Tien procent militairen snuift, rookt of spuit Psycholoog drs. Morival waarschuwt defensie Weinig drugs in leger ZATERDAG 22 MAART 1980 EXTRA PAGINA 19 Volgens minister Scholten van defensie Minister Scholten tn defensie. DEN HAAG (GPD) - Onder de Nederlandse militairen is geen sprake van een ernstig drugsprobleem. Bij dienst plichtige militairen worden slechts in enkele gevallen moeilijkheden rond drugge bruik geconstateerd. Zo rea geerde minister Scholten (de fensie) gisteren op uitlatingen van een Rotterdamse psy choloog. Deze heeft onlangs verklaard dat 10 tot 20 procent van de dienstplichtigen aan drugs verslaafd is. Dat is volgens de minister echter onjuist. Ook onder dienstplichtige mili- i natuurlijk aan or, zei hij gisteren in de Eerste Kamer. Maar een deel van hen wordt met succes behandeld en van de drugs geholpen, terwijl de rest van de verslaafden voor goed ongeschikt wordt voor de militaire dienst. Dat geen sprake is van excessen blijkt volgens hem ook uit het feit dat de marechaussee in 1979 - bij een totaal van 100.000 militairen - slechts 66 processen-verbaal heeft ge maakt. opgemaakt, twee ge vallen ging het om handel in verdovende middelen, in de andere gevallen om ge bruik. Inmiddels hebben de Tweede- Kamerleden Gualthèrie Gualth-erie Weezei en Borg man (CDA) de bewindslieden van defensie en justitie om opheldering gevraagd over de mededelingen van de Rotter damse psycholoog, drs. M. Morival, hoofd van de afde ling drugs en alcohol van de Rotterdamse GG en GD. Ook vragen zij commentaar op diens uitlating dat de leger artsen en legerleiding onvol doende oog hebben voor dit probleem, omdat veel geval len van verslaving niet zou den worden gemeld. Voorts willen zij weten of het waar is dat zich binnen veel kazernes vaste verkooppunten voor verdovende middelen bevin- j den. Door Herman van Amsterdam "Onze jongens" in Libanon: dicht bij de bron ROTTERDAM - Dat er bin nen de Nederlandse krijgsmacht meer dan ste vig wordt gepimpeld, is genoegzaam bekend. 'Tn het leger leer je drinken", is bijna als een even grote vanzelfsprekendheid geaccepteerd als de ver onderstelling dat in mei elke vogel een ei legt. Maar dat de dienstplichtige Jan Soldaat en ook de be roepsmilitair zich te bui ten gaan aan andere drugs zoals hasjiesj, marihuana en heroïne, dat is een ge luid dat we nog niet zo kennen en ook stellig ont kennen. De minister van justitie bijvoor beeld heeft deze week tijdens de begrotingsbehandeling in de Tweede Kamer nadrukkelijk verklaard dat het weliswaar voorkomt dat militairen in de vrije uurtjes een verboden siga retje roken of wat snuiven, maar voegde daar wel haastig aan toe dat het hier gaat om incidentele gevallen. En als sprekend voor beeld noemde de bewindsman het gegeven dat afgelopen jaar op een totaal bestand van 100.000 manschappen er door de mare chaussee slechts 66 op het ge bruik of de verhandeling van drugs waren betrapt. Dus het valt allemaal best mee. Een heel ander geluid heeft de Rot terdamse psycholoog drs. M. Mo rival een paar dagen terug laten horen. Hij is er juist honderd pro cent zeker van dat het drugge bruik in het leger wel degelijk groot in omvang is, althans niet onder doet voor de percentages zoals die op dit moment voor de burgermaatschappij staan geno teerd. Heeft hij schromelijk overdreven? Neè, zeggen de legerartsen, die in de afgelopen dagen met de psy choloog contact hebben opge nomen naar aanleiding van diens uitlatingen. Ja, zeggen anderen uit de krijgsmacht die reageer den. Morival: "Er is mij verweten