Joop Riethoven:
'Vragen om veld
was onzedelijk'
lil
Ook in Leiden
profavontuur
ZATERDAG 23 FEBRUARI 1980
EXTRA
PAGINA 29
LEIDEN - Als een Robin Hood stapte Joop Rietho
ven in de vijftiger jaren door het Leidse voetballe
ven. Vogelvrij was hij verklaard door talloze club
bestuurders, de man, die tegenwoordig alleen maar
waardering ontmoet in de sportwereld. Er kan in
pakweg twintig jaar dus veel veranderen. "Die ron
selaarvan de NBVB", die bij LFC onlangs de loting
mocht verrichten voor het Zilveren Molentoernooi,
werd door diezelfde club twee decennia geleden
nog compleet verketterd.
Bij LFC, maar ook bij de andere clubs in Leiden, zagen ze indertijd
liever de hielen dan de tenen van Riethoven. Wat heet, als hij in
die jaren een veld betrad werd hem geregeld toegefluisterd "dat
hij wel eens eventjes vakkundig van het terrein zou worden afge
slagen"..
Het bleef meestal bij een dergelijk, gespierd uitgesproken dreige
ment. Maar dat in een dergelijk zinnetje een motie van afkeuring
met betrekking tot Riethovens beroepsvoetbalactiviteiten zat
verpakt, mag meer dan duidelijk zijn.
Al in het allervroegste ontwikkelingsstadium van wat later "de
club van Gied Joosten" heette, trad de als sportorganisator te
boek staande Leidenaar als warm pleitbezorger voor de NBVB
op. Hoe kan het ook anders, Riethoven claimt ook nu nog het
zaad van de toenmalige beroepsvoetbalbond te hebben uitge
zaaid. Niet Joosten, niet ene Sjoerd van den Berg, maar hij, Joop
Riethoven heeft aan de basis van de NBVB gestaan. Hij beweert
het met overtuiging, diept feilloos feiten uit zijn geheugen op en
het moet gezegd, het betoog klinkt geloofwaardig.
"Ik liep in 1951 al met het plan tot oprichting van een beroepsvoet
balbond rond", aldus Riethoven. "Het voetbal ging in Holland
aardig naar de knoppen met die uittocht van spelers naar het
buitenland en bovendien had ik de schurft aan de KNVB".
De weerzin van Riethoven, die in die dagen voetbalde bij ZLC
("Maar ik ben nooit een KNVB-man geweest"), tegen alles wat
met bondszaken te maken had sproot voort uit de feodale hou
ding, die de KNVB-bonzen toen aannamen. "Ze beslisten alles
zelf, duldden geen enkele vorm van inspraak, slechts hün oordeel
was belangrijk. Het kon ze kennelijk niet schelen dat het voetbal
in Nederland achteruit ging. Als zij de clubs hun wil maar op
konden leggen, was het blijkbaar al voor elkaar. Nou, ik wilde wel
dat het voetbalpeil omhoog ging".
Hij maakte zijn broers Bury en
Jan warm voor zijn ideeën,
die al spoedig in de wijde om
trek van Leiden werden ver
breid. "Daar zorgde vooral
wijlen mijn broer Jan voor.
Die was grossier in vleeswa
ren en kwam vanwege zijn
werk ook veel in Den Haag.
Jan kwam daar geregeld in
een sigarenwinkel. In de
Kamperfoeliestraat. De eige
naar van die zaak was Piet
Swart. Die was meteen en
thousiast, voelde ook vee)
voor beroepsvoetbal en heeft
het plan tot oprichting van de
NBVB verder uitgewerkt. Hij
had relaties in Amsterdam,
kwam daar regelmatig in een
café in de Tweede Ooster
parkstraat en daar ook heeft
Piet het eerste NBVB-be-
stuur geformeerd. Een zekere
Boersen werd voorzitter,
Bruinsveld, de eigenaar van
die kroeg, penningmeester,
Sjoerd van den Berg werd se
cretaris, terwijl ook nog ene
Steinfurth in dat bestuur zit
ting nam. Piet Swart werd
zo'n beetje de propaganda-
man van de NBVB, kreeg van
het bestuur bovendien de
volledige financiële vol
macht"
Eer
Anderen gingen derhalve strij
ken met de eer van het door
Joop Riethoven bedachte
plan. Een en ander geschied
de evenwel met de volledige
instemming van de Leide
naar, "want ik was in die tijd
maar schildersknecht". "Mijn
broers en ik waren van een
voudige komaf. Wij voelden
ons geen mensen voor het
hoofdbestuur. Die anderen
leken ons veel beter in staat
de belangen van de NBVB te
behartigen, want redeneer
den wij toen, wij zouden toch
niet voor vol worden aange-
De Riethoven-b-aers richtten
hun aandacht meer op Lei
den. Voor alles moest naar
hun inzichten een profclub
uit de grond worden ge
stampt. Medio 1954, op-28 juni
om precies te zijn, sijpelden
de eerste berichten van hun
activiteiten in deze krant
door. De toenmalige sportre
dacteur liet toen het volgende
uit zijn pen vloeien:
"De NBVB is de afgelopen week
in het brandpunt van de be
langstelling komen te staan
en we nemen aan, dat heel wat
Leidenaars uiterst nieuws
gierig zullen zijn hoe het staat
met de plannen om ook in deze
stad tot de oprichting van een
beroepsvoetbalclub te komen.
