ZATERDAG 2 FEBRUARI 1980 SPORT PAGINA 13 Hebben de Olympische Spelen nog toekomst? Dat is de gro te vraag, die nu - in 1980 - gesteld kan worden. Niet voor de eerste, maar moge lijk wel voor de laatste keer. De inval van de Sowjet-Unie in Afghanistan en de ver banning van Andrei Sacha- rov lijken de druppels, die de boordevolle emmer doen overlopen. Een emmer die eigenlijk altijd al behoorlijk gevuld is geweest. Telkens echter bleken er toch nog een paar druppels bij te kunnen, zonder dat het water eruit gutste. Druppels als de gruwelijke moordpartij van München waarbij 17 doden vielen en de boycot door de meeste Afrikaanse landen van de Spelen in Montreal, bleken nog niet voldoende om „Olympia" ten grave te dra gen. Maar de grens van het toelaatbare was wel bereikt. De Sowjet-Unie heeft die grens nu overschreden en de wereld komt in opstand. Jimmy Carter gaat voorop in de protestmars. In politieke kringen vindt hij veel steun voor zijn boycot-ideeën. In sportieve kringen ligt de zaak echter anders. De mees te sportleiders sluiten dan tegenwoordig niet langer de ogen voor politiek, maar vinden het wel onjuist dat de sport als speerpunt wordt gebruikt. Een begrijpelijke reactie, want tenslotte ver tegenwoordigen zij de be langen van de atleten, die zich vier jaar of langer in tensief hebben voorbereid op het „Grote Gebeuren" van Moskou. Omdat in het vrije Westen de sportbonden autonoom zijn en dus het laatste woord hebben, kun nen alleen zij beslissen over een eventuele boycot. Er zal, deze zomer vanaf TT ju ni, zonder twijfel een sport manifestatie plaatsvinden in Moskou. Misschien zal een aantal landen verstek laten gaan, misschien is iedereen er gewoon toch. In geen ge val zal er sprake kunnen zijn van „echte" Olympische Spelen. Daarvoor is het eve nement nu al te zeer bezoe deld en dat kan in de reste rende vijf maanden alleen maar erger worden. De Olympische vlam in het Le- nin-stadion zal slechts een zwak schijnsel uitstralen. De vlag met de vijf ringen, die de broederschap symbolise ren, zal in feite half stok wapperen. „Olympia" wan kelt op zijn sokkerl Meer dan ooit tevoren. HAARLEM - Nog altijd zijn er zeer veel mensen die met het idee rond lopen dat sport en poli tiek niets met elkaar te maken hebben. Zij ge loven in een droom, die door een aantal voor aanstaande sportlei ders als ideaal wordt gezien. Een scheiding van de twee maat schappelijke verschijn selen is onmogelijk en is er in feite ook nooit geweest. Tal van sportevenementen hebben de ineenstrengeling van sport en politiek aan den lijve ondervonden. De Sow jet-Unie heeft daarbij altijd voorop gelopen. Vorig jaar nog mocht het Nederlands dames-basketbalteam naar het wereldkampioenschap in Zuid-Korea. Men had zich, via de normale weg, niet kunnen kwalificeren, maar mocht toch meedoen toen de Russen - en met hen natuurlijk de an dere Oosteuropese landen - besloten weg te blijven. Het is slechts één van de vele voor beelden. Wereldkampioenschappen in wat voor sport dan ook - voetbal uitgezonderd - krij gen echter een beperkte publiciteit en daardoor ont gaat een groot deel van de we reld dergelijke prikacties van de Sowjet-Unie. Oog Tijdens de Olympische Spelen echter is het oog van de we reld geheel gericht op die ene plek op de wereldkaart. De Olympische Spelen zijn der halve een uitgelezen moment om aandacht te vragen voor een probleem; reclame te maken voor een politiek. Vandaar dat de Spelen altijd al hebben geworsteld met politieke problemen. Eigen lijk vanaf de allereerste keer. Drie en twintig juni 1894 mag officieel worden aangehou den als geboortedatum van de moderne Olympische Spelen. Op die datum zei Pierre baron De Coubertin in Parijs: „We moeten roeiers, lopers en schermers over onze grenzen sturen. Dat is de vrije handel van de toekomst. En eens, wanneer dit gebruik zijn vas te plaats zal hebben gevon den, zal de zaak van de vrede een nieuwe, krachtige