worden "Eerste is er voor de concurrenten niet meer bij" slaagt jacht op goud Dollars kunnen stromen als Heidens ZATERDAG 2 FEBRUARI 1980 EXTRA PAGINA 21 Door Harry Hesseling Door niemand opgemerkt reed hij in Innsbruck zijn eerste olympische toernooi. Dat was in 1976. Het jaar dus van Piet Kleine en Hans van Helden. Nederland waande zich toen even terug in het tijdperk Van Schenk en Verkerk. On opvallend werd Eric Heiden als 17-jarige ze vende op de olympische 1500 en 19e op de 5000 meter. Nu, vier jaar la ter, beloven de Winter spelen in Lake Placid, die van 13 tot en met 24 februari worden gehou den, de climax te wor den van zijn onstuimige carrière. Acht wereldtitels zijn hem al ten deel gevallen. In Heidens uitgebreide prijzencollectie ont breekt alleen nog olym pisch goud, maar de hele schaatswereld heeft zich er reeds lang mee verzoend dat het kost baarste eremetaal in Lake Placid voor hem is gereserveerd. De ver wachte goldrush van Eric Heiden kan mis schien worden onder broken als de 500 meter aan bod komt, de af stand met de grootste ri sicofactor. Maar verder? De overige vier onderde len zijn nog altijd vol doende om de drie gou den medailles van Ard Schenk in Sapporo te overtreffen. Er is weinig verbeel dingskracht voor nodig om te beseffen wat een voorspoedige, en wie weet feilloze, goudjacht voor Eric Heiden bete kent. Schaatsen mag in de Verenigde Staten dan een volstrekt anonieme sport zijn, zodra een fe nomeen wordt volge hangen met olympisch goud, zal hij in het mid delpunt van de belang stelling komen. Zelfs Ard Schenk overkwam dit acht jaar gele den. Hoewel onbekend met het hardschaatsen op een 400 meter-baan, voelden de Amerikanen haarfijn aan met een superstar van doen te hebben. De media legden prompt beslag op de Nederland se Vikinggod en kwa men tegelijk met de ont hulling dat de tien kilo meter hardrijden op de schaats net zo opwin dend is als kijken naar het groeien van gras. Als Amerikaan had Ard Schenk die plotselinge bewondering kunnen omzetten in dollars, want de reclame-bran che ziet het in sporthel den wel zitten. Eric Hei den wacht daarom een zonnige toekomst. Als de commercie zich meester maakt van de goed ogende schaats- vorst, stromen onher roepelijk de dollars h:~ nen. Dan blijkt .er eens hoe lucratief ama teursport kan zijn. Eric Heiden houdt daarmee trouwens zelf al een beetje rekening: „Als ik in Lake Placid succes heb, zouden er aantrek kelijke reclame-aanbie dingen kunnen komen van bedrijven die iets in me zien. In dat geval zal ik niet meer als amateur worden beschouwd en is het schaatsen helemaal afgelopen". De Olympische Winter spelen in Lake Placid GRONINGEN - Nooit heeft Eric Heiden zijn rivalen zo te grazen genomen als op die februari-zondag in 1977. Niet dat hij de complete schaatswereld tpen een straatlengte achter zich hield. Integendeel zelfs. Het volgepakte Heerenveense Thialf-stadion zag hem voor de eerste maal wereldkampioen worden in een fascinerend en zenuwslopend toernooi. Maar de schok die zijn machtsgreep veroorzaakte, doet een paar Noorse schaatsers en hun coach nog huive ren als ze aan die dag worden herinnerd. In de Noorse kleedruimte, waar het gezang van de massa buiten niet was te horen, ging de champagnefles van hand tot hand om Jan Egil Storholts wereldtitel te vieren. De uitbundige stemming werd onderbroken toen de masseur van de Noren binnenstorm de met de onheilstijding: „Die Amerikaan is verschrikkelijk hard bezig tegen Kleine. Hij wordt kampioen". De Noren verstarden en leken te veranderen in ijspegels. Johs Tenmann, de oude trainersbaas, vloekte hartgrondig, en ging op de gang zitten met het hoofd tussen de handen. Gevoeliger had Eric Heiden de eerste van de vele klappen die nog zouden volgen niet kunnen uitdelen. De schaatssport had ken nisgemaakt met een uitzonderlijk talent, dat een rigoureuze om-, wenteling teweeg bracht in de tot dan uitsluitend door Europea-" nen bepaalde krachtsverhoudingen. Een tiener, die de spot dreef met de vastgeroeste logica en getraind werd door een vrouw. Tenmann heeft hel nooit kunnen verkroppen dat hij geen doeltreffende