Wolkers' nieuwste: een mislukte vlindervangst "Tunnel 21": ondergronds wroeten voor de vrijheid NIEUW OP DE BOEKEN PLANK fk|| Transactie in Wenen: actie en romantiek DONDERDAG 24 JANUARI 1980 EXTRA PAGINA 11 Wat mij zo verdrietig maakt, is dat schrijvers mij verdrietig maken. Nimmer heb ik ook maar één auteur gedwongen om een boek te schrijven; van mij hóeven ze het ook hele maal niet.' En tóch smijten de dames en heren auteurs, in onafzienbare hoeveelheden, boekjes bij mij binnen. Ik zou zo graag het beste willen voor, bijvoorbeeld, al die prozaïs ten in Nederland. Ik zou wel persoonlijk die pennevoer- ders riante uitkeringen willen afsmeken bij het Fonds voor de Letteren. Op één voor waarde: dat ze niet meer zou den schrijven. Auteurs die niet kunnen schrijven kunnen toch bijvoorbeeld het ge mengd bedrijf in - dat is landbouw in dienst van de veeteelt? Tezamen met de zo juist voorgestelde uitkering zouden ze heel goed rond kun nen komen. Neem nu eens zo'n Olof Baltus. Een stevige bonk van een vent zoals ik zag op de achterflap. Zo'n fors type misstaat toch helemaal niet achter de ploeg In boekvorm misstaat hij ech ter op een heel ernstige wijze. Zijn roman De Duinroos is verschenen bij Loeb Van der Velden. Kenners van het literaire wereldje weten dat Loeb zijn uitgeversfonds uit sluitend volpropt met geeste lijk invaliden en dat zijn lief ste wens is, nog eens te stikken onder honderden, omgevallen boekenkasten met duizenden onverkoopbare boeken. Baltus' roman had publiciteit nodig. Dus besloten de auteur en zijn uitgever over te gaan tot openbare of minder open bare dreigingen met geweld, het publiceren van privé- brieven .het kon niet op. Toch redde al deze stampij het boek geenszins. Het werd er alleen maar nóg slechter door. Want, als een boek - op welke manier ook - aandacht krijgt, ga ik het heel goed lezen. Nou zeg! Dat het boek van Bal tus bijna unaniem afbrekend besproken werd, dat zal de gemiddelde literatuurlief hebber zo langzamerhand wel weten uit besprekingen in andere kranten en weekbla den. Maar dat het boek nog verschrikkelijker is dan ik al dacht, heeft mij doen beslui ten de slotzin van het werkje te bespreken. Deze zin luidt: "Op mijn hoede alweer sloop ik te rug, de lange weg naar het dorp". Hier staat dus - ik pa rafraseer - dat een lange weg (die optreedt als de "ik"-fi guur) op handen en voeten, behoedzaam links en rechts kijkend ergens naar toe op weg is". Daar begrijpt niet ene lezer na tuurlijk een snars van. Ik voel heus wel een beetje aan dat Baltus heeft bedoeld dat de ik figuur over een lange weg naar het dorp sloop (wat op zich al gek genoeg is!) maar dat staat er niet. Welwillende personen zullen denken: wat een misselijke knul die Büch. Mag Baltus dan niet één steekje laten vallen! Dat doet die Büch zelf ook wel eens! Ja, dat mag. Maar in een boek van 200 bladzijden tiendui zend steekjes te laten vallen, dat mag niét. Mijn gloednieuwe, milieube wuste openhaardje heeft ge zellig staan te snorren op de vertederende lectuur van Olof Baltus, mislukt auteur te Eg- mond aan Zee. Ook bij Loeb verscheen het (tot nu toe) verspreide werk van de beroemde schrijver Willem Elsschot. Ik verplaats mij in de gedachte van Loeb: "Els- schot is een beroemd auteur. Daar zit geld in. Zou hij mis schien wel eens stukjes ge schreven hebben in allerlei blaadjes en krantjes? Als dat waar zou zijn, nou, dan wil ik die uitgeven". Loeb belt een mevrouw op die hij vaag kent: "Ha, die Kets (het is mevrouw A. Kets-Vree), al les goed met de kinders? Prachtig! Heb je soms wat uurtjes over? Fantastisch! Morgen kom ik een vrachtwa gen kranten en tijdschriften bezorgen en daar moet jij in gaan opzoeken of er