onder steuning hebben gekre gen". De Coubertin wees Grieken land, uit historisch oogpunt, aan als eerste plaats van han deling. Op dat moment ont stonden al de eerste politieke problemen. De Griekse rege ring zag het helemaal niet zit ten en weigerde elke mede werking. De Fransman heeft heel wat moeite moeten doen om de gezagsdragers in Athe ne, die na het succes opeens de Spelen voor altijd opeis ten, te kunnen overtuigen. Vier jaar later, toen de Spelen in Parijs werden gehouden, moest De Coubertin hoogst persoonlijk naar Duitsland en Engeland om de veiligheid van de deelnemers te garan deren. In Parijs werden na melijk demonstraties ver wacht tegen de buitenlandse politiek van die twee lan den. Nauwelijks Het waren - in vergelijking met nu - echter problemen, die nauwelijks die naam moch ten hebben. De jaren na Parijs bleef het tamelijk rustig rond „Olympia". De Russen en Habsburgers maakten in 1912 weliswaar problemen over de vlaggen van Finland, Bohe- men en Hongarije, maar het geesteskind van De Couber tin was volledig geaccepteerd en het aantal deelnemers steeg met forse sprongen. Los Angeles, in 1932, gaf welis waar een terugval te zien (van 3015 in Amsterdam tot 1408), maar Amerika was toen nog niet zo gemakkelijk te berei ken als nu. Dan is het echter 1936. Adolf Hitler regeert al met krachti ge hand in Duitsland en Ber lijn moet dat jaar de tiende Olympische Spelen organise ren. Der Führer kreeg een kans voor open doel om pro paganda te maken voor zijn afschuwelijke politieke Los van alle politieke beslom meringen van nu kan men zich afvragen of de Olympi sche Spelen sportief gezien nog enig nut hebben. De ba sisgedachte van De Coubertin („een nieuwe, krachtige on dersteuning van de vrede") is allang achterhaald. Het te gendeel is nu waar. De Sow jet-Unie beschouwt een groot aantal medailles als een be wijs Van een juiste politiek, een juiste aanpak van de sport in eigen land. Bovendien zijn de Olympische Spelen niet langer nodig om de sterkste ter wereld aan te wijzen. Vroeger was dat wel zo, maar vrijwel alle sporten kennen sinds vele jaren eigen wereldkampioenschappen Belangrijk argument om de Spelen te handhaven was al tijd, dat het de enige moge lijkheid was voor de wereld zwem- en atletiektop om el kaar te ontmoeten. Dat echter is (bijna) verleden tijd. De zwemwereld kent sinds 1973 regelmatig wereldkampioen schappen en de internatio nale zwemfederatie heeft na de derde wereldtitelstrijd in West-Berlijn gezegd dat zulke kampioenschappen de beste manier zijn om de zwemsport verder te populariseren. De atleten kennen sinds een paar jaar de zogenoemde We- reldspelen. Daar komen de sterkste landenploegen en se lecties uit diverse wereldde len. Vanaf 1983 zullen ook zij echter - als laatste in de rij van olympische sporten - hun eigen wereldkampioen schappen hebben. ideeèn. Hij mist ze niet. Merkwaardig genoeg was er nauwelijks protest hoorbaar. Een record aantal deelnemers en landen (4069-49) paradeer den langs de ereloge. De vraag kan worden gesteld, waarom er geen protest kwam. Wel, de Olympische Spelen golden toen zeker als een heilig goed, het nazisme was niet verboden, de gevol gen ervan nog niet in te schat ten en het politieke bewust wordingsproces van de ge wone man zou pas vele jaren later op gang komen. Oorlog De oorlog onderbrak daarna de Olympische Spelen, maar in 1948 in Londen was iedereen weer present. Daarna bleef het vrij rustig. De Korea-oor- log had nauwelijks invloed in Helsinki en in 1956 werd slechts summier gereageerd op de Russische inval in Hon garije. Alleen Nederland en een paar onbetekende sport landen trokken zich terug uit Melbourne. De Zwitsers wa ren het ook van plan, maar bleven, omdat er geen vlieg reis georganiseerd kon wor den om de ploeg terug te brengen naar het thuisland. Er werden tijdens de Spelen zelfs dingen bereikt, die poli tiek onmogelijk waren. In 1956, 1960 en 1964 stuurden