Wie zo restaureert
treft weinig blaam
©AMü§
Viollet
Ie Duo's
grootste
monument
WOENSDAG 12 MAART 1980
EXTRA
PAGINA 25
Op een kille februarimorgen hef ik
midden in de Parijse Notre Dame
mijn kijkglas, boven het gedreun
van het orgel, omhoog en plons
midden in Viollet le Due's zuide
lijkste rozet. Waar alles samen
komt, troont Christus, omringd
door de figuren van het nieuwe tes
tament. Zwaar als de tonen van het
orgel zijn de kleuren, uitwaaierend
op het ritme van de gebogen lijnen
naar de buitenrand, waar elf kleine
medaillons de historie van Mat-
Met enig nauw merkbare bewe
gingen werpt de kanunnik
het priesterkleed van zich af
en ik kijk even op van de me
tamorfose: voor me staat nu
een welverzorgde grijze heer
in een elegant blauw maatpak
met een lichtblauw overhemd
en een gehaakte das, het rode
streepje van het Legioen van
Eer in het knoopsgat. Als
welopgevoed Fransman im
proviseert monsieur Berrar
dan een betoog waar geen
speld tussen is te krijgen.
De grootste verdienste van
Viollet le Due voor de Notre
Dame was - aldus mijn zegs
man - dat hij door zijn artis
tieke visie van de kerk een
eenheid wist te maken, waar
alles harmonisch zijn plaats
vindt. Na al het geknoei van
zijn voorgangers maakte
Viollet van de kerk een plaats
die tot inkeer en tot overgave
aan de eredienst uitnodigt.
Tegelijkertijd schiep hij zo
veel ruimte, dat er een hele
boel dingen tegelijk kunnen
gebeuren, zonder dat men el
kaar in de weg loopt.
theus vertellen.
Het blauw van de medaillons is 12e
eeuws. Martelaren en apostelen
binnen de kleinere cirkels spelen
harmonisch mee in deze glazen
rijdans. Wat is van Viollet en wat
origineel? Wie zo restaureert, treft
weinig blaam. Toch stond Viollet
le Due jarenlang als de verkitscher
van de gothiek in officiële kringen
te boek.
Na afloop van de dienst wacht ik in
de sacristie op de komst van de
„aartspriester". De concierge heeft
me een strategisch plaatsje aan
gewezen. Hier is alles Viollet wat
de klok slaat. Van dichtbij is het
minder mooi dan uit de verte. Dan
schrijdt aartspriester Berrar op me
af in een wolk van wierook, de
handen gevouwen voor het roze
priestergewaad. Dit is de hoogste
functionaris van de Parijse Notre
Dame, schipper naast God, maar
betaald uit de staatskas. Wat is zijn
mening over Viollet le Due?
Elegant
Terwijl deze elegante aarts
priester zo tegen me praat,
nadat ik hem vijf minuten
eerder nog heb horen voor
gaan in rituele gezangen, krijg
ik meer de indruk tegenover
de directeur van een gere
nommeerd theater te staan,
die uiterst tevreden is met de
mogelijkheden die het
biedt.
Ik denk dan aan de plannen die
Viollet le Due eens inzond
voor de bouw van een nieuwe
Parijse opera. Men gaf toen de
voorkeur aan het ontwerp van
Garniet. Diens suikertaart is
nog steeds een van de beken
de punten van Parijs. Viollet
kreeg zijn opera toch, maar op
een andere plaats dan hij had
gedacht.
Alles waar monsieur Berrar zo
trots op is, is precies datgene
wat Viollet le Due nastreefde.
Elk bouwwerk dat hij aan
pakte, zag hij als een „orga
nisch" geheel dat allereerst
diende te „funtioneren". Het
was juist dit consequent vol
gehouden uitgangspunt dat
hem veel kritiek en vergui
zing bezorgde en tegelijker
tijd tot de voorloper maakte
van stromingen zoals die zich
begin deze eeuw in het „Bau-
haus" ontwikkelden.
Bovendien vond hij met zijn
theorieën een hartstochtelijk
navolger in de grote Ameri
kaanse architect Frank Lloyd
Wright, die Viollet's „Ge
sprekken over architectuur"
zijn kinderen als verplichte
lectuur voorschreef.
Tentoonstelling
In het „Grand Palais" is tot 5
mei een omvangrijke ten-
toonstelli ng te zien over de
onbegrijpelijke hoeveelheid
werk die Viollet in zijn leven
verzette. Voor de leek haast
nog boeiender is een kleinere
expositie in de „Ecole des
Beaux-Arts" op nummer 14 in
de Rue Bonaparte, die tot
eind maart duurt.