Wij hebben contact gezocht
met enige leden van het orga
nisatiecomité en hoewel zij
ons geen concrete gegevens
mochten verstrekken -het be
stuur van de NBVB heeft op
straffe ,van royement een
publicatieverbod opgelegd-
hebben wij ons toch wel een
indruk kunnen vormen van
de stand van zaken. Er hebben
zich, zo vertelde men ons, zeer
veel prominente Leidse spe
lers gemeld, maar met geen
van hen heeft de in oprichting
zijnde profclub Leiden tot op
heden een contract afgesloten.
Over een terrein heeft men-in
tegenstelling tot vele andere
plaatsen- nog niet de beschik
king. Financieel stond men er
aanvankelijk uitstekend voor
-een aardig kapitaaltje was
op de bank gestort- maar
sinds een week is de NBVB ei
sen gaan stellen en moet elke
vereniging de beschikking
hebben over 50.000 gulden".
En juist op die zaken strandden
naderhand de pogingen van
het illustere Arsenal '54-ge-
zelschap, dat behalve uit de
A ii
Joop (links) en Bury Riethoven na 25 jaar terug in de Leidse Hout
"Hier had het allemaal moeten gebeuren"
LEIDEN - Het groeiproces van het betaalde voetbal is ook aan Leiden niet
voorbijgegaan. Integendeel, vanaf het allereerste begin waren talloze
Sleutelstadbewoners ten nauwste bij de ontwikkeling van het beroeps
voetbal betrokken. De gebroeders Joop en Bury Riethoven bijvoorbeeld
als mede-oprichters van de wilde voetbalclub Arsenal '54. Maar ook
legale clubs als UVS en Lugdunüm koesterden indertijd profvoetbalas
piraties. Zo lanceerde de toenmalige UVS-voorzitter Joop Wondergem
begin 1955 een ontwerp-betaald voetbal voor de stad Leiden.dat overi
gens was geënt op eerder in Enschede en Arnhem ontwikkelde plannen
Het 'Plan-W onder gem' was opgezet met als doel tot de formatie van één
Leids profelftal te komen. De beste Leidse voetballers uit die tijd zouden
daarin worden samengebracht en gaan voetballen onder de UVS-vlag.
Alle bij het plan betrokken clubs zouden naar de ideeën van Wondergem
zelfstandig blijven en zich hoofdzakelijk op het jeugdvoetbal gaan rich
ten.
Het is er allemaal niet van gekomen. Clubs als LugdunumLFC en Rooden-
burg toonden zich allerminst enthousiast voor de denkbeelden van Won
dergem. "De andere clubs zijn van mening dat mijn plannen slechts de
bedoeling voorstaan UVS te bevoordelen", sprak hij toen teleurgesteld.
"Maar ik wilde alleen maar het Leidse voetbalbelang dienen".
Nadat Wondergem met zijn plan bakzeil had gehaald en de KNVB ook voor
tweede- en derdeklassers de mogelijkheid tot betaald voetbal had ge
opend,meldden zowel Lugdunum als UVS zich als kandidaat-profclubs
aan. Lugdunum deed dit op 18 februari 1955, UVS volgde dal voorbeeld
drie dagen later. Later kwam Lugdunum overigens weer op dat voorne
men terug, maar UVS stortte zich wél in het profavontuur.
In de komende weken komen enkele personen (Joop en Bury Riethoven,
Bram Franse; Henk Heijmans; Koos Ouwerkerk; Freek Filippo en Piet
Kanlebeen) uitgebreid m deze krant aan het woord over profvoetbaler
varingen. De gezondheidstoestand van Joop Wondergem liet zulks helaas
niet toe.
