Eenzaam werk waar niemand waardering voor heeft Klusjes in de winterse tuin Eerste rodelschool Huisvrouwen over hun bezigheden: Zeilen met traditionele schepen DONDERDAG 6 DECEMBER 1979 EXTRA PAGINA 21 (Door Leens Macaré) ,JHuisvrouwen werken even hard als mannen. Ik kan mannen niet uit staan die thuis komen en dan zeggen: jij hebt de hele dag niets gedaan, alleen maar een beetje hu ishouden en voor het kind zorgenMaar ik word er doodmoe van. Het is even zwaar als een baan" Huisvrouwen werken harder. Mijn man komt thuis met verhalen over mensen met wie hij heeft zitten praten, of over figuren met wie ze zo hebben gelachen. Dat doe ik niet, ik zit nooit". ,Met werk van een huis vrouw is zwaarder. Als hij klaar is met zijn werk, dan is het af. Ik ga altijd maar door. mijn werk verandert nooit". .Jiuisvrouwen hebben de neiging altijd bezig te zijn. maar ze doen niet echt iets constructiefs. Er komt nooit echt iets uit je handen en het is allemaal routine" Huishoudelijk werk het komt elke dag weer te rug. Huisvrouwen aan het woord over hun dagelijks werk, in antwoord op de vraag of ,,de huisvrouw" even hard, minder hard of harder werkt dan haar man die buitens huis een betaalde baan heeft. Hun uitspraken zijn te vinden in het dezer dagen verschenen, uit het Engels vertaalde boek „Het werk van de huisvrouw" De schrijfster is de Engelse sociolo ge Ann Oakley die enkele jaren geleden in Londen promoveerde op een studie naar de houding van vrouwen ten opzichte van huishoudelijk werk. Een belangrijk deel van haar mate riaal verzamelde ze via een serie uitgebreide vraaggesprekken met een groep Engelse huis vrouwen tussen twintig en dertig jaar, getrouwd, en moeder van tenminste één kind beneden de vijfjaar. Beoordeeld naar het be roep van de man wordt de helft van de groep gerekend te beho ren tot de „arbeidersklasse", de andere helft tot de „middenklas- Op de lange vragenlijst die bij het onderzoek werd gehanteerd staan vragen als: hoe is je werk wijze in het huishouden, houd je van huishoudelijk werk, wat zijn de prettigste en wat de akeligste aspecten, hoe organiseer je de huishoudelijke bezigheden, wat denk je van rolwisseling in het huishouden, zou je (weer) bui tenshuis willen gaan werken en Hoewel haar onderzoek dus geba seerd is op een in Engeland ge houden steekproef, meent Oakley dat de resultaten ook pas sen in het patroon van andere moderne industrielanden waar de situatie van de huisvrouw niet fundamenteel anders is. Ze heeft haar boek geschreven voor twee groepen: voor mensen die zonder meer belangstelling hebben voor de situatie van de huisvrouw en de actuele discussie over dit on derwerp. En voor haar collega's, de sociologen (de sociologie is de wetenschap die de menselijke samenleving en haar verschijn selen bestudeert). Want in de so ciale wetenschappen is het werk van de huisvrouw nog altijd „een blinde vlek", en gaat men nog vrijwel altijd uit van het beeld dat de door huisvrouwen in hun huis verrichte arbeid geen „werk" is, maar als hun natuurlijke rol moet worden beschouwd. Aldus Anne Oakley, zelf gehuwd, en moeder van een paar kinderen. „Sfeermaker thuis" In haar boek stelt ze dat in het al gemene denken over huishoude lijk werk steeds opnieuw twee opvattingen komen bovendrij ven die met elkaar in tegenspraak zijn. Volgens de ene opvatting is de huisvrouw „een onderdrukte werkster", zwoegend op werk dat vernederend en onprettig is en waarin haar persoonlijkheid niet meetelt. De andere opvatting gaat uit van de veronderstelling dat een vrouw, juist dank zij dat huishoudelijk werk, volop gele genheid er. tijd heeft om creatief en ontspannend bezig te zijn (de vrouw als „sfeermaker thuis, met veel vrije tijd). Maar hoe zien huisvrouwen zelf die situatie? Uit de antwoorden blijkt