Wen smijt ermee alsof het niks is' Vd#D I?© W@ln)£>@[n) ©Vdtf ZATERDAG 8 DECEMBER 1979 Door Herman van Amsterdam ALPHEN AAN DEN RIJN - Halverwege maart van dit jaar raak te de Alphense varkens fokker Gerrit Ange- nent op het erf van zijn boerderij slaags met twee ambtenaren van de Algemene Inspectie Dienst (AID) van het ministerie van land bouw en visserij. De twee hadden te kennen gegeven een kijkje te willen nemen in de nieuwe varkensstal van Angenent. De uit de kluiten gewassen var kensfokker gaf daar echter geen toestem ming voor. Toen men toch aandrong liep het uit op een vechtpartij die voor de ambtenaren een wat minder for tuinlijke afloop had. Tegen Angenent werd een aanklacht inge diend wegens het be lemmeren van een ambtenaar in functie. Het AID was in Alphen verbo den diergeneesmiddelen op het spoor en vond die uitein delijk ook. Kortgeleden stond Angenent daarvoor terecht voor de Alphense kanton rechter. En hij niet alleen. In het verdachtenbankje stond ook de Zevenhovense dieren arts Henk Boysen. Hij name lijk had Angenent dierge neesmiddelen in handen ge speeld, daarmee ook een strafbaar feit plegend. Al tilde de rechter daar niét al te zwaar aan. De dierenarts werd veroordeeld tot een boe te van 2 maal-51 gulden. An genent kwam er minder ge nadig af: 1300 gulden boete. Over diergeneesmiddelen is in Nederland de laatste tijd veel te doen. Menig veehouder en ook dierenarts is al voor de rechter gesleept en er zullen er waarschijnlijk nog velen volgen. De oorzaak moet on der meer gezocht worden in het feit dat de dierenarts van nu aan het afrekenen is met zijn dokter Vlimmen-achtige image. En de veehouder van nu is niet meer de sim pele ziel op klompen die de dierenarts staat op te wachten met een emmer warm water, een stukje zeep en een hand doek. Weinig De twee zijn heel anders tegen over elkaar gaan staan. De moderne bedrijfsvoering lijkt daaraan ten grondslag. In de praktijk komen ze daardoor nogal eens in conflict met de Nederlandse wetgeving. Op het terrein van de diergenees middelen loopt die ver achter en is er bar weinig geregeld. Zeker in vergelijking met humane genees middelen. Er zijn wat verordeningen en voorschrif ten maar daarmee houdt het ook op. Zo is er bijvoorbeeld geen sprake van registratie en is erg weinig bekend over de hoeveelheden die op de markt worden gebracht. Laat staan hoe het staat met hun werking. Diergeneesmiddelen vinden hun weg naar de varkens houderij, de kalverenmeste- rij, de pluimveehouderij (deze drie worden gezamenlijk ook wel aangeduid met bio-indus- trie) en in toenemende mate de rundveehouderij. Ook paarden worden ermee be handeld en natuurlijk de kleine huisdieren. Dierenartsen met een gemeng de praktijk hebben van alles wat in hun apotheek, er zijn er daarnaast ook die zich op een bepaalde diersoort hebben gespecialiseerd.Een gemid delde Nederlandse dieren artspraktijk schaft per jaar tussen de 100 en 150.000 gul den aan diergeneesmiddelen aan. Het gebruik neemt elk jaar toe. Tien jaar geleden bij voorbeeld werd er in Neder land voor veertig miljoen gulden aan diergeneesmid delen omgezet. Nu is dat al negentig miljoen. "Een begrijpelijke ontwikke ling", zegt directeur De Bruyn van de in Dordrecht gevestigde diergeneesmid- delenfabriek Dopharma. "Het feit ligt er nu eenmaal dat het aantal beesten dat wij houden steeds groter wordt. Met als gevolg dat van per soonlijke aandacht voor het dier nauwelijks meer sprake kan zijn. Een keuterboertje dat twintig jaar geleden twaalf koeien had kon indivi duele zorg aan zijn dieren be steden. Nu moet hij er hon derd hebben wil hij rondko men. En dat werkt het ge bruik van diergeneesmidde len in de hand". Het snel stijgende verbruik baart de in Den Haag geves tigde stichting Gezondheids zorg voor Dieren ernstig zor gen. Dierenarts De Vries: "Het is zo klaar als een klon tje", zegt hij, "dat er in Ne derland veel te veel dierge neesmiddelen worden toege diend. Men smijt er mee alsof het niks is. En waarom? Niet omdat de dieren er zo slecht aan toe zijn. Maar eerder om dat op de bedrijven zoveel management-fouten worden gemaakt. Neem bijvoorbeeld