"Héél stilletjes": het milieu van een heer
Judith in Canada
tussen de zeugen
Bakken, braden, roosteren
Herdruk van twee belangwekkende werken
NIEUW
OP DE
BOEKEN
PLANK
"De bliksem
getemd":
honderd jaar
gloeilamp
Spionage-thriller
DONDERDAG 22 NOVEMBER 1979
"Wanneer men als belezen heer wel
eens een boek inkijkt treft men
daarin maar al te vaak een schrij
ver aan, die van alle belang ont
bloot is. Als men niets orn het lijf
heeft moet men zich niet op een
voetstuk plaatsen, zei mijn goede
vader altijd - daar houd ik mij
aan". Aldus meldt heer Olivier B.
Bommel (O.B.B. te R.) op de ach
terflap van de bundel "Héél stil
letjes" (De Bezige Bij, Amster
dam 1979) dat de nieuwste maat-
schappijbevingen registreert als
veroorzaakt en bevochten door
deze nationale stripheld.
De avonturen van Heer Bommel en
Tom Poes (in deze volgorde
graag!) zijn niet meer weg te den
ken uit de middelmaat van de
Nederlandse literatuur, sinds
Marten Toonder in 1967 tot de
bekende paperbackuitgaven be
sloot. De woorden die deze gerui
te beersoort hierboven waardig
neerpent zijn illustratief voor de
waarde van deze merkwaardige,
tot Letterkunde verheven strip
verhalen; bescheidenheid siert
mens en schrijver, en zelfs de bo
ven alle literaire maatstaven en
andere vermeende ordening ver
heven Heer-van-Stand.
Maar in dit laatste schuilt een groot
gevaar. Dreigt Bommel te ver
menselijken? Te vervlakken? Te
nivelleren? Waar is de superbe
minachting van de edelman die
in dat eerste deeltje ("Als je be
grijpt wat ik bedoel") zich nog
met tegenzin maar goedhartige
noblesse tot de lezertjes ver be
neden hem richtte? Toen nog
schreef O.B.B. te R. minzaam:
"Hoewel mijn goede vader mij
een in varkensleder gebonden
bibliotheek naliet heb ik mooit zo
de tijd kunnen vinden mij er in te
verdiepen. Een heer van mijn
stand heeft wel wat anders aan
zijn hoofd dan de verzinsels van
anderen, als U begrijpt wat ik be
doel".
Ademloos
Welzeker begrepen wij dat. Wij
kenden onze plaats: in een stoel
bij de haard zitten en ademloos
lezen hoe Heer en Poes chaos
herschiepen tot chaos. Beiden
zijn, zoals bekend, stereotiepe
vertolkingen van de menselijke
geaardheid, evenals hun Rom-
meldamse stadgenoten (burge
meester Dickerdack, markies de
Cantecler, commissaris Bulle
Bas, kruidenier Grootgrut, amb
tenaar Dorknoper en vele ande
ren).
Symbolen van onze misselijkste
karaktertrekken vaak, maar te
gelijk en sedert 1967 in toene
mende maten een zelfstandig,
ongrijpbaar en superieur leven
leidend. Ingrijpende figuranten
als dorpsgek Wammes Waggel en
ook blootloper Tom Poes hebben
zelf nooit wat of wie dan ook ver
persoonlijkt (verdierlijkt?).
De belevenissen van de romanti
sche kasteelheer Bommel waren
vanaf het begin onderwerp van
talloze besprekingen, scripties,
ontledingen en intieme bespie
gelingen. Dat is nog steeds het
geval. Scholieren worden ge
streng ondervraagd omtrent de
middenstandsproblematiek van
comcsti bleshandelaar Groot-
grut; Neerlandici en andere lera
ren liggen nachten wakker en
woelen om en om: hoe het taalge
bruik van de dwergen Kwetal en
Pee Pastinakel te verantwoorden
in het licht van de historie?
Stripfanaten bekommeren zich
vertwijfeld om de sexuele
problematiek van Heer en Poes;
politici trekken lering uit de so
ciale vraagstukken die Rommel-
dans opvaart in de weg staan;
reclasseringsambtenaren en an
dere mensvriendelijk baarddra-
gers troossten hun cliënten met
verwijzing naar de inborst van de
schurken Super en Hieper.