tegen zet wist te bedenken. Eric Heiden is tenslotte zijn on dergang geworden. v De Amerikaan sloeg op 18-jari- ge leeftijd toe in Heerenveen als een dief in de nacht. Zo althans ondergingen de No ren het en nog altijd wordt rondgebazuind dat Eric Hei den zo maar uit de lucht kwam vallen. En niet te ver geten: met een rugzak. Het laatste is waar. In de olympi sche schaatswinter van 1976 maakte hij onopvallend deel uit van een luidruchtig en vrolijk Amerikaans schaats- gezelschap in Davos. Het uit gelaten groepje amuseerde zich vooral met sneeuwballen gooien, maar Diane Holum (in Sapporo winnares van het olympisch goud op de 1500 meter) stond als een strenge kleuterjuf langs de baan op het moment dat er serieus gewerkt moest worden. De aandacht voor de Amerika nen legde het toen af tegen de recordraces van Hans van Helden, die met Piet Kleine het moreel opvijzelde voor de Winterspelen in Innsbruck. Toch wees Leen Pfrommer, de later door dezelfde rijders aan de kant gezette bonds coach, met nadruk op Eric Heiden. In die tijd nog een tengere knaap. De dijbenen hadden nog niet de kolossale omvang van tegenwoordig. „Als die lichamelijk volwas sen is, kan het een hele grote worden. Kijk eens wat hij nu als 17-jarige al presteert. On der de twee minuten rijden op de 1500 meter dat getuigt van enorm veel aanleg", merkte Pfrommer in Davos op. Nee, helemaal onaangekondigd kwam die eerste wereldtitel van Eric Heiden niet. Op het zelfde Friese kunstijs was hij in 1976 reeds vijfde geweest, vooral dank zij een winnende 500 meter. De junioren had den hem in hun WK-toernooi ook al een jaar eerder (Heiden werd toen tiende) ont moet. Niet meteen Toch kreeg het door Diane Ho lum geïnspireerde Heiden succes niet meteen volledig erkenning. Iedereen leek er een beetje mee in zijn maag te zitten. Hoe was het mogelijk dat een schaatser uit een on derontwikkeld schaatsland zo maar wereldkampioen kon worden, terwijl in Europa de kennis en traditie zetelden. Pas later realiseerden de Scandinavische, Russische en Nederlandse vakmensen zich dat aan de opkomst van Eric Heiden een jarenlange, zeer intensieve training voor af was gegaan. Een training, waarvoor Diane Holum de lijnen uitstippelde. Daar bleek niets nieuws of myste rieus achter te schuilen. Sommige schaatsers," zoals de Noorse sprinter Frode Ron- ning, de Nederlander Sies Uilkema en de Zweed Tomas Gustafson konden hun nieuwsgierigheid niet be dwingen en gingen op onder zoek uit in Madison, de woonplaats van de familie Heiden. Ronning: „Zijn oefenstof is niet wezenlijk anders, maar hij doet alles veel intensiever dan wij gewend'zijn. In juli traint hij al drie keer per dag." Uil kema ontdekte dat zijn eigen dagelijkse training ongeveer overeenkomt met de war ming up van Heiden. „Als wij klaar zijn, begint zijn training pas. Dat is voor hem heel ge woon. Sinds zijn veertiende is hij er aan gewend omdat hij is opgegroeid in een milieu iedereen sportgek Faciliteiten Aan faciliteiten heeft het Eric en zijn één jaar jongere zus Beth nimmer ontbroken. Een privé-trainingszaal in de rian te ouderlijke woning is na tuurlijk een luxe, zoals het verder handig is dat pa, chi rurg van beroep, over een goed gevulde portefeuille be schikt. Financiële beletsels zijn er nooit geweest, al liggen voor een trainingsstage de Europese banen bepaald niet naast de deur. De laatste jaren heeft Eric Heiden echter principieel geen beroep meer willen doen op zijn vader, want hij wilde niet in een uit zonderingspositie terecht komen. Toen de Amerikaanse bond geen geld had om de volledige selectie naar Euro pa te sturen, weigerde Heiden op eigen houtje te gaan. Het was natuurlijk geen punt om in het najaar en 's winters dagelijks 130 kilometer tus sen Madison en West Allis at te leggen voor de training op de kunstijsbaan. Het was een vast levensritme, 's morgens studeren en 's middags in de auto naar West Allis. De stu dieboeken liggen nu al een tijd in de kast. Het leven van Eric Heiden bestaat sinds an derhalfjaar helemaal uit trai nen en schaatsen. Met enorme zelfdiscipline heelt hij zich onderworpen aan een strak en