kalveren. Die moeten hygië nisch gevoerd worden want anders krijgen ze een dar maandoening. Wat doen nu veel veehouders? Die lappen die hygiëne aan hun laars en gooien, om narigheid te voor komen, dan maar een paar kilo geneesmiddelen door het vreten. Terwijl dat in feite helemaal niet nodig is". Rotkreupel "En neem schapen. Die willen nog wel eens last hebben van rotkreupel. Dat voorkom je door die dieren regelmatig de hoeven te pedicuren. Maar in veel boerenbedrijven neemt men daar gewoon de tijd niet voor. Men laat die schapen liever even door een plons an tibiotica stappen en dan is het gevaar van rotkreupel ook weer een tijdje geweken". "Diergeneesmiddelen", zegt De Vries, "worden vaak onder druk van de schaalvergroting en een arbeidstekort toege diend. Maar men vergeet dat bij veelvuldig gebruik de uit werking vaak vermindert. Het gevaar is dan aanwezig, in de praktijk is dat ook geble ken, dat er resistentie op treedt. De dieren reageren niet meer op geneesmiddelen die ze krijgen toegediend. Met alle gevolgen voor de vee houder van dien". In Nederland geldt slechts voor een beperkt aantal dierge neesmiddelen een kwaliteits controle. Maar het critirium daarbij is alleen of er zich in het middel voor dier of mens schadelijke stoffen bevinden. Controle op de werking is er in het geheel niet. Zo zou, zwart-wit gesteld, een flesje met water, op de markt ge bracht als middel tegen dar minfectie bij pluimvee, op dit moment de toets der controle kunnen doorstaan. "Het is moeilijk te overzien wat er op dit moment aan dierge neesmiddelen in Nederland rondzwerft", zegt de heer Remr^f van de Veterinaire Dienst, op dit terrein de be leidsafdeling van landbouw en visserij. "We weten wel zo'n beetje wie produceren en wat, maar daar houdt het ook mee op". Legitimatie Op dit moment is het in ons land niet al te moeilijk om een fa briekje in diergeneesmidde len te beginnen en de produk- ten daarvan op de Nederland se markt te brengen. Wie kan aantonen dat hij groothandel drijft in diergeneesmiddelen komt zonder meer in aan merking voor een legitima tiebewijs van landbouw en visserij. Aan die legitimatie zijn geen voorwaarden ver bonden en zij kan ook niet worden ingetrokken. Het aantal houders van een legi timatiebewijs schommelt op dit moment rond de 150. Diergeneesmiddelen worden kant en klaar vanuit het bui tenland geïmporteerd, er worden er ook veel hier ge produceerd. Dopharma in Dordrecht is een bedrijf dat in tien jaar tijd van bijna niets tot een van de grootste in Ne derland is uitgegroeid. Het importeert "grondstoffen" uit het buitenland en stelt ver volgens volgens eigen recep tuur diergeneesmiddelen samen. Als er een nieuw mid del is aangemaakt worden er vaak "in het veld" proeven mee genomen. Dat houdt in dat men op zoek gaat naar een bedrijf dat een test met het nieuwe middel aandurft. Wild-west "Objectief gezien is het in ons vak af en toe nog een wild west gedoe", zegt De Bruyn. "Een soort pionieren. Al wil dat niet zeggen dat produkten die op de markt komen slecht zijn. Het tegendeel is waar, zou ik zeggen. Nederland heeft de grootste diergenees kundige problemen ter we reld. Voor ons als fabrikanten een uitdaging om die te hel pen oplossen. Dat gaat niet met middelen van inferieure kwaliteit. Dan lig je zo uit de markt". In de overige EG-landen, met uitzondering van Ierland, is de wetgeving m.b.t. dierge neesmiddelen wel geregeld, al is dit veelal van recente da tum. Een moderne aanpak van de controle en toelating van geneesmiddelen in het algemeen heeft wereldwijd met name in de vyftiger jaren een belangrijke impuls ge kregen. Uit die tijd namelijk stamt het Softenon-drama. In Nederland zette dat wat meer vaart achter het tot stand ko men van de wet op de ge neesmiddelenvoorziening (1963), die in de plaats kwam voor de uit 1865 daterende wet op de uitoefening van de artsenijbereidkunst. Met die nieuwe wet kon eindelijk de registratie van (humane) ge neesmiddelen worden gere geld en ook het nodige wor den gedaan aan de kwali teitsbewaking. Op de diergeneesmiddelen ech ter zijn nog steeds verouderde wetten van toepassing. Die