Ton Menken: „Top ijshockey komt terug in Leiden" %ersïi Pim van Halem: „Jeugd heeft nu voorrang bij Leiden Lions ZATERDAG 10 NOVEMBER 1979 LEIDEN - De Leidse Menken- hal ademt die avond een on wezenlijke rust uit. Daar waar een maand of wat gele den het gezicht van de over dekte ijsbaan voornamelijk nog werd bepaald door lui druchtige, in vervaarlijke uitmonsteringen gestoken ijshockeyers en (soms) bek vechtende bestuursleden, valt nu nog slechts het kras sende geluid van noest ploe terende, zich op gladde ijzers voortbewegende 'ovaal draaiers' te beluisteren. Met de blik op oneindig trekken de zwoegers, kennelijk voortgedreven door de toch al jaren valse hoop op een Friese Elfstedentocht, hun baantjes. De eentonigheid van die talloze, identieke rondjes doet geen moment afbreuk aan de concentratie; de zwijgende meerderheid ploegt onverminderd voort. Absolute stilte derhalve, die slechts een ogenblik wordt verstoord door de geaffec teerde stem van een vermoe delijk uit Wassenaarse dre ven stammende curlingbe- oefenaar. Die op de waardige wijze van een oer-aristo- craat een hete aardappel wegslikt als hij zijn bewon dering uit over zijn eigen, onvermoede verrichtingen. Het valt niet te ontkennen, het "potverdrie kèèrrell, ik gaf dat ding toch een ver domd aerdige slingerhet klinkt waarachtig wel an ders dan de vooral Engelsta lige krachttermen die drie kwart jaar geleden nog van het kunstijs opstegen. De conclusie ligt voor de hand, het twee jaar geleden door Ton Menken met zoveel tam tam in Leiden geïntrodu ceerde 'topijshockey' is bruusk van de baan geveegd. Nu de door hem zo verlangde respons van commerciële en publiekelijke zijde uitbleef, 'zijn' hobby kortweg gezegd niet zo lucratief bleek als hij aanvankelijk had gedacht, lijkt het hedendaagse ijs- baangebeuren in Leiden hoofdzakelijk te worden ge schetst door de eenzaam schaatsende kilometervre ter. De realiteit blijkt evenwel an ders. Volgens de regionale ijshockeyspreekbuis Pim van Halem is Leiden Lions niet dood, "maar is de club springlevend". De ooit door Ton Menken als 'topijshoc- keyers' aangeduide eerste- divisie-spelers hebben wel iswaar de wijk genomen naar andere clubs, nu de ijs baandirecteur zich niet lan ger garant wenst te stellen voor hun 'onkostenvergoe dingen', maar de jongere ge neratie bedrijft de sport nog altijd met niet aflatend en thousiasme. "En de jeugd heeft de toekomst", ontdoet Pim van Halem een hoogbe jaard cliché van stof, "de jeugd komt op de eerste plaats en heeft bij mij trou wens altijd primair ge staan". Nu pas, na twee jaar, krijgt dat credo van Van Halem in de praktijk gestalte. Daarbij dient dan wel de kantteke ning te worden geplaatst dat het terugtreden van Menken als sponsor én een handvol mislukte contacten met po tentiële geldschieters de ka talysators vormden van de nieuwe beleidskoers. "We hadden misschien nog enke le maanden door kunnen draaien zonder financiële steun", weet Van Halem, "maar dan hadden we hal verwege het seizoen ons fail lissement aan kunnen vra gen. Het is dus een goede be slissing geweest om een stap terug te doen". Het Leiden Lions-bestuur on derging onlangs ingrijpende wijzigingen. Van de oude hap bleef alleen Pim van Ha lem aan. Het trio van het eer ste uur (Menken, Theo Nijs- sen en Koos Pison) speelde wegens tijdgebrek de be- stuurspuck aan anderen toe. Op de algemene ledenverga dering werd Jacques Ham, vorig jaar binnen de club een gewaardeerd manusje-van- alles, tot secretaris/pen ningmeester benoemd, ter wijl drie ouders van jeugd leden (Barry Walker, Ben v.d. Berg en Dieuwertje Era des) net nieuwe bestuurscol lege completeerden. De jeugd. Van Halem legt er nogmaals de nadruk op, komt bij het pas gevormde bestuur op de eerste plaats. Daar ligt volgens hem de ba sis