Zoals cowboys hun vee, jagen Belgen taai frustraties na Haalt België 1984? ZATERDAG 26 JANUARI 1980 De Belgische hoofdstad heeft in totaal circa één miljoen inwoners. Zo'n 80 procentspreekt Frans, en de Vlaamse minderheid heeft het soms niet makke lijk, zoals deze betoger tot uitdrukking brengt. BRUSSEL - De betoging leidde vier kilometer door de straten van Sint- Niklaas, een onbeduidend stadje ten zuiden van Antwerpen. Het vuil en vocht van de gure winter weken had het asfalt smeriger dan ooit gemaakt. Al na enkele hon derden meters was de vlag, die de betogers achter zich aan sleepten, onherkenbaar. Het geel en rood van de driekleur het eerst, en later ook de zwarte baan: veranderd in een voddige dweil. „België barst. Vlaanderen republiek. Bel- giekske nikske, Vlaanderen alles". Met de leuzen van de vierhonderd demon stranten, de besmeurde vlag en onverschil lig toekijkende politiemannen begon, en kele dagen na kerstmis, de eerste viering van 150 jaar België. Omdat 1980 het eigen lijke jubileuny aar is, waren de Vlaamse na tionalisten van rechts en uiterst rechts - le den van VMO, TAK, Voorpost en Vlaams Blok - al hun mede-Belgen voor. „Gespuis" „Gespuis", siste een toeschouwer die de na tionale vlag door de modder zag halen. De man stond alleen in zijn verontwaardiging. Het Vlaamse volk kent zijn militanten en laat ze doorgaans maar begaan. Zo'n Karei Dillen (54) bijvoorbeeld, enig vertegen woordiger van Vlaams Blok in de 212 leden tellende Kamer van Afgevaardigden. Dillen hield de feestrede: „Geen compromis meer. België barst. Het is gedaan met de Waalse diefstallen en de Brusselse arrogantie". Het protest in Sint-Niklaas kreeg een hoogte punt in een vernieling: een Belgische leeuw werd van zijn sokkel getrokken. Het stenen symbool maakte deel uit van een monu ment ter ere van de inwoners van Sint- Niklaas die in 1830 naar Brussel waren ge trokken om deel te nemen aan de opstand tegen de Ollanders. En dat zint de Vlaamse militanten anno 1979 niet, zo'n Belgisch monument. Ze zetten er een bordje voor in de plaats: „Na 150 jaar spat België uit el kaar". „Feestridders" Of het zover in 1980 komt, staat nog te bezien, maar veel is er niet te vieren. Behalve de Vlaamse nationalistische stoottroepen en de steevast als „feestridders" betitelde hoge heren van de officiële herdenkinscomités, hebben de Belgen zich niet druk gemaakt over het jubileum van hun koninkrijk. In het land der taai-verblinden, waarin de geesten vanaf het begin gescheiden waren, leeft bij de burgers voornamelijk onver schilligheid als nationaal gevoel. Zelden werd een nationale wapenspreuk zinlozer dan in België - „Eenheid maakt macht - L'union fait la force". Waalse haan en Vlaamse leeuw hebben elkaar immers anderhalve eeuw niet verstaan, hoe kan het ook? „België: een misverstand?" heet een van de pamfletten die voor de gelegenheid zijn ge publiceerd. Schrijver Andre Monteyne, een Vlaming, in zijn voorwoord: „België werd niet uit een volksopstand maar uit een staatsgreep geboren, was vanaf het begin belast met een erfzonde en heeft dank zij een misverstand geleefd. De erfzonde is dat België opgericht werd door Fransen en burgers van een land (Luik) dat nooit tot België behoord had en er ook niet toe wilde behoren: het misverstand, dat de Walen Frankrijk wilden en België kregen, terwijl de Vlamingen België wensten en een Fran se staat bekwamen". Leuker feest Voor de Frans-sprekende Belgen die deze vi sie op hun land delen, treft het dus mooi dat het voormalige prinsbisdom Luik dit jaar zijn duizendjarig bestaan herdenkt. En dat belooft een heel wat leuker feest te worden. De Franse Belgen (de Walen dus en de meeste Brusselaars) staan niet zo negatief tegenover België