„Literatuur fietsen op tandem van Van Deyssel en Harry Prick" 'De vis en de jongen' wat al te cru? „De achtervolging van Benjamin Grossman" Nieuw op de boekenplank MAANDAG 31 MAART 1980 PAGINA 11 "De achtervolging van Benjamin Grossman" door Robert Fish. Verschenen bij A.WSijthoffs Uitgeversmaatschappij in Al phen aan den Rijn (f29.80). Robert Fish is een bar boeiend ver teller. Jk heb althans zijn boek in één adem uitgelezen. Zijn vertrekstation is echter weinig opwekkend. Een Duits concentra tiekamp waarin de waarde van een mensenleven tot nagenoeg nul is gereduceerd. Waarin de mili taire beulen met wiskundige nauwkeurigheid hun opdracht tot doden uitvoeren. "Befehl ist Befehl". De handen van SS-kolonel Von Schrader worden steeds roder door het bloed van het stijgend aantal joodse slachtoffers. Maar zijn kille geest registreert feilloos het naderend einde van het Derde Rijk. Hij neemt tijdig zijn maat regelen om vergelding te ontlo pen. Met wat chantage en plasti sche chirurgie wordt de joden- verdelger zelf jood: Benjamin Grossman is qeboren. De auteur laat het lot een grillig spel spelen. Grossman kan het op Zwitserse banken gedeponeerd kapitaal niet bereiken. Tegen wil en dank komt hij in Israël terechten wordt daar - oh. wrange ironie - een geacht medeburger. Hij klimt zelfs op tot een zeer hoge officiers rang in het Israëlisch leger Van Deyssel was een Tachtiger. Dat wil zeggen dat hij in de tachtiger jaren van de vorige eeuw met en kele anderen (Kloos, Van Eeden etcetera) een nieuw letterkundig tijdschrift oprichtte (De Nieuwe Gids) en een frisse wind door het literaire Holland liet waaien. Er kan geen twijfel over bestaan: als Prick niet bestond dan be stond Van Deyssel niet of nau welijks meer. Waarom Van Deys sel zonder Prick nog zou kunnen bestaan is vanwege zijn Scheld kritieken. Waarom deze kritieken zo heten, is niet bekend. Zij ver schenen in tijdschriften en gin gen behoorlijk te keer. Zo te keer dat als de lezer de kritieken heeft gelezen, hij mij voortaan als een halfzacht doetje zal beschouwen. Prick heeft onlangs al deze kritie ken, uit de tijdschriften en onge publiceerde handschriften, in één boek bij elkander gebracht. Met, uiteraard, aan het slot van het boek tachtig bladzijden aan tekeningen van de tekstbezorger Fantastisch Het is een fantastisch boek. Zo ging dat er dus aan toe, aan het einde van de negentiende eeuw: schel den en nog eens schelden! Een stukje eruit. Uit Van Deyssels kritiek op Van Sorgen's boek Porcelein (1890): Van Deyssel vindt Van Sorgen: 'een allergod- delijkste naive dot, een hondje, Maar hij kan zich niet losmaken van de schaduw van zijn verle den. Die achterhaalt hem zelfs als zijn eigen zoon een studie gaat maken van het gedrag van SS-ers in joodse concentratiekampen.... Robert Fish laat natuurlijk het toe val veel doen in zijn verhaal. Het is hier en daar zelfs de sterkst be palende factor. Maar de personen die door deze storm van het lot heen en weer worden gezwiept komen heel levensecht over. We zens van vlees en bloed die veran deren met de omstandigheden De last van een gruwelijk verleden kan nooit worden af geschud, ver geving op zulke zonden lijkt nauwelijks mogelijk. Maar toch kunnen we Robert Fish volgen als hij de hoofdpersoon in zijn décor langzaam laat reformeren van bruut beest tot brave burger. Een Eichmann zal nooit meer vrij zijn te pleiten van de dood van ontelbare joden. De door Robert Fish geschapen Von Schrader is ook niet los te zien van de onmen selijke kilheid waarmee hij vele joden de gaskamers instuurde. Maar de Robert Grossman die aan het slot ten onder gaat aan zijn verleden is toch een andere fi guur. Gewaardeerd? Gerespec teerd? Sympathiek? Robert Fish laat zijn lezers met die vraag achterkan zo'n mens-tus- sen-aanhalingstekens ooit nog sympathie verwerven? KOOS POST Alleen voor d;t prachtige stukje va- derhaatproza moet de lezer ach ter die stomme televisie vandaan komen, zijn beurs pakken, naar de boekhandel rennen en vragen naar De scheldkritieken van Lo dewijk van Deyssel. Het zal wel weer heel lang