Zo kunnen we doorgaan. Steeds
meer voegt de Nederlandse sa
menleving zich naar het voor
beeld dat Bommel zo hardnekkig
verstrekt. Er gloort hoop voor de
jaren tachtig, zeker als O.B.B.
voortgaat met boeken lezen en
zich aan ons te conformeren. Dat
zijn eigen bestaan daardoor be
dreigd wordt, ziet hij niet in of
negeert hij in zijn tomeloze
menslievendheid.
Kommer
Die lijn van vereenzelviging met de
"reële" wereld zet zich voort in
"Héél stilletjes" dat moderne
kommer bevat, al dan niet rauw
gesymboliseerd. In het verhaal
"De astromanen" vindt een kort
stondig monsterverbond plaats
tussen onderlegde natuurvorsers
als Hucos Pas en professor Sick-
bock, wat een combinatie levert
van bijgeloof en wetenschap:
astrologie en voorspellingskunst
thans technologisch verant
woord en gestimuleerd.
Een mooi gegeven, helaas wat zwak
uitgewerkt: een astrologieru-
briek in het Rommeldamse LD
leidt tot massapsychose en voor
spelbare verwikkelingen. Minder
dan we mochten hopen heeft
Bommel de hand in de ontwrich
tingen, de afloop is te oppervlak
kig en de rituele maaltijd aan het
slot voor de geteisterde Helden
ontbreekt - een veeg teken!
Het andere avontuur, "De door
luchtigheid", haalt een veel ho
ger peil. al blijft dat van de onver
getelijke "Bovenbazen" ver bui
ten bereik. Weliswaar is het the
ma, luchtvervuiling door kool-
monoxyde (de namensymboliek
in het verhaal is wel erg doorzich
tig!), hinderlijk maatschappij
vriendelijk, maar een venijnig
uitgewerkt motief als "omkoop
baarheid" maakt veel goed. Juist
hier geven vele van de bekende
en geliefde personages immers
hun verachtelijkste karakter
trekken aan de openbaarheid
prijs.
Het is zaak dat Heer Bommel tot
inkeer komt en Toonder doet be
seffen waar zijn verantwoorde
lijkheid ligt. Bommelstein is het
centrum van het universum, en
het is aan Bommel c.s. en de
Rommeldamse samenleving dat
wij ons moeten spiegelen en aan
passen. Niet andersom.
ROB VOOREN
Streekromans, hoe geliefd ook bij een breed publiek, wor
den door critici diep gewantrouwd. Zelf lees ik ze zelden
en de hoogst enkele die ik uit nieuwsgierigheid heb ge
consumeerd, bevielen me niet: de toon was me te neuze
lend, de strekking te chauvinistisch. De meeste roman
personages waren rijkelijk zoetig, behalve dan een enkele
bikkelharde hereboer, en een indruk van hoe de boeren
bevolking werkelijk leeft, kreeg ik niet. Maar misschien
zijn er best erg goede streekromans en heb ik heel wat
gemist.
Sterk vooringenomen begon ik dus
aan Judith, de in Canada spelen
de streekroman van Aritha van
Herk. De lectuur is evenwel niet
tegengevallen. Allereerst viel me
op dat Aritha het schrijversvak
uitstekend heeft geleerd. In En
geland, maar ook in de Verenigde
Staten en kennelijk dus ook in
Canada, wordt bij de universitai
re literatuurstudie nogal wat
aandacht besteed aan bouw en
structuur van de roman en Judith
draagt daar duidelijk zichtbare
sporen van.
De opbouw van de roman: lange
scènes uit het heden, afgewisseld
met kortere scènes uit verschil
lende vroegere levensperioden
van de romanheldin, is zelfs ta
melijk schools te noemen. De
flashback-fragmenten zijn al
gauw voorspelbaar o, nu komt er
weer even een jeugdherinnering,
weet je als lezer en het komt
prompt uit. Maar dat mag gerust
bij een eersteling, zeker wanneer
de debutante buitengewoon
beeldend blijkt te kunnen schrij
ven. Men ziet het boek als een
film aan zich voorbijtrekken en
soms prikkelt het nog één zintuig
meer dan de film kan doen, na
melijk de neus.