als de sterk Vlaams-voe lende historicus Maurits van Haegendoren, die - ook voor de gelegenheid - een boek met kritische opstellen het licht deed zien onder de titel „Geel en zwart van de driekleur', (de Vlaamse kleuren). Als motto koos hij een spreuk uit het bijbelboek Eze- chiël (20:7): „Iedereen moet de gruwelda den die hij vereert wegwerpen". Deze Vlaming wil met zijn boek voorkomen dat men - de anonieme eenheids-Belg die voor vorst en vaderland voelt - „de dapper sten aller Galliërs", (term van Caesar) de eeuwen door zal sleuren om in 1830 glorieus uit het graf te laten henijzen. Want voor hem betekent het jaartal 1980 in de eerste plaats dat de Vlaamse beweging 150 jaar oud is. En 150 jaar België vieren heeft dan „de schuine bedoeling onze wil tot zelfbe stuur de voet dwars te zetten". „De 150ste veijaardag van België heeft weinig enthousiasme gewekt bij de politieke lei ders van het land", stelt ook La Libre Belgi- que vast, hoezeer juist dit blad nog het een heidsideaal is toegedaan. En de gezagheb bende commentator Many Ruys van „De Standaard" plaatste boven zijn jaarover zicht in de krant van oudejaarsdag deze kop: „België 1979: de kwalen genezen niet". In de tekst wordt gesproken over het „taal vraagstuk in de gemengde grensgebieden" als „de voortwoekerende kanker". Verslindend Termen ontleend aan ziekte en geneeskunde zijn in België populair als het lot van het land en zijn inwoners wordt besproken. Ci teren we oud-premier Leo Tindemans, de enige Belgische politicus die ooit (bijna) een miljoen voorkeurstemmen op zijn naam vergaarde. Op de nieuwjaarsreceptie van zijn Vlaamse Christelijke Volkspartij en de Waalse Parti Social Cretien - een van de weinige dingen die deze christen-demo craten samen doen - beschreef Tindemans de problemen van de twee gemeenschap pen in „dit vreemde 'and" als „onuitputte lijk, verslindend en vriendenvernieti gend". Wij willen voorkomen, verklaarde Tinde mans nog in zijn boodschap, dat België ten onder gaat in de mediocriteit, dat het poli tiek gesproken zou leven van bricolage (ge knutsel) en dat zijn toekomst zou worden bepaald door arrangeurs zonder enige staatszin. „Om zijn woorden kracht bij te zetten, herinnerde Tindemans aan het oor deel dat de Hamburgse bondskanselier van Duitsland, Helmut Schmidt, over de Bel gen moet hebben uitgesproken: de cow boys van Europa. Zoals cowboys hun vee, jagen de Belgen hun taaifrustraties na. De krantenrubrieken met ingezonden stukken bevatten dagelijks jammerklachten, beschuldigingen, frustra ties over wat met een veel te mooi woord 'gemeenschapsproblemen' heet. Ter illu stratie twee Vlaamse en twee Waalse brief schrijvers, van wie er twee woonachtig zijn in Brussel, het waterhoofd dat het lichaam van de Belgische staat ontsiert. Kalender A. de Cuyper uit Brussel maakt zich boos over de kalender voor 1980 die de Regie der Pos terijen het licht heeft doen zien. De kalen der bestaat uit zes bar slechte reprodukties van schilderijen die taferelen van de Belgi sche revolutie in 1830 in beeld brengen. Waarom niet een kalender met reproduk ties die eraan herinneren dat koning Willem I der Nederlanden van 1815 tot 1830 om het andere jaar verblijf hield in Brussel, vraagt de briefschrijver, die meent dat deze anti- Vlaamse en anti-Nederlandse kalender voor Nederland reden moet zijn voor een diplomatiek incident. M. van Cleemput uit Schoten begint zijn inge zonden stuk met deze veel zeggende zin: „Wordt het niet hoog tijd dat de verant woordelijken voor de verfransing van Brussel en van Vlaamse gebieden aan de taalgrens sedert 1830 worden beschouwd als bezetters?" Daarentegen spreekt André Lagasse, senator voor de Brusselse taaipartij FDF, de hoop uit „dat men