We zijn niet meer van die „koopjesjagers" Voddeweven oud textiel nieuw jasje geven EXTRA Oudejaarsdag: het Nederlandse au topark trekt massaal naar de pomp; de volgende dag moet er zeven cent meer voor een liter benzine worden betaald. Die twee gulden op een volle tank zijn gauw verdiend. Koopjesdagen. goedkope shirts, rommelig in een bak gegooid, vliegen de winkel uit, terwijl ze de dag ervoor even scherp ge prijsd niet uit hun keurige stapel tjes weg waren te branden Andere voorbeelden: twee winke lende vrouwen vissen tegelijker tijd hetzelfde felbegeerde hemd uit een bak en scheuren het in hun hebzucht in tweeèn. De doe- het-zelver zoekt de halve stad af voor een goed en goedkoop stuk gereedschap, om opnieuw met een miskoop thuis te komen. Een huisvrouw die 30 jaar meent alle kruideniers te slim af te zijn ge weest, maar haar uren niet telt De aanbieding van 20 bussen Vim voorde prijs van 18, waarvan de laatste acht - onbruikbaar ge worden - weggegooid moesten worden Is goedkoop duurkoop: dingen ko pen die je niet nodig hebt, en ver volgens handenwrijvend thuis komen om uit te rekenen, wat je hiermee weer hebt verdiend9 Levensmiddelen De koopjesgeest neemt af. Voor- en najaarsuitverkopen hebben - mede onder invloed van tussen tijdse aanbiedingen - hun grote aantrekkingskracht verloren. Ook in de levensmiddelenbran che wordt het „koopjes lopen minder. Intussen blijft de consument wel degelijk op de prijzen letten en groeit de tendens om aan de saaie dagelijkse levensbehoeften (en nu ook in toenemende mate aan de confectie) weinig geld uit te willen geven, in het voordeel van „leuke dingen" In de levensmiddelenbranche heeft de prijsbewuste consument de concurrentie bevorderd, zodat de prijzen tussen de kleine midden stander om de hoek en de grote supermarkt een eind van. huis, steeds minder uiteenlopen. Terwijl een paar aantrekkelijke aanbiedingen in een artikel als waspoeder de weekomzet in een supermarkt een paar jaar geleden gegarandeerd omhoog joeg, ligt de omzet daar door het jaar heen nu meer constant. „Een fles sinas voor 69 cent kun je tegenwoordig door de hele stad krijgen; maar kom eens om een tienerkamer van 198 gulden", zegt de bedrijfsleider van waren huis Autorama. Het rendement van het koopjeslopen heeft zich verplaatst. „Het dubbeltje op het onsje kaas, de vijf cent op het half brood: dat zet geen zoden meer aan de dijk. Huisvrouwen die de moeite willen nemen om nog eens drie winkels af te fietsen voor de artikelen die hun goed kope supermarkt niet in voorraad had, zijn er steeds minder. Maar 90 gulden verschil op een stoel met mini-set, of een kleine 1000 gulden op een nieuwe keu ken (desnoods zonder bekend merk): dat loont de moeite om met de auto voor op pad te gaan. Bij zulke dure artikelen bestaat bovendien minder kans op zoge naamde impulsaankopen: aan-, kopen die je niet van plan was te doen, maar waartoe je je door de aantrekkelijke presentatie laat overhalen. De neiging om dat zakje goedkope zoutjes, of die driedubbele verpakking repen chocolade nog maar even mee te nemen, terwijl je toch voor de kassa staat te wachten. Met het risico dat je toch weer te veel en dus te duur inkoopt. We blijven er gevoelig voor. Toen dit jaar de koffie duurder zou worden, kochten huisvrouwen een vrachtauto op het parkeerter rein van de supermarkt leeg, voordat enig pak de winkel had bereikt. Niettemin: geen verge lijk met de hamsterwoede die zich in 1977 van ons meester maakte bij de koffieprijsstijgin gen. Supermarkt De meeste mensen zeggen niet in de eerste plaats vanwege de lage prijzen in supermarkten, dis countzaken, en dergelijke te ko pen. Maar ondertussen weet een daar winkelende huisvrouw wel precies dat een pakje roomboter er 80 cent goedkoper is dan bij haar in het dorp. En een ander dat het op een pakje soep toch gauw 15 cent scheelt. Aan de verleiding om te midden van de overvloedig gevulde vak ken te veel te kopen, meent me nig consument te kunnen weer staan; de een door middel van een lijstje, dat strikt gevolgd moet worden; de ander vanuit een zelf verzekerdheid van „dat over komt mij niet" „Natuurlijk overkomt het iedereen wel eens", zegt een vrouw die zojuist tegen een aabieding van twee bloesjes voor f 7,50 