ons overigens niet doen
vergeten, dat er ten gevolge
van de politieke verhoudin
gen van die dagen vaak min
der bereikt werd dan nu.
Troelstra voelde zich intussen
niet in de eerste plaats parle
mentariër en allerminst vond
hij zijn werk in het parlement
het belangrijkste. De man wie
door anarchisten was verwe
ten, dat hij de parlementaire
tactiek voorstond omdat hij
zelf naar een kamerzetel hen
gelde, stelde: „Hier wordt de
geschiedenis geregistreerd,
elders wordt ze gemaakt". In
zijn contact met de massa
voelde hij zich bijdragen tot
het maken der geschiedenis
veel meer dan in de Kamer.
Buiten het parlement was hij
partijbestuurder, hoofdre
dacteur van de krant, propa
gandist, volkstribuun zoals
hij zichzelf gaarne noemde,
en welk een volkstri
buun.
Verteerd
Hij werd verteerd door het ver
langen een begin te kunnen
maken met de verwerkelij
king van een waarlijk socia
listische maatschappij, maar
de strijd daarvoor was voor
hem onverbrekelijk verbon
den met de actie voor her
vormingen, die het lot van de
massa moesten verlichten en
die haar tevens in staat moest
stellen een andere plaats in de
maatschappij in te nemen en
de strijd met grpte kracht te
Hij wist dan ook telkens, samen
met figuren als bijvoorbeeld
Schaper en Vliegen, de aan
dacht te concentreren op
punten van beslissend belang
als het algemeen kiesrecht,
verkorting van de arbeidstijd,
de oudedagvoorziening, de
werklozenzorg. Hij wist ook
bijzondere vormen van de
monstratie te vinden. De
strijd voor het algemeen kies
recht voerde hij op tot de
hoogtepunten van de rode
dinsdagen, de massale de
monstraties bij de opening
der, Staten Generaal waarbij
hij de duizenden voorging,
die -de binnenstad van Den
Haag overstroomden en het
Binnenhof omstuwden.
Troelstra heeft het, zelfs in ei
gen partij, hoeveel vertrou
wen hij er ook genoot, nooit
gemakkelijk gehad. De zoge
naamd Marxistische Nieuwe
Tijdgroep was telkens in op
positie tegen wat zij zijn op
portunistisch, te weinig prin-
cipieël beleid achtte. Troel
stra was niet onprincipieël,
hij was wel ondogmatisch. Hij
zag dat allereerst de arbeids
klasse door de omstandighe
den, waarin ze verkeerde, de
strijd ging voeren tegen het
kapitalisme. Aan hem was
echter de gedachte vreemd
alsof het alleen om de arbei
ders zou gaan.
Pachters
Toen hij eens opkwam voor de
belangen der pachters, onder
de indruk van wat hijzelf aan
ellende onder hen had gezien
en toen daar tegenover van ul
tra-marxistische zijde gesteld
werd, dat de sociaal-democra
tie zich daarmee niet had in te
laten, vooral niet als pachters
ook werkgevers waren,
schreef hij, dat hij in de pach
ters nog iets anders zag dan
abstracte economische
grootheden, dat het voor hem
levende mensen waren wie
onrecht was aangedaan. Hier
sprak de mens Troelstra, die
er zich van bewust was dat de
sociaal-democratie, al ging zij
in oorsprong uit van de strijd
der arbeiders, een politiek
moest voeren die de hele
mensheid zou dienen.
Troelstra was in hoge mate een
gevoelsmens, wiens emotio
naliteit hem in spannende
omstandigheden soms te ver
voerde. Het sterkst is dat het
geval geweest in november
1918, toen de schokkende ge
beurtenissen in Europa, re
voluties in Rusland, in
Duitsland, in Oostenrijk, in
Hongarije, en de geladen
stemming die in ons land hier
en daar heerste hem in zijn
redevoeringen ver heen deed
gaan over wat in partijver
band was besloten ten aan
zien van een binnen het kader
der democratie te voeren
massa-actie en hij zich revolu
tionair uitte.
Troelstra erkende dat hij zich
had vergist ten aanzien van de
in ons land op dat ogenblik
bestaande verhoudingen. Dat
er nooit buitengewone om
standigheden zouden kunnen
optreden, waarin de partij
zich anders dan langs demo
cratische weg zou kunnen
doen gelden, wilde hij echter
niet toegeven. De gebeurte
nissen leidden ertoe, dat voor
jaren lang de verhoudingen
tussen de partijen anders
werden dan tevoren; terwijl
het eerder denkbaar was ge
weest dat de SDAP deel van
de regering ging uitmaken
(waartoe b.v. in 1913 de mo
gelijkheid had bestaan) was
dit nu voorlopig uitgeslo
ten.
