HERRIfgg
HINDERT
.STILLEVEN'
Mercury Capri: voor de liefhebber
„Öe Klepperdoos"
7'
Met olie zou men brandstof kunnen besparen
Vluggen die
luilen en
slangen
Wat is geluid eigenlijk..?
die balken.
Dit schilderij is een
-
Door de geluidsbarrière
Stille
wateren...
n
BEN
JE
SOMS
DOOF
Fords probeersel II
ATERDAG 29 MAART 1980
PAGINA 35
De KlepverdouS ncdoeld Wa je ook iels in "De Klepper
voor jonge lezers, komteUe 2a- doos- kwijt? Schrijf dan naar:
terdvg in d.zc krallt. Medewer- Redactie Klepperdoos, Wille
kers zijn Arneloes BronsgeestSingel 1, Leiden.
Henk de Kat, Marijke Kool en
Jaco van Roon
Geluid is een trilling van de lucht. In je oor zit een heel gevoelig vlies, dat gaat meetrillen. Die trillingen
gaan weer verder het oor in via een heel mooi, maar ingewikkeld "systeem". Tenslotte komen die
trillingen uit bij een zenuw, die het geluid als het ware doorseint naar je hersenen. En zo "hoor" je dan.
Zoals je misschien weet, heb je lage trillingen (bijvoorbeeld van een hoempa-trompet) en hoge trillingen
(met piepschuim over een raam krassen). Mensen kunnen niet alle trillingen horen. Honden bijvoor
beeld kunnen nog wel de hoge tonen horen, die wy niet meer opmerken.
)ieren maken verschil
lende geluiden. We
hebben daar allemaal
namen voor. Het geluid
dat een duif bijvoor
beeld maakt, noemen
we „koeren",
lieronder vind je een rij
tje met dieren. Daar
naast staat een rijtje
geluiden. Maar: ze staan
niet op de juiste plek.
Weet je het goede ge
luid bij elk van de die
ren te vinden?
Vluggen
Huilen
Olifanten
Brommen
Koeien
Brullen
Kikkers
Klepperen
Hazen
Snateren
Ezels
Zoemen
Beren
Knorren
Leeuwen
Miauwen
Ganzen
Trompetten
Ooievaars
Blaten
Slangen
Balken
Schapen
Loeien
Varkens
Klagen
Katten
Sissen
Wolven
Kwaken
Maak niet zo'n herrie. Stop met dat la
waai.
Maar wanneer is iets lawaai? Dat is voor iedereen ver
schillend. Oudere mensen klagen meestal eerder over
herrie dan kinderen zelf. Bijvoorbeeld over het geluid
van een bal die steeds tegen een muur wordt getrapt of
gegooid. Dat dreunt dan door. Je hebt kans dat men
dan boos naar buiten komt.
En neem een brommer. Die dingen kunnen knap la
waai maken. Jongens en meisjes met een brommer
vinden dat zelf vaak een "lekker" geluid. Maar de bu
ren denken daar wel eens anders over.
Misschien ken je uit je eigen buurt een drukke weg
waar de huizen vlak langs staan. De mensen die daar
wonen hebben waarschijnlijk niet veel zin om de ra
men aan de straatkant open te zetten. Dan zitten ze
helemaal met die autoherrie.
Veel mensen vinden dat de wereld te lawaaierig is ge
worden. Als het even kan ontvluchten ze de herrie, om
bijvoorbeeld in een bos te gaan wandelen. Dan wordt
wel eens gezegd: "Je kunt hier de stilte horen." Dat is
vaak zo in de natuur. Eigenlijk is er een heleboel geluid
(fluitende vogqls, ruisende bomen), maar dat (zachte)
geluid werkt jüist rustgevend.
Je maakt ook wel mee dat mensen zich ergeren aan
muziek. Vaak is dat omdat ze die muziek niet mooi
vinden. Terwijl iemand die een "goede plaat" opzet het
geluid dan juist extra hard wil laten overkomen.
Hier in Nederland wonen we eigenlijk vlak op elkaar.
Het kan daarom geen kwaad om een beetje rekening
met elkaar te houden. Als jij bijvoorbeeld wilt slapen,
dan vind je het ook niet leuk als de buren net met een
boormachine aan de gang gaan.