Er waren momenten dat ik meende
die tien zeugen van Judith te rui
ken. Wat niet wegneemt dat Ari
tha iets te vaak schrijft dat het
ergens „zurig" stinkt.
Judith is van boerenkomaf, maar
had meer trek in een secretares-
sebaan in de stad. Dat betekent:
gelakte nagels, hoge hakjes, plus
een verhouding met de chef.
Maar dan verongelukken Judiths
ouders en zij besluit, omdat ze
toch al ontevreden over zichzelf
is, met de kleine erfenis een var-
kensfokkerijtje te beginnen.
Tableau: een stadse meid ergens in
de onmetelijke Canadese ruimte,
dagen nacht optrekkend met tien
drachtige zeugen. Dat kan dus
niet goed gaan. Maar dat gaat het
wel: de zeugen biggen overvloe
dig. Toch doemen er problemen
op. Goed, in dat dorpscafé waar
Judith wordt getreiterd door een
stel hufters, bijt ze flink van zich
af, maar onder al die biggen zitten
verdraaid veel toekomstige beren
en dus moet er gecastreerd wor
den.
Aritha van Herk is in die castraties-
céne niet kinderachtig te werk
gegaan: de testikels vliegen let
terlijk in het rond, alsof Judith
tuinbonen zit te doppen. De scè
ne heeft naast waarde als reële
beschrijving van een stukje boe
renarbeid een diepere betekenis
in de roman. Judith voelt zich
namelijk in haar vrouw-zijn ge
corrumpeerd na haar stadsja-
ren.
Hoe moeilijk het leven tussen en
met de varkens ook mag zijn,
toch voelt zij zich langzamerhand
gezuiverd worden en die brute,
door noodzaak gedwongen aan
slag op de mannelijkheid van een
aantal weerloze dieren blijkt pre
cies wat Judith nog nodig had om
zich definitief te ontworstelen
aan haar horigheid aan „de
man".
Met haar buurvrouw, moeder van
drie reusachtige zoons, slaat zij
later gierend van de pret gade hoe
haar zeugen worden besprongen
door de beer en daarna kan zij
zich, zonder vrees voor herhaling,
voor een affaire als met die kan
toorchef, hartstochtelijk aan de
brede borst van een der drie
buurjongens werpen. Want hoe
Aritha van Herk ook haar best
heeft gedaan om clichés te ver
mijden, onontkoombaar duikt de
Forse, Grote Boerenzoon op. Nu
ja, zo zal het in werkelijkheid best
dikwijls gaan, dus waarom niet in
een plezierig geschreven ro
man?
Aritha van Herks eerste roman be
zit èèn zeer opmerkelijke kwali
teit, die haar boek een lief eindje
boven het niveau van de geijkte
plattelandsroman uittilt. Ik be
doel haar inlevingsvermogen in
de psyche van het dier. Nooit zal
ik meer durven spreken over
„domme varkens", want Aritha
heeft me er volkomen van over
tuigd dat varkens zeer intelligen-
Aritha van Herk
te en zelfs fijngevoelige dieren
zijn. In dit opzicht moest ik even
denken aan Watership Down,
waarin de denk- en gevoelswe
reld van het dier, voorzover dat
de mens gegeven is, ook zo ver
rassend is gepeild.
Wat ten slotte nog moet worden ge
constateerd, is dat Judith ge
schreven is volgens het uit angel-
saksische bestsellers welbeken
de „never a dull moment"-proce-
de. Geen tijdrekken, geen be
spiegelend gezeur, nee, actie en
nog eens actie. Ik had Judith dan
ook uit voor ik er erg in had.
Aritha is van Twentse afkomst.
Nou, als er in Twente eens een
roman over het Twentse boeren
leven zou worderugeschreven die
i het peil van Judith benaderde,
zou ik prompt van een kleine sen
satie spreken. Dus, waarde plat-
schrievers, maak de pen maar
nat. (Aritha van Herk: Judith.
Uitg. Amsterdam Boek).
JAN ZITMAN.