de 150e veijaardag van België niet zal aangrijpen om de Frans-taligen een capitulatie te ontfutselen: juist in 1130 stre den de Frans-taligen om het recht terug te vinden om met opgeheven hoofd te le- België zou al eeuwenlang volledig Frans zijn - schrijft troostend Paul Bastin uit het Waal se Sprimont- als Maria van Bourgondië, de zoon van Lodewijk XI had getrouwd in plaats van een prins van Habsburg. Dat be paalt onze „Belgitude" (Franse term voor Belg-zijn). Opera Het mag dan ook ironie heten dat de Belgi sche revolutie begon met een aria uit een opera waarin de liefde voor het vaderland wordt bezongen („L'amour sacre de la pa- trie"). Het was 25 augustus 1830 toen de opera „La muette de Portici" van Daniel Auber werd uitgevoerd in de Koninklijke Muntschouwburg in Brussel. Dit muziek stuk gaat over een opstand in het 17-eeuwse Napels tegen het Spaanse gezag. Aan het eind van de vierde akte kwam de aria waar op het op relletjes en keet beluste publiek zat te wachten. Het sein voor de opstand tegen de Hollandse koning. Het feestprogramma voor de viering van 150- jaar België bevat geen heropvoering van „La muette de Portici". De BRT-radio (Vlaams) zal fragmenten live uitzenden: koor en soüsten verbonden aan de Munt schouwburg hebben medewerking toege zegd. Aubers opera schijnt een tweede rangs werkstuk met veel ongenietbare mu ziek en melodrama van het ergste soort. Het tegenwoordige publiek zou zich alleen maar vervelen, aldus een zegsman van de Muntschouwburg. Deze bezwaren komen de officiële „feestridders" m.ooi van pas: hoe minder over het verleden aan de orde, komt des te beter. Jeugd 150 Jaar België zal dus in het teken staan van de jeugd uit Europa (8000 kinderen mogen enkele zomerweken komen logeren), de EG (alle lidstaten worden uitgenodigd een ver sierde rijnaak over de Schelde en de Maas te laten varen) en de kunst (er komt een ten toonstelling over de Brueghel-dynastie). Over dit tamelijk wezenloze programma viel nog geen enkel ingezonden stuk te no teren, maar dat behoeft geen verwondering te wekken: wie staatsburger is van een land dat als een slepende ziekte wordt be schouwd voelt zich wel bij onverschillig heid: „De Belg trekt zijn plan". Bij voortduring wordt de Belgen in de media, vooral de kranten, voorgehouden dat er veel aan hen mis is. Zo zei minister van bui tenlandse zaken Henri Simonet onlangs in een vraaggesprek: „België bestaat, ook al twijfelen de Belgen daaraan. We moeten een politiek klimaat scheppen dat de ont wikkeling van de Belgische belangen bevordert. Ongelukkigerwijs hebben we niet de ervaring van een land zoals Neder land. We hebben geen of niet veel mensen meer die werkelijk van internationaal for maat zijn. In tegenstelling tot de Hollanders hebben we problemen met 'veeltaligheid', en wij cultiveren het provincialisme. Het is niet zeker, dat we zo lang kunnen doorgaan. Als de rest van de wereld denkt dat België niet bestaat, hoe zoudt u dan willen dat men onze mening nog vraagt?" Belgenmoppen Dit oordeel van een politicus wordt gedeeld door een „opinion-leader" als hoofdredac teur Frans Verheyen van het Vlaamse weekblad Knack, wiens wekelijks herder lijk schrijven uitmunt door wollig byzanti- nisme, behalve als het over de Belgen gaat Ze zijn de „uitvinders van de sluikpers, de vrije radio, de openbare smokkelmarkt, het V-teken, de openbaar gehuldigde fiscale fraude en de algemene omzeiling van de wet". En verderop: „Al die ons toegeschre ven kenmerken zijn wel lollig voor de ma kers van Belgenmoppen, maar ze hebben één ding gemeen: dat ze op irrationaliteit berusten, op ondoordacht gedrag". Jef Geeraerts, de schrijver die zoveel gan green in zijn boeken doet, herinnerde eraan dat de massale