dat die betrekkelijke zelf standigheid wel als positief on derdeel van de rol van huisvrouw wordt gezien: „Tot op zekere hoogte ben je je eigen baas. Je kunt beslissen wat je wilt doen, en wanneer. Je hoeft 's morgens niet vroeg je bed uit om naar je werk te gaan. Je hebt als huis vrouw de tijd aan jezelf, er staat niemand achter je met een pons kaart" Het „eigen baas zijn" staat dan ook bovenaan de lijst van prettige as pecten van het huisvrouw zijn. Het bij je hebben van de kinderen komt voor veel vrouwen op de tweede plaats, het kunnen be schikken over vrije tijd op de derde. Huishoudelijk werk en de daarmee samenhangende eento nigheid, eindeloze herhaling en verveling wordt door meer dan de helft van de vrouwen als het akeligste aspect van het huis vrouw-zijn beschreven, gevolgd door de voortdurende verant woordelijkheid voor de huishou delijke gang van zaken, plus de isolatie en eenzaamheid die er mee kunnen samenhangen. „Beetje huishouden" Huishoudelijk werk is arbeid, daar zijn alle vrouwen het over eens Ze hebben een lange werkweek (Oakley kwam in haar onderzoek tot een gemiddelde lengte van 77 uur, wat dus neerkomt op een elf- urige werkdag, ook in de week einden). Met name de vrouwen die voor hun huwelijk een afwis selende baan hebben gehad, er varen het huishoudelijk werk als „vervelend, eenzaam werk waar niemand waardering voor heeft" Voor veel vrouwen blijkt het een erg gevoelig punt te zijn dat hun mannen het huishoudelijk werk, in vergelijking met hun eigen werkzaamheden buitenshuis, beschrijven als „niets doen, al leen maar een beetje huishouden en met het kind spelen" Meer dan de helft van de bij het onder zoek betrokken huisvrouwen houdt vol, dat zij in het huishou den harder werken dan hun mannen in hun banen. Een vroe gere verpleegster zegt dat huis houdelijk werk, in tegenstelling tot het kantoorwerk van haar man, „echt werk" is, namelijk handarbeid. Veel vrouwen worden gehinderd door het feit dat het beroep van huisvrouw in de huidige maat schappij zo laag wordt gewaar deerd. Ann Oakley merkt hierbij op dat „het beschimpen en klei neren van het huishoudelijk werk een overal doorgedrongen cultureel thema is geworden", en dat die boodschap waarschijnlijk wel in een of andere vorm is doorgedrongen tot de huisvrouw die zich vervolgens hiervan los wil maken. Meer dan de helft van de onder vraagde huisvrouwen blijkt het vervelend te vinden om op een formulier als beroep „huis vrouw" te moeten invullen „Soms zou ik wel graag iets be langwekkends willen invullen. Ik vind het een slaafs soort beroep", zegt een vrouw, maar ze voegt daaraan toe: „De mensen be schouwen het zo". Een andere vrouw zegt: „Ik vind het vervelend op een formulier huisvrouw te zetten. Het klinkt stompzinnig: je hebt niets anders te doen dan schoonmaken en af stoffen en koken" Een vrouw die een part-time baan als inpakster in een fabriek heeft, zegt: „De mensen zien tegenwoordig neer op huisvrouwen. Ik zie mezelf niet graag alleen maar als huis vrouw. Gewoonlijk zeg ik: ik ben vrouw en moeder en ik heb een part-time baan" Anderen zeggen het woord huis vrouw te haten omdat „het moei lijkste werk van de wereld", het opvoeden van een kind, door de ze maatschappij altijd weer in de categorie „gewoon huisvrouw" wordt gestopt. Waarmee niet al leen het huishoudelijk werk, maar ook de status van vrouw en moeder (die door de vrouwen zelf als hoger wordt gewaardeerd) wordt gekleineerd, en in de grote vergaarbak wordt gedeponeerd van „huishoudelijk werk" dat in de praktijk een stelsel van ver schillende, zeer uiteenlopende vaardigheden is. Tussen strijken en ko ken Strijken is, volgens 75 procent van de ondervraagde huisvrouwen, het vervelendste huishoudelijke karwei dat ze kennen, gevolgd door