Mobiele Eenheid geschrokken van geweld Mobiele Eenheid: geen geïsoleerd onderdeel Waar gehakt wordt vallen spaanders ZATERDAG 22 MAART 1980 EXTRA PAGINA 27 De Mobiele Eenheid dateert qua opzet van het mid den van de jaren dertig. In die tijd werden rellen gewoonlijk bestreden door militairen, die hun op dracht verre van zachtzinnig plachten uit te voeren. Na de Jordaanrellen in 1934 begon men zich in Amsterdamse politiekring te bezinnen op deze drieste gang van zaken. Het resultaat was de op richting van de Stormbrigade, een uit het perso neelsbestand samengesteld onderdeel dat ongere geldheden voortaan (wat meer beheerst) te lijf zou gaan. De Stormbrigade herrees na de Tweede We reldoorlog als Karabijnbrigade, welke benaming gehandhaafd bleef tot in de jaren zestig. Sindsdien gaat het onderdeel als Mobiele Eenheid door het leven. De M.E. is samengesteld uit agenten van ongeveer 18 tot 25 jaar die daarvoor aan de overige politiedien sten worden onttrokken. Er is dus geen sprake van een geïsoleerd onderdeel dat zich uitsluitend met rellenbestrijding én dergelijke zaken zou bezig houden. Wel bestaat er één paraat peloton, zestig man groot, dat steeds onmiddellijk kan worden in gezet. Dit peloton bestaat uit leerlingen van het M.E.-opleidingscentrum: zij hebben de algemene politieopleiding van een jaar achter de rug en zitten minstens één maand op de M.E.-opleiding. Op deze prille bezetting van het parate peloton is nogal eens kritiek te horen, zoals recentelijk van de zijde van de Nederlandse Politiebond. Landelijk voorzitter Leen van der Linden gaf onlangs te ken nen, het beter te vinden dat tussen de algemene opleiding en de M.E.-opleiding een jaar komt, waarin de jonge agent ervaring kan opdoen. Bin nen de M.E. zelf is men het daar niet mee eens. Het zou in dat geval te moeilijk worden de mannen te trainen in het optreden in groepsverband, doordat ze al te individueel ingesteld zou zijn, zo zegt men daar. De M.E.-opleiding duurt vier maanden. De basisop leiding heeft plaats gedurende de eerste maand. Er worden onderwerpen behandeld als organisatie, het gebruik van geweld (met de nadruk op de daar aan verbonden ethische aspecten), en maatschap pelijke ontwikkelingen (gastsprekers komen bij voorbeeld spreken over minderheidsgroepen in de samenleving). Verder worden er tijdens de oplei ding allerlei praktische oefeningen gehouden. De laatste drie maanden kan men worden ingezet in het parate peloton. De „maximaal toegestane sterkte" van de M.E. be draagt 700 man. Dit aantal is vastgesteld op finan ciële gronden: werken in de M.E. levert de agenten een extra vergoeding op. De totale sterkte zal evenwel nooit worden ingezet, omdat dan een groot deel van het gehele politiekorps lam zou worden gelegd. Voor ieder M.E.-optreden komt er een zogeheten staf openbare orde bijeen, bestaande uit verantwoor delijke functionarissen van verschillende betrok ken politieonderdelen. De M.E. kan gebruik maken van begeleidende eenheden als hondegeleiders, ruiters, motorrijders, waterwerkers en de „Bratra" (brand- en traangasexperts). Ook kunnen, wanneer de omstandigheden dat vragen, scherpschutters achter de hand worden gehouden, zoals in de affai re-Vondelstraat ook is gebeurd. Zij kunnen, onder een eigen commando, worden ingezet wanneer er vuurwapens tegen de politie worden gebruikt en in bepaalde gevallen wanneer er molotov-cocktails in de strijd worden geworpen. Even tijd om uit te blazen.... Bepaalde mensen zijn er op uit onze agenten echt opzettelijk letsel toe te brengen naast die rellenschoppers. Maar luister, het is altijd hetzelfde, mensen die er niets mee te maken hebben, moeten daar niet gaan lopen als er een Mobiele Eenheid klaar staat. Ze zijn gewaar schuwd. Vóór ieder M.E.-optre den - dat is wettelijk verplicht - worden de mensen driemaal ge sommeerd weg te gaan, mét de mededeling dat het daar gevaar lijk wordt. Ja, als je dan blijft staan... Waar gehakt wordt, vallen spaanders". Herbezinning „Wij zijn ons aan het herbezinnen op de uitrusting van de M.E. Daarbij staat de bescherming van de politieman voorop. Die moet minder risico lopen. Wij zijn daarover aan het nadenken. Wij vinden dat we het niet moeten zoeken in een verhoogde mate van aanwending van geweld. Dan ga je de verkeerde kant op". Maar dat afschrikwekkende effect van de M.E. van vroeger is dus Emoties Wat gaat er in zo'n M.E.