Zijn opbouw werkers nu wel of niet nodig Woonwagenstandplaats Leiderdorp ZATERDAG 29 DECEMBER 1979 LEIDERDORP - "De woonwagenstandplaats in Lei derdorp mag niet tot voorbeeld dienen voor de an dere gemeenten die ook standplaatsen moeten aanleggen, maar de snelheid waarmee het gereali seerd is mag wel als voorbeeld gaan gelden". Dit zegt Frans Mentzij secretaris-coördinator voor de regionale woonwagencentra over het in 1978 aangelegde kampje voor acht woonwagens aan de Persant Snoepweg (tegenover Alberts Cor ner) in Leiderdorp. Leiderdorp heeft als eerste in deze regio voldaan aan de verplich ting van de overheid om woonwagenstandplaatsen binnen de gemeente aan te leggen om te komen tot een decentralisatie van de woonwagens. Zo moet iedere gemeente naar het aantal i woonwagens opvangen, die nu nog onder vaak miserabele c slandigheden op hel overvolle kamp aan het Trekvaartplein Leiden staan. "De nood op het kamp in Lei den was toendertijd zo hoog dat we blij waren dat Leider dorp zo snel met een stand plaats kwam" aldus Mentzij, die erbij vertelt dat Leider dorp met de aanleg niet meer aan de criteria zoals die nu worden gesteld beantwoord. "Anders gezegd, de criteria waren toen misschien nog niet zo nauw". Een van de belangrijkste richt lijnen is dat de lokatie niet ge scheiden mag zijn van de be bouwde kom door een duide lijk zichtbare barrière. In Lei derdorp vormt het water tus sen de molen en het kampje échter een visuele grens ter wijl de drukke Persant Snoepweg een toch wel ge vaarlijke (met name voor kin deren) scheidingslijn is tus sen de lokatie en de rest van de gemeente. "De woonwagenbewoner heeft recht op een lokatie van waaruit hij optimaal kan meedoen met de burgermaat schappij. Materiële voorzie ningen zijn wel aanwezig maar de acceptatie door scholen en de dienstverle nende takken zoals bijvoor beeld de gemeente zelf, daar moet op gelet worden, zodat er een mogelijke sociale aan sluiting tussen de burger en de woonwagenbewoner ont staat", aldus de regionale coördinator. Leiderdorp schijnt ondanks het isolement toch een gunstige uitzonderingspositie in te nemen. De eerste bewoners van het kamp in Leiderdorp, de familie Springer, vertellen in eerste instantie ook wel verwacht te hebben dat zij wat dichter "bij de bewoonde wereld terecht zouden ko- Leiden in i aktie j Frans Mentzij: "In 1985 i "Het is natuurlijk in zo n uit hoek moeilijk om contacten op te doen. Maar verder zijn we erg tevreden met dit kamp. Er is wel beperkt con tact met Leiderdorpers. Onze kinderen worden uitgeno digd bij andere kinderen waar ze mee op school zitten". Een ander probleem rond de af gelegen ligging is dat de ou ders de kinderen vaak niet alleen kunnen laten gaan. "Het is hier een drukkeen ge vaarlijke weg. Je bent vooral 's avonds verplicht om de kinderen met de auto ergens naar toe te brengen of op te halen". Een andere bewoonster van het Leiderdorpse kampje me vrouw Van den Nieuwendijk ziet het verkeersprobleem niet zo. "Mijn kind kan hierop het terreintje fijn spelen. En de weg hoeft ze niet op. Ik leer haar dat ze op de stoep moet blijven. Oppassen hebben wij ook moeten leren". Frans Mentzij vertelt dat Lei derdorp in ieder geval vol deed aan de eisen die gesteld waren. "Daarover valt de ge meente niets te verwijten. Maar ik zeg dit alles in het belang van de woonwagen bewoners om aan te geven dat zulk soort lokaties het isole ment van een woonwagen bewoner niet oplossen. Het wordt er zelfs, door versterkt. Ik ken geluiden uit het kamp dat mensen zich daar een zaam en geïsoleerd gaan voe len. Daarom moeten we heel kritisch zijn wat de keus van woonwagenstandplaatsen in andere gemeenten betreft", vertelt Frans Mentzij. In Leiderdorp kan er niks meer veranderd worden "omdat de kosten van aanleg dusdanig zijn dat je zo'n veertig jaar vooruit moet kunnen met zo'n kamp". Dit