duren voordat ik opnieuw zo enthou siast kan worden. Op de tandem van Van Deyssel Prick kan de lezer lekker lang literair fietsen. Een heel best boek! BOUDEWIJN BUCH. Lodewijk van Deyssel: De scheld kritieken, Arbeiderspers, Am sterdam 1979. "Knopen waar je wat aan hebt". Eric C. Fry. Uitg. Hol- landia. Prijs f. 1650 Het boek maakt de jachteigenaar vertrouwd met het splitsen van touw. staaldraad en een aantal de coratieve knopen. "Jachtnavigalor langs de kust". Kenneth Wilkes. Uitg Hollan- dia. Prijs f. 31 SO Een handboek voor de bezitters van zeegaande jachten die iets willen opsteken van de kustnavigatie of hun kennis willen aanvullen. "Flank Ademhaling". Uitg. Te- leboek. Prijs f. 1290. Conditieverbetering volgens de Del Ferromethode. Zangpedagoog Len del Ferro meent dat flanka demhaling positieve invloed heeft op sportprestaties. Na toepassing van deze ademhalingstrainmg bij Knetemann, Lubberding, Krol, Tahamata, Kruize en Jan Raas constateerde een medisch team van de Mariastichting in Haarlem inderdaad een positieve invloed op de conditie van de proefkonij nen. "De Kruidendokter"Arie van der Lugt. Uitg.Teleboek. Prijs f. 18.90. De barre avonturen van kruiden dokter Willem van de Moosdijk, opgetekend door streekroman- schrijver Arie van der Lugt "Beatrix, onze jonge koningin". Uitg .Zomer en Keuning .Prijs f. 1390. Een fotoalbum (130 foto's) met een uitvoerige en boeiende inleiding van de hand van dr. Willem Drees Sr. "De Zwarte Magiër". Richard Carlyon. Uitg. Frees Spirit. Een spannend jongensboek dat zich afspeelt in de middeleeuwen. Het verhaal is gesitueerd in Kemow, de oude naam voor het deel van Engeland dat thans Cornwall heet "Elseviers Groene Almanak". Dieneke van Raalte. Uitg. Annoventura. Prijs f. 1490. Bloemen- en plantenverzorging in huis en tuin van lente "80 tot lente '81. En - uiteraard - vele laatste nieuwtjes op tuingcbied. "De Vaderlandse Club (1929-1942) Dr. P J. Droogle ver. Uitg. Wever. Prijs f .75.- Totoks om de Indische politiek, de auteur promoveerde met dit proefschrift aan de Rijksuniversi teit te Utrecht. "Het kind in gezin en samenle ving". Dr. R. W. M. Croughs. Uitg. Wever. Prijs f. 35.- Kinderarts Croughs, gespeciali seerd zowel in de kinderendocri- nologie als in de genezing en pre ventie van stoornissen in de groei en ontwikkeling van het kind, richt zich direct tot ouders en op voeders, waarbij vaktermen zo veel mogelijk zijn vermeden. Zyn boek is niet bedoeld als een soort vraagbaak voor opvoed kundige problemen, maar wil een bijdrage leveren aan een her nieuwde bezinning op de wezen lijke psychologische behoeften van het jonge kind. "Ga maar rustig slapen". Louis Frequin. Uitg. Corrie Zelen. Pnjs f. 1990. "Kinderen- ja of nee' Ingrid KluverslRuut Veenhoven. Uitg. In den Toren. Prijs f. 2250. In dit boek komen mannen en vrouwen aan het woord, die ver tellen waarom ze wel of geen kin deren willen of wilden. "Kabouter Flap-uit boek". Uitg. Van Holkema en Wa- rendorf. Pijs f.1690. Een byzonder leuk prentenboek voor de doe-het-zelf-kleuter. want bijna alles is uitklap- en be weegbaar. "De ontsnapping". Spencer Danmore Uiig. Hollandia. Prijs f27 90. Oorlogsroman. Neergeschoten Lan caster komt in Duitsland terecht. Na een moeizame vlucht probeert een sergeant-vlieger met een ge kaapte Messerschmittjager de geallieerde linies te bereiken. "Voordelig varen van A tot Z". Bill Beavis. Uitg. Hollandia. Prijs f1890. Goedkope oplossingen voor dure onderhoudskosten. Een met hu mor geschreven boek voor de wa tersporter. "De Zeewolf', Jack London. Uitg. Locb en Van der Velden. Prijs f29 90. Herdruk van Jack Londons al vele malen verfilmde avonturenro man. "Als een helder kristal". Jog- chum DxjkstralDalvatore Cantore. Uitg. De Toorts. Prijs f 1490. Zien door Yoga Pataryali, vertaald uit het Sanskriet. "Analyse van de chaos". Dr. J. Kreugel. Teleboek. Prijs f3250 Vrijmoedige gedachten over onze samenleving "Wachten op later Gillian Marftn. Uitg. Holland ia. Prijs f 2250. Een huwelyk met vallen en opstaan. (Roman) 1000 Tips voor de honden vriend Eberhart Tm mier. Uitg. Wereldvenster. Prijs J 3750 Antwoorden op dagclyks terugke rende vragen.van de aanschaf van een hond tot de problemen over gezondheid en voeding. 