dat ik de reputatie van het leger aan het ondermijnen ben en dat ik sterk overdrijf. Zulke reacties komen mij bekend voor". Ontkenningsgedrag "Ik heb ongeveer1 hetzelfde onder vonden toen ik een paar jaar ge leden op Rotterdamse scholen een onderzoek instelde naar het druggebruik onder schoolgaande jongeren. Een aantal rectoren weigerde toen medewerking. Want, was het argument, op onze school is er niets aan de hand. Onze leerlingen gebruiken geen drugs. Dergelijk ontkenningsge drag tref je nu ook aan binnen het leger. En ik begrijp dat ook wel. Militairen en drugs, daar gaat weinig positiefs van uit. Zoiets is niet best voor de reputatie van onze krijgsmacht. Maar de feiten liggen er wel". Wat zijn die feiten? Drs. Morival is hoofd van de afdeling alcohol en drugs van de Rotterdamse GG en GD. In die functie krijgt hij vaak te maken met mensen die door de verdovende middelen in de problemen zijn geraakt. In de af gelopen twee jaar bevonden er zich onder zijn patiënten ook tachtig militairen. Dienstplichti gen zowel als beroeps. Van die tachtig waren een stuk of wat door de huisarts naar de GG en GD doorverwezen, anderen na men zelf het initiatief. LSD-gevallen 'Doorlichting' van de groep militai ren leverde Morival het gegeven op dat iets minder dan de helft in dienst verslaafd is geraakt. Met name gold dat voor de beroeps militairen. Volgens Morival een logisch ge volg van het feit dat de beroeps door een veel strengere dienst- keuring moet en dus ook veel eerder door de mand valt als hij op dat moment drugverslaafde is. Van de tachtig militairen waren de meesten aan heroïne ver slaafd. Er zaten ook enkele amfe tamine- en LSD-gevallen tussen. Morival: "Ik heb de verslaafden enkele vragen voorgelegd. Bij voorbeeld hoeveel ze gebruikten, hoe ze er aan kwamen en hoeveel er in hun directe omgeving ook aan de drugs waren. Door die in formatie heb ik een aardig inzicht gekregen". Een paar conclusies uit die vraaggesprekken: druggebruikers zijn vrij goed geïnformeerd over wie er op de kazerne rookt, snuift of spuit; het komt maar hoogstzelden voor dat handelaren, die zowel binnen als buiten de kazernes ac tief zijn, door gebruikers worden verlinkt; om het gebruik van hard-drugs te verdoezelen, prefereren de ver slaafde beroepsmilitairen snui ven en roken boven het hanteren van de injectiespuit. De Rotterdamse psycholoog heeft voor zichzelf een rekensommetje gemaakt dat de volgende uit komst heeft: ongeveer tien pro cent van de militairen (land- en luchtmacht) is druggebruiker. Het overgrote deel moet worden gerekend tot de af-en-toe catego rie. Ongeveer één procent is vol gens Morival aan de hard-drugs. Onderzoek "Peroonlijk vind ik dit geen op zienbarende uitkomst", zegt hij. "Bij dat onderzoek van mij op de Rotterdamse scholen kwam aan het licht dat 11% van de leerlingen verdovende middelen gebruikte, van wie de helft zeer regelmatig. Je mag toch aannemen dat er van die leeftijdsgroep een paar jaar la ter veel in dienst zitten. Dus waarom zou je die lijn van het druggebruik op scholen niet ge woon kunnen doortrekken naar het leger. Of is men zo naïef om te denken dat het gebruik ophoudt zodra iemand een uniform aan heeft"? "Let wel", zegt Morival, "de bere kening die ik heb gemaakt is geen wetenschappelijk gegeven. Daarvoor zou een uitgebreid epi demiologisch onderzoek nood zakelijk zijn. Het ligt echter niet op mijn weg om dat op touw te zetten. Dat moet defensie zelf maar doen. Zoiets valt buiten het takenpakket van de GG en GD". Uit de gesprekken die hij met de