De bliksem getemd, door Leo
nard de Vries. Een uitgave van
de Gooise Uitgeverij te Bus-
sum. Prijs tot 1 januari 1980
15.90. Daarna 25.90.
Uitgerekend nu ons onlangs
het opmerkelijke bericht be
reikte, dat (in verband met de
uitvinding van een zuinige tl-
lamp) de oude vertrouwde
gloeilamp langzaam maar ze
ker een wisse dood zal sterven,
is de Gooise Uitgeverij met
een boek op de markt geko
men dat geheel aan de lichtge
vende peer is gewijd.
'De bliksem getemd' heet het,
door Leonard de Vries van
tekst en illustraties voorzien.
Een boek dat overigens in
geen geval als necrologie is
bedoeld. Er zit veeleer een
feestelijk tintje aan, de onder
titel luidt immers: 'het fasci
nerende verhaal van 100 jaar
gloeilamp'.
In deze uitgave treedt uiter
aard Thomas Edison, de man
die precies een eeuw geleden
het kunstmatige zonnetje in
huis uitvond, op de voor
grond. Auteur De Vries stak
daartoe onder meer z'n licht
op in Edisons laboratorium in
Amerika.
Het verleden krijgt uitvoerige
aandacht, ook het heden blijft
niet onbeschenen. Ettelijke
bezoeken aan de Philipsfa-
brieken in Eindhoven lever
den de auteur een schat aan
informatie op, waarvan hij
gewag maakt in een niet on
belangrijk deel van dit 160 pa
gina's dikke boek, dat overi
gens verlucht is met ruim 300
fraaie gravures.
SJAK JANSEN
"De Gele Ster" (De jodenver
volging in Europa 1933 - 1945)
door Gerhard Schoenberger.
Prijs f 29.50.
"Opkomst en ondergang van
het Derde Rijk" door William
Shirer. Prijs f 49.50. Beide
boeken zijn uitgaven van
H.J.W. Becht, Amsterdam.
De herdruk van twee zeer be
langwekkende werken die al
geruime tijd uit de roulatie
waren.
"De Gele Ster" behoort tot de
afgrijselijkste boeken die ooit
van de drukpers rolden. Een
onthutsend, vrijwel niets ver
hullend beeld van de joden
vervolging. Het boek bevat
voornamelijk foto's met daar
onder vaak "passende" on
derschriften ontleend aan toe
spraken, artikelen of ambte
lijke stukken van nazi-bon
zen. Daarnaast zijn nog tal van
andere beschrijvingen en ge
tuigenissen opgenomen.
De eerste druk van "De Gele
Ster" verscheen al in 1961,
maar het werk geeft een niet
mis te verstaan antwoord op
een zeer actuele vraag: of oor
logsmisdaden van dit kaliber
ooit zouden mogen verjaren.
"Opkomst en ondergang van
het Derde Rijk" (een werk in
twee delen van zo'n 1300 pagi
na's) is van de hand van de
Amerikaanse journalist Wil
liam Shirer, een kranteman
met inkt in zijn aderen. Hij
werkte in Berlijn tot de oorlog
uitbrak, heeft de aanloop dus
van nabij meegemaakt en zijn
persoonlijke belevenissen na
de bevrijding aangevuld met
de belangrijkste gegevens die
uit de karrevrachten docu
menten ter beschikking
kwamen.
Shirer heeft er een buitenge
woon boeiend, helder en be
trouwbaar relaas van ge
maakt.
In "Opkomst en ondergang"
staat geen enkele foto. maar
dat blijkt in dit ene, heel spe
ciale geval geen gemis. Dat
zegt iets over Shirers kwalitei
ten als schrijver.
RUUD PAAUW
In de keuken van vandaag vinden
we steeds meer en beter gecon
strueerde elektrische apparaten
voor bakken, braden en rooste
ren. Dit zegt Hans Belterman, die
enige tijd een culinaire rubriek
voor deze krant verzorgde, in de
inleiding van zijn Groot Elektro
Kookboek (Uitgeverij Luitingh,
Laren. Prijs 35,90). Voor hem
staat het vast dat het koken op
elektriciteit steeds een grotere
plaats zal gaan innemen. In zijn
voorwoord somt hij een aantal
typen kookplaten en hun eigen
schappen op.