onverschilligheid van de Belgische kiezers de politici krampachtig Illusie In 1980 is er nog een specifiek Belgisch jubi leum: tien jaar cultuurautonomie voor de Vlaamse en Franstalige gemeenschap. In 1970 werd het wettelijk kader geschapen voor het culturele 'zelfbeheer' van de twee grote taalgemeenschappen (de enkele dui zenden Duits-sprekende Belgen moesten zich tevreden stellen met de oprichting van een krachteloze Deutsche Rat). Destijds be stond de verwachting dat de politieke auto nomie, in welke vorm dan ook, wel snel zou volgen, maar dat is een illusie gebleken. De politieke crises volgden elkaar snel op; re gering na regering struikelde over de staatshervorming, die met het jaar moeilij ker werd door de radicalisering die zich gaandeweg voordeed. De omvorming van de eenheidsstaat tot een federalistische bleef vooral steken achter de eisen van de Brusselaars, die „baas in eigen huis" willen zijn en dan liefst op voet van gelijkheid met de gewesten Vlaanderen en Wallonië. In 1979 werd een (on^huldig) begin gemaakt met de voorlopige fase van de staatshervoTming, maar „het jaar bleef hangen tussen de lage heuvels van bitter krakeel en onvoltooid beraad" (De Stan daard). 1980 is dan ook vooral, politiek zowel als so ciaal-economisch, een „verdere stap dich ter bij de dag dat het uur van de waarheid zal slaan", om nog eens deze Vlaamse krant te citeren. In de mengkroes van onverschil ligheid, ondoordacht gedrag en provincia lisme kan immers elk moment een ontplof baar mengsel ontstaan dat het land uiteen kan doen spatten. De Vlaams-Waalse boe- rentwisten in de Voerstreek, waar oven- gens plat-Diets de voertaal is, kunnen de functie van lont gaan vervullen die de laat ste resfjes amour sacré de la patrie" zal verschroeien. „Grieventrommel" Onafhankelijkheid is sinds tientallen jaren de belangrijkste eis die opklinkt uit de Vlaam se „grieventrommel Maar ook in Wallonië leeft nu al vele jaren de wens naar „autogc- stion", los van de Vlaamse kolonisatie, zoals het samenleven met deze landgenoten daar heet. Steeds meer mensen zijn ervan over tuigd geraakt dat Wallonië vroeg of laat - en hoe vroeger hoe beter - de weg naar de soe vereiniteit en de onafhankelijkheid zal kie zen", voorspelde Paul-Henri Gendebien, nazaat van een van de helden van 1830, af gelopen najaar. De vraag ligt voor de hand: haalt België 1984? Geen feeststemming dus aan deze en gene jijde van de taalgrens. 150 jaar Belgie is zoiets als een koperen bruiloft in een huwe lijk dat van het begin af aan mislukt was. Hier past een tactisch stilzwijgen met het oog op de kinderen: 8000 jongeren uit de Europese Gemeenschap mogen het deze zomer zelf meemaken. Door Jan Gerritsen Toen de Belgische staat half zo oud was als dit jaar het geval is, werd een triomfboog opgericht. Dit 45 m hoge monument staat in het park dat ter gelegeheid van het vijftigjarig bestaan van België werd De triomfboog, schepping van een Franse architect, is als zoveel martiale bouwwerken in Brussel een initiatief van koning Leopold II. De vorst moest het bouwwerk grotendeels zelf betalen, want een geldinzameling onder rijke burgers leverde bitter weinig op, nog niet genoeg om één „poort" te kunnen bekostigen. doet vastklampen „aan de in Spanje en Namibië afgeschafte" kiesplicht. Geeraerts maakte met zijn kiesoproepen de open haard aan, hetgeen de laatste twee keer straffeloos kon omdat er steeds meer over treders van de wetsregel kwamen. In 1977 moest de schrijver nog in Antwerpen voor de rechter verschijnen, die in plat dialect verklaarde „dag'in bellege nog altad meugt gon pisse mor da ge moet gon kiezen (Strafmaat 120 frank boete plus de kos ten).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 25