Een vreemdeling in zonnestelsel
De baan van Chiron (dikke cirkel) op de plattegrond
van het zonnestelsel. Als dunne concentrische cirkels
zijn de banen van Aarde (A), Mars (M) (CERES) de
grootste van de planetoïden die in banen tussen Mars
en Jupiter draaien, voorts Jupiter (J), Satumus (S) en
Uranus (U). De stippen in die banen geven de posities
weer van de betrokken planeten op 1 januari jl.
Buiten de baan van Uranus vindt men nog de banen
van Neptunus en Pluto, die niet in de tekening zijn
weergegeven
Binnen de baan van de Aarde bevinden zich de banen
van Venus en Mercurius, die evenmin zijn getekend.
Door Piet Bok
ZATERDAG 29 MAART 1980
Duizenden jaren is de mensheid be
kend met de meeste planeten, die
in een enorme platte schijf om de
zon wentelen: Mercurius, Venus,
Aarde, Mars, Jupiter en Satumus.
Van Uranus, Neptunus en Pluto
wist men niets. Slechts de moder
ne kijkers brachten meer aan het
licht: Uranus werd op 13 maart
1781 ontdekt door Herschel op een
afstand van de zon van ongeveer
2.872.000 km. en een omlooptijd
van maar liefst 84 jaar.
Daarop volgde Neptunus, de achtste
planeet die in 1846 ontdekt werd
door Galle, die daarbij steunde op
rekenwerk van Leverrier: gemid
deld 4.490.000 km van de zon in een
baan die in 164,8 aardse jaren werd
doorlopen.
De negende planeet Pluto op een af
stand van 5.910.000 km van de zon
werd pas na een jarenlange speur
tocht in 1930 ontdekt door de Brit
se astronoom Lowell. Een omloop
om de zon neemt voor Pluto onge
veer 248 jaar in beslag en sinds
haar ontdekking heeft zij dus
slechts ruim éénvijfde van die
baan afgelegd.
Niettemin heeft men al vrij nauw
keurig de baan weten te berekenen
en die blijkt zeer afwijkende ele
menten te tonen: het baanvlak
wijkt sterk af van de andere
baanvlakken en voorts snijdt de
baan die van Neptunus en staat
dus af en toe dichter bij de zon van
deze planeet. Men vermoedt dan
ook dat Pluto niet van oorsprong
een planeet is maar een maan van
Saturnus die door Jupiter uit haar
baan getrokken is. Tegen deze
theorie sprak echter de omvang
van Pluto die een doorsnee heeft
van 4500 km of minden slechts één
van de manen van Saturnus, Titan
heeft een vergelijkbare grootte.
Kortom met negen planeten of mis
schien zelfs slechts acht moeten
wij het doen al zet het zoeken naar
een tiende planeet binnen de baan
van Mercurius of buiten die van
Pluto nog gestaag door. De naam is
al gegeven: Vulcanus.
Chiron
De ontdekkingsfoto van Chiron, als een bewegend
streepje met witte pijl aangegeven) temidden van stil
staande stippen die de sterren aangeven.
Ook op foto's van 1895 is Chiron op een dergelijke
manier herkenbaar maar hij werd toentertijd niet als
zodanig onderkend. Voor die tijd werd er met veel
gebrekkiger technieken nog niet zo erg veel van de
sterrenhemel gefotografeerd, zodat er geen vroegere
opnamen bekend zijn. Het is echter niet uitgesloten,
dat Chiron al veel langer in het zonnestelsel vertoeft.
Naarmate dit langer is geweest, is de kans kleiner dat
het om een ruimtevaartuig gaat.
De laatste jaren hebben ons geleerd dat met de ontdekking van Pluto de reeks van
ontdekkingen binnen ons zonnestelsel, ons kosmische achtertuintje, nog geens
zins is uitgeput. Er zijn de laatste jaren, mede dank zij de ruimtevaart, vele manen
van Jupiter en Saturnus ontdekt terwijl voorts werd vastgesteld dat niet alleen
Saturnus maar ook Uranus en Jupiter ringen hebben.