-man om, als hij daar op straat staat? „Ja, er komen emoties los, maar geluk kig is de saamhorigheid erg Door Kees Tops groot. Zo'n groep hangt als een klit aan elkaar, ze komen natuur lijk opgelucht van de straat, als zo'n karwei geklaard is zonder geweld". Maar na zo'n nederlaag als op die vrijdagavond in de Vondelstraat? „Nou, néder- laagNiemand heeft gezegd: dit was een onjuiste beslissing van de commandant. Maar ja, het is natuurlijk wel zo, dat zoiets ei genlijk nog nooit gebeurd was. Dit was nieuw en de eerste reactie kennelijk weg. Men vecht ge woon terug en verwondt de agen ten. „Nou, het gaat niet zozeer om een afschrikwekkend effect, het gaat erom dat de Mobiele Een heid respect afdwingt door be heerst optreden. Kijk, je moet uitkijken dat de M.E. niet in pa niek raakt; dat ze als geheel blijft optreden. Daar wordt in de oplei ding veel aandacht aan besteed. Er is een oefening waarin een harde confrontatie wordt nage bootst. Een deel van die jongens zijn dan rehchoppers en die krij gen volop fruit en modder om de anderen te bekogelen. We nemen dat helemaal op video op. Dan zie je achteraf wie er naar voren stap te. Die haal je er gelijk uit. Ze moeten juist één lijn blijven vor men. Die training is nuttig om te kijken hoe men op dat soort ge pest reageert. Want het valt niet mee hoor, om tegenover zo'n zui gende menigte te staan, mensen die op je tenen gaan staan, je in je gezicht spugen en zo. Ja. en als dat beheerste optreden niet helpt, dan moet je zóveel mensen en materiaal inzetten dat dat res pect afdwingt van de jongens was een zekere onthutsing. Maar de club was vrij gauw gestabiliseerd. De jongens van vrijdag waren er die maandag weer bij. Nou ja„ je bént wegge lopen, oké. Het was wel een ver standige beslissing. Een mini mum aan geweld en een mini- Hoe wordt die impopulariteit erva ren? „Vrij wel geen enkele agent - M.E. of niet - wordt ooit met ge juich begroet. Daar is hij aan ge wend, dat maakt hij iedere dag acht uur lang mee. Het incasse ringsvermogen is groot. En die jongens van het parate peloton die die ervaring niet hebben, die hebben het mentaal goed opge pakt. Die zitten er ook niet Men kan zich voorstellen, zeker bij zo'n affaire Vondelstraat, dat zich eens een agent meldt met het ver zoek in dat geval niet bij de Mo biele Eenheid te worden ingezet, omdat hij bijvoorbeeld sympa thiseert met de krakers. Komt dat AMSTERDAM - De Mobiele Een heid van Amsterdam kan zich niet verheugen in een overrom pelende populariteit. De bevol king loopt in het algemeen niet over van sympathie Voor de me demens achter het rieten schild. Integendeel, men beschouwt hem niet zelden als een legaal opererende maniak, die er een kwaadaardig genoegen in schept, zijn agressie uit te leven door meedogenloos met de lange lat op hoofden van onschuldige burgers te meppen. Dit beeld wordt nog versterkt door de vrij algemeen heersende veronder stelling dat leden van de M.E., in afwachting van ongeregeldhe den, ergens in een kazerne hun persoonlijke rancunes zitten op te zouten en er daardoor, wan neer het zover is, des te wilder op los kunnen rammen. Ziehier, zij het iets uitvergroot, het por tret van de Mobiele Eenheid, zo als dat in omloop is. De afgelopen weken is dit beeld er niet florissanter op geworden. Met name de ontruimingsacties in de Vondelstraat zullen het imago van de Mobiele Eenheid niet ten goede zijn gekomen, te meer daar er in dat geval sprake was van een probleem dat zeer veel Amsterdammers aangaat: de woningnood. Wanneer je er als politieman uitgerekend in zo'n si tuatie opuit wordt gestuurd met helm, „mandje" en wapenstok, hoefje niet op luide toejuiching van de burgerij te rekenen. Aan de andere kant is de herinne ring die de Mobiele Eenheid sinds recente schermutselingen aan bepaalde groepen Amster dammers bewaart, haar evenmin erg dierbaar. Sterker: de politie is zich rotgeschrokken van het ge weld waarmee de Mobiele Een heid is geconfronteerd. Zozeer zelfs, dat onze zegsman, die nauw betrokken is bij het optreden van de M.E., zijn naam noch zijn func tie in de krant vermeld wil zien. „In de sfeer die er nu in Amster dam tussen politie en burgerij bestaat, moeten we zelfs gaan denken aan de persoonlijke vei ligheid van ons en ons gezin", zegt hij. „Je kunt nu alles ver wachten". We praten met hem, omdat in de enorme publiciteitsgolf rond de gebeurtenissen in Amsterdam, de stem van de Mobiele Eenheid zélf eigenlijk nauwelijks is ge hoord. Bovendien blijkt er een grote onbekendheid met struc tuur en werkwijze van de M.E. te zijn. De Amsterdamse politie is zelf niet de eerste om hieromtrent in de publiciteit te treden. Onze informant voelt dan ook eigenlijk niets voor een gesprek. „In de eerste plaats is er dat veiligheids aspect; we voelen er niets voor om bepaalde mensen op ons spoor te zetten. Er worden al po gingen gedaan om ons M.E.