verslaafde militairen voerde (van de betrokken beroeps zijn de meesten ontslagen, sommigen zijn eerst in een militair hospitaal behandeld) viel hem ook op "de volstrekte desinteresse t.o.v. het militair apparaat". "De meesten klaagden over verve ling en moeilijkheden met het verwerken van hun omgeving. De indruk van de verslaafden was ook dat ze op de kazerne vrij gemakkelijk hun gang konden gaan. Van enige controle door superieuren of legerartsen was nauwelijks sprake". Het gegeven dat de marechaussee zich in het afgelopen jaar over slechts 66 druggevallen heeft ge bogen, vindt de psycholoog geen maatstaf. "Mijn idee is dat een groot aantal gevallen niet aan het licht komt. Of de superieuren knijpen een oogje toe of de leger arts helpt verslaafden bij het af kicken. Zo'n arts is niet verplicht daarover rapport op te maken. Hij kan zich beroepen op zijn ambtsgeheim. Daarom hecht ik totaal geen waarde aan het getal 66". Onbegrijpelijk Morival zegt het onbegrijpelijk te vinden dat de legerleiding de fei ten niet onder ogen wenst te zien. "Ik durf te stellen dat met name het gebruik van hard-drugs in het Nederlandse leger aanzienlijk groter is dan bij defensie wordt DrsMorival geloofd. Voor zover ik het kan bekijken is er duidelijk sprake van een trend van verharding in het gebruik. Echt, het gaat er mij niet om interessant te doen of de wetenschapper uit te hangen. Mijn uitspraken zijn meer be doeld als een signaal. Een waar schuwing. Ik hoop dat defensie er zich iets van aan trekt. Ik zou het zeer kortzichtig vinden als men er zonder meer aan voorbij gaat. Per slot van rekening is het ook een wetenschappelijk gegeven dat bijna 20% van de in Duitsland gelegerde Amerikaanse militai ren problemen heeft met drugs. Waarom dan de ogen sluiten voor wat hier gaande is"? De psycholoog meent dat het in zijn ogen aanwezige drugprobleem al een stuk in omvang zal afnemen als de militaire medische dien sten attenter zijn op het signale ren ervan. Bij het ministerie van defensie is men geschrokken van het boekje dat de 31-jarige Morival heeft open gedaan. Maar niet omdat men ervan overtuigd is dat hij gelijk heeft. Integendeel, de psy choloog zwamt er maar een eind op los, is de overtuiging. Voor lichter Hoogenboom vindt het eigenlijk onzin dat defensie om een reactie wordt gevraagd in de ze kwestie. Want er is toch hele maal geen sprake van een drug probleem. En als dat toch de kop zou opste ken", zegt hij, "is onze perso neelszorg dusdanig georgani seerd dat we ook die moeilijkhe den best de baas kunnen. Wat die mijnheer Morival meent kan bin nen ons leger helemaal niet", zegt hij. "Wij zijn zo strak georgani seerd dat lieden die niet functio neren zoals dat behoort, direct opvallen. Het is hetzelfde als ie mand die in dienst heimwee heeft. Dat wordt ook al snel ge constateerd. Zo functioneert nu eenmaal het systeem". Rapporteren Volgens Hoogenboom is het een foutieve veronderstelling dat veel druggevallen verzwegen blijven. "Een legerarts kan het niet maken om iets dergelijks niet te rapporteren aan de afde lingscommandant. Morival zegt dat het drugprobleem veel groter is dan wij denken. Dat is best mo gelijk. Maar voorlopig baseren wij ons maar op de cijfers van de medische diensten en de afdelin gen gezondheidszorg. Daar is het beleid op afgestemd. Wat defen sie betreft dus geen alarm. We liggen er echt niet wakker van". Dat is een uitspraak anno 1980. In het begin van de jaren zeventig werd er nog heel anders tegen het druggebruik in de krijgsmacht aangekeken. De toenmalige