Hier concentreerde men zich op
de Italiaanse reis van de toen
22-jarige Eugène die een
prachtige verzameling aqua
rellen en tekeningen oplever
de, benevens een verzameling
brieven naar huis, die in
boekvorm te koop zijn en een
goed beeld geven van de
eruditie en de enorme
werklust die Viollet le Due
zijn leven heeft uitgestraald.
Pas in 1830 begon de Franse
staat zich druk te maken over
de erbarmelijke toestand van
zijn historisch erfgoed. Het
was op de vleugelen van de
romantiek, wat betekende
een hartstochtelijke belang
stelling voor de middeleeu
wen, dat men op zoek ging
naar de sporen van die
tijd.
Als in 1834 de schrijver Prosper
Mérimée (van het door Bizet
op muziek gezette Carmen)
tot inspecteur-generaal van
de historische monumenten
wordt benoemd, laat hij eerst
een lijst opstellen van de ge
bouwen die urgent dienen te
worden gerestaureerd. Zelfs
Een van de twaalf apostelen op de Notre
stellend de heilige Thomas, schutspatroor
apostel heeft het gezicht van Viollet le Due.
de Paris, voor-
architecten. De
fotografen worden meege
stuurd en een deel van de gi
gantische hoeveelheid foto's
die zij in die dagen maakten,
was kort geleden in een van
de Parijse metrostations ten
toongesteld.
Eerste keus
Uit de chaos aan ruines was het
moeilijk een eerste keus te
maken, maar Mérimée hield
zich aan de richtlijn dat het
betreffende monument „ty
pisch moest zijn voor zijn
tijd". Bovendien werd beslo
ten de keus klein te houden,
maar om wat men aanpakte
dan ook van de kelder tot de
zolder op te knappen.
Deze opvatting paste precies in
het beeld van Viollet le Due.
Zijn omstreden stelling luid
de immers dat restauratie niet
betekent louter repareren,
maar veel meer herstellen in
een complete staat, desnoods
naar een situatie waarin het
bouwwerk zich in zijn histo
rie nimmer bevond. Viollet le
Due knutselde geen lappen
dekens. Wat hij nastreefde,
was een totale herrijzenis.
In zijn beroemde en kort gele
den weer uitgegeven „Ge
sprekken over architectuur"
maakte Viollet le Due de ver
gelijking tussen een gebouw
en een boom. Bij een boom
zijn aard, vorm en zin van de
wortels tot aan de uiterste
topjes van de takken in hun
geheel zichtbaar, aldus Viol
let le Due, en zo behoort het
bij een bouwwerk ook te
zijn.
Wanneer een architect niet al
tijdens het maken van zijn
plan de „boom" in zijn geheel
voor zich ziet, komt er later
niets vah terecht, zo voegt hij
er nog aan toe. Geen wonder
dat Viollet later ook al de be
wondering oogstte van de
Spaanse architect Gaudi,
wiens kathedraal als een goti
sche plant in Barcelona bij
heel wat toeristen bekend
Gouverneur
Zowel Mérimée als Viollet le
Due behoren tot de intellec
tuele bourgeoisie in de tijd
van Louis Philippe en het is in
deze kringen dat zij elkaar
onvermijdelijk tegen het lijf
lopen. Vader Viollet le Due is
gouverneur van het paleis van
de Tuilerieen, waar het gezin
ook woont. Hier - en ten huize
van een oom - ontmoet de
geestelijke elite elkaar.
Stendhal behoort er tot de
weerkerende gasten. De jon
ge Eugène is uitzonderlijk in
telligent en artistiek opval
lend begaafd. Daarbij ont
wikkelt zich bij hem de nei
ging tot de grootst mogelijke
vrijheid.
Met zijn invloedrijke oom De-
lecluze maakt hij zijn eerste
van een reeks ontdekkings
reizen door Frankrijk, van
1836 tot 1837 is hij in Italië.
Het is in die dagen dat Pros
per Mérimée - een groot
vriend van oom Delecluze -
met zijn handen in zijn haar
boven de eerste lijst van ten
ondergang gedoemde bouw
werken zit. Boven op de lijst
staat de Madeleine-basiliek
van Vezelay.