van een gezonde opbouw van het Leidse ijshockey. "We hebben het senioren team, dat in de derde divisie uitkwam ook opgedoekt", zegt hij. "Werkelijk niemand van de 25 spelers kwam op dagen, toen we met de voor bereidingen voor het nieuwe seizoen begonnen. Gewoon uit pure gemakzucht. Het was naar verhouding ons duurste team, zeker als wordt bedacht dat die jon gens café-ijshockey bedre ven. Maar voor zo'n ploeg moet aan de bond per duel wel pakweg 40 gulden meer aan wedstrijdgeld worden betaald dan voor een jeugd- team. En dat, vind ik, scheelt nogal wat". Het is duidelijk, er wordt bij 'Leiden Lions-nieuwe stijl' driftig op de centjes gelet. De rem is op de uitgaven gezet, want de groeistuipen van het hoe dan ook te snel uit de kluiten gewassen kind hebben de nodige pegels gekost, dat staat vast. Ton Menken geeft toe, dat hij de geldelijke consequenties van zijn 'liefhebberij' enigszins heeft onderschat. "Ik kan er niet om heen dat het groeiproces van Leiden Lions te vlot is verlopen", erkent de ijsbaankoning nu. "Ik heb niet voorzien dat de kostenontwikkeling zo enorm was. De aanloopverliezen, die elk bedrijf kent, liepen bij Leiden Lions tot erg forse hoogte op. Daarom wilde ik niet langer in mijn eentje voor het Leidse ijshoc key opdraaien. Ik wenste mijn bedrijf, dat in de afgelopen, voor ons ongunstige winter toch al stroef draaide, niet verder te laten lijden onder mijn persoonlijke hobby. Ik kon dat eenvoudig niet meer verkopen aan mijn personeelsleden. Daarom zeg ik achter af, we hadden na dat eerste jaar beter in de tweede divisie kunnen blijven. Dan hadden we de zaak geleidelijk aan op kunnen bou- Opvallend genoeg bezigt Menken ("Maar ik heb van dat ene jaar eerste divisie dan ook veel geleerd") nu dezelfde taal, die zijn voorzitter Pim van Halem anderhalf jaar geleden op een bonds vergadering, in Bunnik al sprak. Als enige van het Leiden Lions- bestuur reageerde Van Halem toen vrij afwijzend op het promo tie-aanzoek van het bondsbestuur, dat de op dat moment bloe- darme eerste divisie gaarne zag versterkt met de top-drie (Den Bosch, Leiden Lions en SIJC) van de tweede afdeling. Aangelokt als hij was door het gigantische gat in de Leidse top- sportmarkt, appeleerde toen met name echter Ton Menken aan de promotie-mogelijkheid, die de NIJB onverwacht voor 'zijn' club had geopend. Minzaam wuifde hij de bezwaren van zijn praeses ("Een gelijkmatige opmars is beter") weg en trad. nauwelijks een jaar na de oprichting, met Leiden Lions toe tot het ijshockeywal- halla. Een beeld van het vorige seizoen: top-ijshockey in Leiden Van Halem conformeerde zich tenslotte aan het meerder heidsstandpunt van de overi ge bestuursleden. Na een aar zelend begin in het Coupe NN-toernooi blies de Leidse équipe haar partijtje in de hoogste divisie redelijk mee en bereikte in de nationale competitie zelfs een eervolle vijfde plaats. "Geen slecht debuut", stelt Pim van Halem vast, "maar Ton Menken was al gauw teleur gesteld over de naar zijn oor deel geringe belangstelling van het Leidse publiek. Al in november van het vorig jaar kondigde Menken aan dat hij niet langer als enige sponsor van het ijshockey wilde op treden". "De kosten bedroe gen om en nabij de 240.000 gulden", vult Menken aan. "We zaten op een gemiddeld aantal toeschouwers van 700, terwijl er 1400 kijkers nodig waren om van een rendabele zaak te spreken. We hadden een redelijk team, maar ik vond de reactie van de zijde van het Leidse publiek vrij lauw. Ook nu heb ik nog maar weinig kreten gehoord in de trant van 'gut wat is het jam mer dat jullie met topijshoc key zijn gestopt'. Ik heb daar om weieens de indruk gehad, dat ik als enige uit de Leidse regio interesse voor die sport had". Standpunt Pim van Halem kan het stand punt van zijn voormalig