Het kookboek is geschreven voor
"alle dag" met veel eenvoudige
basisrecepten. Zo hier en daar
komt het principe van de nou
velle cuisine (met o.m. korte
kooktijden, natuurlijk smaak en
zo min mogelijk vet) om de hoek
kijken. Maar ook het meer
feestelijk eten komt aan bod. In
veel recepten wordt niet met
temperaturen gewerkt maar met
termen, laagste, middelste en
hoogste stand. Aanwijzingen die
op elke kookplaat voorkomen.
Een leuk hoofdstukje is "cadeau
potjes uit eigen keuken". Dit deel
van het boek haakt in op de weer Culinaricl.
ondekte inmaaktechniek. Aan de
hand van een stuk of tien recep
ten kan iedereen zijn "huis-jam"
of boerenjongens met eigen eti
ket maken.
Indonesisch
Het samenstellen van een goed In
donesisch menu is een hele klus.
Als je niet heel goed thuis bent in
die keuken loop je de kans blun
ders te maken of te weinig te eten
te krijgen. Wie het Indonesisch
menu kookboek van Bep Vuyk
hanteert hoeft daar niet bang
voor te zijn. In haar boek, ver
schenen in de serie Luitingh
Gourmet (Prijs 23,50) treft u
veertig complete menu's aan.
Bovendien vertelt ze in haar in
leiding bij elk menu iets over de
herkomst van de gerechten, zo
dat u met nieuwgierige gasten
aan tafel geen flater hoeft te slaan.
In hoofdstuk 5 geeft ze dan nog
wat aparte gerechten die bij de
diverse menu's geserveerd kun
nen worden en in het daaropvol
gende hoofdstuk een lijst van in
grediënten speciaal voor de In
donesische keuken.
Weer twee nieuwe deeltjes van de
serie Wina's Culinaria. Een serie
waarvan de prijs in de ca
deautjessfeer ligt: 6,75. Wina
Bom zelf schreef Goede Wijnen
waarin beknopt iets over wijn en
wijnsoorten wordt gezegd. Be
slist geen uitvoerige wijn-en
cyclopedie, meer een stap naar
iets weten van wijn. Desserten en
toetjes is van de hand van Lily
Pareren. Een liefhebster van
flinke toetjes.
Bakken
Wat u zelf bakt smaakt het lekkerst
is de ondertitel van het Grote
Bakboek dat wordt uitgegeven
door Meijer Pers in samenwer
king met Honig. Een boek waarin
rekening is gehouden met de
laatste ontwikkelingen op bak-
gebied zoals de magnetron-oven
en de grill-bakoven. De recepten
zijn er niet alleen voor de liefheb
bers van zoet, ook het hartige
hapje komt goed aan bod.
Thee
Thee, we drinken het dagelijks
denken we er eigenlijk ooit bij dat
we aan een "historisch brouwsel"
nippen? Zelden of nooit. In de se
rie Het goede leven vertelt drs.
J.R. ter Molen over de geschiede
nis van de thee. 24.50). De thee
is al heel oud. Voor het eerst vin
den we een vermelding in kro
nieken 300 jaar na Christus. Het
werd eerst als medicijn gebruikt,
later in de Chinese T ang periode
(620-904) krijgt thee handels
waarde.
Van China komt de theeplant in
Japan terecht. Daar is het thee
drinken tot een ceremonie ge
worden die aan iedereen wel be
kend is. Ook de Verenigde Oost
Indische Compagnie heeft voor
thee veel belangstelling getoond.
In 1685 legde de VOC een claim
op de theehandel.
Dit is een kleine greep uit het
boeiend, fraai geïllustreerde
boek dat zeker voor liefheb
bers van die drank de moeite
waard is om te lezen.
HENRIËTTE VAN DER HOEVEN
"Opdracht voltooid" door Eric
Clark, verschenen bij Sijthoffs
uitgeversmaatschappij in Alphen
aan den Rijn.
Eric Clark is een kenner van het
griezelige wereldje van spionage
en contra-spionage. Hij weet dus
waarover hij schrijft. En het is be
slist geen plezierig beeld dat hij
neerzet.