iets van Elsschot instaat. Over geld praten we nog wel. Doeg!" En die Kets zoeken alsof het een lieve lust is. Puberale rijmpjes van Elsschot, stukjes over uit slaande brandjes die Elsschot schreef toen hij zeker geen geld had, een onbenullig stuk je over Gezelle van een paar regels Na een paar maanden komt Kets, alles netjes getiept, bij Loeb langs. Die wrijft zich in zijn handen: "We maken er een gebonden boekje van, dat staat een stuk beter, en, Kets, wat denk je van f32,50?" Jammer voor Kets en Loeb maar de recensenten zijn er niet in getuind. Zelfs de grootste lief hebber van Elsschot schaamt zich voor dit boek waar Els schot zich middels een drie dubbele salto mortale in zijn kist voor zou omdraaien. Jan Wolkers Zelden heb ik een groter beroep op mijn tomeloze wils kracht moeten doen dan om "Wolkers' nieuwste" uitgele zen te krijgen. Noch "De Walgvogel" noch "De Kus" heb ik destijds verder ingezien dan de eerste 50 bladzijden, dus die staan onbezoedeld en zonder leesrimpels in de rug in de boekenkast, voor als er bezoek komt. "Het belasting-ABC 1980". Uitg. Elsevier (Annoventura). Prijs ƒ8,90. "Schach von Wuthenow". Theodor Fontane. (Nederlandse vertaling Ruth Wolf) Uitg. Spectrum. Prijs: geb. 24,60. Fontane gaf zijn in 1883 geschreven vertelling een ondertitel mee: "Een verhaal uit de tijd van het regiment gendarmes". Het speelt vlak voor de ineenstorting van Pruisen: een officier wordt het slachtoffer van het valse plicht en eergevoel van die tijd. "Gullivers reizen". Jonathan Smith. Nederlandse vertaling Arjaan van Nimwegen. Uitg. Spectrum. Prijs: geb. 33,75. Een moderne vertaling van Switts in 1726 verschenen meesterwerk. In deze Prisma-klassieker zijn de vier boeken bijeengebracht. Niet alleen de verhalen van de reus Gulliver temidden van de Lilli putters en de dwerg Gulliver te midden van de reuzen van Brob- dingnag, maar ook de reizen naar het vliegende eiland Laputa en naar het land van de Houynhnms. "Autogids 1980". Olyslager Organi satie. Uitg. Spectrum. Prijs 9,90. "Reiswijzer Schotland". J.J.M. Veltman. Uitg. Spectrum. Prijs 5,25. "Volksverhalen". Redactie dr. "I^jaard W.R. de Haan. Uitg. Spec trum. Prijs 29,50. In de yeertiendelige reeks Onze Volksverhalen twee nieuwe de len: Volksverhalen uit Friesland (samengesteld do'or Jurjen van der Kool) en Volksverhalen uit Groningen (Samengesteld door dr. De Haan). "De laatste der Mohikanen". James Fenimore Cooper. Uitg. Spec trum. Prijs 12,50. Dé klassieke Indianenroman, voor het eerst uitgegeven in 1826 in Philadelphia. Voor de serie "be roemde avonturen" opnieuw bewerkt door Marjan Hilverda. De illustraties zijn van Marina Florijn, die de sfeer van het ver haal goed heeft aangevoeld. "Genetische manipulatie, Waarom wel? Waarom niet". Rorsch. Uitg. Stafleu. Prijs 35,- "Moby Dick". Herman Melville. Nederlandse vertaling S. Wester- dijk: Uitg. Spectrum. Prijs: geb. 44,- Het beroemde verhaal van de held haftige strijd tussen Achab, een bezeten oude walvisvaarderka pitein en zijn gezworen vijand, de witte walvis Moby Dick, een reu- zenpotvis die hem van zijn been heeft beroofd. "De nagelaten papieren van de Pickwick Club". Charles Dic kens. Nederlandse vertaling Godfried Bomans. Uitg. Spec trum. Prijs: geb. 49,50. Met deze uitgave hebben de Pick wick Papers een representatie ve plaats gekregen in de Prisma Klassieken reeks. "Lexicon van Franse wijnen" Lau- rant van Eechoute. Uitg. Spec trum. Prijs 25,- Eei con plete inventaris (alfabe tisch) van alle Franse wijnen met officieel vastgestelde en gecon troleerde herkomstbenaming. "Jaro de luchtdanser". Susi Boh- dal. Uitg. Spectrum. Prijs 17,50. Een geïllustreerd prentenboek voor kinderen van vijf tot tien