Maar in 1977 werd door de
astronoom Charles Kowall de
meest opzienbarende ont
dekking van de laatste jaren
gedaan, oorspronkelijk dan
ook Object Kowall genoemd,
later herdoopt in Chiron. Het
is een klein hemellichaampje
dat om de zon draait tussen de
banen van Saturnus en Ura
nus op een afstand van 8,5 tot
18,9 astronomische eenheden
van de zon. De omloop om de
zon duurt 50,7 jaar.
Chiron heeft een diameter van
160 kilometer en is daardoor
veel te groot voor de kern van
een komeet en ook veel te
groot voor een doorsnee pla
netoïde. Het is niet bekend
wanneer Chiron een deel van
ons zonnestelsel is gaan uit
maken. Wel is bekend dat
Chiron zelfs al op fotografi
sche platen uit 1895 is ver
eeuwigd maar toen voor een
kleine ster werd versleten.
Vijfentachtig jaar is Chiron
dus zeker al deel van ons zon
nestelsel, misschien veel lan
ger.
Uit de baanelementen kan na
melijk worden opgemaakt
dat Chiron een tijdelijke gast
is in het zonnestelsel en daar
uit binnen een miljoen jaar
weer zal vertrekken. Hij zal
dan vermoedelijk door de
zwaartekracht van Jupiter uit
zijn baan worden getrokken
en weer verdwijnen.
Instabiel
Waarheen? Geen flauw idee.
Waarschijnlijk terug naar zijn
plaats van herkomst, de ijle
en lege ruimte tussen de ster
ren. Men weet eigenlijk nau
welijks wat zich daar tussen
de sterren bevindt. Slechts
heel enkele stralingsmetin
gen vertellen iets over de
chemische elementen die
daar te vinden zijn maar niets
over de vorm waarin. Het is
verrassend dat zich daar forse
brokken materie bevinden
die weliswaar astronomisch
gezien zeer gering van om
vang zijn maar naar aardse
begrippen zeer behoorlijk.
We moeten er niet aan denken
wat dit voor de aarde zou be
tekenen wanneer zo'n gevaar
te de aarde zou raken. Uitge
sloten is zoiets in het geheel
niet.
Wordt Clfiron door Jupiter uit
zijn baan getrokken dan is de
kans groot dat de aantrek
kingskracht van de zon met
de steen gaat spelen en deze
naar zich toetrekt. Voorlopig
is Chiron nog op een veilige
afstand van de aarde maar
bijgaande schets laat zien dat
de aarde toch wel in de geva
renzone komt wanneer Chi
ron naar de zon wordt getrok
ken.
Voorlopig is de kans daarop ui-
terst klein. Het kabinet Van
Agt kan de rit in ieder geval
nog wel uitzitten wat Chiron
betreft.
Maar dat betekent ook dat er
nog een mogelijkheid bestaat
om een ruimtevlucht naar
Chiron te programmeren. Het
zou bijzonder nuttig en inte
ressant zijn om een kijkje te
gaan nemen op een brok ma
terie uit de interstellaire
ruimte. Dat zou ons zeer veel
kunnen vertellen over de oor
sprong van het heelal. Ver
moedelijk is Chiron inder
daad een formidabele
steenklomp, maar met een
beetje fantasie kunnen we er
ook wel iets ander van maken.
Uit de schaarse foto's is niets
op te maken over de vorm van
het ding.
Bezoek
Het is zeer goed mogelijk dat
het gaat om "bezoek van bui
ten". Het kan een ruimteson
de zijn, bemand of onbe
mand. Te groot? Welnee,
want zouden wij mensen een
ruimtevaartuig naar buiten
het zonnenstelsel sturen dan
moest rekening worden ge
houden met een reis van vele
tientallen jaren, waarschijn
lijk zelfs tientallen generaties.