Hij doet het in de vorm van een
thriller. Erg goed, dat ongetwij
feld. Maar wat er uit zijn vlotte
pen komt is op zichzelf bikkel
hard. Men zou willen dat het fan
tasie of science fiction was. Maar
gezien zijn achtergrond moet
men Clarks verhalen gebaseerd
achten op een naargeestige wer
kelijkheid.
En dan is het triest om te lezen hoe
mensen rechteloze speelballen
zijn, machteloze marionetten
waarmee door mysterieuze figu
ren heel gemakkelijk wordt ge
manipuleerd. Zoals Clark .het
vertelt is het boeiend om te lezen
maar gezien door een reële bril is
het weinig verheffend. De mens
in naakte bruutheid.
KOOS POST
"Briefwisseling Gerretson-Geyl". Ver
zorgd en toegelicht door drs. P. van
Hees en dr. G. Puchinger. Uitg. Bosch
en Keuning. Prijs 37,50.
"Met lege handen". H. J. Oolbekkink.
Uitg. Tiebosch. Prijs 19,50. Herdruk
van dit in 1953 bij Querido verschenen
boek over een hongertocht in 1945 van
Amsterdam tot ver in de Achterhoek.
Het was Oolbekkinks romandebuut.
"Verdwenen in het niets". George E.
Simpson/Neal R. Burger. Uitg. Tie
bosch. Prijs 24,50.
Huiveringwekkende thriller over een
van Amerika's nieuwste wetenschappe
lijke ontwikkelingen: teleportation.
"Griezelverhalen". Edgar Allan Poe.
Uitg. Hollandia. Prijs 39,50.
Zesentwintig van Poe s meest beroemde
korte verhalen, geïllustreerd door de
grafische kunstenaar Arthur Rackham.
"De vreugde van het landleven". Edith
Holden. Uitg. Veen. Prijs 43,50.
Impressies in tekst en aquarellen van de
flora en fauna op het Britse platteland.,
Dit dagboek van een Engelse dame uit
1906 staat nu - na ruim 70 jaar - hoog
genoteerd op de bestsellerslijsten van
Publisher's Weekly en New York Times.
"Heer Gawin en de Groene Ridder".
Nederlandse vertaling en nabeschou
wingen: Erik Hertog. Guido Lattre en
Ludo Timmerman. Uit. Spectrum. Prijs
29,90 (gebonden). Pocketuitvoering
9.90.
In het British Museum bevindt zich het
enige exemplaar van deze korte vertel
ling. die een onbekend dichter rond 1375
schreef in het dialect van de West Mid-
"Miau". Benito Pérez Galdos
(1843-1920). Uitg. Spectrum. Prijs
32,50 (geb.), 12,50 (pocket).
Het boek geeft een fascinerend beeld
van het dagelijkse leven in de pegen-
tiende-eeuwse wereldstad Madrid. Ne
derlandse vertaling en nawoord van de
ze Prisma klassieker. Roelof G. Groene-
"Sporen aan de hemel" (deel 1). Ab. A.
Jansen. Uitg. Hollandia. Prijs 32,50.
Kroniek van een luchtoorlog, deel 1 (ja-
nuan-september 1943). Een gedetail
leerd en indringend verslag van de
luchtoorlog zoals die overdag werd ge
voerd door de Amerikaanse luchtmacht
"Dat bonte economenvolk". Arnold
Heertje en Ria Kuip. Uitg. Loeb en v.d.
Velden. Prijs 32,50.
"Een vijver in de tuin". Hugo Herkner.
Uitg. ruimte."en Keuning.Prijs/ 23,50.
Handboek voor aanleg en onderhoud
van vijvers, dat zowel geschikt is voor
beginners als voor mensen met „vijver-
"Opstanding". Leo N. Tolstoi. "De
Graaf van Monte Christo". Alexandre
Dumas. Uitg. Veen. Prijzen resp. 21,- en
23.50.
Twee uitgaven in de serie Am stel-klas
sieken, die nu een totaal bereikt heeft
van 15 boeken, alle fraai gebonden.
"Grond en ruimte".