afwassen, schoonmaken, wassen, boodschappen doen. Boodschappen doen betekent, als het om het inslaan van grote voorraden gaat, voor veel vrou wen niet alleen een lichamelijke belasting, maar ook een geeste lijke krachttoer als ze de kleine kinderen bij zich hebben en zich daardoor niet op het winkelen kunnen concentreren. Koken is, volgens meer dan de helft van de vrouwen, in principe de plezie rigste bezigheid onder de huis houdelijke plichten, zeker als er tijd (en geldis om in de keuken te experimenteren. Maar als die twee factoren wegvallen blijkt het plezier in deze bezigheid vaak terug te lopen. De algemene klacht over huishou delijk werk: het is van nature een tonig, herhaalt zich steeds, de di verse taken moeten steeds op nieuw worden verricht, het be reikte doel is niet blijvend (de schone vloer van vandaag is de vuile van morgen). „Huishoudelijk werk is een worm die je ideeen wegvreet. Als een koortsdroom gaat het steeds maar door", zegt een vrouw. De eentonigheid van het huishou den maakt er een taak van waar bij je je verstand niet kunt ge bruiken: steeds vraagt een ander klein onderdeel je aandacht zodat je je niet kunt concentreren. Daardoor wordt er maar zelden gedacht aan het werk dat men op een bepaald moment onderhan den heeft; er wordt „vooruit" ge dacht aan wat nog moet worden gedaan, de aandacht vloeit weg naar de karweitjes die nog liggen te wachten. Maar bovenaan de lijst van het soort gedachten die huisvrouwen tijdens het werk bezighouden, staat „dagdromerij". Die dag dromen gaan bij voorkeur over vakanties, of over een nieuw huis met het daarbij opgeroepen beeld van een andere werkomgeving (sommige vrouwen geloven dat ze hun huishoudelijk werk met meer plezier zouden doen als ze een eigen huis zouden heb ben). Voor sommige vrouwen is het huishoudelijk werk verbonden met schuldgevoelens, zorgen en angst omdat ze aan buitensporig hoge maatstaven willen voldoen: „Als ik het zou laten liggen, zou het op mijn geweten drukken. Ik wou dat ik de moed had om het erbij neer te gooien, maar ik kan het niet. Elke dag in mijn leven hangt er wel was aan de lijn. Ik kan altijd wel iets te doen vinden en ik ga maar zelden zitten", zegt een moeder van twee kleine kin deren, bewoonster van een twee kamerflatje. Moeders voorbeeld Het huishoudelijk werk wordt door sommige vrouwen gedaan via een streng routinesysteem dat dag-in dag-uit wordt gehand haafd. Anderen volgen een wat rekbaarder werkmethode, weer anderen vinden bijvoorbeeld het schoon zijn van het huis minder belangrijk dan de regel dat alles op een vaste plaats te vinden moet zijn. Maar die huishoudelij ke normen en werkwijzen, zo concludeert Ann Oakley, zijn niet zonder meer het logisch ant woord op een werksituatie. In de praktijk blyken ze te wortelen in de lessen uit de jeugd: het bei-ld van de huisvrouw is vrou welijkheid plus huiselykhead. In de interviews zeggen verschil lende vrouwen over hun huis houdelijke werkmethoden dat ze dezelfde maatstaven aanleggen als hun moeder, en alles precies zo proberen te doen als zy het deed. Vaak wordt het eigen ge drag in het huishouden omschre ven met verwijzing naar dat van de moeders. Uit de antwoorden Van veel vrouwen werd duidelijk dat ze vastzaten aan maatstaven en werkwijzen van vroeger, en daardoor niet in staat waren om hun huishoudelijke taak op de meest efficiënte manier en in zo kort mogelijke tijd te doen. In een afzonderlijk hoofdstuk gaat de schrijfster in op de mogelijk heid van werkverdeling tussen man en vrouw in het huwelijk. Ze concludeert, aan de hand van de resultaten van haar onderzoek, dat de door haar ondervraagde vrouwen, ook als ze wrokken over het feit dat een man in huis geen hand uitsteekt, het toch al lemaal vanzelfsprekend vinden dat verzorging van huis en kinde ren in