"Héél stilletjes": het milieu van een heer Judith in Canada tussen de zeugen Bakken, braden, roosteren Herdruk van twee belangwekkende werken NIEUW OP DE BOEKEN PLANK "De bliksem getemd": honderd jaar gloeilamp Spionage-thriller DONDERDAG 22 NOVEMBER 1979 "Wanneer men als belezen heer wel eens een boek inkijkt treft men daarin maar al te vaak een schrij ver aan, die van alle belang ont bloot is. Als men niets orn het lijf heeft moet men zich niet op een voetstuk plaatsen, zei mijn goede vader altijd - daar houd ik mij aan". Aldus meldt heer Olivier B. Bommel (O.B.B. te R.) op de ach terflap van de bundel "Héél stil letjes" (De Bezige Bij, Amster dam 1979) dat de nieuwste maat- schappijbevingen registreert als veroorzaakt en bevochten door deze nationale stripheld. De avonturen van Heer Bommel en Tom Poes (in deze volgorde graag!) zijn niet meer weg te den ken uit de middelmaat van de Nederlandse literatuur, sinds Marten Toonder in 1967 tot de bekende paperbackuitgaven be sloot. De woorden die deze gerui te beersoort hierboven waardig neerpent zijn illustratief voor de waarde van deze merkwaardige, tot Letterkunde verheven strip verhalen; bescheidenheid siert mens en schrijver, en zelfs de bo ven alle literaire maatstaven en andere vermeende ordening ver heven Heer-van-Stand. Maar in dit laatste schuilt een groot gevaar. Dreigt Bommel te ver menselijken? Te vervlakken? Te nivelleren? Waar is de superbe minachting van de edelman die in dat eerste deeltje ("Als je be grijpt wat ik bedoel") zich nog met tegenzin maar goedhartige noblesse tot de lezertjes ver be neden hem richtte? Toen nog schreef O.B.B. te R. minzaam: "Hoewel mijn goede vader mij een in varkensleder gebonden bibliotheek naliet heb ik mooit zo de tijd kunnen vinden mij er in te verdiepen. Een heer van mijn stand heeft wel wat anders aan zijn hoofd dan de verzinsels van anderen, als U begrijpt wat ik be doel". Ademloos Welzeker begrepen wij dat. Wij kenden onze plaats: in een stoel bij de haard zitten en ademloos lezen hoe Heer en Poes chaos herschiepen tot chaos. Beiden zijn, zoals bekend, stereotiepe vertolkingen van de menselijke geaardheid, evenals hun Rom- meldamse stadgenoten (burge meester Dickerdack, markies de Cantecler, commissaris Bulle Bas, kruidenier Grootgrut, amb tenaar Dorknoper en vele ande ren). Symbolen van onze misselijkste karaktertrekken vaak, maar te gelijk en sedert 1967 in toene mende maten een zelfstandig, ongrijpbaar en superieur leven leidend. Ingrijpende figuranten als dorpsgek Wammes Waggel en ook blootloper Tom Poes hebben zelf nooit wat of wie dan ook ver persoonlijkt (verdierlijkt?). De belevenissen van de romanti sche kasteelheer Bommel waren vanaf het begin onderwerp van talloze besprekingen, scripties, ontledingen en intieme bespie gelingen. Dat is nog steeds het geval. Scholieren worden ge streng ondervraagd omtrent de middenstandsproblematiek van comcsti bleshandelaar Groot- grut; Neerlandici en andere lera ren liggen nachten wakker en woelen om en om: hoe het taalge bruik van de dwergen Kwetal en Pee Pastinakel te verantwoorden in het licht van de historie? Stripfanaten bekommeren zich vertwijfeld om de sexuele problematiek van Heer en Poes; politici trekken lering uit de so ciale vraagstukken die Rommel- dans opvaart in de weg staan; reclasseringsambtenaren