Edith Cardoen. Uitg. De Toortz. Prijs
f 16.50.
Een groot deel van dit werkje over het
opvoedingsgebeuren verscheen in 1973
onder de titel "Antwoord in vrijheid"
Nieuwe stukken zijn ingelast, andere
grondig herzien.
"Pastor zijn in het sociaal systeem dat
kerk heet". E. Mansell Pattison. Uitg.
De Toorts. Prijs 21,-.
"Het middenspel 2". M. Euwe/H. Kra
mer. Uitg. Het Spectrum. Prijs 16,50.
"Het goede leven: champagne". Wina
Born. Uitg. Het Spectrum. Prijs 24,50.
"Arthur, koning voor eens en altijd".
Terence H. White. Nederlandse verta
ling Max Schuchart. Uitg. Het Spec
trum. Prijs 34,50.
"De drie jonkvrouwen". Vera Chap
man. Ned. vertaling W. Wielek-Berg.
.Uitg. Het Spectrum. Prijs 25,-.
Drie vertellingen uit de tijd van Koning
Arthur en zijn hof. Vera Chapman is de
oprichtster van de fameuze Tolkien
Society.
"Onder moeders paraplu". Kinderlied
jes van vroeger. Samengesteld door
Wim Hora Adema. Illustraties: Monica
Haas. Uitg. Het Spectrum. Prijs 17,50.
"De avonturen van Happer, de eend die
gaten eet". Patrick Woodroffe. Uitg.
Het Spectrum. Prijs 19,50.
Een mooi geïllustreerd prentenboek
voor kinderen van 4 tot 8 jaar.
"Zuster in weer en wind" en "Afdeling
ongevallen". Lucilla Andrews. Uitg.
Hollandia. Prijs 27,50.
"Alexander, de vergeten kroonprins".
Fred J. Lammers. Uitg. Hollandia. Prijs
39,50.
.„roonprins Alexander, de in 1884 over
leden oom van Koningin Juliana, is al
lang vergeten. Hij werd slechts 32 jaar
oud. Alexander was zijn tijd ver voorxiit,
maar werd niet begrepen en kreeg daar
door in korte tijd veel persoonlijk leed te
verwerken.
"Vierkant getuigde schepen". Tony
Hutson. Uitg. Hollandia. Prijs 19,90.
"Havenmanoeuvres voor zeilers".
Bobby Schenk. Uitg. Hollandia. Prijs
19,50.
"Oil est Ie knoflook". Len Deighton.
Uitg. Tiebosch. Prijs 27,50.
De Franse keuken in 50 lessen, opgete-
kent door thriller-schrijver Len Deigh
ton die, al jong vertrouwd met de kook
kunst van de Franse chefs, ook zelf de
pollepel goed kan roeren.
"De kleine heks". Samengesteld door
Wim Hora Adema. Uitg. Het Spectrum.
Prijs 25.-.
Voorleesverhalen (De kleine heks is het
lange titelverhaal) voor kinderen in de
leeftijd van 5 tot 8 jaar.
"De drie Musketiers". Alexandre Du
mas. "Ilias, de strijd om Trojc". Home
ros. Uitg. Het Spectrum. Prijs 12,50
per stuk.
Twee klassiekers in de Avonturen-serie
voor de van spannende verhalen hou
dende jeugd. Beide in moderne versie.
Prisma Almanak 1979, uitgeverij Het
Spectrum BV. Prijs 7,90.
„Hoe zat het ook weer in 19781" is het
motto dat is meegegeven aan de Prisma
Almanak, die in het vervolg elk jaar zal
worden uitgegeven. Het is een handig
naslagwerkje, dat beknopte, maar over
zichtelijke informatie geeft over actuele
gebeurtenissen.
De inhoud van de almanak is verdeeld
over drie hoofdstukken: een wekelijkse
chronologie, een sportief jaaroverzicht
en het eigenlijke almanakgedeelte,
waarin een alfabetisch overzicht van
landen, organisaties, personen en bij
zondere onderwerpen.
Bij de samenstelling van de Pnsma
Almanak is een keuze gemaakt uti het
materiaal van het grote Spectrum Jaar
boek