me debestuurslid nog altijd niet delen. Naar zijn opvatting heeft het ijshockey in Leiden wel degelijk levensvatbaar heid. "Kijk", betoogt hij, "het is een gegeven dat deze stad totaal geen ijshockeyachter- grond had. De belangstelling viel mij daarom juist mee. Want laten we wel zijn, wat kregen de mensen terug voor hun entreegeld. Ze moesten gaan zitten in een hal zonder Ton Menken enig comfort. Als je nu ziet dat Utrecht, dat wèl in een goede hal speelt, pas geleden 60 toe schouwers binnen de poorten kreeg, toen HYS op bezoek kwam, dan was de toestand hier zo slecht nog niet. Menken laat zich door dat ar gument evenwel niet ver murwen. "SIJC", stelt hij, "heeft wèl 200 seizoenkaart houders, die hadden wij niet". Hij meldt dan ook dat hij zich in het vervolg wel even zal bedenken, voordat hij zich in een volgend ijshockeyavon- tuur zal storten. "Pas als ik van een medesponsor dé garantie krijg dat de club voor een periode van 5 jaar wordt gesteund, dan stap ik ook in". Nu er nog steeds geen bedrijf is gevonden, dat zich voor dit doel wil lenen, beperkt Men ken zijn inbreng in het Leidse ijshockeygebeuren tot een subsidie van een, wat Van Halem noemt "x-bedrag",' "waardoor de club een drasti sche korting kreeg op het eerder door Menken ("Ook ik moet commercieel denken") verlangde ijsuurbedrag van 90 gulden exclusief. "Dat was een belachelijk hoog bedrag", meent Van Halem. "Als hij bij die eis gebleven was, hadden we van de jeugd een jaarlijks contributiebedrag van 600 gulden moeten vragen. We hebben Menken in een ge sprek herinnerd aan zijn vaak uitgesproken zin "ijshockey hoort op elke ijsbaan thuis". We hebben hem duidelijk gemaakt, dat de door hem ge vraagde ijshuur de doodsteek zou betekenen voor het Leid se ijshockey. Voor dat argu ment bleek hij gevoelig. Dit mede ook, omdat de ouders van jeugdleden bepaalde ini tiatieven hadden ontplooid, zoals de verkoop van sei zoenkaarten, het organiseren van bingoavonden en het ver zorgen van de lotto en toto. Bovendien wordt er bij elke jeugdwedstrijd een gulden entree geheven en worden de kaartjes ook door vrijwilli gers afgescheurd. De gemid delde jeugdijshockeyer be taalt nu, door al die activitei ten 300 gulden aan contribu tie. En dat is een normaal be drag. „De 'Leidse ijshockey- toekomst' krijgt volgens Van Halem voor dat geld behoor lijk wat faciliteiten. Want be halve dat de jeugdspelers ge regeld de kleuren van Leiden Lions mogen verdedigen, krijgen ze bovendien gedegen ijshockey-onderricht van de Italiaanse Canadees Mario Pugliese, die in competitie verband uitkomt voor SIJC. De voorzitter opnieuw. "Onze vroegere jeugdtrainer, Ivan Kocanda, was niet te houden. Die had.een aanbieding van HYS gekregen, waar we niet bovenuit konden. Dankzij de bemiddeling van Ton Men ken kon Pugliese worden aangetrokken. Mario werkt bij een toeleveringsbedrijf voor ijsbanen in Katwijk. Menken heeft ook in die zaak bepaalde belangen".. Gezonde basis Verdere steun wenst Ton Men ken de door hem gestichte club vooralsnog niet te verle nen. Vóór alles eist hij eerst een gezonde financiële basis. "Ik moet ervan verzekerd zijn dat de club voor een periode- van 5 jaar wordt gesponsord", benadrukt hij andermaal. "En alles zal eerst op schrift moe ten staan, anders begin ik er niet aan". Menkens plotselin ge hang naar zekerheid valt gemakkelijk te verklaren. Luister opnieuw naar Pim van Halem: "Ton en ik had den op een gegeven moment verregaande contacten met een whisky-importbedryf uit Naarden. We waren helemaal rond, het contract moest al leen nog getekend worden Toen kwam die nota van tante Til (Gardeniers) en kre gen ze opeens de angst, dat het rendement van het te in vesteren geld nihil zou zijn. Daarom drongen ze op enige bedenktijd aan". "En ze hebben wel