West- en Oost-Duitsland één gezamenlijke ploeg. De Olympische Spelen waren een echt sportfeest. In Tokio (1964) vonden echter de laatste probleemloze Spe len plaats. Vanaf Mexico in 1968 is het eigenlijk voortdu rend misgegaan. In Mexico stak Black Power de vuist op en ontstonden er studenten rellen, maar dat kon nog door de beugel. Vier jaar later ging het echter volledig mis. In München drongen Palestijn se terroristen het uiympiscn dorp binnen, vermoordden twee Israëli's en namen een aantal in gijzeling. Ingrijpen van de Westduitse politie le verde in de vroege ochtendu ren van 6 september een waar bloedbad op. Vijf Arabieren werden op het vliegveld Für- stenfeldbruck neergescho ten, nadat ze eerst kans had den gezien hun gijzelaars om het leven te brengen. Ook een politieman sneuvelde. De trieste balans: 17 doden. Op verzoek van Israèl gingen de Spelen echter door. Met een van tranen verstikte stem verkondigde IOC-voorzitter Avery Brundage, dat de Spe len, na een dag van rouw, voortgezet zouden worden en dat de olympische gedachte nooit ten prooi zou mogen vallen aan de politiek. Maar dat was natuurlijk inmiddels wel gebeurd. Tranen „De moord van München is te gelijkertijd een zege voor het terrorisme en mogelijk het einde van een instituut. Hoe kunnen 8000 sportmensen te gelijkertijd bewaakt en in vrijheid gelaten worden?", vroeg het Franse dagblad Le Figaro zich af. „Zijn medailles en commerciële verdragen belangrijker dan mensenle vens? De lichamen van de elf Israëli's waren nog niet be graven, toen de Spelen verder gingen", schreef de New York Times. Montreal '76 De wereld was aan het naden ken gezet, maar Brundage en zijn vrienden sloten opnieuw de ogen. Vier jaar later was het weer raak. De Afrikaanse landen vertrokken uit Mon treal, omdat zij Nieuw-Zee- land, dat sportieve banden onderhield met Zuid-Afrika, Jan v.d. Nat niet als deelnemer wensten te accepteren. De Olympische Spelen kregen een forse dreun. Maar het betrof, spor tief gezien, tamelijk onbe langrijke landen (voor de atle tiek uitgezonderd) en dus kwamen de Spelen niet echt in gevaar. Ook het feit dat de Canadese regering visa wei gerde aan de ploeg uit Taiwan om het handelsverdrag met de Volksrepubliek China niet in gevaar te brengen, woog niet zwaar genoeg om de po ten onder de Olympische stoel door te zagen. Tot zover een stuk geschiede nis, waaruit moge blijken dat de olympische beweging het al vaak erg moeilijk heeft ge had. De problemen van nu zijn echter veel groter dan ooit tevoren. De boycot van Nederland, Noorwegen en Marokko in 1956 was mon diaal gezien een lachertje, die van Afrika vier jaar geleden overkomenlijk. Het eventuele wegblijven van de Verenigde Staten - en wanneer dat ge beurt een groot aantal andere landen - zou echter het einde inluiden van de Olympische Spelen. Zover is het natuur lijk nog niet, maar Los Ange les zou er verstandig aan doen om de organisatiebeslomm- fringen van de Spelen van 1984 voorlopig even in de ijs kast te leggen. De Sowjet- Unie heeft dan wel haastig verklaard dat evenement niet te zullen boycotten, wanneer Amerika niet naar Moskou zal komen, maar een dergelijke toezegging slaat nergens op. Het is zeer waarschijnlijk dat bij een gedeeltelijke boycot pu de Spelen van 1984 van de kalender kunnen worden ge schrapt. Voorde reactie van Jimmy Car ter kan natuurlijk begrip worden opgebracht. Velen zijn het met hem eens dat de Sowjet-Unie gestraft dient te worden voor het optreden in Afghanistan. Maar door zich volledig te richten op Moskou 1980 bewijst de Amerikaanse president zijn sluwheid. Met geen woord repte hij over de Olympische Winterspelen van Lake Placid, die binnen kort beginnen. Het zal Carter, die tenslotte nog graag vier jaar in Witte Huis wil blijven zitten, wel beter uitkomen om daarover te zwijgen. Tenslot te heeft commercieel-Ameri- ka zich al op het nietige win tersportoord gestort en heb ben de Verenigde