Daarom: "Laten we zacht zijn voor elkaar." Dat is een
advertentie die je wel eens ziet in kranten en weekbla
den. Waarmee wordt bedoeld: denk ook eens om ande
ren als je veel kabaal maakt.
--v.
Een schilderij zoals je hier boven ziet, wordt een „stilleven" genoemd. Meestal zie je op zo'n schilderij fruit,
bloemen, een vaas, of ook wel andere voorwerpen.
Veel mensen vinden zulke stillevens mooi. Omdat ze vaak knap zyn geschilderd. „Net echt", zeggen ze dan.
„Moetje zien hoe mooi dat is gedaan".
In vroeger tijden maakten de Grieken en Romeinen al van zulke stillevens. Ook in Nederland werden, zo'n 200 tot
300 jaar geleden, heel veel stillevens op het doek gezet.
Als je naar een museum gaat waar schilderijen hangen (bijvoorbeeld naar museum „De Lakenhal" in Leiden)
moetje eens proberen of je stillevens kunt ontdekken. Er mogen op zo'n stilleven dus geen levende wezens
(mensen of dieren) voorkomen.
"Zo, die gaat door de geluidsbarrière"Als mensen dat van een
straaljager zeggen, heb je waarschijnlijk vlak daarvóór een fikse
knal gehoord. Het vliegtuig heeft dan e>n snelheid bereikt van
ruim. 1000 kilometer per uur. Om te vergelijken: als je met een auto
op de grote weg rijdt, heb je meestal een vaart van zo'n 100
kilometer per uur. Een straaljager vliegt dus tien keer zo hard, als
hij door de geluidsbarrière gaat.
"Stille wateren hebben diepe
gronden".
Dat hoor je wel eens zeggen.
Meestal slaat dat op iemand
die nooit veel zegt, maar die
ineens (omdat je het niet ver
wacht van zo iemand) hele
aardige of bijzondere dingen
blijkt te doen. Er zijn nog wel
meer uitdrukkingen en ge
zegden met het woord "stil"
erin. Hier komen er een paar:
Muisstil: het is muisstil in de
klas. Je hoort bijna niets.
Zo stil dat je een.speld kunt
horen vallen: dat is ongeveer
hetzelfde als "Muisstil".
Stilletjes aan: doe maar stil
letjes aan, doe het maar op je
gemakkie.
In stilte lijden: pijn hebben, of
verdriet, of zorgen, maar het
toch niet laten merken aan
anderen.
Stilte voor de storm: een wat
dreigende, broeiende stilte,
voordat het tot een uitbar
sting komt.
Ik den}c dat jouw vader of
moeder dat ook wel eens te
gen je zegt. Waarschijnlijk
op wat boze toon. Omdat je
niet luistert, bijvoorbeeld.
Terwijl er al een paar keer
iets aan je is gevraagd.
Natuurlijk weten ze best dat je
niet écht doof bent. Maar
sommige kinderen en oudere
mensen zijn dat wél. Doof.
Die horen helemaal niks.
Geen gesprekken. Geen mu
ziek. Niet de auto's die op
straat komen aanrijden.
Niets. Zij leven altijd in stil
te.
Misschien zijn er doven die dit
stukje lezen. Zouden zij eens
voor deze kinderrubriek wil
len schrijven wat het bete
kent om doof te zijn? En hoe
het bijvoorbeeld moet met
lessen op school. En hoe je
andere mensen toch kunt be
grijpen, ook al kun je niets
horen.
Als d at kan, brieven graag deze
week naar "De Klepper-
doos".
Alweer een middeltje om
brandstof te besparen.
Tegenwoordig lijkt alles aan
energiebesparing te worden
opgehangen. Soms heb ik het
gevoel datje helemaal zonder
benzine kunt rijden als je alles
maar gebruikt wat de ver
schillende fabrikanten je
aanbevelen.
In dat koor yan oliebesparende
produkten heeft zich nu de
olie van Marly gevoegd. Een
tot nu toe in ons land nage
noeg onbekend merk. In
Frankrijk en Belgiè kan men
het daarentegen vaak tegen
komen.
De firma Rhiwa-Hartomex uit
Vlaardingen wil dat versprei
dingsgebied gaan uitbreiden.
Nederland kent al zo'n dertig
soorten motorolie. Er kan er
nog best één bij. Waarom
niet? "Black Gold" is wat mij
betreft welkom.