jaar. "Tunnel 21" door Donald Lind- quist, verschenen bij uitgeverij De Kern in Bussum (f32,50). Het is geen vrijblijvend verhaal dat Donald Lindquist vorm heeft ge geven. Een harde werkelijkheid heeft hem het raam verschaft waarbinnen hij zijn literair te kenwerk moest verrichten. De beruchte Berlijnse Muur heeft namelijk vele wanhopigen ertoe gebracht heroïsche vluchtpogin gen te ondernemen. Op alle mo gelijke en onmogelijke manieren hebben - vooral de eerste tijd - Oostduitsers gepoogd West-Ber- lijn te bereiken. Volgens officiële gegevens is talrij ke malen al of niet met succes ge tracht een tunnel te graven. Lindquist heeft tunnel nr. 21 bij de kop gepakt. Hij geeft een indringend beeld van de uitgebreide organisatie, de strakke regie en het portie geluk, die noodzakelijk zijn om zo'n ha chelijke onderneming tot een goed einde te brengen. De zenu wen zitten hoog, de spanning is bijna te snijden, de vermoeienis schier ondraaglijk, maar hier daagt het daglicht aan het einde van de donkere tunnel. Maar hoevelen hebben die glorieu ze uitgang nooit kunnen berei ken? Hoevelen hebben hun tocht naar de lokkende vrijheid met gevangenisstraf of de dood moe ten bekopen? De Vopo's kennen geen considera tie. Volgens Lindquist zijn het geïndoctrineerde robotten, die in iedere vluchteling een vijand zien. Voor tunnels en dergelijke hebben zij geen enkel begrip. Het is de benauwende buitenkant van Lindquists "ondergronds" verhaal. Hardheid "Het smaragd syndicaat" door Gerald Browne. Verschenen bij uitgeverij L.J.Veen in Ede. (f.24.90). Nauwelijks een paar bladzijden op weg in dit verhaal van Gerald Browne hebben we al vijf doden moeten incasseren. Zonder blik ken of blozen neergemaaid. Het is tekenend voor de hardheid van deze historie. Joe Wiley - op de vlucht voor ver veling en alimentatie - ontmoet een mooie miljonaire, die altijd op zoek is naar gevaar. Tezamen vormen zij het ideale paar om de fantasie van Gerald Browne op hol te laten slaan. Met zijn tweetjes gaan zij een bruut syndicaat te lijf dat zich heeft toegelegd om zoveel mogelijk met zo min mogelijk moeite te verdienen aan de illegale handel van smaragden. Een perfect geo liede organisatie die niet van zins zich iets gelegen te liggen aan welk stofje op de weg dan ook. Tegenstribbelende personen worden als niet meer dan zulke stofjes beschouwd. Maar ons "heldenpaar" weet alle valstrikken en boobytraps te ontlopen. We nemen niet aan dat we een geheim verraden als we zeggen dat ze ongeschonden uit de bar en boze strijd komen. Maar de kogels vliegen hun wel om de oren en ze worden wel van hier naar daar gejaagd. Maar er is overal een nestje, waarin zij een tijdje kunnen koeren. En dat is dan het romantische papje waarmee Gerald Browne zijn verder eigenlijk al overbekende verhaal heeft overgoten. Wie het boekje koopt zal er niet door ver rast maar ook niet door worden teleurgesteld. Het is als een ont moeting met een vertrouwde kennis. KOOS POST Ligt het aan mij of aan Wolkers? De naderende ouderdom van een van ons beiden? Verminderend recreatief, cq. creatief vermogen? Feit is dat ik van Jan Wolkers, Neerlands Sinterklaas-auteur, nog nooit zoiets beroerds onder ogen heb gehad als "De Doods hoofdvlinder" (Uitg. De Bezige Bij, Amsterdam 1979, 20,-). Het verhaal, geheel volgens de laat ste "vader"-mode, is te simpel om hier niet weer te geven. De vader, een gereformeerde gezins poten taat en akelige visliefhebber, is eindelijk tot zijn Heer gegaan. Zoon Paul, leraar Engels (aan nemelijk te maken door een overdreven hoeveelheid citaten uit de Angelsaksische letterkun de willekeurig door de tekst te mengen), rept zich naar het ou derlijk huis om de zijnen bij te