Riethoven-clan bestond uit
de heren De Groot senior en
junior. Leen Houwer, Ton 'de
cowboy' Vos, slager West
geest en Schouten, 'de fruit
koopman van de Aalmarkt'.
"Wij hadden het oog laten val
len op het veld van VWS, in de
Leidse Hout", blikt Joop
Riethoven terug. "Maar die
lui van de gemeente gaven
geen toestemming, bang als
ze op het stadhuis waren dat
dit veld 'besmet' verklaard
zou worden". "En", haakt
broer Bury in, "we kwamen
ook geld tekort. Wij hebben
wel verscheidene spelers ge
polst, maar dat had in feite
weinig zin. Want er ontbrak
een bedrag van 29.000 gulden.
En op het moment, dat Dor
drecht, dat wèl goed bij kas
zat, bereid was ons dat geld te
lenen, schroefde Joosten de
toelatingseis van 50.000 gul
den naar een ton op. Tja, en
dat konden wij niet opbren
gen"
Paard van Troje
Het was de eerste keer, dat de
gebroeders Riethoven daad
werkelijk kennismaakten
met de praktijken van de
Limburger Egidius Joosten.
Hoewel die laatste allerwege
als de grote voorvechter van
het beroepsvoetbal gold, trad
Joosten pas later (in mei 1952)
tot de NBVB i.o. toe. Met
Joosten werd volgens Joop
en Bury Riethoven wel het
Paard van Troje in de 'club
van anti-bonders' gehaald.
Luister opnieuw naar Joop:
"Ik liep in die tijd alle NBVB-
vergaderingen af. Ik had geen
rooie cent, moest soms lege
melkflessen verkopen om het
treingeld te kunnen betalen.
Op een dag, in 's-Hertogen-
bosch, kwamen ze opeens
met die Joosten aanzetten. Ik
had meteen door, dat ie zo
link was als een looien deur".
"Joosten", karakteriseert Bu
ry, "was sluw en had twee nóg
sluwere advocaten tot zijn be
schikking" "Die vent", vult
Joop weer aan, "die heeft er
voor gezorgd dat Piet Swart,
de eigenlijke NBVB-oprich-
ter een schop onder zijn kont
kreeg. Hij werkte ook Sjoerd
v.d. Berg en Bruinsveld weg
en bewerkte vervolgens
Boersen. Die zou manager
van Alkmaar mogen worden,
als Joosten zijn baantje als
NBVB-voorzitter over mocht
nemen. Die Boersen heeft
zich laten ompraten en zo kon
Joosten weer een stap zetten
in de richting van zijn doel,
•een functie in het KNVB-be-
stuur. Want daar was het hem,
achteraf gezegd, allemaal om
begonnen. Hij heeft nader
hand, tijdens de onderhande
lingen met de KNVB een vies
spelletje gespeeld. In plaats
dat hij zijn poot tijdens die fu-(
siebesprekingen stijf hield,
de KNVB afdwong dat de
NBVB de beroepsvoetbal
competitie zou blijven ver
zorgen, gooide hij het met
Hopster op een akkoordje.
Vier NBVB-clubs sneuvel
den daardoor, maar ach, wat
kon hem dat schelen, hij had
zijn baantje bij de KNVB. En
daar was het hem toch om te
doen. Joosten heeft de boel
verraden en verkocht. Ge
lukkig heeft ie later zijn trek
ken met dat faillissement van
zijn bouwbedrijf, de Vasco,
wel thuisgekregen"..
Monsterverbond
Het Riethoven-trio negeerde,
met een aantal andere
KNVB-haters, het gesloten
monsterverbond van Joosten
en Hopster. In stilte gingen zij
werken aan een nieuwe
NBVB. Terwijl de KNVB-
semiprofcompetitie op gang
kwam. belegden de NBVB-
fanatici in het diepste geheim
bijeenkomsten. "Zoals bij
voorbeeld in hotel Noord
Brabant in Utrecht herin
nert Joop Riethoven zich.
"We hebben daar eerst nog
alle kamers nagelopen om te
kijken of er door anderen
geen microfoons waren ge
plaatst".
