Meer verkeer en
minder gewonden
op Leidse wegen
Kleine groep komt erg vaak bij huisarts
Aantal ongevallen daalde iets in 79
Gehandicaptensoos in
buurthuis Morschwijk
ZATERDAG 26 JANUARI 1980
LEIDEN - Het aantal gewonden,
dat in het Leidse verkeer valt,
vertoont de laatste jaren een op
vallende daling. Bleef het aantal
in 1978 voor het eerst sinds 1964
onder de 500, het afgelopen jaar
registreerde het stafbureau ver
keerszaken van de Leidse politie
420 personen, die in het verkeer
verwondingen opliepen. Ze wa
ren betrokken bij in totaal 381
verkeersongevallen. Statistisch
kan gezegd worden dat in Leiden
gemiddeld elke dag een ongeval
in het verkeer gebeurt waarbij
een of meer personen lichamelijk
letsel oplopen. Het aantal levens
dat het Leidse verkeer eist is de
laatste jaren vrij stabiel gebleven.
Dat schommelde rond de tien. In
1974, 1975 en 1977 waren het er
elf, in 1976 acht, in 1978 negen en
het vorig jaar tien. Sinds de
Tweede Wereldoorlog werden op
de Leidse wegen bijna 300 perso
nen bij verkeersongevallen ge
dood. o
Dat het aantal gewonden daalt
wordt verklaard uit het feit, dat
de sterk toegenomen verkeers
drukte ertoe heeft geleid, dat de
snelheid in het verkeer wordt ge
drukt. In het stadsverkeer kun
nen auto's minder snel rijden dan
op buitenwegen. Een rol heeft
zeker ook gespeeld de aanpas
sing van de verschillende wegen
in de stad en de plaatsing van
verkeerslichten op diverse ge
vaarlijke kruisingen. Bovendien
is de verkeersdeelnemer beter
beveiligd dan vroeger. Bromfiet
sers bijvoorbeeld door de ver
plichting om een valhelm te dra
gen, automobilisten door het
voorgeschreven gebruik van de
veiligheidsgordel. Voor de auto's
geldt daarnaast nog dat steeds
meer aandacht wordt besteed aan
een betere beveiliging van de in
zittenden. Bijvoorbeeld door de
kooiconstructie die in steeds
meer auto's wordt toegepast.
Kop-staart
Uit de Leidse verkeersstatistieken
blijkt dat het aantal kop-staart-
Jaar
Ongevallen
Gewonden
Doden
1946
489
131
7
1947
705
184
3
1948
746
201
6
1949
821
187
7
1950
948
252
9
1951
1134
321
3
1952
1090
277
8
1953
1303
385
12
1954
1461
461
3
1955
1447
475
9
1956
1936
473
10
1957
1920
456
6
1958
2025
499
4
1959
2333
559
1
1960
2650
541
8
1961
2649
531
6
1962
2838
523
8
1963
3188
441
6
1964
3513
444
5
1965
3582
625
6
1966
4095
700
10
1967
2807
661
14
1968
2900
698
19
1969
2961
735
10
1970
2990
691
12
1971
2834
659
19
1972
2689
555
18
1973
2650
556
3
1974
2584
595
11
1975
2513
522
11
1976
2670
526
8
1977
3062
512
11
1978
3132
466
9
1979
3100
420
10
De plotselinge daling van het aantal ongevallen in 1967 kan worden
verklaard uit het feit dat de politie onbetekenende voorvalletjes
waarbij nauwelijks of geen schade was niet langer registreerde.
botsingen op of vlakbij kruispun
ten erg groot is. Die doen zich
meestal voor tijdens de ochtend-
of avondspitsuren. Omdat er juist
op deze tijdstippen minder hard
kan worden gereden, blijft het in
vele gevallen bij materiële scha
de. Ondanks de nog steeds toe
nemende verkeersdrukte is het
aantal verkeersongevallen,
waarvoor de Leidse politie in ac
tie moest komen, voor het eerst
sinds 1975 weer iets gedaald. Vo
rig jaar werden er op de kop af
3100 geregistreerd. Dat waren er
32 minder dan het jaar daarvoor
en 38 meer dan in 1978. Het pre
cieze aantal verkeersongevallen
in Leiden is niet bekend, omdat
de politie niet voor elke aanrij
ding wordt gewaarschuwd.