aanliep. „Daar kun je ze toch zelf niet voor naaien? Ik heb er meteen vier mee genomen, ook twee voor volgend jaar. En ik ben er erg blij mee, al was ik helemaal niet van plan kleren te kopen" ,Ruim assortiment", „gewoonte' en „parkeergelegenheid" noemt menige supermarktklant als re den van zijn winkelkeuze. De reclamemaker speelt daar handig op in, door de klant door middel van een aanbieding een concrete reden te geven om op een bepaal de dag te komen. „De aanbiedin gen zijn mooi meegenomen", be vestigden de klanten, „maar wat ik deze week extra koop, kan ik volgende week laten staan" Stapel gebak Verkoopresultaten tonen echter nog aanzienlijke restanten van „koopjesgevoeligheid" aan. „Als ik een flinke stapel gebak voor de slagerij neerzet, zodat je er bijna tegenaan loopt, levert me dat op zo'n dag gegarandeerd een vijf voudige gebakomzet", zegt de chef levensmiddelen van Auto rama. „En een wijnaanbieding van f 3,50 per fles opvallend bij de ingang: die vliegt weg. Vooraan in de winkel hebben de mensen nog niets in hun karretje en dan pakken ze zo'n koopje graag mee". Het gaat dus niet altijd om de prijzen, maar om de presenta tie die ons het gevoel geeft dat het wel goedkoop zal zijn. En daarbij: om de sport. De welge stelde vrouw in dure bontjas die alleen de aanbiedingen in de su permarkt meepakt, en vervol gens nog neerstrijkt voor een kopje koffie met appelpunt, kan het wel schudden met het be haalde voordeel. Of de man die in een Mercedes met aanhangwa gen uit Amsterdam naar Utrecht kwam rijden, toen door een druk fout in een advertentie de indruk was gewekt dat de jenever twee gulden goedkoper was. De man wilde meteen maar even 20 fles sen meenemen. Dat is geen nood zaak, dat is sport. „De armen hebben lage prijzen no dig", zegt reclamedeskundige Hans Ferrée, „en de rijken zijn er dol op". Hoe dol ze er ook op zijn, in de levensmiddelensector blij ken de duurste artikelen nog steeds naar de rijkste mensen te gaan. Volgens het CBS vormen alleen verse groenten en boter, kaas en eieren hier uitzonderin gen op: die worden door de meer welgestelden op de markt ge haald. Recreatie Naast het noodzakelijke bood schappen doen, wordt winkelen steeds meer recreatie: op zater dagmiddag gaan vader, moeder en kindje gezellig in de auto naai de winkel. De gigantische koop- schuren, waar je karretje ratelend over de trottoirtegels hobbelde, en waar je je vingers openhaalde aan de dozen waar je zelf de pak ken suiker en koffie nog uit moest halen, zijn op hun retour. Daar staat tegenover de opkomst van de kleine winkeltjes in de grote winkel: de zelfstandige sla ger di de gehakt draait waar je bij staat, heeft zijn eigen hoekje in de supermarkt; de warme bak ker, de groenteboer die de juiste hoeveelheid afweegt, de noten- bar, enzovoort. „Shopping is fun" (winkelen is ple zier) juicht de Bijenkorf. Dit wa renhuis, dat zich altijd meer op kwaliteit dan op koopjes in de allerlaagste prijsklassen heeft la ten voorstaan, heeft een belang rijke doorbraak binnen zijn cate gorieën kopers vastgesteld „Vroeger dacht je dat de groep met een zekere leeftijd, welstand en scholing op die en die goede ren, in die en die prijsklasse af kwam. Dat is nu losgelaten, je kunt hoogstens nog spreken van een zekere leeftijdmentaliteit, en vooral van bepaalde levensstij len", legt een reclameman van de Bijenkorf uit. Extreem „Men geeft veel uit voor artikelen waar men schik in heeft, en bij artikelen die die kick niet geven, zit men het liefst voor een dub beltje op de eerste rij", zegt reclamedeskundige Hans Ferrée „Zo kiest ieder een eigen levens stijl. In het extreme gesteld kan ik me daarbij een welgesteld echtpaar voorstellen, dat op de kale houten vloer zonder vloerkleed in een prachtig ver bouwd pandje in de Jordaan woont; mevrouw in haar kleertjes van een paar tientjes van het Wa- terlooplein op een Chippendale- bank van een slordige 15.000 gul den, naar muziek luisterend uit een quadrofonie-installatie van zo'n 20.000 gulden. In de drank- kast evengoed het goedkoopste bier dat er is te krijgen, als fijne, dure wijnen" „Voor het één is men doodgierig, voor het ander geeft men waan zinnig veel geld uit. En samen bepaalt dat iemands levens stijl" De Bijenkorf