en an dere mensvriendelijk baarddra- gers troossten hun cliënten met verwijzing naar de inborst van de schurken Super en Hieper. Zo kunnen we doorgaan. Steeds meer voegt de Nederlandse sa menleving zich naar het voor beeld dat Bommel zo hardnekkig verstrekt. Er gloort hoop voor de jaren tachtig, zeker als O.B.B. voortgaat met boeken lezen en zich aan ons te conformeren. Dat zijn eigen bestaan daardoor be dreigd wordt, ziet hij niet in of negeert hij in zijn tomeloze menslievendheid. Kommer Die lijn van vereenzelviging met de "reële" wereld zet zich voort in "Héél stilletjes" dat moderne kommer bevat, al dan niet rauw gesymboliseerd. In het verhaal "De astromanen" vindt een kort stondig monsterverbond plaats tussen onderlegde natuurvorsers als Hucos Pas en professor Sick- bock, wat een combinatie levert van bijgeloof en wetenschap: astrologie en voorspellingskunst thans technologisch verant woord en gestimuleerd. Een mooi gegeven, helaas wat zwak uitgewerkt: een astrologieru- briek in het Rommeldamse LD leidt tot massapsychose en voor spelbare verwikkelingen. Minder dan we mochten hopen heeft Bommel de hand in de ontwrich tingen, de afloop is te oppervlak kig en de rituele maaltijd aan het slot voor de geteisterde Helden ontbreekt - een veeg teken! Het andere avontuur, "De door luchtigheid", haalt een veel ho ger peil. al blijft dat van de onver getelijke "Bovenbazen" ver bui ten bereik. Weliswaar is het the ma, luchtvervuiling door kool- monoxyde (de namensymboliek in het verhaal is wel erg doorzich tig!), hinderlijk maatschappij vriendelijk, maar een venijnig uitgewerkt motief als "omkoop baarheid" maakt veel goed. Juist hier geven vele van de bekende en geliefde personages immers hun verachtelijkste karakter trekken aan de openbaarheid prijs. Het is zaak dat Heer Bommel tot inkeer komt en Toonder doet be seffen waar zijn verantwoorde lijkheid ligt. Bommelstein is het centrum van het universum, en het is aan Bommel c.s. en de Rommeldamse samenleving dat wij ons moeten spiegelen en aan passen. Niet andersom. ROB VOOREN Streekromans, hoe geliefd ook bij een breed publiek, wor den door critici diep gewantrouwd. Zelf lees ik ze zelden en de hoogst enkele die ik uit nieuwsgierigheid heb ge consumeerd, bevielen me niet: de toon was me te neuze lend, de strekking te chauvinistisch. De meeste roman personages waren rijkelijk zoetig, behalve dan een enkele bikkelharde hereboer, en een indruk van hoe de boeren bevolking werkelijk leeft, kreeg ik niet. Maar misschien zijn er best erg goede streekromans en heb ik heel wat gemist. Sterk vooringenomen begon ik dus aan Judith, de in Canada spelen de streekroman van Aritha van Herk. De lectuur is evenwel niet tegengevallen. Allereerst viel me op dat Aritha het schrijversvak uitstekend heeft geleerd. In En geland, maar ook in de Verenigde Staten en kennelijk dus ook in Canada, wordt bij de universitai re literatuurstudie nogal wat aandacht besteed aan bouw en structuur van de roman en Judith draagt daar duidelijk zichtbare sporen van. De opbouw van de roman: lange scènes uit het heden, afgewisseld met kortere scènes uit verschil lende vroegere levensperioden van de romanheldin, is zelfs ta melijk schools te noemen. De flashback-fragmenten zijn al gauw voorspelbaar o, nu komt er weer even een jeugdherinnering, weet je