erg lang moeten nadenken", haakt Ton Menken cynisch in. "Al les leek in kannen en kruiken. We waren het mondeling eens geworden over een periode van drie jaar. Het eerste jaar zou Leiden Lions 120.000 gulden ontvangen, het twee de jaar 150.000 en het laatste jaar twee ton. Voordat alles getekend zou worden, wilden de vertegenwoordigers van dat bedrijf eerst nog overleg plegen met hun achterban. Een halfjaar hebben we niets gehoord. Wij hadden inmid dels de bestaande contacten met enkele kleine sponsors verbroken. Toen kwam er op eens een schriftelijk aanbod van 20.000 gulden. Op het moment dat ik daar kennis van nam heb ik gezegd, voor dat bedrag gaan we onze clubnaam niet veranderen". Het bestuur, dat inmiddels met alle spelers mondelinge over eenstemming had bereikt over een verlengd 'dienstver band', zelfs in Canada ver sterking (Van Halem: "Met die jongens hadden we de play offs gehaald") had ge vonden, moest noodgedwon gen alles terugdraaien naar nul, nadat een noodsprong in de richting van Rotterdam een duistere was gebleken. Van Halem: "Op de valreep stelde een krant in Rotterdam zich garant voor de recette van een x-bedrag". Naar verluidt ging het hier om circa tweeënhalve ton. De redactie van de betrokken krant sprak echter haar veto uit over het mondeling gesloten akkoord. Menken en Van Halem móésten toen wel besluiten tot de op heffing van het eerste divisie team. "Dat we tot die stap moesten overgaan is de schuld van die whiskyfirma. Die heeft ons aan het lijntje gehouden. Ik zou weieens willen weten, waarom dat be drijf tenslotte de voorkeur heeft gegeven aan HYS", al dus de furieuze Menken. Gesprek Dat nu hoopt Pim van Halem binnenkort te vernemen. Nog deze maand zal hij de Naar- dense firma om een gesprek vragen. "De vertegenwoordi gers van dat bedrijf hebben indertijd bepaalde, voor ons veelbelovende uitlatingen gedaan. Ik ben toch wel be nieuwd, hoe onze zaken er nu voor staan. Mochten die lui nu zeggen 'we gaan door met HYS, die club heeft een bete re ijsbaan en een rijkere histo rie', dan heb ik vrede met die verklaring. Dan gaan we ge woon proberen om vóór ja nuari een nieuwe sponsor te vinden. Maar ik ga alleen dan een relatie met een firma aan, als er voor drie jaar wordt ge tekend. Onder de voorwaar den, die de NSF dus onlangs heeft gesteld, ben ik bereid terug te keren naar de eerste divisie.". Of dat werkelijk zal gebeuren valt overigens nog te bezien. Want Van Halem beroept zich dan wel op het feit dat al zijn spelers vanwege de omstan digheden gelimiteerde (voor een periode van één jaar) overschrijvingen van de bond hebben gekregen, maar bondsvoorzitter Fred Schweers heeft zich inmid dels met betrekking tot deze kwestie in, voor de Leidse club, weinig gunstige zin uit gelaten. "Als Leiden Lions te rug wil keren vind ik dat pri ma, maar die club zal dan wel weer in de tweede divisie moeten beginnen"Die Schweers heeft altijd lopen schreeuwen dat er meer ba nen en clubs moeten komen", dient Pim van Halem de NIJB-voorzitter van repliek. "Aan die roep hebben wij voldaan. Wij hebben bonds- secretaris Joop van Rijswijk het waarom van onze stap-te- rug toegelicht. Die man, die momenteel wegens een hartinfarct in het ziekenhuis ligt, had het volste begrip voor onze problemen. Hij heeft weliswaar nooit gezegd 'jullie mogen terugkeren', maar ook niet, 'jullie moeten van onderaf beginnen'. En daar houd ik mij maar aan vast". Zegt Ton Menken tenslotte ge heimzinnig: "Binnen afzien bare tijd verwacht ik toch weer topijshockey op mijn baan. Op basis van een 5-jari- ge garantie, ja Waarop ik dat baseer? Daar kan ik nu nog niets over zeggen". Zal die stilte rond Leidens enig overdekte kunstijsbaan dan toch maar tijdelijk zijn?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 31