Chiron staat eigenlijk al
sinds de klassieke oud
heid aan de sterrenhe
mel. Hij maakte in de
Griekse mythologie deel
uit van het corps Cen
tauren. Half mens en
half paard en zoon van
Chronos en Philyra.
Een goedaardige berg
geest, de beste en een
van de meest bekwame
van zijn soortgenoten
die vooral uitmuntte
door zijn kennis van de
geneeskunde en erva
ring in het zoeken van
geneeskrachtige krui
den en de bereiding van
heilzame zalven daar
uit. Hij onderrichtte ve
le van de beroemde hel
den uit de mythologie,
onder andere Asclepius,
Iason en vooral Achillus
en vond dan ook een
plaatsje in de werken
van Homerus, de Ilias
waarin hij de bekwaam
ste der Centauren werd
genoemd.
Op dit plaatje ziet men
hem links afgebeeld met
de jonge Achilles die hij
in het lierspel onder
wees. Deze afbeelding
wordt bewaard in het
nationaal museum te
Napels.
Ondanks zijn goddelijke
relaties huisde Chiron
niet op de Olympus
maar in een grot in de
vallei Palethronion van
waaruit hij de heer
schappij voerde over de
Peion. Het krijgsbedrijf
dat hij vurig uitoefende
werd hem echter nood
lottig. Bij een achter
volging van de Centau
ren werd hij getroffen
door een verdwaalde
pijl van Heracles die ge
doopt was in het bloed
van de Hydra van Lcr-
naea.
De wond bleek ongenees
lijk te zijn en daarom
deed hij maar afstand
van de onsterfelijkheid,
iets wat men toentertijd
vrij gemakkelijk deed.
Hij deed die onsterfe
lijkheid over aan Pro
metheus en werd daarop
door Zeus als Chutter
aan de sterrenhemel ge
plaatst, waar hij dus nu
weer vertoeft.
Er bestaan nu al ontwerpen
voor steden in de ruimte die
plaats bieden aan duizenden
mensen en die afmetingen
hebben van vele kilometers.
Bovendien nemen we dan
verschrikkelijk eigenwijs aan
dat Chiron dan bemand zou
moeten zijn door wezens van
gelijke grootte met gelijke
behoefte aan ruimte voor uit
rusting van een lange reis.
Maar het kan ook best zijn dat
het om veel grotere wezens
gaat die derhalve ook veel
meer ruimte nodig hebben of
ook veel kleinere die op safe
spelen en hun hele hebben en
houwen mee slepen.
De snelheid van Chiron is ma
tig: 12 miljard kilometer in
vijftig jaar dat is 240 miljoen
km per jaar dat is ongeveer
300.000 km per dag, dat wil
zeggen 10.000 km per uur. Dat
is nog geen kwart van de
snelheid van de Apollo-
maancapsules.
Bovendien is een ruimteschip
in een baan om de zon op de
gegeven plaats heel wat waar
schijnlijker dan een blok
steen uit de wereldruimte.
Een stuk steen zou "van natu
re" al met een zekere snelheid
door de ruimte geslingerd
worden wanneer het wist tt
ontsnappen aan de aantrek
kingskracht van een of ander
ver verwijderd zonnestelsel
waartoe het oorspronkelijk
behoorde. Daarna zou het met
de uiteindelijk bereikte kos
misch gezien hoge snelheid
door de interstellaire ruimte
zweven tot het werd ingevan
gen door ons eigen zonnestel
sel.
Zou de snelheid veel hoger zijn
dan ongeveer 10.000 km per
uur dan zou Chiron niet in een
baan bij Saturnus zijn inge
vangen maar in een baan veel
dichter bij de zon of geheel
door het zonnestelsel zijn ge
schoten. Chiron zou dan ge
woon een koerswijziging zijn
ondergaan.
Logisch
Veel aannemelijker lijkt Chiron
te zijn als ruimteschip. Dan
zitten we helemaal niet met
het probleem van de snelheid.