als lezer en het komt prompt uit. Maar dat mag gerust bij een eersteling, zeker wanneer de debutante buitengewoon beeldend blijkt te kunnen schrij ven. Men ziet het boek als een film aan zich voorbijtrekken en soms prikkelt het nog één zintuig meer dan de film kan doen, na melijk de neus. Er waren momenten dat ik meende die tien zeugen van Judith te rui ken. Wat niet wegneemt dat Ari tha iets te vaak schrijft dat het ergens „zurig" stinkt. Judith is van boerenkomaf, maar had meer trek in een secretares- sebaan in de stad. Dat betekent: gelakte nagels, hoge hakjes, plus een verhouding met de chef. Maar dan verongelukken Judiths ouders en zij besluit, omdat ze toch al ontevreden over zichzelf is, met de kleine erfenis een var- kensfokkerijtje te beginnen. Tableau: een stadse meid ergens in de onmetelijke Canadese ruimte, dagen nacht optrekkend met tien drachtige zeugen. Dat kan dus niet goed gaan. Maar dat gaat het wel: de zeugen biggen overvloe dig. Toch doemen er problemen op. Goed, in dat dorpscafé waar Judith wordt getreiterd door een stel hufters, bijt ze flink van zich af, maar onder al die biggen zitten verdraaid veel toekomstige beren en dus moet er gecastreerd wor den. Aritha van Herk is in die castraties- céne niet kinderachtig te werk gegaan: de testikels vliegen let terlijk in het rond, alsof Judith tuinbonen zit te doppen. De scè ne heeft naast waarde als reële beschrijving van een stukje boe renarbeid een diepere betekenis in de roman. Judith voelt zich namelijk in haar vrouw-zijn ge corrumpeerd na haar stadsja- ren. Hoe moeilijk het leven tussen en met de varkens ook mag zijn, toch voelt zij zich langzamerhand gezuiverd worden en die brute, door noodzaak gedwongen aan slag op de mannelijkheid van een aantal weerloze dieren blijkt pre cies wat Judith nog nodig had om zich definitief te ontworstelen aan haar horigheid aan „de man". Met haar buurvrouw, moeder van drie reusachtige zoons, slaat zij later gierend van de pret gade hoe haar zeugen worden besprongen door de beer en daarna kan zij zich, zonder vrees voor herhaling, voor een affaire als met die kan toorchef, hartstochtelijk aan de brede borst van een der drie buurjongens werpen. Want hoe Aritha van Herk ook haar best heeft gedaan om clichés te ver mijden, onontkoombaar duikt de Forse, Grote Boerenzoon op. Nu ja, zo zal het in werkelijkheid best dikwijls gaan, dus waarom niet in een plezierig geschreven ro man? Aritha van Herks eerste roman be zit èèn zeer opmerkelijke kwali teit, die haar boek een lief eindje boven het niveau van de geijkte plattelandsroman uittilt. Ik be doel haar inlevingsvermogen in de psyche van het dier. Nooit zal ik meer durven spreken over „domme varkens", want Aritha heeft me er volkomen van over tuigd dat varkens zeer intelligen- Aritha van Herk te en zelfs fijngevoelige dieren zijn. In dit opzicht moest ik even denken aan Watership Down, waarin de denk- en gevoelswe reld van het dier, voorzover dat de mens gegeven is, ook zo ver rassend is gepeild. Wat ten slotte nog moet worden ge constateerd, is dat Judith ge schreven is volgens het uit angel- saksische bestsellers welbeken de „never a dull moment"-proce- de. Geen tijdrekken, geen be spiegelend gezeur, nee, actie en nog eens actie. Ik had Judith dan ook uit voor ik er erg in had. Aritha is van Twentse