Maar de mannen van Rhiwa-
Hartomex zeggen niet ge
woon: "Kijk, beste automo
bilisten van Nederland, hier is
de eenendertigste oliesoort.
Ook een beste....".
Neen, ze zeggen dat als men dat
zwarte goud" in de carter
gooit men vier tot tweeën
twintig procent brandstof
kan besparen.
Tja, dan roept men een weer
woord op. Dan kan men bij
een min of meer massale pers
introductie van dat zwarte
wondermiddel de nodige kri
tische geluiden verwachten.
"Met alle respect, is dat ene
Amerikaanse rapport dat u
kan overleggen wel voldoen
de?".
En: "Waarom heeft de Belgi
sche KNAC gewone mensen
met gewone auto's en
vrachtwagens op gewone we
gen laten rijden? Dan zijn er
toch teveel ongewisse facto
ren zoals de situatie van weg
en verkeer en de rijstijl van de
betrokkenen".
Toch is de importeur van Black
Gold niet van plan bijvoor
beeld een wetenschappelijk
instituut als TNO in te scha
kelen. "We kunnen toch niet
in elk land waar we dit pro-
dukt uitbrengen eenzelfde
onderzoek laten uitvoeren".
De persmensen - en via hen
ook het autorijdend publiek -
moesten dus genoegen ne-
Meer "additieven", zoals de
hulpmiddeltjes worden ge
noemd die aan olie worden
toegevoegd. En dat is in dit
geval vooral de z.g. kolloïdale
grafiet. Een allang bekend
middeltje in de oliewereld
maar Marly zegt het in'veel
grotere concentratie toe te
passen.
Vandaar die zwarte kleur. Van
daar ook die betere smering.
Wryving betekent weerstand
en in de autowereld is brand
stof nodig om die weerstand
te overwinnen. Hoe meer
weerstand hoe meer brand
stof.
Marly zegt dat Black Gold door
de betere smering die wrij
ving kleiner kan maken en
dat zou dus minder brandstof
betekenen. In het stadsver
keer is bij een laag toerental
de wrijving het grootst. Daar
zou dus voor Black Gold de
grootste winst zijn te behalen
(tot 22 pet). Op de snelweg
veel minder (maar minimaal
toch nog vier procent). Dat
alles volgens de gegevens van
Rhiwa-Hartomex.
Een liter Black Gold kost wel
een paar gulden meer dan an
dere merken, maar Rhiwa re
kent soepeitjes voor dat zo'n
anderhalf procent brandstof-
besparing al voldoende is om
dat terug te verdienen. Tel uit
dus de winst. Als het allemaal
klopt.
In het marmeren paleis van
Hessing in De Bilt is de Mer
cury Capri tussen de echte
"slagschepen" van Ford en de
Rolls Royces slechts een be
scheiden wagentje maar in
het dagelijks verkeer is deze
luxueuze Mustang nog altijd
een buitenbeentje.
Minder onstuimig, minder ex
treem dan vroeger maar toch
een kar waarmee men de blits
kan maken, zoals dat in po
pulair jargon schijnt te heten.
Een wagen die mede daar
door in bepaalde milieus zo in
trek was dat hij een minder
gelukkig stempel kreeg op
gedrukt. En het zal nog wel
even duren voor hij dat
"luchtje" kwijt is.
De buitenkant mag dan wat rus
tiger - wat mooier ook - zijn
geworden, van binnen barst
het nog van de bombarie. Een
cabine behangen met toeters
en bellen. Die meer aan een
cockpit dan aan een auto doet
denken. Maar als we het af
schuwelijke namaak-noten-
hout even vergeten is dat toch
de cabine van de toekomst....
Want de elektronica is aan een
onstuitbare opmars begon
nen. In den brede liggen de
Amerikanen wat dat betreft
een straatlengte voor op de
concurrentie. Zij kennen alle
foefjes en snufjes al.
Zoals uitgebreide controlepa
nelen met als klap op de
vuurpijl een controle op die
controle.
En een digitaalklokje dat door
een druk op een knopje ook
kan vertellen hoe lang men
onderweg is, via andere
knopjes hoe lang men nog
moet rijden, welke snelheid
men moet rijden, enfin gege
vens die niet altijd noodzake
lijk zijn maar soms hun nut
kunnen hebben.