Staten een slordige 200 miljoen gulden in het gebeuren geinvesteerd. Dat in Lake Placid zeer vaak het volkslied van de Sowjet- Unie zal klinken en de Russen met een wagonlading me dailles zullen afreizen, neemt Carter kennelijk op de koop toe. Geen reactie Ook uit de andere landen komt geen enkele reactie. Neder landse schaatsers moeten aantreden tegen de Russen en de ijshockeyploeg ontmoet in zijn groep de Sowjet-Unie. Acties in I ake Placid zouden voor Moskou misschien een vingerwijzing zijn, dat de boycotplannen voor de Spe len van deze zomer serieus moeten worden genomen. Die Winterspelen vormen trouwens een hoofdstuk apart in de Olympische ge schiedenis. het professiona lisme en de commercie vieren hoogtij, vooral bij de skiërs. Die twee verschijnselen, overi gens niet alleen van toepas sing op de Winterspelen, zijn altijd een doorn in het ooe geweest van de Olympische baasjes. De Coubertin had al een grote afkeer van alles wat met commercie te maken had (,je moet kiezen tussen een marktplaats en een tempel, tussen commercie en eerlijke sport. Allebei kan niet"). En Brundage, de man die pas op 85-jarige leeftijd het voorzit terschap afstond, heeft de Winterspelen altijd vervloekt. Na Grenoble zou hij onder meer zeggen dat de Winter spelen een grote fout zijn ge weest. In 1972 (Sapporo) zei hij hoofdzakelijk doodsge- roggel te hebben gehoord. „In Denver 1976 (toen nog kandi daat) hoop ik op een eervolle begrafenis". Reclame Waar politiek steeds de Zomer spelen heeft bedreigd, lever de commercie steeds een ge vaar op voor het winterse ge beuren. Reclame en sponso ring zijn nu net zo met de sport verweven als politiek. Maar de oude, wijze mannen van het IOC hebben altijd ge streden tegen die invloed. In zijn memoires schrijft Avery Brundage onder meer het volgende: „In 1964 weigerde de winnaar van de afdaling, de Oostenrijker. Egon Zim- mermann, op de foto te gaan. Pas toen hij zijn ski's met reclame naast zijn wang mocht houden, gaf hij toe stemming". In 1968 wilde het IOC dat de op vallend groot opgeschilderde merknamen van de ski's zou den worden afgehaald. Brun dage: „Ik kreeg een briefje onder de deur van mijn hotel kamer doorgeschoven, waar op stond, dat die merknamen er niet af konden, anders zou de balans van de ski's worden aangetast". Reclame en de daarmee sa menhangende betaling van de sporters tijdens de Spelen is, evenals de politiek, een grote bedreiging van het Olympische gebeuren. Als het aan Brundage had gele gen, zouden de Winterspelen al niet meer bestaan. Tien jaar geleden zei hij al, dat de Winterspelen niet meer waren dan een aaneenscha keling van wereldkampioen schappen in diverse takken van sport en dat de Olympi sche Spelen meer dienden te zijn. Gevaren Brundage mag dan merkwaar dige uitspraken hebben ge daan, de hoogbejaarde baas was niet helemaal blind voor de gevaren die de Olympische Spelen bedreigden. Dat be wijst zijn voorwoord in een Duits Olympisch boek, dat na Mexico verscheen. „Zonder leger en zonder politie, ja zonder geld en slechts ge dragen door de hoge moraal van haar principes, heeft de Olympische beweging altijd bewezen sterker te zijn dan vele andere krachten in de wereld die ons bedreigen. Dat zijn politieke krachten, die de sport gebruiken om het inter nationale prestige te verbete ren. Dat zijn wetenschappe lijke krachten, die de sport misbruiken om er winst uit te halen. Beide kunnen gemak kelijk tot verwoesting van de Olympische beweging als we niet opletten". De Olypische beweging hééft niet opgelet. Door de Spelen van 1980 aan Moskou toe te wijzen, groef ze haar eigen graf Olympische Spelen toewijzen aan een land met een zeer omstreden politiek, dat bovendien zelf in het re cente verleden tal van sport evenementen boycotte uit puur politieke overwegingen, was vragen om moeilijkhe den. De kuil ligt open; de doodgravers staan klaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 13