afkomst. Nou, als er in Twente eens een roman over het Twentse boeren leven zou worderugeschreven die i het peil van Judith benaderde, zou ik prompt van een kleine sen satie spreken. Dus, waarde plat- schrievers, maak de pen maar nat. (Aritha van Herk: Judith. Uitg. Amsterdam Boek). JAN ZITMAN. De bliksem getemd, door Leo nard de Vries. Een uitgave van de Gooise Uitgeverij te Bus- sum. Prijs tot 1 januari 1980 15.90. Daarna 25.90. Uitgerekend nu ons onlangs het opmerkelijke bericht be reikte, dat (in verband met de uitvinding van een zuinige tl- lamp) de oude vertrouwde gloeilamp langzaam maar ze ker een wisse dood zal sterven, is de Gooise Uitgeverij met een boek op de markt geko men dat geheel aan de lichtge vende peer is gewijd. 'De bliksem getemd' heet het, door Leonard de Vries van tekst en illustraties voorzien. Een boek dat overigens in geen geval als necrologie is bedoeld. Er zit veeleer een feestelijk tintje aan, de onder titel luidt immers: 'het fasci nerende verhaal van 100 jaar gloeilamp'. In deze uitgave treedt uiter aard Thomas Edison, de man die precies een eeuw geleden het kunstmatige zonnetje in huis uitvond, op de voor grond. Auteur De Vries stak daartoe onder meer z'n licht op in Edisons laboratorium in Amerika. Het verleden krijgt uitvoerige aandacht, ook het heden blijft niet onbeschenen. Ettelijke bezoeken aan de Philipsfa- brieken in Eindhoven lever den de auteur een schat aan informatie op, waarvan hij gewag maakt in een niet on belangrijk deel van dit 160 pa gina's dikke boek, dat overi gens verlucht is met ruim 300 fraaie gravures. SJAK JANSEN "De Gele Ster" (De jodenver volging in Europa 1933 - 1945) door Gerhard Schoenberger. Prijs f 29.50. "Opkomst en ondergang van het Derde Rijk" door William Shirer. Prijs f 49.50. Beide boeken zijn uitgaven van H.J.W. Becht, Amsterdam. De herdruk van twee zeer be langwekkende werken die al geruime tijd uit de roulatie waren. "De Gele Ster" behoort tot de afgrijselijkste boeken die ooit van de drukpers rolden. Een onthutsend, vrijwel niets ver hullend beeld van de joden vervolging. Het boek bevat voornamelijk foto's met daar onder vaak "passende" on derschriften ontleend aan toe spraken, artikelen of ambte lijke stukken van nazi-bon zen. Daarnaast zijn nog tal van andere beschrijvingen en ge tuigenissen opgenomen. De eerste druk van "De Gele Ster" verscheen al in 1961, maar het werk geeft een niet mis te verstaan antwoord op een zeer actuele vraag: of oor logsmisdaden van dit kaliber ooit zouden mogen verjaren. "Opkomst en ondergang van het Derde Rijk" (een werk in twee delen van zo'n 1300 pagi na's) is van de hand van de Amerikaanse journalist Wil liam Shirer, een kranteman met inkt in zijn aderen. Hij werkte in Berlijn tot de oorlog uitbrak, heeft de aanloop dus van nabij meegemaakt en zijn persoonlijke belevenissen na de bevrijding aangevuld met de belangrijkste gegevens die uit de karrevrachten docu menten ter beschikking kwamen. Shirer heeft er een buitenge woon boeiend, helder en be trouwbaar relaas van ge maakt. In "Opkomst en ondergang" staat geen enkele foto. maar dat blijkt in dit ene, heel spe ciale geval geen gemis. Dat zegt iets over Shirers kwalitei ten als schrijver. RUUD PAAUW In de keuken van vandaag vinden we steeds meer en beter gecon strueerde elektrische apparaten voor bakken, braden