Op het stuur zitten dan nog een
paar knopjes waarmee men
een constante snelheid kan
vastzetten zodat men op lan
gere afstanden alleen nog
maar behoeft te kijken en zo
nodig te remmen. Men zou
bijna zeggen: een kind kan
die was doen.
Hoe opvallend en dominerend
ook: het zijn slechts details.
Zeer ondergeschikte details
zelfs. De hoofdzaak is immers
dat men voor om en nabij 25
of 28 mille (afhankelijk of
men een 6 cilinder 3,3 liter
motor wil of een 8 cilinder 4,2
liter) een imposante wagen
koopt.
Die voorin voortreffelijk zit
maar door de smalle achter
bank achterin weinig comfort
biedt.
Die door de sterke stuurbe
krachtiging erg licht, soms
zelfs wat te licht bestuurbaar
is.
Die door een starre achteras nog
wel eens levendig is maar
verder uitstekend op de weg
ligt.
Die een sublieme automaat
heeft, waarmee men zelfs bo
ven de 100 kilometer per uur
nog het zogenaamde kick
down effect kan bereiken.
Die door zijn sterke motor een
niet genoeg te roemen over
maat aan kracht heeft waar
door het rijden heerlijk soepel
en gemakkelijk verloopt.
Daar zijn top nauwelijks im
ponerend is (amper boven de
160 kilometer per uur) zal zo'n
sterke krachtbron ook wel
lang meegaan.
Maar de achtcilinder, die ik heb
gereden, was wel verschrik
kelijk dorstig. Het kostte me
veel pijn en moeite om één op
zeven te halen.
Nu zijn er meer wagens die zo
kwistig met de brandstof om
springen. Maar dan hebben ze
meestal kapitale benzine
tanks.
Op het getekende autootje op
het controlepaneeltje ging in
de Mercury Capri echter
meermalen het rode lampje
op de plaats van de benzine
tank al branden bij 220 kilo
meter op de dagteller.... En
dan ben ik zo dat ik zo'n irrite
rend lichtje zo snel mogelijk
wil doven. Dus naar de benzi
nepomp.
Ik moet me echter niet inden
ken dat ik met zo'n wagen op
een drukke toeristische zon
dag op weg ben naar de zui
delijke zon. Dan sta ik uren in
de rij....
Dat is de (dure) tol die men voor
zo'n wagen-voor-de-liefheb
ber moet betalen. Want men
begrijpe mij goed: het is een
heel aparte kar. De typisch
zachte Amerikaanse vering
die men in veel van die zee
schepen-op-wielen kon te
genkomen is niet meer in de
ze Mercury Capri. Maar voor
het overige is het nog een ech
te Amerikaan. Met de nodige
en onnodige bombast, die
velen nu eenmaal aanspreekt.
En wie dat leuk vindt kan in de
ze Mercury Capri veel plezier
beleven. Het gebodene is
technisch gezien weinig spec
taculair. De wagen is soms
duur in het gebruik. Maar hy
is leuk om te zien, heeft heel
wat grappige snufjes aan
boord en - wat het belangrijk
ste is - men kan er heerlijk
ontspannen in rijden. En dat
is toch wel wat waard.
Dit is de "Probe II" van Ford.
Kortgeleden maakte ik in deze
rubriek melding van de Probe
I. Een probeersel waarop de
ontwerpers van Ford hun fa n-
tasieèn hadden kunnen uitle
ven. Zonder op de centen te
hoeven letten. Futuristische
dagdromerij
Deze Probe II (door Ford in
Amerika geconstrueerdis
een vervolg daarop. Waarbij
ook op de praktische haal
baarheid moest worden gelet.
In Genève was onlangs te zien
dat de resultaten dan heel wat
minder spectaculair uitval
len.
Het is een mooi gestroomlijnde
wagen geworden om zo min
mogelijk luchtweerstand te
bereiken, met veel glas rond
om, verzonken ruitewissers
een spoiler achterop, wegval
lende deurknoppen en ge
maakt van zoveel mogelijk
lichte materialen.
Natuurlijk met uitgebreide
elektronische instrumenten.
Maardc "science-fiction" I als
wegklapbaar instrumenten
paneel, computer gestuurd
ontspanningspaneel, half
achterover-klapbare stoelen
ed.) die men in de Probe I nog
kon zien laat in de Probe II
verstek gaan.