Die samenkomsten achter ge
sloten deuren leidden ertoe,
dat in 1957 andermaal een
'wilde' competitie in elkaar
werd geknutseld. Als van
ouds stroopte Joop Rietho
ven de velden af op zoek naar
voetballers, die voor hun ca
paciteiten best wel een centje
wilden beuren. Tot ongenoe
gen uiteraard van clubbe
stuurders, maar ook van
sommige supporters en fami
lieleden van spelers. Zo had
den de bestuursleden van de
'wilde' Leidse voetbalclub
eens twee leden van Quick
Boys op hun verlanglijstje
staan. Ton Vos nam contact
op met Katwijk en vernam
van de zuster van één van die
voetballers dat ie het maar
niet moest wagen naar de ha
ven te komen. "Wantje wordt
er prompt ingedonderd".
'De cowboy' schrok terug van
dat dreigement, waarna Joop
Riethoven de stoute schoe
nen maar aantrok en met zijn
oudste broer Jan de tocht
naar de kust ondernam.
"Voor alle zekerheid had ik
een knuppel meegenomen",
vertelt Joop. "Kwamen we
daar bij die speler, het was
Arie v.d. Oever, zegt ie "ik
durf niet" Alle genomen
moeite en risico voor niks
geweest, dus"..
Een andere Katwijkse missie
was trouwens ook al op een
mislukking uitgelopen, nadat
Joop Riethoven naar het huis
van een zekere speler was ge
reden, daar niet die knaap
maar diens moeder aantrof.
Die Riethoven op niet mis te
verstane wijze duidelijk
maakte dat zij betaald voetbal
in het algemeen en zondag-
sport in het bijzonder maar
matig kon waarderen, getuige
de woorden: "Ga van mijn
deur vandaan, je bent door
Satan gezonden"..
Consternatie
Niettemin slaagden 'de illega
len' erin een elftal te forme
ren. Nadat zij eerst nog voor
consternatie in de Leidse
voetbalwereld hadden ge
zorgd door een bijeenkomst
te organiseren in het etablis
sement 'Het Gulden Vlies',
waar spelers zich als 'prof*
konden aanmelden. Bury
Riethoven: "Joöp had ver
schillende spelers overge
haald naar 'Het 'Gulden Vlies'
te komen. Op de een of andere
manier was uitgelekt dat we
daar met voetballers zouden
gaan praten. Een honderdtal
clubbestuurders lag dus op
de loer om die spelers te belet
ten naar binnen te gaan. Toen
hebben we die bijeenkomst
als de donder naar "Bellevue"
verplaatst".
Het Arsenal-bestuur slaagde
erin toenmalige vedetten als
de gebroeders Van Kampen,
Van Weerlee, Hermans en
Jan Krijgsman voor hun club
te interesseren, terwijl ook
van buitenaf versterking
werd gehaald. Joop Rietho
ven: "We hebben een stuk of
vier wedstrijden gespeeld. We
hebben gevoetbald in Mun
tendam, in Sleen, in Rotter
dam en in Venlo. Op weg naar
Sleen kwamen we tot de
conclusie dat we een tekort
aan spélers hadden. Onder
weg, in Zwolle, hebben we
nog een vent opgeduikeld.
Die beweerde in de tweede
klasse te voetballen.
Hij kon er geen pepernoot
van, hij voetbalde als een oud
wijf. Op een gegeven mo
ment kreeg onze trainer/ma
nager Piet Erades er genoeg
van en haalde hij 'dat zusje'
eruit. Die kerel riep meteen
"ik wil eerst mijn centen, an
ders ga ik het veld niet af'..
In die periode lichtte het Ar
senal-bestuur soms bewust
de hand met de w&arheid.
Om zoveel mogelijk toe
schouwers te lokken, lieten
Joop Riethoven en consorten
met het oog op een wedstrijd
in Venlo met veel bombarie
aankondigen dat er een Leids
elftal, versterkt met Franse
profs, zou aantreden. "Die
Fransen", bekennen Joop en
Bury nu, "waren ene Filip-
son, die de bal 6000 maal hoog
kon houden, maar van voet
bal geen Rauwe notie had en
jongleur Joe Andy. Die laat
ste nam de bal geregeld bij
het eigen doel op het hoofd,
wandelde daarmee dan over
het hele veld, waarna die Ha
genaar, Pietje Fens, de zaak
afmaakte. Of Joe Andy ooit
werd aangevallen? Welnee,
het was toch een voorstelling.
Pure amusement, dat als
concurrentie moest dienen
voor het normale KNVB-
voetbal".
Het gecombineerde geld/ter
reinprobleem diende zich
echter ook in 1958 aan; het
luidde andermaal de onder
gang van het Arsenal-circus
in. Bury en Joop: "We kon
den onze spelers niet betalen
en slaagden er ook niet in een
veld in Leiden te vinden.