en rooste ren. Dit zegt Hans Belterman, die enige tijd een culinaire rubriek voor deze krant verzorgde, in de inleiding van zijn Groot Elektro Kookboek (Uitgeverij Luitingh, Laren. Prijs 35,90). Voor hem staat het vast dat het koken op elektriciteit steeds een grotere plaats zal gaan innemen. In zijn voorwoord somt hij een aantal typen kookplaten en hun eigen schappen op. Het kookboek is geschreven voor "alle dag" met veel eenvoudige basisrecepten. Zo hier en daar komt het principe van de nou velle cuisine (met o.m. korte kooktijden, natuurlijk smaak en zo min mogelijk vet) om de hoek kijken. Maar ook het meer feestelijk eten komt aan bod. In veel recepten wordt niet met temperaturen gewerkt maar met termen, laagste, middelste en hoogste stand. Aanwijzingen die op elke kookplaat voorkomen. Een leuk hoofdstukje is "cadeau potjes uit eigen keuken". Dit deel van het boek haakt in op de weer Culinaricl. ondekte inmaaktechniek. Aan de hand van een stuk of tien recep ten kan iedereen zijn "huis-jam" of boerenjongens met eigen eti ket maken. Indonesisch Het samenstellen van een goed In donesisch menu is een hele klus. Als je niet heel goed thuis bent in die keuken loop je de kans blun ders te maken of te weinig te eten te krijgen. Wie het Indonesisch menu kookboek van Bep Vuyk hanteert hoeft daar niet bang voor te zijn. In haar boek, ver schenen in de serie Luitingh Gourmet (Prijs 23,50) treft u veertig complete menu's aan. Bovendien vertelt ze in haar in leiding bij elk menu iets over de herkomst van de gerechten, zo dat u met nieuwgierige gasten aan tafel geen flater hoeft te slaan. In hoofdstuk 5 geeft ze dan nog wat aparte gerechten die bij de diverse menu's geserveerd kun nen worden en in het daaropvol gende hoofdstuk een lijst van in grediënten speciaal voor de In donesische keuken. Weer twee nieuwe deeltjes van de serie Wina's Culinaria. Een serie waarvan de prijs in de ca deautjessfeer ligt: 6,75. Wina Bom zelf schreef Goede Wijnen waarin beknopt iets over wijn en wijnsoorten wordt gezegd. Be slist geen uitvoerige wijn-en cyclopedie, meer een stap naar iets weten van wijn. Desserten en toetjes is van de hand van Lily Pareren. Een liefhebster van flinke toetjes. Bakken Wat u zelf bakt smaakt het lekkerst is de ondertitel van het Grote Bakboek dat wordt uitgegeven door Meijer Pers in samenwer king met Honig. Een boek waarin rekening is gehouden met de laatste ontwikkelingen op bak- gebied zoals de magnetron-oven en de grill-bakoven. De recepten zijn er niet alleen voor de liefheb bers van zoet, ook het hartige hapje komt goed aan bod. Thee Thee, we drinken het dagelijks denken we er eigenlijk ooit bij dat we aan een "historisch brouwsel" nippen? Zelden of nooit. In de se rie Het goede leven vertelt drs. J.R. ter Molen over de geschiede nis van de thee. 24.50). De thee is al heel oud. Voor het eerst vin den we een vermelding in kro nieken 300 jaar na Christus. Het werd eerst als medicijn gebruikt, later in de Chinese T ang periode (620-904) krijgt thee handels waarde. Van China komt de theeplant in Japan terecht. Daar is het thee drinken tot een ceremonie ge worden die aan iedereen wel be kend is. Ook de Verenigde Oost Indische Compagnie heeft voor thee veel belangstelling getoond. In 1685 legde de VOC een claim op de theehandel. Dit is een kleine greep