Enkele jaren geleden bracht een
landelijk onderzoek aan het licht
dat de politie in niet meer dan
dertig procent van de ongevallen
te hulp wordt geroepen. Maar in
Leiden ligt dat percentage waar
schijnlijk aanmerkelijk hoger. De
grote bevolkingsdichtheid in de
stad is er de oorzaak van dat vele
ongevallen worden gemeld door
mede-weggebruikers, voorbij
gangers of omwonenden. In
dunbevolkte gebieden is die "so
ciale controle" veel geringer.
Dat cijfers over verkeersongevallen
voorzichtig geïnterpreteerd moe
ten worden mag blijken uit het
feit, dat er soms regelingen wor
den ingevoerd die een duidelijk
stempel drukken op de cijfers. In
1972 bijvoorbeeld besloten de ge
zamenlijke verzekeringsmaat
schappijen tot een nieuwe blik
schade-regeling, waardoor min
der dan voorheen de hulp van de
politie werd ingeroepen bij onge
vallen waar uitsluitend sprake
was van materiële schade. Een
dergelijke maatregel heeft een
paar jaar gewerkt en de officiële
ongevallenstatistieken duidelijk
beïnvloed. In politiekringen be
staat echter de indruk, dat het ef
fect daarvan de laatste jaren is
verdwenen en men weer evenals
vroeger de politie belt. Om $en
onpartijdige getuige te hebben
bij de schadeafwikkeling.
Veiligheid
Aan de andere kant kunnen statis
tieken erg nuttig zijn als het gaat
om het opsporen van plaatsen
waar er kennelijk iets aan de ver
keersveiligheid schort. Adjudant
Riekert van de verkeerspolitie:
"Elk ongeval wordt door ons in
kaart gebracht. Als we zien dat er
op een bepaald punt in de stad
opvallend veel ongelukken ge-
afgelopen jaar in Leiden gebeurden
beuren, dan zoeken we naar de
oorzaak. We hebben op dat punt
ook geregeld overleg met de af
deling verkeer van de gemeente".
Bekijken we de cijfers van het af
gelopen jaar dan blijkt dat in ja
nuari en oktober de meeste onge
vallen gebeurden. In januari wa
ren het er 311 en in oktober 309.
Juli was de veiligste maand met
175 ongelukken in het Leidse
verkeer. Worden de ongevallen
ingedeeld naar de dagen waarop
ze gebeurden, dan blijkt dat de
"zondagsrijders" er nog niet zo
slecht afkomen. Op de zondagen
van 1979 gebeurden 298 onge
vallen. De meeste ongelukken
gebeurden op de vrijdagen: in to
taal 502. Opmerkelijk is dat
naarmate de week vordert het
aantal ongevallen een stijgende
lijn vertoont. De maandagen bij
voorbeeld liggen van de werkda
gen het laagst met 405. Nog lager
zelfs dan de zaterdagen met in to
taal 468 ongevallen. De landelijk
geconstateerde stijging van alco
holgebruik in het verkeer blijkt
zich ook in Leiden voor te doen.
Vorig jaar werd tegen 212 wegge
bruikers proces-verbaal opge
maakt omdat ze onder invloed
van sterke drank reden. Het jaar
daarvoor lag het aantal nog op
192. Wel werden er in 1979 minder
rijverboden opgelegd (276) dan in
1978.
Evenals in 1978 zijn de doden in het
Leidse verkeer het vorig jaar me
rendeels gevallen op de drukkere
in- en uitvalswegen. In maart was
er een dodelijk ongeval op de Eu-
ropaweg, dezelfde maand een op
de Willem de Zwijgerlaan en een
maand later op de Hoge Rijndijk.