de eerste plaats vrouwen werk zijn Dit weerspiegelt zich in hun taal gebruik: ..mijn werk, mijn slaap kamer. mijn badkamer, myn ameublement". De mogelijkheid van een huwelijk met rolwisse ling wordt door driekwart van de vrouwen verworpen: „Belache lijk. Het is de taak van de vrouw om voor de kinderen te zorgen en het huishouden te doen. Een man moet erop uit om te werken". Anderen vinden het niet erg als mannen af en toe wat helpen, maar het moet vooral niet teveel worden en een man moet zeker niet met een schort lopen: „Het is fijn als het zo nu en dan gebeurt" Oakley voorspelt dan ook dat er nog een lange weg te gaan is voordat de gelijkheid met volle dig gedeelde verantwoordelijk heid zelfs maar aan de horizon opduikt. De Engelse sociologe heeft in haar boek veel cijfermateriaal en ver wijzingen naar andere studies en literatuur verwerkt. Dat maakt haar boek, ondanks de heldere vertaling door Maiunnr van Up- huyscn, niet altijd even gemak kelijk leesbaar voor mensen bui ten haar vakterrein. Die kunnen, zoals ze zelf in haar voorwaard adviseert, in ieder geval de beide eerste puur-vaktechnische hoofdstukken beter over slaan. „Het werk van de huisvrouw" (ondertitel: Een blinke vlek van de sociologie) wordt als paper back uitgegeven door Van Gen nep. Een van de karweitjes die u-e tot diep in de hert houdenis het gras van het gazon wegharken planten tegen uitdrogen en be vriezen. Als er een dik pak sneeuw op de coniferen ligt, moe ten we deze zware last van de takken schudden. Doen we dit niet dan kunnen de takken onder de zware last zover doorbuigen dat ze afbreken en dat is niet de bedoeling. Bomen Zo lang het niet vriest kunnen we bladverliezende bomen planten. Bij jonge bomen moet aan de windkant ook altijd een boom- paal geplaatst worden, die met speciaal boomband vastgezet wordt aan de boom. Dit boom band moet gedurende de winter regelmatig gecontroleerd wor den of het niet te strak zit. Tijdens een flinke najaarswind, kan het wel eens gebeuren dat de takken van bomen en heesters afbreken. Deze takken moeten dan verwij derd worden en beschadigingen aan de boom bijgewerkt. Zorg er voor dat de wond mooi glad en gaaf is en dicht deze af met een wondafdichtingsmiddel zoals Lac-Balsam. Gereedschap Als alle tuinwerk gedaan is, komt het gereedschap aan de beurt. Alles wordt goed schoonge maakt, ingevet en droog opge borgen. Indien nodig kunt u nu de grasmauimat hine door een pi bH t na latanktfkeni ni irtn tueel laten slijpen. De vijver Als het lang vnest moet er een gat in de ijslaag op uw vyver gehakt worden om giftige gassen te laten ontsnappen en zuurstof voor de vissen toe te laten. Om te voor komen dat dit gat snel weer dicht vriest, wordt er eerst een laagje water onder het ij> weg geschept waarna er een bos stro of lakken i atv idtOokkunnmvti een rietmat overheen leggen. De winter betekent rust voor de tuin en een beetje rust voor de tuinman of -vrouw. Hoewel de natuur haar winterslaap houdt, zijn er toch nog wel enkele klusjes die nu opgeknapt moeten worden. Winterbescherming Veel planten in onze tuin komen oorspronkelijk uit oorden met een aanmerkelijk zachtere winter dan wij in ons land kennen. Deze soorten zullen we een handje moeten helpen om onze winter heelhuids door te komen. Het pampasgras is zo'n plant die we tegenwoordig erg veel zien en die 's winters een extra jas nodig heeft. In de meeste winters kunt u volstaan met het bij elkaar bin den van de bladeren en daarom heen wat sparretakken te steken. Gaat het er wat al te winters aan toe dan kunt u er ook nog een rietmat omheen plaatsen. Bij de vaste planten kunt u al heel gemakkelijk beginnen door de plant te laten zoals hij is. In de eerste plaats vormt het afgestor ven loof en bloei stengels een na tuurlijke (en