uit het boeiend, fraai geïllustreerde boek dat zeker voor liefheb bers van die drank de moeite waard is om te lezen. HENRIËTTE VAN DER HOEVEN "Opdracht voltooid" door Eric Clark, verschenen bij Sijthoffs uitgeversmaatschappij in Alphen aan den Rijn. Eric Clark is een kenner van het griezelige wereldje van spionage en contra-spionage. Hij weet dus waarover hij schrijft. En het is be slist geen plezierig beeld dat hij neerzet. Hij doet het in de vorm van een thriller. Erg goed, dat ongetwij feld. Maar wat er uit zijn vlotte pen komt is op zichzelf bikkel hard. Men zou willen dat het fan tasie of science fiction was. Maar gezien zijn achtergrond moet men Clarks verhalen gebaseerd achten op een naargeestige wer kelijkheid. En dan is het triest om te lezen hoe mensen rechteloze speelballen zijn, machteloze marionetten waarmee door mysterieuze figu ren heel gemakkelijk wordt ge manipuleerd. Zoals Clark .het vertelt is het boeiend om te lezen maar gezien door een reële bril is het weinig verheffend. De mens in naakte bruutheid. KOOS POST "Briefwisseling Gerretson-Geyl". Ver zorgd en toegelicht door drs. P. van Hees en dr. G. Puchinger. Uitg. Bosch en Keuning. Prijs 37,50. "Met lege handen". H. J. Oolbekkink. Uitg. Tiebosch. Prijs 19,50. Herdruk van dit in 1953 bij Querido verschenen boek over een hongertocht in 1945 van Amsterdam tot ver in de Achterhoek. Het was Oolbekkinks romandebuut. "Verdwenen in het niets". George E. Simpson/Neal R. Burger. Uitg. Tie bosch. Prijs 24,50. Huiveringwekkende thriller over een van Amerika's nieuwste wetenschappe lijke ontwikkelingen: teleportation. "Griezelverhalen". Edgar Allan Poe. Uitg. Hollandia. Prijs 39,50. Zesentwintig van Poe s meest beroemde korte verhalen, geïllustreerd door de grafische kunstenaar Arthur Rackham. "De vreugde van het landleven". Edith Holden. Uitg. Veen. Prijs 43,50. Impressies in tekst en aquarellen van de flora en fauna op het Britse platteland., Dit dagboek van een Engelse dame uit 1906 staat nu - na ruim 70 jaar - hoog genoteerd op de bestsellerslijsten van Publisher's Weekly en New York Times. "Heer Gawin en de Groene Ridder". Nederlandse vertaling en nabeschou wingen: Erik Hertog. Guido Lattre en Ludo Timmerman. Uit. Spectrum. Prijs 29,90 (gebonden). Pocketuitvoering 9.90. In het British Museum bevindt zich het enige exemplaar van deze korte vertel ling. die een onbekend dichter rond 1375 schreef in het dialect van de West Mid- "Miau". Benito Pérez Galdos (1843-1920). Uitg. Spectrum. Prijs 32,50 (geb.), 12,50 (pocket). Het boek geeft een fascinerend beeld van het dagelijkse leven in de pegen- tiende-eeuwse wereldstad Madrid. Ne derlandse vertaling en nawoord van de ze Prisma klassieker. Roelof G. Groene- "Sporen aan de hemel" (deel 1). Ab. A. Jansen. Uitg. Hollandia. Prijs 32,50. Kroniek van een luchtoorlog, deel 1 (ja- nuan-september 1943). Een gedetail leerd en indringend verslag van de luchtoorlog zoals die overdag werd ge voerd door de Amerikaanse luchtmacht "Dat bonte economenvolk". Arnold Heertje en Ria Kuip. Uitg. Loeb en v.d. Velden. Prijs 32,50. "Een vijver in de tuin". Hugo Herkner. Uitg. ruimte."en Keuning.Prijs/ 23,50. Handboek voor aanleg en onderhoud van vijvers, dat zowel geschikt is voor beginners als voor mensen met „vijver- "Opstanding". Leo N. Tolstoi. "De Graaf van Monte