Verder vielen er doden op de Voor-
schoterweg (in augustus en de
cember), op de Rijksweg 4 (in no
vember) en in het Noordeinde (in
december). Zowel op de Witte- als
op de Zoeterwoudse Singel deed
zich het afgelopen jaar ook een
dodelijk ongeval voor. En kort
voor de jaarwisseling gebeurde er
in de Balistraat een tragisch on
geval, waarbij een 5-jarig jongetje
onder een draaiorgel terecht
kwam. Van de tien slachtoffers,
die in 1979 in het Leidse verkeer
om het leven kwamen, waren er
zeven zestig jaar of ouder.
AANRIJDINGEN 1979
materiële
met
met
totaal
aantal
totaal
schade
Jetsel
doden
gewonden
doden
januari
311
288
23
februari
206
193
12
1
maart
256
222
32
2
2
april
269
235
33
1
1
mei
279
235
44
46
juni
236
192
44
juli
175
144
31
augustus
224
194
29
1
september
257
226
31
oktober
309
265
44
november
290
252
36
2
december
288
263
22
3
24
3
totaal
3100
2709
381
10
420
10
UVV-initiatief met hulp Rode Kruis
LEIDEN - Mevrouw Teekens,
voorzitter van de Unie van Vrou
welijke Vrijwilligers, heeft gis
terochtend een nieuwe gehandi-
capten-soos in Leiden geopend.
Dit gebeurde in het club- en
buurthuis van de Stichting
Morschwijk dat daarvoor gratis
ter beschikking was gesteld. Ook
mevrouw Vis, erevoorzitter van
de U.V.V., was voor de gelegen
heid naar het buurthuis geko
men. Het is de bedoeling dat de
soos wekelijks op vrijdag bezocht
wordt door gehandicapten van
alle leeftijden uit heel Leiden.
Mevrouw Teekens: "Er was tot
op dit moment alleen in Oegst-
geest een gehandicapten-soos".
Via deze soos in Oegstgeest is nu
de soos in Leiden ontstaan. Me
vrouw Hoogeveen, leidster van
de Oegstgeestse soos, assisteert
ook in de Morschwijk. Er is een
voorlopig programma opgesteld
dat een duidelijke scheiding
maakt tussen ochtend- en mid
dagactiviteiten. Het programma
is nog niet definitief omdat eerst
de behoeften van de bezoekers
gepeild moet worden. De bedoe
ling is dat 's ochtends een film
gedraaid wordt of een demon
stratie wordt gegeven. Na de ge-
zamelijke lunch is er in de mid
dag gelegenheid om spelletjes te
doen. Voor de mensen die willen
rusten zijn twee bedden beschik
baar. Het Rode Kruis, afdeling
Leiden, brengt de gehandicapten
uit en thuis. De verwachting is
dat zeker 40 a 50 mensen per keer
de soos zullen bezoeken.
LEIDEN - Een kleine groep men
sen in Leiden gaat vaak tot zeer
vaak naar de huisarts en loopt
daarmee meer kans te worden
verwezen naar specialisten en te
worden opgenomen in een zie
kenhuis. Zowel uit economisch
als psychologisch oogpunt zou
het gunstig zijn wanneer het dok
tersbezoek van deze grootver
bruikers' kan worden vermin
derd.
Dit staat in een proefschrift van de
psycholoog H. van der Ploeg, die
hierop gisteren aan de Amster
damse universiteit is gepromo
veerd tot doctor in de sociale we
tenschappen.
Hendrik van der Ploeg werkt bij de
vakgroep psychiatrie van de
Leidse universiteit. Hij heeft zich
onder andere beziggehouden met
de Vereniging van fobiepatiënten
en heeft groepsgesprekken ge
leid van onder andere mensen
met eetproblemen.