probeert althans eni ge ordening in de wirwar van le vensstijlen aan te brengen; iedere consument met zijn „life-style" in een hoekje van het warenhuis kunnen terugvinden, moet er ar tikelen vinden die zijn of haar „way of life" (manier van leven) onderstrepen. Het gaat om „goe deren met expressiewaarde". In een presentatie die losstaat van achterhaalde categorieën in de consumentenwereld als jong- oud, welgesteld-laag betaald, en zovoort. Zo zie je steeds vaker iemand in een goedkope spijkerbroek daar een „duur bijou" bij kopen, of ie mand in een eenvoudig huurhuis een prijzige wijn drinken. Een soort van omgekeerd snobis me is hier niet vreemd aan: de du re mevrouw die zich in luxe auto naar een goedkoop warenhuis laat brengen en naast haar werk ster in dezelfde goedkope bak staat te graaien: voor de werkster is het nodig, voor haar werkgeef ster is het pure lol. Hetzelfde geldt voor de welgestelde intel lectueel, die zich verwaardigt een goedkope biersoort te drinken, terwijl iemand die modaal of minder verdientnmet trots en voldoening zijn duur pijpje Hei- neken open trekt. Het koopjes halen is voor sommigen alleen nog mauv een sport. MAANDAG 4 FEBRUARI 198U Gelukkig gaan we steeds meer in zien dat we een beetje zuinig moeten zijn met de dingen die moeder aarde ons geeft. En dan denken we niet alleen aan de energievoorraden in de vorm van aardolie en aardgas. Het geldt ook voor andere materialen die de natuur ons biedt en die we no dig hebben om te kunnen le ven. Aan alles komt een eind, zeggen we wel eens. Maar dat einde kunnen we met een beetje goede wil ver der voor ons uitschuiven dan we meestal doen. De laatse jaren is de recycling (het opnieuw ge bruiken van dure of zeldzame grondstoffen) sterk toegenomen. Een goed voorbeeld hiervan vin den we in de papierindustrie, waar men van oud papier weer nieuw maakt. Toch is de gedach te van „iets opnieuw gebruiken" of verwerken in een nieuw ge bruiksvoorwerp al heel oud. Zo is het bewaren en verzamelen van oude kleren, lakens en lap pen in de Scandinavische en Oosteuropese landen een eeuwe noude gewoonte. Wanneer de lappenmand na een tijdje vol doende was gevuld, werden de lappen aan repen gescheurd, eventueel geverfd en daarna op het weeftoestel verwerkt tot nieuwe kleren, kleden, gordij nen, enzovoort. In Nederland werd deze techniek vroeger vrijwel niet beoefend. Tegenwoordig is dat anders. Me de door de belangstelling voor het ambachtelijk weven is de po pulariteit van het zogenaamde voddeweven groeiende. Geen wonder, want met deze leuke vrijetijdsbesteding zijn werkelijk prachtige dingen te maken. De grondstof is erg goedkoop; u doet er alleen een tijdje over voordat u voldoende materiaal bij elkaar verzameld hebt. Dat verzamelen is overigens best een prettig werkje. De techniek van het voddeweven is erg eenvoudig en kan zowel door beginnende als gevorderde weef sters worden beoefend. In ver schillende plaatsen in Nederland worden door creatieve groepen of particulieren lessen in het vod deweven gegeven. Voor informa tie hierover kunt u meestal bij de plaatselijke VW terecht. Maar er zijn nog andere manieren om met het voddeweven aan de slag te gaan. Eind vorig jaar is bij uitgeverij Kosmos het boëk „Voddeweven - oud textiel tot nieuw verweven" van Mac en Ruth Thiadens uitgekomen. Het boek kost f 32,50 en dat is het ze ker waard. Er staat een schat aan informatie over het voddeweven in, met veel ideeën en voorbeel den. Om u enig idee te geven wat er zoal mogelijk is, volgen hier een paar voorbeelden: vloerkleed, loper, vloermat, hangmat, kussenover trek, riem, autostoelbekleding, tuinstoelen, matras, beddesprei, traploper, pianoloper, gewoon een mouwloos vest, jasje, week endtas, bretels. honderiem, sjaals, wandbekleding. wandkle den, verschillende soorten weef sels, kleureffecten enzovoort. De schrijfsters besteden bovendien aandacht aan het verzamelen, scheuren en verven (zowel syn thetisch als plantaardig) van de vodden, het ontwerpen van pa tronen, kleurkeuze, benodigd ge reedschap en natuurlijk het we ven zelf. Het boek is prettig en duidelijk geschreven, leuk geïl lustreerd en heeft veel kleurenfo to's. Sjaals van voddei

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 8