staan. Onderweg krijgt hij een auto-on geluk, en verkreukelt de Volks wagen van de half-lesbische Carla die in het ziekenhuis be landt en ook verder weinig met het verhaal van doen heeft. Een overbodigheid, herhaaldelijk geïllustreerd door Paul (die C. ge regeld opzoekt) zijn fascinatie vanwege het feit dat een vriendin van C. zich in het onderlijf ge kerfd heeft. Judopak Enfin, Paul komt te laat om z'n pa nog in leven aan te treffen, en houdt zich de rest van deze vre selijke historie onledig met het uitwisselen van gemeenplaatsen met karikaturale moeders, zus ters, broers, neven en nichten. En met Carla. Daarbij is hij voortdu rend gekleed in een judopak. Waarom weet ik ook niet. Wolkers onbezoelde schrijftrant maakt de "vaderroman" defini tief tot een genre dat zeker een plaatsje verdient naast kasteel- cn dokterslectuur. Zelfs het ge duchte wapen der sentimentali teit wordt niet geschuwd: "Hij keek op en zag haar staan in de deuropening. In het spaarzame kaarslicht zag haar gestalte er Karei Jonckheere is een Belg. Die vroeger vaak voor de TV was. Hij probeerde dan gees tig te doen. In zijn vrije tijd schreef hij. ElsevierIManteau heeft onlangs een omnibus met "miniatu ren" van hem uitgegeven. Onder de titel Miniaturen. Afschuwelijk proza waarin niet anders te lezen valt dan onbenulligheid. Ditjes en datjes, hebbedingetjes die niemand wil lezen, flitsen en fratsen, dilletjes en kamil- letjes. Het enige originele dat Jonckheere heeft weten te ver zinnen, is om niet met punten te eindigen maar met punten te beginnen. Op bladzijde 293 tot 306 staat een soort gedicht waarvan iedere regel met drie punten begint. Het zal wel weer literatuur wezen! Het zit er weer op. Ik heb tranen in mijn ogen. De laatste en vierde seizoenopruiming zal worden besteed aan een hin- kepoot die van mij de zinken griffel krijgt uitgereikt. Het lezen van het telefoonboek is nog het enige dat mij boeit. Dat is een boek dat altijd klopt,waar je wat aan hebt en dat je nooit uitkrijgt. verslagen uit. In haar hand had ze een tot een prop geknepen zakdoek waarmee ze mechanisch over de zijkant van haar japon wreef. Ze deed de deur achter zich dicht en liep de kamer in. Zacht schudde ze haar hoofd. Het leek wel of ze gek aan het worden was. Hij liep naar haar toe en om helsde haar. Terwijl hij haar troostend met zijn vlakke hand op haar rug klopte rook hij de eau de cologne. Wezenloos bleef ze even staan, maakte zich toen uit zijn omhelzing los en liep naar het hoofdeinde van het bed. Haar ge spreide vingers drukte ze op het gezicht van zijn vader. 'Wat is hij koud, wat is hij al koud', zei ze". Cliché's Een ijzige passage, in doodse stilte ontvangen. Clichématig, dat is het woord. Clichés, een heus boek vol gemeenplaatsen en on echtheden: de onzinnige typetjes die Paul's familie vormen zoals de uit Amerika overgevlogen, in goudlamé verpakte, peepshow- kijkende-en-toch-muzikale zus Jenny of de lullige broodjessme- rende broer Karei. 'We zijn bezig met het opstellen van de rouwadvertentie, Paul', zei zijn jongste zuster Miep, die met een blocnote voor zich op haar schoot zat, zacht en plechtig. 'Dat moet toch gebeuren en het leidt wat af, vervolgde ze met een zucht", (p. 48). Zo zanikt dit boek voort, boordevol gesprekjes in het luchtledig, overladen met betekenisloze ge- dachtenprocessen, schijnzwan- ger van levensechte personages, subtiele compositie en creatieve handeling. Een misvormde drie ling, op zich al een religieus getal dat ook Wolkers, nauwelijks ver huld, symbolisch te berde brengt: "Ineens keek hij verstard naar de driedelige spiegel op de toilettafel die steeds uit zichzelf even openklapte als vlindervleu gels. En dan zag hij