Voor zijn proefschrift heeft Van der
Ploeg gedurende een winterpe
riode twee huisartsenpraktijken
in Leiden gevolgd en nagegaan
welke patiënten wel en welke
niet met griepklachten naar de
dokter gaan. Twee groepen zijn
later geinterviewd, met de be
doeling ook een inzicht in hun
persoonlijkheid te krijgen.
Een huisarts ziet vijf procent van
zijn patiënten zeer vaak. Bij deze
kleine groep kan van een soort
gewoonte in het naar de dokter
gaan worden gesproken. De
mensen die tot de zogenaamde
grootgebruikers van de huisarts
worden gerekend, maken zich
sneller zorgen, piekeren meer en
klagen vaker over angst.
In het onderzoek naar de
griepklachten in Leiden is niet
gebleken dat vrouwen vaker naar
de huisarts gaan dan mannen. In
het verleden is door andere on
derzoekers wel een dergelijk ver
schil aangetoond. Van der Ploeg
heeft evenmin hogere bezoekers
aantallen kunnen waarnemen bij
zeer jonge en zeer oude mensen,
zoals tot nu toe uit de literatuur
bliikt.
De meeste patiënten komen naar
het spreekuur van de arts, omdat
ze zich ziek voelen. Volgens Van
der Ploeg kan in het algemeen
niet worden gesteld dat de per
soonlijkheid van de mensen dok
tersbezoek beïnvloedt
Dat is wel het geval dij een klem
aantal patiënten. Deze vinden
zichzelf vaker ziek, hebben meer
zorgen over de gezondheid en
stellen zich meer voor een lang
durige ziekte onder behandeling.
De regelmatige doktersbezoe
kers uit Leiden gebruiken meer
kalmeringsmiddelen en andere
medicijnen dan de rest van de pa
tiënten.
De huisarts voelt vaak een soort
onmacht om de mensen die gere
geld op het spreekuur komen
zonder dat er veel voor ze kan
worden gedaan. Van der Ploeg
meent dat er misschien anders op
deze groep kan worden gerea
geerd. De arts zou door een ande
re vragentechniek bepaalde li
chamelijke klachten tijdig kun
nen onderkennen.
Van der Ploeg zegt: "Daar maak je
niet zomaar kleingebruikers van.
En bovendien hebben die men
sen wel degelijk lichamelijke
problemen. Meer praten, meer
uitleg geven over hun situatie,
kan sommige patiënten mogelijk
leren om hun klachten en
problemen beter te uiten".
Mistig(l)
Waar men lange tijd kennelijk
geen meter wenst af te wijken
van kaarsrechte en gebaande
paden, blijken toch ineens
zonder aanwijsbare redenen
kronkelpaadjes te worden
bewandeld. Een sprekend
voorbeeld in dit opzicht is de
zaak rond de bloemist Van
Veen, die al jaren een winkel
heeft aan de Lage Rijndijk.
Van Veen was vroeger brand-
stoffenhandelaar, maar ziet
zijn zaak langzaam weg
kwijnen met de komst van het
aardgas en daarom schakelt
hij over op de bloemen. Het
gaat hem voor de wind en al
gauw wordt het winkeltje te
klein.
Omdat hij ook het ernaast gele
gen woonpand bezit, doet hij
een jaar of vier geleden een
verzoek aan de gemeente om
het pand aan de woonbe
stemming te mogen onttrek
ken. De winkel kan dan uitge
breid worden, onder meer om
de toenemende concurrentie
het hoofd te kunnen bieden.
De gemeente plaatst daartegen
over haar belangenHet pand
waarom het gaat is welis
waar een verwaarloosde wo
ning, maar het kan worden
opgeknapt en zou dan tegen
een vrij laag bedrag weer
verhuurd kunnen worden.
Met andere woorden: het is een
goede en goedkope woning,
waaraan in de gemeente Lei
den grote behoefte bestaat,
omdat de meeste geregi
streerde woningzoekenden
geen hoge huren kunnen be
talen.