la ten nog ruimte voor allerlei praktijken die het daglicht niet kunnen velen. In de meeste gevallen wordt de boer, de laatste schakel in de geneesmiddelenhandel, daar de dupe van. Nog maar al te vaak vergooit hij zijn dure geld aan middelen die niet alleen van inferieure kwaliteit en te duur zijn, maar ook nog schadelijk voor de dieren die er mee worden behandeld. Chaos Dat de controle op diergenees middelen in ons land nog een chaos is, spreekt bijvoorbeeld uit het aantal processen-ver baal dat jaarlijks door de AID wordt opgemaakt. Deze con troleert met name de naleving van de Antibioticawet. In die wet staat dat antibiotica slechts verkocht mag worden aan dierenartsen, apothekers en houders van een door landbouw en visserij ver strekt legitimatiebewijs. Maar daar wordt sterk de hand mee gelicht. Dit jaar bijvoorbeeld zijn er bij hij van de rechter nog drie honderd gulden "toe". Ange nent kocht de antibiotica op, wat hij noemt, de vrije markt. Daar betaalt hij er beduidend minder voor (het scheelt soms de helft) dan de dierenarts re kent. Argument tegenover de kantonrechter "Als ik dat spul op de vrije markt voor de helft van de prijs kan krijgen en het is van een betrouwbaar merk, dan ben ik een dief van mijn eigen zak als ik de die renarts een flesje van dat spul laat brengen." Zo gaat het met antibiotica, zo gaat het dikwijls ook met se ra, vaccins en entstoffen. Die mogen niet worden toege diend door anderen dan die renartsen. Veehouders, land bouwers en pluimveehouders mogen deze bovendien niet in hun bezit hebben. Wel, om maar eens een extreem voor beeld te noemen een bakker of een fietsenmaker. Dat is ook de reden dat sera, entstof fen en vaccins vrijelijk op de (vee)markt verhandeld kun nen worden. Liever Dierenarts Boysen heeft die si tuatie aan de kaak gesteld door Angenent entstoffen in handen te geven. "Dat doe ik liever dan dat een veehouder dat spul op de markt koopt", zei Boysen tegen de rechter. "Want dan is het maar af wachten wat hij in zijn han den krijgt geduwd (onder zoek heeft uitgewezen dat bij illegaal verkregen dierge- neesnmiddelen vaak ge knoeid is met de samenstel ling red.). Als ik het zelf afgeef heb ik er tenminste nog enige controle op. Ik kan dan ook aan de hand van mijn diagno se de veehouder adviseren om een bepaalde entstof of een bepaald vaccin of serum toe te passen". Een ander argument van Boy sen is dat het voor een dieren arts vaak onmogelijk is elke injectie ook zelf toe te dienen. "Afgezien van het feit", zegt hij, "dat veehouders vaak veel bedrevener zijn in het toedie nen Vein iryecties dan dieren artsen, kan men onmogelijk van ons verwachten dat we de hele dag op de boerdery met de spuit rondlopen. En dat moet bijna wel bij bedrijven met 600 worpen per jaar". Uitgelokt Boysen heeft met opzet deze rechtzaak tegen hem uitge lokt. Omdat hij van de rechter een uitspraak wilde hebben over zijn handelswijze. De Zevenhovense dierenarts heeft de rechter echter niet achter zich gekregen. Die was het eerder eens met de uit spraak van de officier van jus titie dat de handelswijze in deze van Boysen een malafide gebruik van diergeneesmid delen stimuleert. De controle wordt er juist door bemoeilijkt, vond hij. Im mers, zoals Boysen het nu doet is het voor een veehou der maar een koud kunstje om legaal verkregen OMje i diergeneesmiddel weer bij te vullen met spul van de vrije markt. Het feit dat hij werd veroordeeld tot "slechts" 2 maal 51 gulden is voor de die renarts toch "een indicatie d.it de rechter begrip toont voor de moeilijke situatie waarin wij als dierenartsen verkeren". Hy is dan ook niet van plan tegen de eis in be roep te gaan. Een Alphense collega van Boy sen, dierenarts Mul, had lie ver gezien dat de rechter in zijn eis tot een veel hoger be drag was gekomen. "Het gaat mij niet om Boysen", zegt hy, "maar meer in het algemeen. Elke dierenarts die zo handelt zou bijvoorbeeld een boete van 10.000 gulden opgelegd moeten krijgen. Dat geeft collega's tenminste een handvat om tegen veehou ders te zeggen die spullen krijg je niet want als ik ze le ver hangt my ook zo'n hoge boete boven het