mi nister van defensie stelde toen een werkgroep in die als taak kreeg richtlijnen voor te bereiden "inzake het voorkomen, het sig naleren en opsporen en het be strijden van druggebruik door militairen". Destijds werd van de veronderstelling uitgegaan dat "in de krijgsmacht een toene mende belangstelling voor dit verschijnsel moet worden ver wacht". De werkgroep, voornamelijk sa mengesteld uit hogere land- en luchtmachtofficieren, zette een gedetailleerd strijdplan op pa pier, dat soulaas moest bieden aan de oprukkende verdovende middelen. Een van de aanbeve lingen was bijvoorbeeld om bin nen de kazernes zgn. 'sleutelfigu ren' aan te stellen, die "de com mandant niet-persoonsgebon- den, algemene informatie ver schaft omtrent het eventuele druggebeuren in zijn eenheid". De rapporteurs deden toen ook de suggestie een gigantische drugvoorlichtingscampagne van stapel te laten lopen, compleet met films, vormingscursussen, folders, brochures, lezingen, dis cussiebijeenkomsten en noem maar op. De officieren pleitten zelfs voor het op bescheiden schaal toelaten van het gebruik van canabis (hasjiesj, marihuana) "tenzij de invloed van dit inci dentele gebruik problemen geeft voor de persoon zelve of voor zijn functioneren in de krijgsmacht" Crisiscentra En mocht het desondanks toch nog uit de hand lopen dan zouden er diverse crisiscentra moeten wor den ingericht. Leiden stond ook op de nominatie als opvang plaats. De stellige overtuiging toen van de samenstellers van het rapport dat het met het drugge bruik in het Nederlandse leger de verkeerde kant zou opgaan, is dus niet bewaarheid geworden. Althans, zo kijkt men er bij de fensie tegen aan. Voorlichter Hoogenboom: "De leden van de werkgroep hebben destijds wat vrijblijvende gedachten op pa pier gezet. Uitgaande van een be paalde verwachting. Maar het beleid is daar naderhand nooit op afgestemd. En terecht want het drugprobleem is sindsdien niet gegroeid maar heeft zich gestabi liseerd. Dus was het bijvoorbeeld ook niet meer nodig een uitge breide voorlichtingscampagne te beginnen. Er is geen brochure de deur uitgegaan. Het rapport is als kennisgeving aangenomen. Meer niet". Dus allemaal wartaal van de psy choloog Morival Bij de Alge mene Vereniging Nederlandse Militairen (AVNM), een belan genvereniging met 6000 leden, is men daar niet zo gerust op. Het schot voor de boeg van de Rot terdamse drugdeskundige, heeft het bestuur aan het denken gezet. "Gewoon soldaat" Niel Poons spreekt uit eigen ervaring als hij zegt: "Op tenminste een aantal kazernes in Nederland is sprake van een redelijk grote mate van druggebruik. Morival zit met zijn cijfers zeker niet aan de hoge kant. Ik zelf heb bijvoorbeeld er varingen met de Korporaal van Oudheusdenkazerne in Hilver sum. Daar werd volop gerookt en gesnoven. Druggebruikers zoch ten elkaar 's avonds op. Je kon er geen kamer binnen komen of je rook dat ze weer bezig waren". De AVNM is in elk geval van plan in de komende weken de koe bij de horens te vatten. Niel Poons voorziet een bliksemenquète onder de leden om de resultaten vervolgens ter bespreking te brengen in het Centraal Geor ganiseerd Overleg Militairen (een overlegorgaan waarin alk- belangenverenigingen en defen sie zitting hebben). "Dat is dan mooi een gelegenheid om ook het druggebruik onder de Liba- non-gangers ter discussie testel len", zegt hij. "Uit de briefwisse lingen die wij met de jongens voeren blijkt dat dat daar ook een groot probleem aan het worden is".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 19