Uit dat oogpunt bezien is het
alleszins redelijk dat het col
lege van BenW besluit om de
gevraagde vergunning tot
woningontrekking te weige
ren. Van Veen laat het er niet
bij zitten, neemt een advocaat
in de arm en gaat bij de pro
vincie in beroep tegen het ge
meentelijke besluit.
Op 20 april 1977 treden beide
partijen bij de provincie bin
nen de krijtlijnen met aan het
hoofd "scheidsrechter" mr.
Maarten Vrolijk, de commis
saris van de koningin. Drie
maanden later neemt de pro
vinciale geschillencommissie
een besluit: Van Veen krijgt
de vergunning niet. De com
missie is het met de gemeente
eens dat het - behoudens ach
terstand - gaat om een goede
woning. De vorige eigenaar oj
eigenaren hebben de zaak
verwaarloosd en de leden on
derschrijven de grote behoefte
die in Leiden bestaat aan dit
soort woningen.
Mistig(2)
het opknappen zeker 50.000
gulden kost, komt bouw- en
woningtoezicht tot een aaii-
zienlijk lagere raming: 20
mille. Om Van Veen enigszins
tegemoet te komen krijgt hij
iets meer tijd om de opknap
beurt te laten uitvoeren.
Maar uiterlijk 1 oktober 1979
moet het karwei toch geklaard
zijn en kan de woning be
schikbaar komen voor een
van de 5000 woningzoeken
den die Leiden telt. Daarna
valt het doek.
Mistig(3)
Onlangs viel mijn oog op een
kort en bondig B en W-besluit.
Naar aanleiding van een
hernieuwd verzoek tot wo
ningonttrekking heeft het
Leidse college besloten.... Van
Veen toestemming te verlenen.
Voorwaarde is alleen dat de
Leidse bloemist een paar dui
zend gulden in een speciaal
fonds stort, waaruit te zijner
tijd weer iets bekostigd kan
worden voor de woningbouw
Bij nadere informatie blijkt dat
de gemeente bakzeil heeft ge
haald onder meer gezien de
inhoud van het ontwerp-be-
stemmingsplan De Kooi
waarin winkelontwikkeling
langs de Lage Rijndijk wordt
gepropageerd.
Opmerkelijk, omdat men dat
zelfde argument twee jaar
geleden - toen het plan er ook
al was-krachtig van de hand
wijst. Dat er geen behoefte
aan dat soort woningen is,
kan ook geen verklaring zijn,
want de lijst wachtenden bij
het bureau huisvesting is al
leen maar groter geivorden.
Maar nog afgezien daarvan:
het moet bij de provincie en de
Raad van State toch wel een
merkwaardige indruk ma
ken, wanneer je eerst jaren
een ontwikkeling te vuur en te
zwaard en tot in hoogste in
stantie bestrijdt om er vervol
gens doodleuk aan tegemoet te
komen.
En wat me eigenlijk als burger
een beetje dwarszit dat zijn
alle kosten waarvoor de ge
meenschap maar moet op
draaien. Ettelijke rapporten,
vele arbeidsuren van ambte>
naren, juristen en bestuur
ders zijn erin gestokenEn het
slot van het ellenlange liedje is
dat Van Veen krijgt waar hij
vier jaar geleden om vroeg.
Feestelijk
Ook met dat oordeel neemt
bloemist Van Veen geen ge
noegen. Opnieuw tekent hij
beroep tegen de uitspraak
aan: ditmaal bij de Raad van
State. We zijn inmiddels be
land in augustus 1978. De ge
meente Leiden zit ook niet stil.
Van Veen krijgt een briej
waarin erop wordt aange
drongen het achterstallige
onderhoud aan de woning nu
met spoed aan te pakken. Bo
vendien vindt men dat de wo
ning, die inmiddels al zo'n
twee jaar leeg staat, moet
worden verhuurd.
Het wordt een beetje eentonig,
maar ook tegen die aan
schrijving gaat Van Veen in
beroep.