neemt vol gens Mentzij niet weg dat je wel de hele zaak rond 1985 weer eens zou moeten bezien. "Dan kun je bekijken of de uitgangspunten die toen dertijd gesteld werden nog wel van toepassing zijn en of de verdeling die toen gehan teerd werd nog wel goed is enzovoorts. Als dat namelijk niet gebeurt dan val je weer terug in hetzelfde gat waar we nu uit proberen te kruipen". Mentzij wijst er op dat het ge vaar altijd aanwezig is dat de woonwagenbewoner bij zijn komst op een nieuw kampje daar het verzorgingspakket mist wat hij op het centrale kamp in Leiden wel had. "Hij komt dan te zwemmen tussen zijn oude plaats en de nieuwe. Op de centra zijn of komen opbouwwerkers, sociaal werkers er is een kamp- school, een centrumgebouw, een crèche, een beheerder en noem maar op. Dit alles mist men dan elders. Op een ande re lokatie valt hij dan in wezen in een gat omdat dit hele maatschappelijke hulpbe toon er bijna niet is. De nieu we omgeving is niet ingesteld op de maatschappelijke be hoefte van de woonwagen bewoner". Frans Mentzij is van mening dat samen met de woonwagen bewoners en de gemeente waar ze terecht komen uit gangspunten moeten worden geformuleerd hoe de over gang van de centra naar een nieuwe standplaats zo ge makkelijk mogelijk kan wor den gemaakt. "Ik denk daar bij bijvoorbeeld aan de scho len. Die zouden contact kun nen opnemen met de bijzon dere scholen van het centrum om te weten te komen hoe de leerling daar functioneerde". Ook in Leiderdorp merkt Ment zij een bepaalde tendens dat i terug willen vallen op de voorzieningen van het centrum. Hij ziet het dan ook als een onderdeel van het werk van de stichting Sa menlevingsopbouw die de in tegratie van de woonwagen bewoner naar het dienstver leningenpakket van de ge meente moet bewaken. In Leiderdorp schijnt het toch mee te vallen. Navraag wijst uit dat er bij de mensen wei nig of geen behoefte is aan opbouwwerkers, sociale werkers enzovoorts. Woon wagenbewoner Springer zegt wel dat vooral zijn kinderen het clubgebouw missen, maar dat hij verder geen enkele be hoefte heeft om terug te gaan naar het Leidse kamp. Met deze laatste opmerking ver tegenwoordigt hij de mening van andere bewoners van het Leiderdorpse kampje. "Wij gaan zeker niet naar Leiden terug"-zegt mevrouw Van den Nieuwendijk '"vastbesloten. "Ons kind kan hier beter op de crèche dan in het kamp, ik kijk uit over het polderland schap en als ik wil wandel ik naar de Houtkamp of later naar het nieuwe winkelcen trum (Winkelhof) als dat klaar Mevrouw Van den Nieuwen dijk tenslotte: "Wij zitten hier toch heerlijk, lekker de vrije natuur om ons heen, een tuin tje, beter dan in een flatge bouw. Ik ben hier echt geluk kig". CHARLES LENNARTZ VOORSCHOTEN - De burge meester van Voorschoten, dr. Jvan der Haar, heeft in okto ber van dit jaar besloten zijn burgervaderschap er aan te geven om op 63-jatige leeftijd met pensioen te gaan. Kort nadat officieus de mogelijk heid tot vervroegde uittreding door het ministerie was be kend gemaakt, verkondigde de burgemeester per 1 decem ber van dit jaar zijn pensioen te willen aanvaarden. Mid den oktober zorgde minister Wiegel van binnenlandse za ken echter voor een kink inde kabel. Hij liet Van der Haar weten dat de zogenaamde VUT-regeling (vervroegde uittredingniet op burge meesters van toepassing was. Er zou echter wel worden ge werkt aan een soortgelijke re geling voor burgemeesters. En die kwam er eind november m de vorm van een wijziging in het Rechtsbesluit voor bur gemeesters. Het wachten is nu slechts nog op het officieel worden van uzte wijziging, zodat Van der Haar zijn pen sioenaanvrage kan indienen. Dit gegeven en het feit dat de Voorschotense burgemeester op dit moment op medisch ad vies rust moet houdenhebben tot het vermoeden geleid dat de Voorschotense burgemees ter wel nooit meer als zodanig op zal