Daarom moesten wc wel
stoppen. Je ondervond van
alle kanten tegenwerking.
Vooral van de gemeente.
Want als je indertijd daar
aanklopte voor een veld, dan
keken die ambtenaren je aan,
alsof je een bordeel wilde be
ginnen"..
t9S7
c9°«e»cr
LEIDEN - Serene rust heer
ste er onlangs rond de
vijfentwintigste verjaar
dag van 'het kind met het
waterhoofd', dat inder
tijd als 'betaald voetbal'
ten doop werd gehouden.
In alle stilte werd in no
vember 1979 teruggeblikt
op de woelige periode van
een kwart eeuw prof
voetbal. Na een tijdperk
van meer vallen dan op
staan vertoont het be
taalde voetbal nog altijd
levenstekens, maar ge
zond kan het gezamenlij
ke produkt van NBVB
(Nederlandse Beroeps
Voetbalbond) en KNVB
ook anno 1980 met de be
ste wil van de wereld niet
genoemd worden.
Achteraf gezien mag dat
niet verwonderlijk heten,
want het 'kind' kwam in
dertijd al onder een slecht
gesternte ter wereld. Aan
het plan tot verwekking
van wat in de vroege vijf
tiger jaren 'beroepsvoet
balbond' heette, lag im
mers louter onvrede ten
grondslag. "De KNVB
handelt véél te amateu
ristisch", was toentertijd
de algemene klacht. Na
een voorbereidingstijd,
waarin vooral werd ver
gaderd, werd op 20 de
cember 1953 de NBVB op
gericht. Een 'wilde' bond,
die met name van KNVB-
zijde de grootst mogelijke
tegenwerking ondervond.
Sterker nog, volledig
werd geboycot.
Het vervolg laat zich ge
makkelijk raden: be
schuldigingen van ron
selpraktijken over cn
weer, kort geding zus,
rechtzaak zo, kortom de
partijen leken onverzoen
lijk tegenover elkaar te
staan. De NBVB-aankon-
diging, dat de aftrap van
de beroepsvoetbalcompe
titie op 26 augustus 1954
zou worden verricht, zet
te een aantal bestuurders
van eersteklasseclubs
aan het denken. Cor Kie-
boom en Phida Wolff (na
mens Feyenoord), Jos Co-
Ier (Sparta), Henk Zon en
Aad Libregts (Excelsior)
koude oorlog met de 'wil
de' bond leek gelegd,
verwacht mocht dus
worden dat Hopster ook
in het vervolg "die club
van Joosten" te vuur cn te
zwaard zou gaan bestrij
den. Maar neen, de strijd
lust van de ingenieur was
een week later al gedoofd.
Lachend bereikte hij op 7
november 1954 overeen
stemming met zijn erfvij
and Gied Joosten, die
meteen plaats moeht ne
men in het KNVB-be-
stuur. De beide bonden
smolten derhalve op die
dag even snel samen als
de kilo's boter op de hoof
den van hun respectieve
lijke voorzitters...
en Toon Martens (ADO)
besloten de koppen op 30
juni 1954 bij elkaar te ste
ken, In een slaapkamer in
het Utrechtse hotel 'Ter
minus' kwamen die club
bazen tot de slotsom dat
de 'amateuristische'
KNVB overstag moest;
toestemming tot betaling
moest geven. Op een ru
moerige vergadering in
het Amsterdamse 'Kras-
napolsky' (op 28 augustus)
werd vervolgens met 75
tegen 13 stemmen het
amateurisme ten grave
gedraven.
Intussen ging de NBVB on
verstoorbaar zijn gang,
tot grote woede van de
KNVB. Op een vergade
ring, die od 30 oktober
1954 in 'Krasnapolsky'
werd gehouden, wierp
KNVB-voorzitter ir. Hans
Hopster zich ten bate van
het z.g. 'urgentiefonds' op
als een tweede Johan Bo
degraven. Met de hoed in
de hand ging hij de verga
derzaal rond om gelden in
te zamelen voor de strijd
tegen de NBVB. De be-
delactie werd een door
slaand succes, PSV bij
voorbeeld offerde 10.000
gulden. Hopster werd
bijkans lyrisch van al die
vrijgevigheid; hij vond
"deze vergadering een te
ken van saamhorigheid,
eenheid en strijdlust".
Een gezonde financiële ba
sis voor een langdurige