Voor de gemeentelijke commis
sie beroepschriften merkt de
verdediger van de bloemist op
dat in het onlangs gepubli
ceerde ontwerp-bestem-
mingsplan De Kooi dat deel
van de Lage Rijndijk in de
toekomst is toebedacht aan
winkelvoorzieningen. "In het
plan breekt men zich het hoofd
hoe daarvoor winkeliers geïn
teresseerd kunnen worden en
aan de andere kant zet men
iemand,die graag wil.de voet
dwars", licht de advocaat toe.
De gemeente houdt staande dat
ook in dat gedeelte van de La
ge Rijndijk woningen moeten
blijven, naast de winkels. De
commissieleden horên de ar--
gumenten aan, maar beslui
ten hun oordeel op te schorten
totdat de Raad van State uit
spraak heeft gedaan. Die
komt begin januari 1979. Het
hoogste beroepsorgaan vindt
evenals het gemeentebestuur
en gedeputeerde staten van
Zuid-Hollanddat de woning
aan de Lage Rijndijk "goed
en goedkoop" is.
De woningnood in Leiden is zo
groot dat daarvoor de belan
gen van bloemist Vap Veen
moeten wijken.
Het is dan ook niet verwonder
lijk dat de gemeentelijke
commissie beroepschriften
medio maart tot de uitspraak
komt dat de aanschrijving tot
verbetering van de woning
u-as gerechtvaardigd. Hoewel
Van Veen blijft beweren dat
Een maand of wat geleden
kwamen er noodsignalen uit
het ambtelijk apparaat van
de gemeente Leiden. Een flink
aantal stond al langdurig op
de ziekenlijst, anderen drei
gen overwerkt te rakpn. Bij de
begrotingsbehandeling wer
den raadsleden vanachter de
collegetafel aangespoord om
wat terughoudend te zijn met
het geven van opdrachten.
Om de ambtenaren nog niet
verder over de kling te jagen.
Met die informatie op zak keek
ik wat vreemd aan tegen een
brief die op het ogenblik de
ronde doet bij de hoofden van
dienst en afdelingschefs van
de gemeente. Het is een brief
van B en W waarin de ambte
naren ervan worden beticht
wat al te lichtvaardig de bu
relen te verlaten om zich te
storten in- een of ander feest
gedruis. B en VV halen in de
brief de touwtjes wat strakker
aan om. zoals ze schrijven,
"elke schijn te vermijden dat
medewerkers dezer gemeente
niets anders te doen hebben
dan (al dan niet in groten ge
tale) feestelijke bijeenkomsten
- geheel of gedeeltelijk in
diensttijd - bij te wonyi.
In de brief wordt de indruk ge
vestigd dat bij jubilea of ver
trek uit dienst nogal eens een
ochtendje of middagje wordt
uitgetrokken. B en VV nu, vin
den dat dit soort feestelijke
bijeenkomsten voortaan niet
eerder dan vier uur 's mid
dags hoeft fe beginnen. En
willen de ambtenaren langer
feest vieren, dan doen ze dat
maar in hun eigen tijd.
Een ander feit, dat in de brief
wordt opgesomd, is dat amb
tenaren wat al te enthousiast
gevolg geven aan uitnodigin
gen voor officiële gebeurtenis
sen buiten het stadhuis. "Om
ontvolking van afdelingen en
bureau's te voorkomen", zo
schrijft het college, zal voor
taan overleg met B en VV ge
pleegd moeten worden of
daaraan gevolg mag worden
gegeven
En tenslotte wordt de ambte
naar erop gewezen dat hij
niet eigenhandig officiële
handelingen op feestelijke
bijeenkomsten mag verrich
ten. Wordt er door iemand ge
vraagd ergens een lintje door
te knippen dan moet daar-
voor verwezen worden naar
de mensen die daarin inmid
dels ruime ervaring hebben
opgedaan: burgemeester en
wethouders.
L. GLIBBER
De initiatiefneemsters van de gehandicapten-
Hoogevt
Teekens (links)