hoofd". Gemakkelijk "Ik ben het overigens met Boy sen eens dat het kopen op de vrije markt tot heel nare din gen kan leiden. Neem maar de veemarkt in Leiden als voor beeld. Je komt daar als vee houder heel gemakkelijk aan allerlei vaccins. Maar de kans is helemaal niet denkbeeldig dat het verontreinigd spul is. Vaccins moeten namelyk al tijd koel bewaard worden. Op zo'n Leidse veemarkt kun je dat wel vergeten. Koop je daar spul dan loopje kans dat je er de ene virus mee vernie tigd, maar een ander in brengt". In de praktijk handelen meer dierenartsen zoals Boysen. Veelal onder druk van hun klanten. Die stellen hen voor de keuze; of ze leveren de spullen waarom wordt ge vraagd of men stapt over naar een andere dierenarts. Veel zwichten voor deze vorm van "chantage" vooral als het om klanten gaat die jaarlijks veel m het laadje brengen. Dat er zo spoedig mogelijk ver strekkender bepalingen moe ten komen omtrent de fabri cage, het in de handel bren gen, het voorhanden hebben en het toedienen van ge neesmiddelen, daar is een ie der het over eens. Alleen, de nieuwe wet laat lang op zich wachten. Veel langer dan ge dacht. Mei van dit jaar liet prof. J. Boogaerdt, verbon den aan de Veterinaire Dienst en nauw betrokken bij het ontwerp van de nieuwe wet, in een artikel in het Pharma- ceutisch weekblad weten dat de «vet in een vergevorderd stadium van voorbereiding was en nog dit parlementair zittingsjaar aan de Tweede Kamer zou worden aangebo den. Maar deze week, daar naar gevraagd, zei hy dat daar nog geen sprake van kon zyn. Binnen de departementen wordt er nog volop aan ge sleuteld. "Men is er nog lang niet uit", aldus Boogaerdt. Overheid De nieuwe wet, die in de plaats komt voor de bestaande An tibioticawet, wil in elk geval regelen dat diergeneesmid delen. voordat ze in de handel komen, eerst door de over heid op hun kwaliteit worden bekeken. Daarnaast zal de wet voorzien in (een nu nog geheel ontbrekend- i tie van diergeneesmiddelen. Elk produkt dat in de nabije toekomst op de Nederlandse markt wordt gebracht, zal vooraien moeten zyn van een registratienummer. Bovendien gaan er eisen ge steld worden aan de inrich ting en uitrusting van het diergeneesmiddel producen- rende bedrijf en ook aan de deskundigheid van de perso nen die de middelen "ont werpen". Gedacht wordt by- voorbeeld aan het verplicht in dienst hebben van een phar- macoloog. Waarschijnlijk zullen in de nieuwe wet ook bepalingen worden opgeno men over de dosering, een volksgezond heidsasp*-kt. Door dosering namelyk kan worden tegengegaan dat in het lichaam van het dier stof fen achterblyven (de zgn. rc- siduwerkmg) die schadelyk zyn voor de gezondheid van de consument na 300 processen-verbaal op gemaakt wegens overtreding. Voor een deel gold dat illegale handelaren, die de antibiotica veelal uit Belgie betrekken. Zij zijn moeilijk te achterha len omdat er vaak wordt ge werkt met gefingeerde firma namen en vervalste etiketten. "Het is vaak een wisselwer king", zegt AID-inspecteur Van Dijk. "Wij proberen slimmigheidjes om die lui in de kraag te vatten en zij op hun beurt verzinnen allerlei listen om de dans te ontsprin gen. In de praktijk betekent dat, we soms een jaar of meer achter bepaalde lieden aan jagen. En daarbij is de grootst mogelijke voorzichtigheid geboden. Juist bij deze ille gale handel heb je vaak te doen met onderwereld figu ren die niet terugschrikken voor een beetje geweld". Veehouders Er worden ook dierenartsen be trapt maar het gros van de processen-verbaal komt op naam van veehouders. Offi cieel mogen zij geen antibio tica in huis hebben. Uitge zonderd dan een kleine hoe veelheid die de dierenarts by hen achterlaat om met anti biotica behandelde dieren een nabehandeling te geven. Dat mag de veehouder, op aanwijzing van de dierenarts, dan wel zelf met de spuit toe dienen. Maar dat is hooguit een flesje. Varkensfokker Angenent had acht flesjes in zijn bezit Van daar het proces-verbaal en de daaruit voortvloeiende boete van 1000 gulden. Omdat hy ook nog in het bezit was van een hoeveelheid entstof kreeg Co

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 21