Mérimée moet vaststellen dat
Frankrijk geen traditie meer
heeft in het restaureren. In
vorige eeuwen leidde alles
wat men ondernam tot ram
pen - onder andere in de Pa
rijse Notre Dame - en er zijn
geen architecten en evenmin
handwerkslieden die de
technieken van weleer be
heersen. Oom Delucluze
herinnert Mérimée aan neef
Eugéne Viollet le Due.
De jongeman is 26 jaar als hij de
opdracht aanvaardt de basi
liek van Vezelay van de on
dergang te redden. Vier jaar
later - hij is 30 - wordt zijn
plan tot restauratie van de Pa
rijse Notre Dame aanvaard.
Het was Victor Hugo die met
zijn „Notre Dame de Paris" in
1831 de belangstelling voorde
vervallen kathedraal had
doen herleven. Voor Viollet le
Due komt er dan geen einde
meer aan het werk.
Het aantal gebouwen, kastelen,
kerken, landhuizen en mo
numenten dat Viollet tot aan
zijn dood in 1879 onderhan
den neemt, vult lange lijsten.
Zelfs tot de kerk van Roer
mond strekt zijn activiteit
zich uit. Tientallen projecten
zijn tegelijkertijd in ontwik
keling. Viollet reist als een
gek door het hele land, zich
langzaam vervreemdend van
vrouw en kind, met wie hij
door een uitvoerige corres
pondentie blijft verbon
den.
Tot de meer in het oog lopende
restauraties behoorde die van
het kasteel van Pierrefonds -
ten noorden van Parijs - in
opdracht van keizer Napo
leon III. Voor Pierrefonds
ontwerpt Viollet le Due ook
nog het meubilair en een ko
ninklijke trein om er heen te
rijden. De kritiek op de verrij
zenis van het grotendeels
vervallen kasteel is weer oor
verdovend. Ook toeristen van
onze tijd vinden het mis
schien te „nieuw" en te „ge
likt", maar wie de foto's van
voor en na de restauratie
naast elkaar legt, ziet toch al
lereerst de getrouwheid
waarmee Viollet le Due van
een uiterste soberheid, zocht
naar nieuwe materialen - zo
als later staal - om zijn doel
met de simpelste middelen te
bereiken. In dit streven wordt
hij zelfs wel met onze eigen-
PARIJS - Met een kijker zie
je in een kerk alles beter,
zeker de rozetten, zoals
die hoog in de lucht het
licht doorlaten in rood,
blauw en goud. De Notre
Dame in Parijs heeft drie
van zulke gigantische
ramen. Een half miljoen
toeristen per jaar heft
hier de ogen ten hemel en
vindt dan de zuidelijke
rozet de mooiste. Dat is
nu juist het raam waar
het ingrijpendst aan
werd gerestaureerd en
wel door de 19e eeuwse
wonderman Eugène Viol
let le Due (1814-1879),
wiens naam in Parijs
weer op aller lippen
is.
Twee boeiende tentoon
stellingen herdenken het
werk van deze universele
geest, zonder wie de No
tre Dame nu een ruine zou
zijn. En eveneens zulke
beroemde toeristische
trekpleisters als de Car-
casonne, de Mont Saint
Michel, de kerk van Veze
lay in de Bourgogne, de
koningsgraven in de kerk
van Saint Denis en het
kasteel van Pierre
fonds.
tijdse Le Corbusier vergele
ken, die droomde van „woon
machines".
In de kringen van oudere Fran
se academici noemt men
Viollet le Due's optreden nog
steeds „rampzalig voor het erf
goed van Frankrijk". Toch
werd 1980 tot het .jaarvan het
erfgoed" uitgeroepen en
blijkt het dat nieuwere gene
raties er anders over denken,
ondanks de kloof die hen van
Viollet le Due scheidt.
Als ras-romanticus dacht Viol
let in de termen van een „Ge-
sammtkunstwerk", zoals Ri
chard Wagner dat deed, die
zowel de tekst als de muziek
voor zijn opera's maakte en
ook nog zijn eigen theater
ontwierp. Intussen zijn in de
bouwkunst de meningen over
wat restauratie behoort te zijn
wel wat veranderd.
De huidige politiek van de
Franse 6taat is nu eerder ge
richt op behoud van wat „is",
wat betekent dat ruines als
ruines worden bewaard, en
dat de afzonderlijke elemen
ten uit verschillende tijdper
ken in een bouwwerk worden
geconserveerd. Dat was im
mers een van de grote grieven
die met name historici en ar
cheologen tegen Viollet le
Due hadden, dat hij in zijn
zucht tot een eenheid niet
schroomde historisch of ar
cheologisch belangrijke res
ten uit de weg te ruimen.