decoratieve) be scherming voor de plant. Zeker als er sneeuw ligt is zo'n 'slordige' tuin meer dan het aanzien waard. Als u de planten in het voorjaar insnoeit is het nog vroeg ge noeg! Verder kunnen de planten be schermd worden door er een laag blad, turfmolm of sparretakken omheen te leggen. Het blad kan met fijnmazig gaas op zijn plaats gehouden worden. Planten die zo'n bescherming no dig hebben zijn o m. yucca, ere- murus, montbretia, agapanthus, alstroemeria, heuchera, lavatera, coreopsis en kniphofia. Heesters zoals hypericum, buddleia, pe- rowskia, fuchsia kunnen we be schermen door aan de windzijde een rietmat o.i.d. te plaatsen en de voet in te pakken met blad of turfmolm. Gazon In de border vormt het afgevallen blad een fijne en natuurlijke be schermlaag. die langzaam in fijne humus verandert, maar op ons gazon is blad een minder welko me gast. Het moet dan ook zeer regelmatig verwijderd worden. Het gras moet voor de winter niet te kort gemaaid worden, dan kan het er beter tegen. Als er eenmaal sneeuw op het gras ligt, doet men er verstandig aan er niet meer overheen te lopen. Dit levert be schadigingen op die tot ver in het voorjaar zichtbaar blijven en moeilijk te verwijderen zijn. Sneeuw Als we de sneeuw in onze tuin on gemoeid laten, vormt het een mooie beschermlaag voor de Met huifkar de kerstnacht in De kerkstnacht heeft naast een re ligieuze - voor velen een roman tische betekenis. Een stemmige kerstviering wordt door velen op prijs gesteld. Een combinatie van deze wensen wordt moge lijk door de kerstnacht in te gaan per huifkar waarna een kerstviering plaats zal hebben in de kapel van de Zusters op Nieuwkerk. Voor de deelnemers aan deze kerstnachtviering worden zitplaatsen vrijgehou den in de kapel. Na de eucharis tieviering worden de deelne mers weer naar het vertrekpunt gereden, waar een kerstkoffie maaltijd geserveerd zal worden. Dit speciale arrangement wordt aangeboden voor 33,50 per persoon. Voor deze speciale kerstnachtvie ring kunt u tot 20 december re serveren bij de WV Oisterwijk, de Lind 57, 5061 HT Oisterwijk of telefonisch 04242-2345/4973. Onder de titel "Zeilen met traditio nele schepen" heeft Zeilvaart Enkhuizen, een samenwerkings verband van eigenaren en schip pers van historische zeilschepen, een nieuwe folder uitgebracht. In de periode, vallend tussen de tweede helft van juni en de eerste helft van september, kan men zowel individueel als ingroeps- verband één week of veertien da gen zeilend doorbrengen aan boord van één van de 27 zeilsche pen van Zeilvaart Enkhuizen. De schepen kunnen echter ook wor- den gehuurd voor het maken van zelf georganiseerde zeiltochten. Vanuit de thuishaven Enkhuizen of vanuit Denemarken of Oost- en West-Engeland kan onder bege leiding van een ervaren beman ning kennis worden gemaakt met alle elementen van een zeilvakan tie, zoals het zeilen hijsen, scho ten stellen, sturen, zonnen, zwemmen, vissen en ook het be zoeken van gezellige haven plaatsjes. Voor gedetailleerde informatie be treffende individuele, dan wel groepsgewijze deelname aan de door Zeilvaart Enkhuizen geor ganiseerde zeiltochten en voor reserveringen van schepen voor zelf georganiseerde zeiltochten, kan men zowel mondeling als schriftelijk terecht bij Zeilvaart Enkhuizen, Zuiderhavendijk 101. 1601 JB enkhuizen, tel. 02280-4594. Europa's eerste rodelschool staat in het Tiroolse stadje Imst. De cursussen (minimaal twee deelnemers) worden gegeven op natuurlijk rodelbanen ter lengte van vier tot zes km. Rodels kunnen ook worden gehuurd Volwassenen betalen voor een cursus van een halve dag Ös 120 (J 19.-). kinderen de helft. Nadere inlichtingen: Fremdenverkehrsverband Imst. 6460 Imst, Oosten- ryk, tel. 0943-5412-2419.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 21