Parlementair
De partij werd niet meer zuiver
democratisch geacht en
Troelstra. wiens actieve loop
baan begonnen was met de
actie tegen de revolutie-ge
dachte van Domela Nieu
wenhuis en die mijns i
vele jaren zuiver parlementair
was geweest, bleef door zijn
emotionele uitbarsting in het
internationaal bewogen jaar
1918 voor velen als een revo
lutionair gelden.
Troelstra fungeerde echter nog
7 jaar normaal als parlemen
tariër. Hij was intussen zeer
kritisch geworden ten aan
zien van de activiteiten van
het parlement. Naarmate de
Staat dieper doordrong in
heel het maatschappelijk le
ven en vooral op economisch
en sociaal terrein steeds gro
tere verantwoordelijkheden
op zich nam, schoot naar zijn
mening onze staatsrechtelij
ke constructie tekort. Wie
waarneemt hoe tegenwoordig
het parlement functioneert
zal voor deze opvatting kun
nen voelen.
Troelstra zag voor sociaal demo
craten in het bijzonder ver
plichtingen te komen tot een
andere constructie van ons
staatsrecht met het oog op de
taken, die de staat bij sociali
sering zou hebben te vervul
len. Hij heeft daarover denk
beelden ontwikkeld, die meer
op internationale congressen
aan de orde zijn gekomen dan
in ons land. Hij vond niet veel
steun, maar bereikte toch dat
ten slotte op een internatio
naal congres een commissie
werd ingesteld, die zijn opvat
tingen zou bestuderen en
daarover rapport uitbrengen.
Ze heeft enige jaren bestaan
en in die tijd zijn ook enkele
partiële rapporten uitge
bracht, maar ten slotte is er
geen resultaat uit geko-
In het vierde deel van Troel
stra's memoires vindt men
uitvoerig uiteengezet in wel
ke richting hij omvorming
van het parlementaire stelsel
nodig achtte.
Troelstra voelde zich zijn leven
lang Fries, voelde zich Ne
derlander, maar was daarbij
niet minder sterk internatio
naal gezind. De conferentie in
Stockholm, in 1917, waarin
gepoogd werd, door overleg
binnen de Socialistische In
ternationale, een verzoe-
ningsvrede te bevorderen tij
dens de Eerste Wereldoorlog
is een hoogtepunt in zijn werk
geweest. Helaas werd het een
mislukking, die hem diep
heeft geschokt.
Troelstra heeft in de wereld in
sommige opzichten een ont
wikkeling in ongunstige zin
meegemaakt en heeft niet de
verwezenlijking beleefd van
een democratisch-socialisti-
sche maatschappij. Dat wil
echter niet zeggen dat hij voor
de offers, die hij heeft ge
bracht, voor de strijd die hij
heeft gevoerd, voor de span
ning die hij heeft doorleefd,
geen compensatie heeft ge
had. Hij heeft de partij, die
mede door hem was gesticht,
zien worden tot een massa
beweging.
Hij heeft de rechteloze massa
het kiesrecht zien veroveren.
Hij heeft de 48-urige werk
week, een begin van ouder
domspensioen, een begin van
werkloosheidszorg verwer
kelijkt gezien. En hij kon de
diepe voldoening hebben dat
hij daarvoor veel had bijge
dragen.
Ongekend
In zijn afscheidsrede van sep
tember 1925 kon hij met recht
stellen, sprekende over de so
cialistische beweging: „On
gekende. ongedachte moge
lijkheden openen zich". Het is
een beeld van politieke
kracht, economische weer
baarheid, geestelijke opbloei,
sociale verheffing, waarvan
de mogelijkheden, in de tijd
dat de strijd voor een nieuwe
sociaal-democratische bewe
ging in ons land een aanvang
nam, ondenkbaar sche-
En de tegenstellingen in de we
reld weerhielden hem niet om
uit te spreken: „Met diepe
dankbaarheid kan ik aan het
einde van mijn loopbaan ge
tuigen: mijn levenservaring is
een bevestiging van geloof
aan de mensheid".
Wij hebben door de Tweede
Wereldoorlog en door al wat
erop is gevolgd nog veel af
schuwelijker ervaringen op
gedaan dan hij in de Eerste.
Het is niet altijd gemakkelijk
het geloof aan de mensheid te
behouden. Laten wij echter
ook naar de lichtzijden zien,
die er zijn in de ontwikkeling
en doorwerken in het ver
trouwen dat Troelstra heel
zijn leven lang is blijven be-