Christo". Alexandre Dumas. Uitg. Veen. Prijzen resp. 21,- en 23.50. Twee uitgaven in de serie Am stel-klas sieken, die nu een totaal bereikt heeft van 15 boeken, alle fraai gebonden. "Grond en ruimte". Edith Cardoen. Uitg. De Toortz. Prijs f 16.50. Een groot deel van dit werkje over het opvoedingsgebeuren verscheen in 1973 onder de titel "Antwoord in vrijheid" Nieuwe stukken zijn ingelast, andere grondig herzien. "Pastor zijn in het sociaal systeem dat kerk heet". E. Mansell Pattison. Uitg. De Toorts. Prijs 21,-. "Het middenspel 2". M. Euwe/H. Kra mer. Uitg. Het Spectrum. Prijs 16,50. "Het goede leven: champagne". Wina Born. Uitg. Het Spectrum. Prijs 24,50. "Arthur, koning voor eens en altijd". Terence H. White. Nederlandse verta ling Max Schuchart. Uitg. Het Spec trum. Prijs 34,50. "De drie jonkvrouwen". Vera Chap man. Ned. vertaling W. Wielek-Berg. .Uitg. Het Spectrum. Prijs 25,-. Drie vertellingen uit de tijd van Koning Arthur en zijn hof. Vera Chapman is de oprichtster van de fameuze Tolkien Society. "Onder moeders paraplu". Kinderlied jes van vroeger. Samengesteld door Wim Hora Adema. Illustraties: Monica Haas. Uitg. Het Spectrum. Prijs 17,50. "De avonturen van Happer, de eend die gaten eet". Patrick Woodroffe. Uitg. Het Spectrum. Prijs 19,50. Een mooi geïllustreerd prentenboek voor kinderen van 4 tot 8 jaar. "Zuster in weer en wind" en "Afdeling ongevallen". Lucilla Andrews. Uitg. Hollandia. Prijs 27,50. "Alexander, de vergeten kroonprins". Fred J. Lammers. Uitg. Hollandia. Prijs 39,50. .„roonprins Alexander, de in 1884 over leden oom van Koningin Juliana, is al lang vergeten. Hij werd slechts 32 jaar oud. Alexander was zijn tijd ver voorxiit, maar werd niet begrepen en kreeg daar door in korte tijd veel persoonlijk leed te verwerken. "Vierkant getuigde schepen". Tony Hutson. Uitg. Hollandia. Prijs 19,90. "Havenmanoeuvres voor zeilers". Bobby Schenk. Uitg. Hollandia. Prijs 19,50. "Oil est Ie knoflook". Len Deighton. Uitg. Tiebosch. Prijs 27,50. De Franse keuken in 50 lessen, opgete- kent door thriller-schrijver Len Deigh ton die, al jong vertrouwd met de kook kunst van de Franse chefs, ook zelf de pollepel goed kan roeren. "De kleine heks". Samengesteld door Wim Hora Adema. Uitg. Het Spectrum. Prijs 25.-. Voorleesverhalen (De kleine heks is het lange titelverhaal) voor kinderen in de leeftijd van 5 tot 8 jaar. "De drie Musketiers". Alexandre Du mas. "Ilias, de strijd om Trojc". Home ros. Uitg. Het Spectrum. Prijs 12,50 per stuk. Twee klassiekers in de Avonturen-serie voor de van spannende verhalen hou dende jeugd. Beide in moderne versie. Prisma Almanak 1979, uitgeverij Het Spectrum BV. Prijs 7,90. „Hoe zat het ook weer in 19781" is het motto dat is meegegeven aan de Prisma Almanak, die in het vervolg elk jaar zal worden uitgegeven. Het is een handig naslagwerkje, dat beknopte, maar over zichtelijke informatie geeft over actuele gebeurtenissen. De inhoud van de almanak is verdeeld over drie hoofdstukken: een wekelijkse chronologie, een sportief jaaroverzicht en het eigenlijke almanakgedeelte, waarin een alfabetisch overzicht van landen, organisaties, personen en bij zondere onderwerpen. Bij de samenstelling van de Pnsma Almanak is een keuze gemaakt uti het materiaal van het grote Spectrum Jaar boek

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 33