het lijk van zijn vader met kaarsen eromheen opgebaard liggen opeen katafalk van bloemen en op een zijpaneel Uransactie in Wenen" door Helen Maclnnes. Verschenen bij A.W. Sijthoffs uitgeversmaatschap pij in Alphen aan den Rijn. (f.19.50). De Schotse Helen Maclnnes woont al jarenlang in Amerika waar haar boeken met hoge frequentie over de toonbank gaan. Het zijn dan ook literaire maaltijden die zijn samengesteld volgens recepten waarop veel gevraagde ingre diënten voorkomen als interna tionale politieke intriges, spiona ge, geheime agenten, hoopjes ac tie en een flinke hoeveelheid romantiek. Het is bepaald geen nieuwe recept. Het is om zo te zeggen door de eeuwen heen gebruikt door de koks die avonturenkroketten bakken. Toch weet Helen Mac Innes er wel een eigen smaakje aan te geven. In elk geval hebben wij het als pret tig smakelijk ervaren. Al de ken nis die haar man als lid van de Britse inlichtingendienst heeft opgedaan heeft zij weer kunnen benutten in haar verhaal van diefstal en oplichting met kunst werken - vooral schilderijen - waarmee internationale terreur kan worden bekostigd. Het laat zich met deze titel op de omslag gemakkelijk raden dat de ge schiedenis zich voornamelijk in Wenen afspeelt, waar de aanvan kelijk onwetende kunstcriticus naartoe wordt gestuurd om een schilderij te kopen. En dan duikt hij zo midden in het wespennest dat Helen Maclnnes met rappe pen en ruime fantasie weet te scheppen. Natuurlijk komt de man ongeschonden uit de greep van het wilde avontuur, maar voor wij zover waren had den we meer dan driehonderd prettig (ont)spannende bladzij den doorgewerkt. KOOS POST zichzelf geknield liggen met ge vouwen handen als de schenkers op een middeleeuws drieluik. En zijn gezicht had dezelfde schofte rig voldane uitdrukking als van de schenkers van een altaarstuk", (p. 74). Literatuur, jawel met zelfs een ver wijzing naar de titel, zoals we die een paar bladzijden eerder al wat duidelijker aantroffen - zonder dat daardoor de titelkeuze ook maar enigszins begrijpelijker geworden is. Welke ingrediënten resteren dan nog? Zoals te ver wachten viel blijkt pa een weinig geliefd gezinshoofd, maar de le zer zal evenmin verrast kunnen constateren dat de bedroefde kinderschare aan het doodsbed en de groeve wel degelijk emotie rijk de gestorvene nawuift. Grof De haat die vaderlief zo achteraf ten deel valt wordt dermate grof en voor de hand liggend verduide lijkt (b.v. de droom van Paul waarbij het geslachtsdeel van de opgebaarde verwekker afgesne den wordt) dat ik me afvraag of Wolkers - met zijn reputatie - zich het falen, de volstrekte misluk king van deze roman niet reali seert. Als Wolkers een humoristi- scher persoonlijkheid is dan ik ooit heb kunnen vermoeden, dan zou deze droeve geschiedenis heel wel een parodie op de vader roman kunnen vormen. Je weet maar nooit, al betekent het niet dat dit boek als parodie geslaagd ZOU zijn: daarvoor zijn de ver haalgebeurtenissen te fragmen tarisch, te weinig aangedikt en te chaotisch. Nee, een literaire lol broek zie ik in Wolkers niet, ge tuige de enige "geestige" passage van 243 pagina's drukwerk: 'Die is zo lesbisch, die koopt geen on derbroekjes in de Hema omdat ze vlak bij de warme worst liggen", (p. 152). Zo kunnen we deze bespreking toch nog met een vrolijke noot af sluiten. De "nieuwe Wolkers" is van allerdroevigst allooi, de au teur is als Wim Kan op z'n retou. en lijkt de dalende lijn, ingezet met "De Walgvogels", in versneld tempo te willen doortrekken - de opbeurende recensies van vroe ger werk die achterin de roman zijn opgenomen ten spijt. Een mislukte vlindervangst, kortom. ROB VOQREN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 11