-op leidingscentrum met de grond gelijk te maken en er is al heel wat materieel vernield" „Verder is dit geen gunstige tijd voor ons. We zitten nog midden in de nasleep van de ontruimingen, volgende week is er weer een staatsbezoek en we zijn druk be zig met de voorbereidingen voor 30 april. Inderdaad ja, dat zal me een feest worden.. Terugslaan Waarvan is de politie nu zo ge schrokken, in de Vondelstraat? Van een grotere tegenstand waarmee de M.E. te maken kreeg? „Nou, vroeger was het zo dat als de M.E. verscheen, de straat ook schoon was. Dat was het effect van het uitvoeren van charges, bijvoorbeeld. We heb ben dat in de jaren zestig gezien. In 1975, bij de ontruimingen in de Nieuwmarktbuurt, ging de bur gerij voor het eerst terugslaan, met stenen gooien. Men had zich toen ook voor het eerst bewapend met stokken en dergelijke" ,Wat we nu hebben gemerkt, is dat bepaalde mensen er opuit zijn onze agenten echt opzettelijk let sel toe te brengen. Dat blijkt ook uit de aard van de verwondingen: allemaal gezichtletsel" Wat je ziet, is dat er trottoirtegels aan stukken worden geslagen, die agenten in het gezicht worden gegooid. En men was gewapend met honkbalknuppels, ijzeren staven, kettingen. Laat ik er ove rigens meteen bij zeggen dat ik het in hoofdzaak heb over de lie den die zich het kraakgebeuren eigen hebben gemaakt om rot zooi te trappen. Ik weet zeker dat als er één van onze mannen was gebleven in de Vondelstraat, ze hem totaal in elkaar zouden heb ben getrapt en geslagen. Nou, met een dergelijke verharding hebben we nu te maken". Aan de andere kant is er ook nogal wat kritiek op het optreden van de Mobiele Eenheid, buiten de barricaden. Bij het Klachtenbu reau zijn dertig klachten binnen gekomen. ,Er is daar hard opgetreden. Er is helaas geschoten. Er zijn gewon den gevallen. Ik weet het. Er zijn vast ook mensen bij geweest die er niets mee te maken hebben, „Nee. Dat is nog nooit voorgeko men. Het is natuurlijk niet zo dat wij het maar met alles eens zijn. Er wordt, ook over dat huisves tingsbeleid, hier in de wachtka mer stevig gediscussieerd, hoor. Maar ons vak is die opdracht uit te voeren. Wij hebben te doen wat ons opgedragen wordt. Als je dat niet wil of kan, dan heb je het verkeerde vak gekozen. Als je er moeite mee hebt in je werk pijn of zelfs letsel te veroorzaken, dan zit je als politieman op het verkeerde pad. Het is nu eenmaal verweven met het vak. Het is een boeiend vak, maar ook een rotvak" Eigen mening De politie wordt mondiger. Dat blijkt al uit het feit dat de politie bonden hun meningen over het politiewerk naar buiten brengen. „Zoals ik zei, de politie heeft na tuurlijk een eigen mening. Ik heb een heel duidelijke mening over het huisvestingsbeleid. Het is heel eenvoudig: in Amsterdam zijn meer dan 5000 woningzoe kenden; dan is er dus iets met dat beleid. Nou, vanuit die overwe ging vind ik dat de politie zich soms wat afstandelijker moet op stellen. Je moet niet direct op ge kraakte panden afhollen, die al jarenlang als speculatieobject leeg staan. Laat ze hun gang maar gaan. Laat die gemeente eerst maar eens meteen beleid komen. Men kan niet meer over de rug klungelen". ,Iets anders is het als bijvoorbeeld - wat ik heb gezien - oude men sen van hun spaarcentjes een pandje aan de gracht hebben ge kocht, daar een jaar een aanne mer in hebben gehad om het he lemaal op te knappen. En als er dan krakers intrekken die de boel op zijn kop zetten, dat is heel schrijnend". Onze zegsman is niet erg optimis tisch over de toekomst in zijn vak. „Nogmaals, ik ben erg ge schrokken, van mensen die agen ten kennelijk levensgevaarlijk willen verwonden. Ik vraag me af waar dit heengaat en, wat dit werk betreft, waar begint het en waar houdt het op? Hoe ver kun je als M E gaan? Kijk, een mili tair ruimt zijn tank op en is weg. Die agent van de Mobiele Een heid staat de volgende dag weer op straat. Als die verharding nog' toeneemt, dan weet ik het echt niet meer. Als de M E. het ooit niet meer aankan, hoe moet dat dan straks? Er blijft niet veel over, hè? Ik ben daar erg op te-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 27