'Schnkkelboek Ivo de Weerd. Uitg. Leopold Prijs 1990. Verhalen, gedichten en spelletjes ooi ingon O., i Lodewijk van Deyssel heette in het echt K. J. L. Alberdingk Van Deyssel was een Tachtiger. Dat Thijm. Hij kwam uit een goed rooms nest en stierf in zeer wil zeegeI\dat hji 'n de tachtiger hoge ouderdom op 26 januari 1952. In de laatste jaren van kaeTenamreren7KllorvanTedenn zijn leven raakte Van Deyssel bevriend met een aardige, etcetera) een nieuw letterkundig Zuid-Limburgse jongen. Zelfs zo bevriend dat in 1952 het tijdschrift oprichtte (De Nieuwe gigantische archief van de auteur het huis van de jonge- Gids) en een frisse wind door het man (te Vaals) werd binnengedragen. De jongeman, die 1 erane 0 dn 'e WJtUen' nog steeds leeft, heet Harry G. M. Prick. En hoe langer de Er kan geen twijfel over bestaan: tot man geworden jongeman leeft, hoe meer boeken er a!s (!r'c,k nj?1 bestond <)an be- van èn over Van Deyssel gedrukt zullen worden. weh.ksmeer. Waarom VanDev^ Prick heeft namelijk een levens werk gemaakt van het ledigen, uitzoeken, van voetnoot voorzien en uitgeven van de tientallen ar- chiefkisten. Tientallen boeken, honderden artikelen, radiocause rieën en redevoeringen heeft Prick de lezer en de luisteraar ge schonken. Die gaan allemaal over Van Deyssel. En ze zijn allemaal even mooi, leesbaar en voortref felijk. Lodewijk van Deyssel een kippetje, een kneuterig ge zellig molletje van een deftige au teur-amateur. Je bent onover trefbaar, beste keerel, zoo knus, zoo poetig, zoo honneponnig, je bent 'n snoes, 'n pier, 'n pa-pa- papzak, 'n salamander om mee uit vi-visschen te gaan, 'n knolli- ge alikruik, 'n alias-zat-in-de- kast-en-z'n-moeder-dacht-dat-'t- brood-was, 'n kiek-kiek-knip- perdolletje, 'n stommetje-stom- metje-onder-de-deken-van- niet-te-lachen-en-n iet-te-spreken' niet-te-lachen-en-niet-te-spre- ken' Is zo'n kritiek nou niet om te li-la- lachen? Is een boek met bijna driehonderd bladzijden van dit geraas nou niet fi-fa-fantastisch? Het commentaar is, zoals altijd bij Prick, volledig, uitputtend en zo leesbaar dat ik in het geval van de boeken van Van Deyssel-Prick eerst de voetnoten lees. Want Prick's voetnoten zijn kleine, ju- welerige essaytjes. Op bladzijden 305 tot 310 heeft Prick gepro beerd een brief van Van Deyssel aan zijn vader te verstoppen. Dat is Prick niet gelukt. Ik heb deze brief - een nooit verzonden scheldbrief - gevonden en gele zen. Welnu: als mij gevraagd zou worden wat de beste scheldbrief, die ook nog geestig klinkt, is die ik ooit gelezen heb, dat zeg ik dé ze brief. "De vis en de jongen". Dolf Verroen Illustraties: Ton Frederiks Uitg.: Leopold Prijs: 13,50 Het boek De vis en de jongen, aangekondigd als een heden daags ouderwets-griezelig sprookje voor alle leeftijden, heeft nogal wat negatieve reacties uitgelokt. Het gaat dan ook om een niet alledaag se gegeven: het vangen, voor consumptie gereed maken en opeten van een jongen door een aantal vissen! Een groot aantal critici vond dit thema vooral voor jonge kin deren wat al te cru. Waarom is zo'n omgekeerde gang van zaken zo schok kend? Mag er alleen maar met dieren gedachteloos worden omgesprongen? Terecht dat Dolf Verroen zijn boek aanbeveelt voor alle leeftijden, en niet alleen voor kinderen. Kinderen plegen in het algemeen verstandiger en barmhartiger met dieren om te gaan dan volwassenen. Waar gaat het boekje over: Een jongen wordt, aangetrokken door een dampende zak patat als aas, gevangen door een vis. Eenmaal binnengehaald verdringt de hele vissenfami- lie zich om de buit. De trotse vanger eist het piemeltje voor zich op, "want dat is het lek kerst". Vervolgens wordt de jongen uitgekleed, onthoofd en schoongemaakt. Eén van de vissenkinderen barst in snik ken uit omdat hij het zo zielig vindt. "Welnee", antwoordt zijn moeder. "Mensen zijn toch geen vissen? Mensen hebben toch geen gevoel?" En hopla, ze kwakt de benen in de pan Duidelijk, maar