consequent schema. Hij vindt dat zelf trouwens de normaalste zaak van de we reld: „Ik zou niet weten wat ik met mijn tijd moest doen als ik niet met schaatsen of trai nen bezig was". Elke jaar is hij een stap verder gegaan om zijn lichaamskracht te vergro ten. In de conditietraining was Heiden zoveel sterker dan de rest dat hij op ^oek ging naar gespecialiseerde XIII OLYMPIC WINTER GAMES partners. Op de atletiekbaan van Madison sloot hij zich aan bij middenafstandlopers. Die wisten hem wel uit te put ten. De natuurlijke aanleg van Eric Heiden voor het schaatsen werd ontdekt door Diane Holum. Hij was dertien jaar toen de olympische kam pioene van Sapporo in West Allis clubtrainster werd. De succesformule van Diane Holum is dikwijls uitgeplo zen, maar niemand heeft in haar aanpak revolutionaire elementen aangetroffen. Dia ne Holum: „De zwemsport verschaft mij de meeste in formatie over trainingsop- bouw. Dat is een erg ontwik kelde tak van sport waar de wetenschap zich over heeft ontfermd. Als je dat met het schaatsen vergelijkt, merk je pas goed hoe weinig dit alle maal te betekenen heelt". Werklust De geringe internationale om vang van het schaatsen heeft Diane Holum een relative rende kijk op deze sport be zorgd. Zeker, Eric Heiden heeft erg veel mee. Van natu re heeft hij aanleg en zijn werklust is buitengewoon. Maar zijn prestaties bewijzen vooral hoe onontwikkeld de schaatssport nog is. Als de wetenschap zich er intensief mee zou bemoeien zul je een grote sprong voorwaarts zien. Het is in vrijwel elke andere sport toch zeker ondenkbaar dat iemand er plotseling zo ver bovenuit steekt als Eric en dat op alle onderdelen". De gestroomlijnde schaatser beheerst inderdaad alle af standen perfect. Er is wel eni ge tijd getwijfeld aan zijn ca paciteiten op de 10.000 meter, hoewel deze afstand beslis send was bij het winnen van zijn eerste wereldtitel. Nadien was het niet zo noodzakelijk dut Heiden op de slotafstund van de grote vierkamp tot het uiterste ging, omdat de strijd al in een vroegtijdig stadium beslist was. In Oslo maakte hij het vorig jaar een eind aan die laatste onzekerheid door fors onder de vijftien minuten te duiken in het beste toer nooi dat ooit plaatsvond. Daar, in de Noorse hoofdstad presenteerde Eric Heiden zich als een zelfverzekerd fe nomeen op de schaats. De jongensjaren had hij ineens duidelijk achter zich gelaten. Steeds meer is Heiden de laatste jaren trouwens zijn ei gen gang gegaan. Hij kon zelf goed beoordelen hoe de trai- ningsopzet van Diane Holum voor hem geïnterpreteerd moest worden. „Maar Eric is heus geen superstar, die het met alles erg gemakkelijk heeft", aldus zijn trainster, „aan het begin van dit sei zoen, toen ik de zorg had over een groep van twintig schaat sers, bemoeide ik me haast niet met Eric. Tot ik in de ga ten kreeg dat hij in de put zat over zijn 500 meter. Hij reed maar steeds boven de 40 se conden en het heeft me veel moeite gekost om de onze kerheid uit zijn hoofd te pra ten. Onze planning is volledig gericht geweest op Lake Pla cid, daar moet het gebeuren en niet eerder". KAY ARNE STENSHEMMET (Eu ropees kampioen 1976 en 1980): ,J£erste worden is er voor ons niet meer bij. Het enige waarop ik me verheug, is het reisje naar Ameri ka. Niet om daar een olympische gouden medaille te winnen". JOS TENMANN (ex-bondscoach van Noorwegen): „Die Ameri kaan is alleen nog te verslaan als we stiekem wat vergif in zijn soep doen". BORIS BARISJEV (Russische bondscoachna de drielanden- wedstrijd begin januari in Oslo: ..Van Heiden ben ik met zo onder de indruk gekomen .Hij is minder sterk dan het vorig jaar". JAN EGIL STORHOLT (drie keer twee achter Heiden): „Die we reldrecord^ van Heiden in Davos zeggen me niets. Als je tien meter weg bent, klinkt pas het start schot". HUBERT VAN DER DUIM (Ne derlands kampioenJk ga nel :o lang door tot Heiden ophoudt en dan plak ik er nog een tijdje aan vast". TOMAS GUSTAFSON (wereld kampioen junioren): Zelfs als Heiden op dit niveau doorgaat wil ik hem verslaan". Eric Heiden en zijn trainster Diana Holum.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 21