Die zou dan oorspronkelijk
veel groter geweest zijn maar
geleidelijk verkleind met het
doel deel te gaan uitmaken
van het zonnestelsel. Het zou
volkomen begrijpelijk zijn
dat de inzittenden van Chiron
een baan om de zon hebben
uitgekozen die ligt tussen die
van Saturnus en die van Ura
nus. De meest opzienbarende
planeten van ons zonnestelsel
zijn namelijk de geringde Sa
turnus en de naar wij sinds
korte tijd weten eveneens ge
ringde Uranus.
Bovendien in de nabijheid van
de baan van Jupiter, de groot
ste der planeten die voorzien
is van de intrigerende rode
vlek. Wanneer wij mensen
eens in een ander zonnestel
sel op bezoek zouden gaan
dan kozen wij ongetwijfeld
ook voor de meest opzienba
rende hemellichamen. Bo
vendien is het de vraag of
eventuele bezoekers van een
ander zonnestelsel de klein
ste krieltjes van de planeten
Mercurius. Venus, Aarde en
Mars wel hebben gezien bij
het uitzetten van de inter
stellaire tocht. Die planeten
zijn namelijk in verhouding
tot Jupiter en Saturnus en
ook in vergelijking met Ura
nus en Neptunus zo gering en
onbetekenend dat een gepro
grammeerd bezoek nauwe
lijks te verwachten valt.
Straling
Het enige waardoor de aarde
zich onderscheidt als hemel
lichaam is de gigantische
hoeveelheid straling in het
gebied van de radiogolven.
Die straling moet tot op vele
honderden astronomische
eenheden waarneembaar en
zelfs heel opvallend zijn. De
astronomische eenheid is de
middelbare afstand tussen
aarde en zon die thans zo
nauwkeurig mogelijk is vast
gesteld op 149.505.900 plus of
min 300 km. Waarschijnlijk
hebben de bezoekers die
straling wel opgevangen als
als afkomstig uit het zonne
stelsel gedetermineerd maar
oorspronkelyk niet van de
aarde afkomstig als gevolg
van de grote spreiding van
radiogolven. De laatste tach
tig jaar kunnen er overheen
zijn gegaan voor ze de bin
nenplaneten hebben gesig
naleerd en de radiobron vast
gesteld.
Wanneer deze veronderstellin
gen juist zijn kunnen wij bin
nenkort (over een jaar of twin
tig) bezoek verwachten. Het
kan geen kwaad ons daarop
vast voor te bereiden.
Eigenlijk zijn we daarmee al
veel te laat. Sinds 3 maart 1972
kan de mens zich niet meer
verbergen. Op die dag lan
ceerde hij het ruimtevaartuig
Pionier X van Cape Kennedy
en stuurde daarmee een
boodschap de ruimte in die de
plaats van de mens in de we
reld vastlegde. Inmiddels is
deze boodschap zo ver van de
aarde verwijderd, voorbij de
baan van Saturnus en waar
schijnlijk voorbij die van Chi
ron dat we hem met geen mo
gelijkheid meer terug kunnen
halen.
Hoe interessant deze bood
schap aanvankelijk ook leek,
uitermate onvoorzichtig was
ze zeker. Het merendeel van
de geleerden die zich met
eventuele contacten met bui
tenaardse beschavingen be
zig houden is er namelijk van
overtuigd dat wy beter kun
nen laten bellen en niet op
nemen wanneer een intelli
gentie op een gegeven mo
ment opbelt. Verroer je niet
en blyf zitten waar je zit.
Vooralsnog moeten we aardse
en dus menselijke maatsta
ven aanleggen. En we weten
maar al te goed wat het bete
kent ontdekt te worden door
een veel hoger ontwikkelde
soort. Laten we alleen maar
denken aan het lot van de
Amerikaanse indianen. Het
lijkt ons bijzonder onaange
naam het kosmische even
beeld van de indiaan te wor
den en dit zit er dik in ind
die boodschap van de Pionier
X.