nergens eng of luguber, laten de illustraties alles zien, van vangst tot con sumptie. De begeleidende tekst van Dolf Verroen is Dl simpel maar doeltrellend. Als het boekje goed geïntrodu ceerd wordt, geloof ik niet dat een kind er nachtmerries van zal overhouden. De tekenin gen en het verhaal zijn ner gens op grove effecten uit. Juist zo'n verhaal leent zich prima om samen met kinde ren over te praten. En wie weet, zet het volwasse nen ook wel aan het den ken "Wedden dat ik durf Anke de Vries Illustraties: Dick van der Maat Uitg: Lemniscaat Prijs: 17,50 "Ik schrijf het liefst over din gen, die echt gebeurd kunnen zijn", zegt kinderboeken schrijfster Anke de Vries er gens in een interview. Dat laat ze heel duidelijk merken in haar laatste twee boeken, "Bij ons in de straat" en "Wedden dat ik durf', geschreven voor jonge kinderen. Alledaagse gebeurtenissen van gewone mensen beschrijven kan gauw ontaarden in priet praat. Maar Anke de Vries heeft dat weten te vermijden. Boeiend beschrijft ze de bele venissen van een aantal kin deren en hun familie in een straat. Belevenissen die wel iswaar niet schokkend zijn, maar toch op elk kind invloed hebben. Centraal staat het meisje Flo- rien, dat verhuisd is naar een andere straat en daar een nieuw vriendje krijgt, Kees. Het boek "Wedden dat ik durf' begint met de aankomst van het andere vriendje van Kees, Pieter, die uit logeren was. Florien is bang dat ze er nu niet meer bij zal horen, maar dat valt reuze mee. Verder maken we kennis met personen die Florien na aan het hart liggen, zoals tante Geertje en oom Bart, de ou ders van Pieter. De moeder van Florien heeft een pop- penwinkel en woont samen met vriend Herman. Herman en Florien kunnen het uitste kend met elkaar vinden. Dat blijkt vooral wanneer haar moeder bij een vriendin gaat logeren, en Herman en Flo rien het rijk alleen hebben. Na zich vol gegeten te hebben met patat en een filmbezoek is Florien doodmoe. Midden in de nacht schrikt ze wakker uit een nachtmerrie met een soort heks. Heks Hennan komt af op haar gehuil. "De heks", snikte Florien. "d'r zit een heks op mijn kamer". De reactie van Herman zal niet ieders goedkeuring weg kun nen dragen, maar blijkt voor Florien de juiste therapie. "Er uit, jij lelijk loeder, zo. ik pak je bij je lurven en ik sleep je bij je haren de trap af. Je krijgt een flink pak rammel met de bezemstok". Florien gaat twijfelen: "D'r zat geen heks in mijn kamer, hè?" "Dromen lijken soms heel echt. Je zou me nooit hebben geloofd als ik je had verteld, dat er niemand in de kamer was. Nou. daarom heb ik die droomheks naar de straat geschopt antwoordt Herman. Florien waardeert dat wel. "Ik vind je lief zegt ze. "Als mama niet me je wil trouwen, doe ik dat wel later". "Maar toch hoop ik dat mama wel wil", vervolgt ze. "Ik ook, dan heb ik jullie allebei", al dus Herman. Dat lijkt Florien ook beter. Het halen van bus verf vormt de inleiding tot de kennisma king met een "echte heks", waar Florien al eens eerder wat over gehoord had. Samen met Pieter komt ze langs het huis, waar de vermeende heks zou wonen. De deur staat op een kier Wedden dat ik durf? Uitgedaagd door Pieter stapt ze met bon zend hart naar binnen. In het huis woont een verwaarloos de oude vrouw in een onbe schrijflijke bende. Ze blijkt nog jarig te zijn ook! Dat moet gevierd worden. Herman neemt "oma" mee naar huis en ze maken er met z'n allen een feest van. Tot slot gaat de hele familie "Reutemeteut inclusief "Oma Reuteme teut", voor een dagje naar het strand. Een verhaal waar voor kinderen veel in te herkennen valt. Het is nergens saai of truttig, maar blijft leuk om te lezen. Het boek is geschreven voor kin deren vanaf 7 jaar en het taal gebruik pas daar uitstekend bij: korte zinnen en afgeronde hoofdstukken. Beslist aan te raden dit verhaal, dat niet di rect over allerlei maatschap pijproblemen gaat. maar toch laat zien dat ook in het gewo ne, alledaagse leven genoeg te vinden is om eens wat kriti scher over na te denken. MARGOT KLOMPMAKER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 11