treden. Ruim acht jaar geleden kwam Van der Haar. die op 19 juni 1916 in Utrecht werd geboren, naar Voorschoten. Daarvoor was hij al 25 jaar burgemees tervan de gemeente Mijdrecht en Wilnis geweest. Gedurende deze ambtstermijn begon hij een rechtenstudie waarvan hij in 1956 het doctoraal exa men behaalde. Zeven jaar la ter, in 1964promoveerde Van der Haar op het proefschrift "Lijkbezorgingsrecht" Niet iedereen was in 1971 even gelukkig met de benoeming van Van der Haar als Voor- schotens burgemeester. Bij zijn installatie sprak het toenmalige raadslid drs. AF. van der Laan namens de ge meenteraad: "We willen het niet verdoezelen, we zijn met Uw benoeming niet gelukkig. Het is voor de raad teleurstel lend te moeten constateren dat de overheid de wensen van de raad niet gevolgd heeft." De teleurstelling waar Van der Laan op doelde betrof onder meer de leeftijd van Van der Haar. In de profielschets die indertijd door de Voorscho tense gemeenteraad was op gesteld, waren de wensen uit gegaan naar een wat jongere burgemeester. Bovendien werden de managerscapaci teiten van Van der Haar on voldoende geacht. Toch waren de verwachtingen nu ook weer iliet zó slecht. In mei 1971 sprak de heer J. A. Detmers, burgemeester van Zoeterwoude: "Bij het begin van Uw ambtsperiode als burgemeester van de gemeen te Mijdrecht en Wilnis heeft men ivel eens gezegd: Hij mijdt het recht en wil niks." Dat dit volkomen ten onrechte was. blijkt wel uit het feit dat U tijdens deze ambtsperiode een universitaire studie ter hand nam en zelfs een proef schrift schreef. De burgemees terskringen verwachten veel van U." Vu. ruim acht jaar na de in stallatie, kan worden bezien of de verwachtingen vanuit burgemeesterskringen dan- wel de twijfels van de toen malige raad bewaarheid zijn geworden. De raad lijkt gelijk te hebben gekregen. In de loop (jer jaren zijn er namelijk heel wat wrijvingen geweest tus sen raad en burgemeester. Van der Haar is vaak verwe ten niet bij zijn werk en het Voorschotense reilen en zeilen betrokken te zijn geweest. Hij zou geen kennis van de raads stukken hebben gehad als hij al op de vergadering aanwe- Op gezamenlijke vergaderingen of hoorzittingen is hij nooit ver schenen, zelfs niet bij de hoor zitting over de problematiek van de woonwagenbewoners die onder de Voorschotenaren zeer sterk leeft. Zelden was Van der Haar hele dagen aanwezig op het gemeente huis en op vrijdagmiddag be gaf hij zich meestal zo snel mogelijk naar het tweede huisje in de Achterhoek. Toch schijnt alles vergeven en vergeten. De heer Marselis, lo co-burgemeester van de ge meente Voorschoten, zegt na melijk: "Van der Haar heeft meer dan genoeg voor Voor schoten gedaan. Hij ivas een beminnelijk en representatief man die de raadsvergaderin gen altijd uitstekend heeft geleid. Zijn beslissing om met vervroegd pensioen te gaan kwam voor mij niet geheel on verwacht. Ik was op de hoogte van de instelling van Van der Haar dat iemand die al veer tig jaar aan het werk is, de kans moet grijpen om het wat rustiger aan te gaan doen en te genieten van de oude dag. Het wekte bij mij echter wel enige verbazing dat het alle maal zo snel moest. Het was mijns inziens beter geweest wanneer er eerst enig overleg was gepleegd met de raadsle den." Ook andere raadsleden vinden dat er al wel genoeg kritiek is geleverd op Van der Haar. Wat moet er nu worden gedaan om de kans op een tweede Van der Haar als burgemeester van Voorschoten zo klein mo gelijk te makenDaar wordt zeer voorzichtig over gedaan. De heer Marselis: "De profiel schets zal met de gehele raad moeten worden gemaakt en er zal overleg moeten zijn met de commissaris van de konin gin." Meer kan hij er niet over zeggen: de gemeente Voor schoten heeft slechte ervarin gen met de resultaten van een profielschets CONNY SMITS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 22