Viollet le Due ging. zijn eigen
weg en er was niemand van
enig postuur die hem voor de
voeten liep. Als jongen wei
gerde hij de kunstacademie te
bezoeken, omdat daar in zijn
ogen niets van betekenis
werd onderwezen. Als hem er
later een leraarspost wordt
aangeboden, geeft hij na ze
ven lessen op. De studenten
zijn opgestookt hem uit te
jouwen en hij komt boven
hun lawaai niet uit.
Toch was Viollet le Due een ge
boren didacticus en aan dit
gefaalde leraarschap ligt een
hele reeks boeken ten grond
slag, waarvan de meeste die
jaar weer met de prachtige en
verhelderende tekeningen
werden herdrukt en met de
„Gesprekken over architec
tuur" als spil.
Voor de meeste toeristen in
Frankrijk blijft de Parijse No
tre Dame Viollet's grootste
monument, al zullen maar
weinigen zich realiseren dat
wat ze nu zien, allang zou zijn
verdwenen als de kennis en
het inzicht van Viollet aan
voortgaand verval geen halt
hadden toegeroepen. Tijdens
de keizerskroning van Napo
leon I in 1804 kunnen de
scheuren in de muren nog
maar nauwelijks achter vlag
gen en vaandeels worden
weggemoffeld. De restaura
teurs van Lodewijk XIV had
den grotere rampen aange
richt, dan die welke men later
Viollet verweet.
Een kwart eeuw was Viollet met
de Notre Dame in de weer.
Tot in de kleinste details hield
hij zich met de wederopbouw
bezig. Viollet ontwerpt op
nieuw de 28 koningen van
Juda in de voorgevel^die tij
dens de revolutie waren om
gehaald, omdat men dacht
met koningen van Frankrijk
te doen te hebben.
Hij maakt de tekeningen voor
de mythologische monsters
in de dakgoten, ontwerpt de
bronzen en 2,70 meter hoge
koorlessenaar (nu in het
Grand Palais) en restaureert
ten slotte de rozet in de zuide
lijke gevel. Behalve hij wist
niemand meer hoe dit moest
gebeuren. Tijdens een restau
ratie in 1730 was tegelijkertijd
de hele zuidgevel mee naar
beneden gekomen. Viollet le
Due overkomt zo iets
niet.
De meeste ruzie krijgt hij over
de wederopbouw van de spits
op de kruising van schip en
transept, die nu als onderdeel
van een harmonisch geheel
doorniemand meer wordt be
streden. Sterker nog: wie de
Notre Dame van Viollet le
Due vergelijkt met die welke
op oude gravures is afge
beeld, zal moeten vastellen
met welke zorg de restaura
teur zijn best heeft gedaan de
indruk van weleer te behou
den.
Rond de 750.000 kilo wegende
spits gaan trapsgewijs de
beelden van de 12 apostelen
omhoog. Ieder van hen, drie
en een halve meter, werden ze
ontworpen en in koper gego
ten door Viollet's tijdgenoot
Geoffroy de Chaume. Wie van
de Boulevard St.Michel uit
langs de Seine-kade loopt cn
de zuidgevel van de Notre
Dame voor zich heeft, stelt
vast dat de bovenste apostel
in de zuidoost-hoek van de
kerk zijn rug naar de anderen
heeft toegekeerd. Het is de
heilige Thomas, schutspa
troon van de architecten.
De linkerhand met het gebaar
van een ziener voor de ogen
houdend, is hy schijnbaar in
gedachten verzonken voor de
spits, waarvan het puntje zich
96 meter hoog boven de be
gane grond verheft. Dit beeld
heeft Geoffroy de Chaume de
trekken gegeven van de ou
dere Viollet le Due. Het is een
eerbetoon aan de man die een
belangrijk deel van het Fran
se monumentale erfgoed voor
het nageslacht heeft bewaard,
die een zinvol denken over de
kunst van het restaureren
weer op gang bracht en die
nieuwe generaties van am
bachtslieden kweekte, die
een rozet kunnen repareren
zonder dat hij in scherven aan
hun voeten uiteen valt.
Eugene Viollet le Due, een foto uit 1878.
Door
Rudolph
Het kasteel van Pierrefonds, vóór en na de restauratie door Viollet de Due
Bakker